Knibbel knabbel knuisje: Ieder huisje heeft zijn kruisje. Heks verlaat haar heksenhuisje…. En trekt de wijde wereld in spin, de bocht gaat in. Uit spuit.

‘Het is toch ook altijd hetzelfde. En telkens vergeet ik dat weer. Ben ik een maand in Plumvillage, een soort snelkookpan aan processen en inzichten, kom ik thuis en moet ik het allemaal nog eens dunnetjes over doen.’

‘Het hele najaar heb ik in de kreukels gezeten. Moest ik opnieuw het wiel uitvinden van verbinden met de Sangha-schapen. Opnieuw woedend op mijn voorouders geweest en eveneens opnieuw me met hen verbonden. Ook stukjes goud onder hen gevonden…..’

Heks zit bij de homeopaat. Ik praat en praat. VikThor ligt slapjes onder haar stoel. Hij is nog steeds niet helemaal de oude. Zo mager als een lat. Morgen ga ik een kuurtje voor hem halen.

Langzaam ploeter ik mezelf een weg door strontland. Ouwe shit in nieuwe vaten. Het levert vruchtbare grond op, al die modder…. dat zeker. Maar leuk is anders. Het mag wel een onsje minder wat mij betreft.

Een paar dagen later rijd ik vroeg de stad uit in mijn kanariepiet. De achterbumper wappert een beetje. Losgeraakt tijdens het inparkeren van deze of gene hier in de buurt. Die nam dat inparkeren wel erg letterlijk.

Ik zal em straks met een knalgele smiley-sticker weer aan elkaar plakken. De ervaring leert, dat het euvel dan weer een tijdje verholpen is. Op mijn gemak tuf ik naar de hoofdstad. Er is geen sterveling op de weg. Om half tien parkeer ik in de P.C.Hooftstraat.

1 voor 1 druppelen de heksjes uit alle windstreken binnen. Sommigen met een druppel aan de kromme neus na een woeste tocht op de bezemsteel. Anderen bepakt en bezakt met grote zelfgemaakte trommels van paardenhuid. Allemaal eigenzinnige dames. Eigenwijze tante Betjes.

Vandaag gaan we aan de slag met krachtdieren. Ik heb al flink liggen dromen over een krachtdier. Een hele heftige droom. Ik werd als het ware bij mijn kladden gegrepen. Door het krachtdier van iemand anders.

Is dat nu ook mijn grote vriend? Dat valt nog te bezien. ‘Krachtdieren komen je vaak besnuffelen,’ vertelt onze juf de vorige keer, ‘Met name de slang, de tijger en die en die staan daarom bekend.’

Ik word dus druk besnuffeld. Heks besluit het allemaal af te wachten. Niet teveel in te vullen. Te genieten van het proces.

De gehele zondag zijn we druk in de weer. Lekker aan het heksen. Heks gooit zich volop in de strijd. Als een slang kruip ik over de grond tussen rijen schreeuwende toverkollen door. Ze klauwen naar me. Houden me tegen. En moedigen me aan.

Om maar iets te noemen.

Dagenlang moet ik bijkomen. Zo’n dagje als een normaal mens tekeer gaan komt me op een week gekreukel te staan. Minstens. Maar ik heb het er voor over!

Tijdens het slangenritueel neem ik afscheid van een aantal zaken, die me hinderen op mijn heksenpad. Ik laat werkelijk heel wat achter me.

Wijs geworden door eerdere ervaringen realiseer ik me, dat ik wat ik verworven heb tijdens dit ritueel wel moet implementeren in mijn dagdagelijkse leventje.

Eindelijk maak ik dan een afspraak om EMDR te gaan doen op datgene wat me hindert op dit pad. Al die mensen, die ik los moet laten. Liefst in liefde. Als het eventjes kan.

Loyaliteit is een prachtige eigenschap, maar je kunt ook overdrijven. Om thuis te komen bij mezelf moet ik vooral thuis geven. Loyaal zijn aan mezelf. Om te beginnen. De rest volgt vanzelf.

 

Wonderhondje in de hondenhemel gunt zijn droevige Vrouwtje een nieuwe viervoetige vriend om haar gezelschap te houden. Plotseling komt er een pup op mijn pad. Toeval? Ys lijkt daar de poot in te hebben. Varkentje heeft nog steeds een flinke hondenteen in mijn mensenpap!

Vorige week ben ik op zoek naar puppy’s op internet. Onbewust bijna. Ik betrap mezelf er als het ware op. Ik verdiep me in zowel de Engelse Springer Spaniël als de Epagneul Breton ofwel Bretoense Spaniël. Dit omdat Ysbrandt een mix was van deze twee geweldige rassen.

Ik vind van alles, onder andere genetische ellende bij de Springers. Heupdysplasie, progressieve retina atrofie en ga zo maar door. Je kunt voor een habbekrats een pup kopen, maar daar zitten dan geen papieren bij. Je hebt geen idee wat je in huis haalt. Misschien wel een heleboel genetische ellende.

 

Een paar fokkers springen er uit. Eentje heeft pups, die op het punt staan het nest te verlaten. In een opwelling schrijf ik dinsdagavond een mail met de vraag of er nog beestjes te vergeven zijn. Zodra ik de mail heb verstuurd bedenk ik me dat dit waanzin is. Ja, er komt een nieuwe pup, ooit, maar laat ik eerst even bijkomen. Op vakantie gaan bijvoorbeeld….

Ik hoor niets meer terug op de mail en maak plannen om een midweek naar Buitenkunst te gaan. Ik heb al een paar afspraken omgezet, als ik donderdagavond plotseling toch een mailtje zie van de fokker. Ze hebben nog precies 1 reutje, zwart/wit. Lief dapper ventje, overgebleven omdat anderen teefjes wilden, of de bruin/witte variant.

Vlijmscherpe tandjes

Als ik de foto’s zie smelt ik. Hij is precies wat ik zoek! De volgende ochtend bel ik op om een afspraak te maken. Ik wil dit ventje bekijken.

De rest van die vrijdag ben ik bezig met het checken van de fokker, bellen met de Raad van Toezicht, de Nederlandse ‘Engelse Springer Spaniël  Club’ enzovoorts. Kennel van de Hazelberg blijkt een uitstekende naam te hebben. ‘Het zijn gezonde en hele goeie zachte hondjes, die daar vandaan komen. Ik heb ze regelmatig gezien op Springerdagen…..’ vertelt de dame van de Nederlandse Springer vereniging.

Eind van de middag lig ik op tafel bij de fysiotherapeut. Ze haalt me grondig uit de knoop. Hierna prop ik snel een maaltijd naar binnen. Gevolgd door een straffe bak koffie.

En zo rijd ik dan aan het begin van de avond naar het wonderschone Brabant. Een pak geld in mijn tas. Voor het geval dat. Het is bijna anderhalf uur rijden. Gelukkig is de weg zo goed als leeg.

Ik voel me kalm en vastberaden. Ja, er komt een up. En misschien wel deze. Het is razendsnel, dat wel. Maar Ysbrandt is het ermee eens. Sterker nog: Hij wil dit echt graag. Het is voor mijn trouwe kameraad veel gemakkelijker om me los te laten als hij weet dat er weer een hondje in mijn leven is. Niets zo ellendig voor een honden-engel als een treurend baasje.

‘Vier mijn leven met je nieuwe hondje, Vrouw. Loop waar wij liepen, doe wat wij deden, ik ben een engeltje op zijn schouder…..’ hoor ik hem als het ware zeggen.

Tegen achten ben ik ter plaatse. Een prachtige verbouwde boerderij in the middle of nowhere. Ik word hartelijk ontvangen. We gaan direct naar de pup kijken.

VikThor zit in een ren met een nest dashonden van vier weken oud. ‘Wel zo gezellig voor hem,’ lacht de man. Zodra ik het kereltje zie ben ik verkocht. Hij loopt zo parmantig door de tuin te rennen! Ook de ouders van de pup zijn aanwezig. Schitterende honden.

Ysbrandt als pup, precies even oud toen als zijn kleine ‘broertje’ nu……

Paps vlijt zich neer in het gras en laat zich uitgebreid aanhalen. Wat een schat! Ik zou hem zo inlijven! Het ziet er goed uit! Alle dingen waar je op moet letten als je een pup aanschaft zijn hier dik in orde.

‘Wil je een kop koffie?’ We gaan aan de tuintafel zitten. Ik heb een kleine pup op schoot. Goeiig laat hij zich aaien. Even later valt hij in slaap. Daar smelt Heks natuurlijk helemaal van, dat begrijp je.

De fokker vertelt me een heleboel dingen, waarvan ik helaas ook alweer één en ander vergeten ben. Gelukkig kan ik dat altijd navragen. We vullen een formulier in, waarbij de pup van eigenaar wisselt. De koop wordt gesloten.

Ik krijg een pakket voer, een prachtige stamboom en een stapeltje paperassen mee. Het blad van de Engelse Springervereniging zit ook in het pakket. De deal is rond!

‘Ik ga natuurlijk weer jachttraining doen met hem, net zoals met mijn vorige hond,’ vertel ik de man. Ik laat hem een foto zien van Ys. ‘Oh, wat een prachtige hond, maar een kruising Springer/Epagneul? Wat bezielt mensen toch? Dat zijn toch volstrekt tegengestelde karakters? De Epagneul in de verte en de Springer dicht naast je…..’

Goh, zo leer ik postuum nog van alles over mijn geliefde Varkentje! Hij had gewoon een enorme genetisch gedicteerde tegenstrijdigheid in zijn karakter….. Zijn naam was dus inderdaad zeer goed gekozen!

‘Ik ga maar eens terug rijden, het is al over negenen.’ Heks komt overeind. De fokker neemt de pup mee en zo lopen we naar de auto. De moeder van het jong verblikt of verbloost niet. Wat haar betreft zit haar taak er op. Ze heeft geen zin meer in hondjes met scherpe tandjes hangend aan haar tepels. Als VikThor het eerder die avond nog een keertje enthousiast probeert schudt ze hem geïrriteerd af.

Ik heb een kattentas meegenomen en daar past dit piepkleine diertje met gemak in. Enigszins overdonderd zit hij te kijken. Dan rijden we weg.

‘Piep, piep,’ hoor ik naast me. Heks maakt sussende geluidjes. Als ik de snelweg opdraai steek ik mijn hand in de mand. Het kleine hondje gaat er direct op liggen. Zo rijden we het hele stuk saampjes terug. Tegen het eind van de rit poept hij van de stress. Een verschrikkelijke stallucht vult de auto. Gelukkig zijn we bijna thuis.

Als ik de mand binnen zet zitten er direct vijf katten omheen. Met grote ogen bekijken ze het monstertje. VikThor geeft geen krimp. Hij is duidelijk de aanwezigheid van allerlei beesten gewend.

Die nacht heb ik een heel klein hondje in mijn armen. Hij piept en snikt een beetje, maar hij weet al wie de Vrouw is. En dat hij bij haar veilig is. Een paar keer ren ik met hem naar buiten. Dan moet hij eventjes een poepie doen.

Om een uurtje of 2 s’nachts sms’t Frogs dat hij is geland. Ik vertel hem over VikThor. Oh, wat gek voor mijn kikkervriend. Toen hij een paar weken geleden op vakantie ging leefde Ysbrandt nog. ‘Neem maar goed afscheid van hem,’ zei Heks. Ik had een vreemd voorgevoel. En nu woont er alweer een andere viervoetige vriend in Huize Heks!

Frogsie moet nog tot de volgende morgen wachten om ons nieuwe makkertje in zijn armen te sluiten. Tegelijkertijd is er geen Ysbrandt meer bij de voordeur. Geen ‘ogen op stokjes’. Geen klein opgewonden Varkentje superblij dat zijn suikeroom weer in het land is…….

Mijn kleine hondje VikThor verzacht de pijn enorm. Als ik met hem wandel danst Ysbrandt in zijn voetspoor achter ons aan. Als ik hem knuffel geniet mijn engel-hondje mee. Ysbrandt is blij dat zijn Vrouwtje weer een hondje heeft. Ik verdenk hem er zelfs van er de hand in te hebben gehad. Of beter gezegd de poot…..

Het is toch wonderbaarlijk dat er binnen een week weer zo’n heerlijk kereltje hier woont. Heks heeft sterk de indruk dat Ysbrandt hem voor me heeft uitgezocht……..