Lente hangt in de lucht! Ergens! Maar waar? VikThor ruikt em al. Verwoed snuffelend gaat hij op zoek. Heks loopt door haar geliefde duinen. Dit magische landschap vol godjes en elfjes. In elke duinpan borrelt een nieuw wonder!

Deze boom kan je de mooiste verhalen vertellen……

Oh wat is het koud en guur. Heks loopt dagelijks in de natuur te tureluren, vergezeld door haar viervoetige vriend. Of vergezel ik hem? Momenteel is het inderdaad zo, dat ik voor mijn monster naar buiten ga. Zelf blijf ik liever binnen. Waar het warm is en droog. Buiten het bereik van de gesel van hagelbuien en woeste windvlagen. Ja, maart roert haar staart.

VikThor denkt hier allemaal inderdaad heel anders over. Hij maalt niet om een beetje kou en nattigheid. Uitgelaten rent hij naast de fiets, zodra we dan eindelijk eens op stap zijn. Binnen vijf minuten is zijn buik zo zwart als een tor. Het kan hem niet schelen. Enthousiast springt hij in de eerste beste sloot op onze route: ‘Even lekker zwemmen. Oh, wat heb ik het warm!’

Ysbrandt in zijn gloriejaren!

Heks met haar pijnlijf kan steeds slechter tegen kou. Ik hou zielsveel van de winter, maar mijn fysiek denkt er anders over tegenwoordig. Toch dwing ik mezelf om de deur uit te gaan. Veel kleren aan. Een schop onder mijn kont.  Het moet, het moet.

Eenmaal buiten valt het vaak mee. Behalve deze week. Als ik de deur uit stap voel ik de eerste druppels alweer om mijn oren slaan. Zodra ik in een parkje arriveer begint het geheid te plenzen van de regen.

Vrijdagmiddag is het dan eindelijk eens eventjes droog. ‘Wat zullen we eens gaan doen?’ klets ik tegen mijn hondje, ‘Zullen we eens eventjes naar Ysbrandts meertje gaan?’

Samenwerking tussen diverse dimensies is bepaald geen uitzondering in heksenland.

Het is de laatste dag dat we de duinen in mogen met een loslopende hond. Ik check het nog eventjes voor de zekerheid online. ‘Tussen Wassenaar en Katwijk ligt hondenlosloopgebied Berkheide. Tussen 15 augustus en 15 maart mogen honden bijna overal loslopen, mits ze onder appel staan en op de paden blijven.’ staat er. Mooi zo. Het mag nog deze dag.

Heks moet hartelijk lachen om de tekst. Mits ze op de paden blijven. Hihi. Nog nooit een loslopende hond gezien, die zich daaraan hield. De meesten staan ook nog eens niet of nauwelijks onder appel. Want stronteigenwijze genen. Of straathond geweest. Of een slappehap baas. Niet zelden zijn mensen aangenaam verrast door mijn gehoorzaam geboren hondje. Zoiets hebben ze nog nooit gezien!

Als ik de stad uit rijd klaart het lekker op. Aan de horizon ontstaat een strook blauwe lucht, maar het asfalt glimt nog van recente regen. Ik parkeer op de Cantinaweg, pal tegen het duin. Ik ben de enige, maar terwijl ik mijn spulletjes pak stopt er nog een auto. Een Spaanse windhond met baas gaan ook nog eventjes de duinen onveilig maken.

Narrig kijkt de baas me aan. Ik moet het vooral niet in mijn hoofd halen om haar te groeten. Of erger nog: Een praatje aan te knopen! ‘Ik bijt je kop er af!’ seinen haar boze ogen. Ze komt ongetwijfeld uitwaaien en haar gedachten op een rijtje zetten. Misschien heeft ze wel een verontrustende brief gekregen, waar ze mee zit te worstelen. Wie zal het zeggen? Ik laat het arme mens met rust. Uiteraard.

‘Je moet je hond aanlijnen,’ een opgewekte man komt net het duin uit met een roedeltje keurig aangelijnde monsters, ‘Kijk, ze hebben dat bord gisteren neergezet.’ Hij wijst op een splinternieuw bordje, waarop inderdaad staat dat je vanaf vandaag het duin niet meer in mag. Meuh.

Net leren kennen, echt een schat!

‘Online mag het nog wel. Ik heb het net nog nagekeken. Ik heb wel eens eerder met dit bijltje gehakt. Op de oude bordjes stond het weer net even anders. Nou ja. Ik ga lekker een rondje om en als ik een bon krijg laat ik het voorkomen….’ bluf ik opgewekt tegen de man. Er is geen sterveling te bekennen op de route, die ik loop. Laat staan een boswachter.

Bij Ysbrandts meertje strijken we eventjes neer. VikThor zwemt achter een balletje en Heks zit op Ys’ boom. Een grote omgevallen berk. Horizontaal groeit de reus al jaren vrolijk verder. Op die manier is er een natuurlijke bank gevormd. ‘Het water staat erg hoog. En er is heel veel struikgewas verwijderd,’ inventariseer ik de stand van zaken rondom dit magische vennetje.

Komende zondag gaan we werken met landgoden en landenergie bij de Sjamanistische Jaaropleiding. De magische krachten verbonden met dit soort bijzondere plekken. Heks heeft er zoveel zin in.

Oude vriend in het Leidse Hout

Maar je hoeft echt niet speciaal naar afgelegen meertjes om dit soort energieën te ervaren. Bij mij in de straat woont een pleingodje. Elke avond zie ik hem zitten in zijn boom. Op een grote dwarstak. Vroeger zat hij op een andere tak, met beter zicht, maar die is door de gemeente gesnoeid in verband met het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. Kwaad dat ‘ie was!

Als ik een kat kwijt ben prik ik een brief op zijn boom. ‘Wil je een beetje rondkijken voor me? Het is dat zwarte mormel weer.’ Ook rondom de Bengaal doe ik een beroep op hem. Ik groet hem altijd, behalve als ik half slapend de hond uitlaat. Midden in de nacht. Dan vergeet ik het wel eens…….

Hij vindt het leuk om op mijn nek te springen, maar dat wil ik niet. Dus zorg ik altijd een hoedje op te hebben. Dat scheelt enorm!

Onzin? Grote fantasie? Geen idee. Ik weet het niet. Ik weet alleen, dat het voor mij zo is.

Ik heb vrienden onder de bomen. Ik voer soms een gesprek met een bloem. Ik herinner me een boeiende conversatie met een Amaryllis. Vanuit een kerstuk sprak ze me plotsklaps toe. Geen lullig gesprek ook nog. Nee, pittige materie! Aanschouwelijk onderwijs zou je het kunnen noemen: De bloem legde haar eigen structuur als het ware uit! Heilige Geometrie is niet voor watjes.

Orbs verlaten het pand!

Andere dimensies zijn dichterbij dan je denkt. In je en om je heen.

Heks is altijd verbaasd over de sprookjes, waar de godganse mensheid moeiteloos in gelooft. Dat geld gelukkig maakt bijvoorbeeld. En dat je vrienden hebt als je wint.

Mijn magische plekje in de duinen is vandaag geheel aan zichzelf teruggegeven. Geen wandelaars buiten Heks en Vik. Met een zucht neem ik afscheid. Voorlopig komen we hier niet terug. Pas half augustus mogen de honden weer los…..

We lopen een grote ronde via de Friese Wei met op de achtergrond de Soefitempel. Ook al zo’n heerlijke plek. VikThor gaat helemaal uit zijn dak. Overal konijnenkeutels, vossensporen en een incidentele vleug ree. Met enorme slagen verkent hij het terrein. Snuffelt zich een slag in de rondte. Dronken van de eerste lentegeuren.

Op de terugweg komen we een vrouw tegen in een scootmobiel. Drie hondjes keurig aan de lijn naast haar. Chagrijnig snauwt ze me toe, dat de hond moeten worden aangelijnd. Opnieuw antwoord ik, dat het volgens mijn pas vanaf morgen geldt.

Dat bevalt haar helemaal niks, dat ik dat beweer. Nijdig laat ze me weten, dat ik het dan maar zelf moet weten! Met stoom uit haar oren tornt ze verder tegen de wind op. Wat een hoop kwaaie mensen op mijn pad vandaag!

Ik gooi een balletje voor Vik het laatste stuk. Sinds de cortisonenprik behoort dit weer tot de mogelijkheden. In feite is mijn blafbeest nu aangelijnd. Hij zit aan me vast middels de bal!

Mijn vriend Uil!

Wat houd ik toch van de duinen. Vooral op dagen als vandaag. Wanneer het miezerige weer de meeste mensen weg houdt. Al die schakeringen in vergrijsde winterkleuren. De stilte…….

Op weg naar huis raak ik overmoedig. Ik besluit mijn auto te wassen. Ook iets, waarvoor je je armen nodig hebt. Ik rijd alweer geruime tijd in een absolute toddebak. Niet veel later ben ik mijn kanariepet grondig aan het uitmesten.

Misschien heb ik het te gek gemaakt. Eenmaal thuis ben ik te moe om te eten. Ik bel een uurtje met de Don en val vervolgens in slaap. Pas om half 1 ’s nachts ben ik voldoende bijgetrokken om dat laatste programmaonderdeel af te werken.

En dan is het alweer tijd voor de allerlaatste hondenronde hier door de wijk!

‘Hallo Heks met je gekke hoedje,’ lispelt de pleingod. Zondag ga ik meer leren over de omgang met deze energieën. Dus als je binnenkort een altaar onder een boom hier in de straat ziet staan, dan weet je: Komt vast bij Heks vandaan…….

Plumvillage: Een landschap vol magie!

 

Gewoontepatronen laten zich niet gemakkelijk doorbreken. Je kunt ze maar beter vervangen door iets nieuws. Heks worstelt met haar neiging elke keer in dezelfde groef terecht te komen. Misschien is het tijd voor een nieuwe bezem: Die vegen tenminste schoon!

Sinds ik terug ben van mijn retraite is het zaak om niet direct in mijn oude patronen te vervallen. ‘Gewoonte energie’ noemen ze dat in Bhoeddhistische kringen. We hebben er allemaal last van: Je wilt wel anders, beter leven, maar je zit vast in je groef. Van je groef in je graf als je niet uitkijkt. Bewust zijn, jezelf her inneren: Het is een hele klus.

Toch zit em hier wel de kneep.

Ik ga het klooster in met een brandende vraag. Hoe kun je het nog hebben over de fundamentele goedheid van de mens als je met narcisten en psychopaten te maken hebt? Dit kwaadaardige volkje dat alleen om zichzelf geeft en verder louter neemt. Deze liegende en bedriegende medemensen. De wolven in schaapskleren. Die machtswellustige en seksueel gefrustreerde egoïsten……

Waar blijf je met al je goede bedoelingen oog in oog met deze onmenselijke persoonlijkheidsstoornis?

Ik krijg er geen antwoord op. De meeste mensen hebben geen idee wat narcisten nu eigenlijk voor’n wezenloze wezens zijn. Net als ik een tijdje geleden. De neiging bestaat om compassie te hebben met deze meedogenloze agressors. Ik ken die neiging.

Dan hoor ik tijdens een Dharmatalk door een sprankelende non opeens het verlossende woord. Haar verhaal gaat niet over narcisten, noch over psychopaten. Hier in Plumvillage zijn alle mensen gewoon medemensen.

‘Soms zie je iemand lijden, maar ze willen het niet toegeven. Of je ziet iemand, die heel boos is, maar ze beweren van niet. Sterker nog: Ze zeggen rustig dat jij boos bent en dat jij lijdt. Maar ook voor hen geldt: Zolang je niet toegeeft dat je lijdt verandert er niets. Je zit er in vast. Je kunt overigens zowel in lijden als geluk blijven steken….’

‘Wees geen slachtoffer,’ zegt Thay altijd. Hij is er zelf het levende voorbeeld van. Zelfs in zijn huidige positie, na het herseninfarct. ‘Wie weet hoe hij moet lijden kan er zijn voordeel mee doen. No mud, no lotus.’

In de loop van de retraite verdwijnt de noodzaak om een antwoord te krijgen op mijn vraag. Ik ben stomweg helemaal niet meer bezig met het thema narcisme. Evenmin denk ik aan de narcisten in mijn leven. Het is me om het even. Leven en laten leven. Ze zoeken het maar uit. Zolang zijzelf hun lijden niet erkennen is er weinig aan te doen. En als er iemand al iets aan moet doen dan zijn ze het toch echt zelf……

Wel dringt het tot me door dat ik beter voor mezelf moet zorgen. Ik neem iedereen in bescherming behalve mezelf. Ik spring voor Jan en Alleman in de bres, maar mezelf laat ik creperen. Ik stel niet of nauwelijks grenzen en die worden dan nog met voeten getreden en zwaar overschreden. En dat vergeef ik dan weer grif.

Ook moet ik ophouden met alleen maar te luisteren naar anderen. Ik mag zelf ook delen wat er in me omgaat. Zeker bij vrienden! Na mijn relatiebreuk is het me met enige regelmaat gebeurd dat mensen waar ik altijd eindeloos naar zit te luisteren me na een paar weken de mond snoerden. Of ik kon ophouden met die verhalen, ze wisten het nu wel!

Thuisgekomen zit ik elke dag op mijn kussentje te mediteren. In de stilte luister ik naar mezelf. Ik ben mijn eigen soulmate. Daarnaast zie ik maar weinig mensen en dat voelt prima. Ik ben op zoek naar nieuwe patronen en daar horen nieuwe gewoontes en nieuw gedrag bij. Maar o jee, ik schiet als ik niet uitkijk zo weer in mijn oude groef.

Het leven test me door iemand op mijn pad te sturen, die een zwaar beroep op me doet. Soms kun je er gewoon met je petje niet bij hoe onrechtvaardig mensen door hun dierbaren behandeld worden. Als dan ook de omgeving een duit in het zakje doet en de maatschappij er nog een schepje bovenop doet en het rechtssysteem faalt……

Heks voelt natuurlijk compassie opwellen in haar hart en voor ik het weet spring ik in de bres. Ik luister, schrijf brieven, help uit de brand, bid en brand kaarsjes. Niks mis mee.

Toch moet ik ook in deze situatie heel goed mijn grenzen bewaken, want als ik niet uitkijk vreet het me op. Ik realiseer me dat ik in een mij zeer bekend patroon ben beland:

Een wildvreemde of vage bekende zit zwaar in de shit en staat bij me op de stoep. Ik bied de helpende hand en een luisterend oor. Een scheve ‘vriendschap’ ontstaat, waarbij ik luister en geef. Dit gaat geruime tijd goed. Dan verandert er iets: De andere partij haalt me onderuit, gaat op mijn nek zitten of probeert me de les lezen. Ellendig einde verhaal.

Vorige week in de kerk zette iemand nog op die manier haar nagels in me! Ook die dame heeft regelmatig haar hart bij me gelucht toen ze in de problemen zat bedacht ik me later. Ik ben daar uiterst discreet mee omgegaan natuurlijk, maar toch vindt ze het nodig me op mijn nummer te zetten! MEUH!

Kort samengevat: Eerst zet iemand je op een voetstuk, omdat ie je nodig heeft. Dan beland je in een zogenaamde vriendschap die mank gaat. En tot slot stampt zo’n medemens je dan de grond in, omdat je tegenvalt in het gebruik.  Een simpele formule op zich. Dat wel.

Tijdens de retraite lukt het me prima om mijn grenzen te bewaken.  Tevens luisteren mijn sangha-familieleden ook naar hetgeen ik te vertellen hebt en wat mij bezig houdt of pijn doet tijdens de dharmadiscussies. In deze veilige omgeving oefen ik verwoed op het mezelf handhaven tussen mijn medemensen. En het lukt!

Thuisgekomen is dat een ander  verhaal. In mijn gewone dagdagelijkse omgeving wankelt mijn besluit om mijn ruimte in te nemen. Het is ontzettend moeilijk om zaken anders aan te pakken. Grenzen trekken is niet echt mijn ding. Ook kost het me moeite om niet aardig te zijn. Ik ben een hopeloze pleaser… Ik geef al iets weg voordat ik er over heb nagedacht. En elke keer doe ik het weer.

Daarom zit ik nu stil op mijn kussen te ademen voordat ik iets doe of toezeg. Ik trek wel een grens, doe soms de deur niet open. Ik leg niet uit waarom en hoe, maar bescherm mezelf tegen mensen die me leegtrekken. Er is namelijk een groot verschil tussen energie geven en leeggetrokken worden. In het eerste geval komt het uit de ‘Oneindige Bron’. Dat gebeurt als ik mensen instraal bijvoorbeeld. Dat is heerlijk, ook voor mezelf.

Helaas pluggen er regelmatig mensen stiekem in. Ze verorberen mijn persoonlijke energie, zoals een vampier het bloed van zijn gastheer… En ik heb al zo weinig energie: Ik wil het nu wel eens voor mezelf gebruiken. Al was het alleen maar om mijn huis op te ruimen! Maar ook tekenen en schilderen, lezen en muziek maken schieten er al jaren bij in.

‘You have to take care of yourself before you can take care of others,’ zegt televisiegoeroe Phil op de achtergrond van mijn geschrijf tegen de dochters van een ontaarde alcoholiste. Zij houden van hun moeder, maar diens hersenen zijn zo vergiftigd door drank en pillen, dat ze die liefde op een bizarre manier retourneert. Ik zie ongelofelijke voorbeelden voorbij komen. Tenenkrommend. Wat een keihard wijf!

Phil vervolgt ‘Als jouw moeder ontkent dat jij bent misbruikt door haar partner en de relatie met die man gewoon nog 12 jaar doorzet: Stop er geen energie meer in. Jij moet nu echt voor jezelf gaan zorgen. Je bent ernstig getraumatiseerd en jouw moeder ontkent dat. Erken het in elk geval zelf en zorg voor dat geschonden kind in je, zodat je kunt helen. Eerder kun je niets voor wie dan ook betekenen!’

Wat zegt Thich Nhat Hanh ook alweer? ‘We rennen vaak zonder erbij na te denken achter de brandstichters aan, als ons huis in de fik vliegt.’ Je hebt er niets aan. Het is ook gewoonte-energie. En ook ‘Als je niet thuis bent bij jezelf kan iedereen met het grootste gemak inbreken en de boel leeghalen‘.

Ik ben bezig om voor mijn eigen woning te zorgen, mijn ruimte te beschermen. Ik hoop daar een goede gewoonte van te maken…..