Uit de analen van Pleegzuster Bloedwijn: Bloed aan de paal! Echt niet normaal. Maar waar komt het vandaan? VikThor hinkepinkt verdacht achter me aan. Gewonde hond in Huize Heks.

Donderdagavond tegen elven kom ik thuis uit de bioscoop. Ik vlei me in mijn enorme leunstoel. Daar zit ik een uurtje amechtig bij te komen van hoegenaamd niets, maar dat is nu eenmaal de gang van zaken bij mensen met ME.

Dan schiet ik een jas aan en vis een riem van de kapstok. ‘Kom op Vikkeldebikkel. We gaan een wandeltje doen….’ Wat is dat beest extreem sloom vanavond. Hij is wel eventjes uit zijn luie stoel gekomen om me te begroeten, maar verder heb ik hem niet gehoord.

Normaal gesproken staat hij al lang voor mijn neus te stuiteren met een balletje. Maar vanavond dus niet. ‘Misschien is hij gewoon nog slaperig,’ denk ik bij mezelf, terwijl ik me omdraai. Waar blijft hij nou?

Hinkepinkend kom mijn varkentje de gang in gestrompeld. Heks’ mond zakt wagenwijd open. Wat krijgen we nu? Mijn schatje is gewond! En het moet verrekte zeer doen, want het is een ongelofelijke bikkel. Hij laat pas iets merken als het echt foute boel is!

Snel neem ik hem in de houdgreep en draai zijn rechterachterpoot naar het licht. Zet een bril op mijn neus. Zie bloed op mijn handen. Op de grond. Nauwelijks waarneembaar op die donkere houten vloer….. Hij bloedt als een rund!

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aanvankelijk kan ik nauwelijks een verwonding vinden. Hij vindt het niet lekker dat ik hem bepotel, maar laat het zich toch goeiig welgevallen. Dan piept hij een beetje en tot mijn schrik zie ik dat er een kussentje van zijn voetje helemaal los zit. Je kunt het openklappen als een pedaalemmer. Mijn maag draait om.

Oh, wat ziet dat er afschuwelijk uit. Het is intussen een uurtje of 1 ’s nachts. Een beetje laat voor de dierenarts. Bovendien heeft hechten al geen zin meer. Dat moet je binnen een paar uur na het oplopen van de verwonding doen.

Ik maak de wond provisorisch schoon en plak er een flinke pleister op. Met daaroverheen een paar plastic poepzakjes. Eerst maar even naar buiten. Het is smerig nat waterkoud druipweer. VikThor hinkepinkt door de steeg. Doet een plasje hier. Eentje daar. Kijkt eens achterom of we al naar huis gaan…..

Thuisgekomen stop ik zijn pijnlijke pootje in een bak lauwwarm water. Ik spoel de wond grondig uit en druppel er vervolgens een halve fles Betadine overheen. Nu is het zaak om het geheel goed in te pakken, zonder de bloedsomloop af te knellen. Ik heb allerlei verbandgaas tevoorschijn getoverd en zit lekker te knutselen.

‘Dat heb je helemaal niet gek gedaan,’ zegt de dierenarts de volgende ochtend. Ze scheert zorgvuldig de haartjes om het zooltje weg. Dan plakt ze met wondlijm de zool weer aan de voet. ‘Groot kans, dat het zooltje helemaal afsterft trouwens. Hechten heeft over het algemeen weinig zin op deze plek…..’

‘Laat het verband maar een paar dagen zitten,’ vervolgt ze als de poot helemaal is ingepakt. De volgende ochtend echter ligt het verband opeens op de grond. Ik pak de poot opnieuw in. ’s Middags tijdens een wandeling ligt het er opeens weer af. En het voetflapje zit weer los……….

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

En dan ben ik opeens spinnijdig. ‘Kolerehond, doe dan ook eens rustig,’ scheld ik op mijn grote vriend. Als een haas loop ik terug naar de auto met een geïmproviseerd verband om VikThor’s poot. Thuisgekomen was ik zijn voetje uitgebreid in een emmer met sodawater. Weer moet er een een wagonlading Betadine op de wond.

Maar waar zijn die verrekte verbandmiddelen? Waar is de bijenzalf? Waar is die Betadine? Waar zijn de stukken elastisch tape? Ik kan helemaal niets meer vinden. Ik kijk op alle relevante plekken, maar de hele set spulletjes is op miraculeuze wijze verdwenen.

Ik ga dus maar naar de drogist om nieuwe verbandgaasjes en Betadine te kopen. Er komt nog steeds stoom uit mijn oren. Op wie ben ik nu eigenlijk kwaad? Ja, raad eens, op wie denk je?

Op mezelf. Ik ben met enige regelmaat een ongelofelijke halve zool. En daar heeft die zool van mijn hondje onder te lijden. ‘Bescherm je hondje tegen zichzelf, loop hem aan de lijn voorlopig,’ raadt de Don me gisteravond nog aan. En dat was ik eventjes vergeten. Ik liet TrekThor een kort moment los en toen ging het mis…..

‘Ik ga steeds meer op een zeker iemand lijken,’ denk ik somber. Die persoon kon ongelofelijk zijn eigen frustratie op je botvieren. Als hij een slechte bui had, zocht hij geheid een object om die woede op te richten. En Heks was regelmatig de klos. Ik was bovendien een sublieme boksbal. Zwijgend keek ik hem recht aan terwijl hij uit zijn plaat stond te gaan. Olie op het vuur natuurlijk……

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Gelukkig scheld ik alleen maar. Iemand in elkaar rammen is mij vreemd. En ik maak het altijd goed,’ vergoelijk ik mijn boze bui achteraf. Ik zit lekker te knuffelen met mijn hondje. Zijn pootje zit weer keurig in het verband. Wat het gaat worden met dat flapje, geen idee. Maar de wond is in elk geval weer schoon……

Heks is gewoon doodmoe. Ik ben al twee dagen in touw als Pleegzuster Bloedwijn. En ik ben natuurlijk sowieso al moe zonder er iets voor te hoeven doen. En dan ben ik ook nog eens moe omdat ik meer doe. Leuke dingen weliswaar, maar er is dan minder van mijn toch al beperkte energie over.

Als ik moe word word ik bloedlink. Vermoeidheid haalt alle filters weg, dus er komen dan opeens schrikbarende ongefilterde teksten uit mijn heksenbek. Die blebberen dan maar zo’n beetje om me heen. Ik schrik er zelf ook van. Goddank heb ik geen publiek, maar evenzogoed schaam ik me achteraf dood.

Gelukkig is mijn hondje zeer vergevingsgezind. Hij legt zijn zachte snoet in mijn schoot en laat zich lekker achter zijn flappers kriebelen. Wat is het toch een schatje. Mijn ADHD hondje. Mijn grote kleine vriend.

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

De volgende ochtend pak ik zijn verkeerde pootje in. Mijn monster ligt zo te friemelen dat ik me in de poot vergis ergens halverwege de ingreep. Mijn armen zijn ook helemaal naar de kloten door het in bedwang houden van mijn ventje bij de dierenarts. Schouders uit de kom, rib uit de kom, spierpijn……..

VikThor is ook zo sterk. Afgelopen week trekt hij een twee keer zo grote Duitse Staande Langhaar over het grote veld in het Leidse Hout. ‘Vikkie, je bent aan het winnen,’ roepen de omstanders verbluft. En ja, het is zo. De reus legt het af tegen mijn kleine blafbeest. Het is geen gezicht. Iedereen schiet in de lach!

Dus kun je nagaan waar ik de afgelopen dagen mee te maken heb. Waar mijn arme armen mee te maken hebben gehad……

 

 

Koor als metafoor. Mijn koor is geweldig hoor! Horen met je oren wat je met hart en ziel zingt samen: Daar doe je het voor!

Vanavond trek ik een cowboypak aan. Althans, daar lijkt het op. Jasje, laarzen, hoed. Heks het staat je goed! Snel gooi ik wat eten in de pan. Ik heb koorrepetitie. We studeren de Matthäus Passion van Bach in, dus ik moet zorgen dat ik in topconditie ben!

Ik heb sowieso een goeie dag. Dat wil zeggen in mijn geval, dat ik aan iets meer toe kom dan aankleden en de hond uitlaten. Ik doe boodschappen, ruim op. Ik kook eten….. Helemaal niet gek.

‘Heks, wat zie je er weer uit! Geweldig! Je lijkt wel een….’ mijn zangmaatjes zoekt naar het woord. Ik schiet denkbeeldig in de lucht en slinger een lasso om haar heen. Dan glijd ik op de stoel naast haar. Om direct weer op te staan. we gaan inzingen.

Op de een of andere manier krijgt Wim de Ru ons daarmee altijd aan het lachen. Vooral bij een oefening om onze migddenrifspieren op te rekken. Onze kleine dirigent  staat dan op zijn podium, grijpt met zijn linkerhand zijn rechterribbenkast beet.

Hij zwaait zijn rechterhand voor zijn gezicht naar links, buigt tegelijkertijd voorover. Om dan met een enorme zwaai omhoog te komen. ‘Hop’ roept hij. Iedereen schiet in de lach. Dan doen we hem na. Nu veert onze rechterarm boven ons hoofd. De linkerhand rust nog steeds op de ribben. Je voelt de rek ter plekke.

We komen omhoog. ‘Houdt je hand nog even op die plek. Voel hoe warm het wordt daar.’

Als ook de andere kant aan de beurt is geweest doet ons middenrif helemaal mee. Nu gaan we glijtonen produceren. Een kakofonie aan geluiden vult de ruimte. We giebelen. Het klinkt zo grappig. Heks zingt stiekem boventonen. M’n maatje voor me staat verbaasd te luisteren. Met oren in haar achterhoofd.

In de pauze kwetteren we er lustig op los. Ik zit altijd met een clubje oudere dames te geiten. Ik vind ze geweldig, ze zitten al een eeuwigheid op dit koor. Ja, ik weet dat er vreselijke mensen zijn in de wereld en ik schrijf er vaak over tegenwoordig, maar er zijn ook zulke schatten te ontdekken. Op mijn koor bijvoorbeeld.

Eén zo’n juweeltje zing dit jaar al voor de 55e keer in de Matthäus mee. Zo lang zit ze al op dit koor! Een ander komt maar tot 44 keer, nou ja, maar…. Heks zingt al weer voor de tweede keer mee. En dat is goed te merken. Het stuk zit er aardig in.

‘Ach,’ zegt de vrouw van de 44 keer, ‘Ik vind het wel prettig om de partituur vast te houden, maar ik kijk er eigenlijk niet meer in……

Heks kijkt wel. Dit jaar zingen de alten van koor twee stukken mee, die vorig jaar door een derde koor werden gezongen. Dus er zijn toch wat passages, die ik vanavond voor het eerst zie….

Aan het eind oefenen we het spreekkoor ‘Was gehet uns das an? Da siehe du zu!‘ Een supermoeilijk onderdeel vol listige lastige syncopen. Vorig jaar rammelde dat nog een beetje bij mij. Vanavond echter krijg ik de swing helemaal te pakken. Fanatiek knal ik mijn partij eruit samen met mijn medealten.

Als we tenslotte met het gehele koor dit gedeelte doorzingen krijg ik kippenvel. Door alle syncopen krijgt de muziek zo’n heftige emotie. Het schuurt en schurkt. Prachtig!

Ik wil leven met de mensheid zoals ik met dit koor ben, bedenk ik me op de terugweg naar huis. Al die individuen. Met sommigen ben je bevriend, anderen staan verder van je af. Heel soms raak je slaags met een paar sopranen……

Is me gebeurd, vorig jaar tijdens de Matthäus. Vanwege mijn muziekstandaard. Daar stoorden zij zich aan. Even later waren we weer aan het zingen! Want samen vormen we een koor. We zingen als uit één keel, met al die partijen en stemmen.

Vanavond zongen we ook nog voor de dirigent. Hij is morgen jarig.