Oh wat is het koud en guur. Heks loopt dagelijks in de natuur te tureluren, vergezeld door haar viervoetige vriend. Of vergezel ik hem? Momenteel is het inderdaad zo, dat ik voor mijn monster naar buiten ga. Zelf blijf ik liever binnen. Waar het warm is en droog. Buiten het bereik van de gesel van hagelbuien en woeste windvlagen. Ja, maart roert haar staart.
VikThor denkt hier allemaal inderdaad heel anders over. Hij maalt niet om een beetje kou en nattigheid. Uitgelaten rent hij naast de fiets, zodra we dan eindelijk eens op stap zijn. Binnen vijf minuten is zijn buik zo zwart als een tor. Het kan hem niet schelen. Enthousiast springt hij in de eerste beste sloot op onze route: ‘Even lekker zwemmen. Oh, wat heb ik het warm!’
Heks met haar pijnlijf kan steeds slechter tegen kou. Ik hou zielsveel van de winter, maar mijn fysiek denkt er anders over tegenwoordig. Toch dwing ik mezelf om de deur uit te gaan. Veel kleren aan. Een schop onder mijn kont. Het moet, het moet.
Eenmaal buiten valt het vaak mee. Behalve deze week. Als ik de deur uit stap voel ik de eerste druppels alweer om mijn oren slaan. Zodra ik in een parkje arriveer begint het geheid te plenzen van de regen.
Vrijdagmiddag is het dan eindelijk eens eventjes droog. ‘Wat zullen we eens gaan doen?’ klets ik tegen mijn hondje, ‘Zullen we eens eventjes naar Ysbrandts meertje gaan?’
Het is de laatste dag dat we de duinen in mogen met een loslopende hond. Ik check het nog eventjes voor de zekerheid online. ‘Tussen Wassenaar en Katwijk ligt hondenlosloopgebied Berkheide. Tussen 15 augustus en 15 maart mogen honden bijna overal loslopen, mits ze onder appel staan en op de paden blijven.’ staat er. Mooi zo. Het mag nog deze dag.
Heks moet hartelijk lachen om de tekst. Mits ze op de paden blijven. Hihi. Nog nooit een loslopende hond gezien, die zich daaraan hield. De meesten staan ook nog eens niet of nauwelijks onder appel. Want stronteigenwijze genen. Of straathond geweest. Of een slappehap baas. Niet zelden zijn mensen aangenaam verrast door mijn gehoorzaam geboren hondje. Zoiets hebben ze nog nooit gezien!
Als ik de stad uit rijd klaart het lekker op. Aan de horizon ontstaat een strook blauwe lucht, maar het asfalt glimt nog van recente regen. Ik parkeer op de Cantinaweg, pal tegen het duin. Ik ben de enige, maar terwijl ik mijn spulletjes pak stopt er nog een auto. Een Spaanse windhond met baas gaan ook nog eventjes de duinen onveilig maken.
Narrig kijkt de baas me aan. Ik moet het vooral niet in mijn hoofd halen om haar te groeten. Of erger nog: Een praatje aan te knopen! ‘Ik bijt je kop er af!’ seinen haar boze ogen. Ze komt ongetwijfeld uitwaaien en haar gedachten op een rijtje zetten. Misschien heeft ze wel een verontrustende brief gekregen, waar ze mee zit te worstelen. Wie zal het zeggen? Ik laat het arme mens met rust. Uiteraard.
‘Je moet je hond aanlijnen,’ een opgewekte man komt net het duin uit met een roedeltje keurig aangelijnde monsters, ‘Kijk, ze hebben dat bord gisteren neergezet.’ Hij wijst op een splinternieuw bordje, waarop inderdaad staat dat je vanaf vandaag het duin niet meer in mag. Meuh.
‘Online mag het nog wel. Ik heb het net nog nagekeken. Ik heb wel eens eerder met dit bijltje gehakt. Op de oude bordjes stond het weer net even anders. Nou ja. Ik ga lekker een rondje om en als ik een bon krijg laat ik het voorkomen….’ bluf ik opgewekt tegen de man. Er is geen sterveling te bekennen op de route, die ik loop. Laat staan een boswachter.
Bij Ysbrandts meertje strijken we eventjes neer. VikThor zwemt achter een balletje en Heks zit op Ys’ boom. Een grote omgevallen berk. Horizontaal groeit de reus al jaren vrolijk verder. Op die manier is er een natuurlijke bank gevormd. ‘Het water staat erg hoog. En er is heel veel struikgewas verwijderd,’ inventariseer ik de stand van zaken rondom dit magische vennetje.
Komende zondag gaan we werken met landgoden en landenergie bij de Sjamanistische Jaaropleiding. De magische krachten verbonden met dit soort bijzondere plekken. Heks heeft er zoveel zin in.
Maar je hoeft echt niet speciaal naar afgelegen meertjes om dit soort energieën te ervaren. Bij mij in de straat woont een pleingodje. Elke avond zie ik hem zitten in zijn boom. Op een grote dwarstak. Vroeger zat hij op een andere tak, met beter zicht, maar die is door de gemeente gesnoeid in verband met het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. Kwaad dat ‘ie was!
Als ik een kat kwijt ben prik ik een brief op zijn boom. ‘Wil je een beetje rondkijken voor me? Het is dat zwarte mormel weer.’ Ook rondom de Bengaal doe ik een beroep op hem. Ik groet hem altijd, behalve als ik half slapend de hond uitlaat. Midden in de nacht. Dan vergeet ik het wel eens…….
Hij vindt het leuk om op mijn nek te springen, maar dat wil ik niet. Dus zorg ik altijd een hoedje op te hebben. Dat scheelt enorm!
Onzin? Grote fantasie? Geen idee. Ik weet het niet. Ik weet alleen, dat het voor mij zo is.
Ik heb vrienden onder de bomen. Ik voer soms een gesprek met een bloem. Ik herinner me een boeiende conversatie met een Amaryllis. Vanuit een kerstuk sprak ze me plotsklaps toe. Geen lullig gesprek ook nog. Nee, pittige materie! Aanschouwelijk onderwijs zou je het kunnen noemen: De bloem legde haar eigen structuur als het ware uit! Heilige Geometrie is niet voor watjes.
Andere dimensies zijn dichterbij dan je denkt. In je en om je heen.
Heks is altijd verbaasd over de sprookjes, waar de godganse mensheid moeiteloos in gelooft. Dat geld gelukkig maakt bijvoorbeeld. En dat je vrienden hebt als je wint.
Mijn magische plekje in de duinen is vandaag geheel aan zichzelf teruggegeven. Geen wandelaars buiten Heks en Vik. Met een zucht neem ik afscheid. Voorlopig komen we hier niet terug. Pas half augustus mogen de honden weer los…..
We lopen een grote ronde via de Friese Wei met op de achtergrond de Soefitempel. Ook al zo’n heerlijke plek. VikThor gaat helemaal uit zijn dak. Overal konijnenkeutels, vossensporen en een incidentele vleug ree. Met enorme slagen verkent hij het terrein. Snuffelt zich een slag in de rondte. Dronken van de eerste lentegeuren.
Op de terugweg komen we een vrouw tegen in een scootmobiel. Drie hondjes keurig aan de lijn naast haar. Chagrijnig snauwt ze me toe, dat de hond moeten worden aangelijnd. Opnieuw antwoord ik, dat het volgens mijn pas vanaf morgen geldt.
Dat bevalt haar helemaal niks, dat ik dat beweer. Nijdig laat ze me weten, dat ik het dan maar zelf moet weten! Met stoom uit haar oren tornt ze verder tegen de wind op. Wat een hoop kwaaie mensen op mijn pad vandaag!
Ik gooi een balletje voor Vik het laatste stuk. Sinds de cortisonenprik behoort dit weer tot de mogelijkheden. In feite is mijn blafbeest nu aangelijnd. Hij zit aan me vast middels de bal!
Wat houd ik toch van de duinen. Vooral op dagen als vandaag. Wanneer het miezerige weer de meeste mensen weg houdt. Al die schakeringen in vergrijsde winterkleuren. De stilte…….
Op weg naar huis raak ik overmoedig. Ik besluit mijn auto te wassen. Ook iets, waarvoor je je armen nodig hebt. Ik rijd alweer geruime tijd in een absolute toddebak. Niet veel later ben ik mijn kanariepet grondig aan het uitmesten.
Misschien heb ik het te gek gemaakt. Eenmaal thuis ben ik te moe om te eten. Ik bel een uurtje met de Don en val vervolgens in slaap. Pas om half 1 ’s nachts ben ik voldoende bijgetrokken om dat laatste programmaonderdeel af te werken.
En dan is het alweer tijd voor de allerlaatste hondenronde hier door de wijk!
‘Hallo Heks met je gekke hoedje,’ lispelt de pleingod. Zondag ga ik meer leren over de omgang met deze energieën. Dus als je binnenkort een altaar onder een boom hier in de straat ziet staan, dan weet je: Komt vast bij Heks vandaan…….
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.