Vorstelijk uitstapje vol zoete traktaties en weidse vergezichten: Welkome afwisseling van verwoed navelstaren……

We zoeken elkaar regelmatig op

Ik ben nog geen week in het klooster als ik met een lid van mijn internationale familie op stap ga. Een pittige tante uit Missisippi met een heerlijk recalcitrant karakter. Heks gaat een paar boodschappen halen in een ‘Winkel Walhalla’: Een berg supermarchés op een kluitje. Ook wil ik een blogje posten. Eén van de weinige, die ik produceer tijdens mijn reis.

Het is het uitje waarbij een vogel zich doodvliegt tegen mijn auto. Dit werpt natuurlijk een smet op de gezellige middag…..

Daar staat mijn kanariepiet

Mijn nieuwe vriendin trekt regelmatig met me op. Er is sprake van grote sympathie tussen ons. ‘Heks, toen jij die eerste dag binnenkwam met je cowboylaarzen en hoed, dacht ik meteen: “Met die dame kan ik het vast goed vinden!” En kijk eens: Ik had gelijk!’ Tevreden grijnst ze me toe.

Helaas krijgt mijn maatje het na de eerste tien dagen moeilijk. Zo’n retraite duurt best lang. Er zijn dagen dat je helemaal tureluurs wordt van al dat navelstaren. Er komen allerlei emoties los waar je ook niet op zit te wachten, vaak ben je jarenlang druk bezig geweest om die ellende juist te onderdrukken!

Halverwege de rit gaan er bovendien ook nog eens een heleboel mensen naar huis. Er komen weer nieuwe deelnemers bij. Ook onze familie wordt getroffen door dat fenomeen: Een aantal leden zijn opeens weg en er komen wildvreemde mensen voor in de plaats.

Vroeger was dit niet zo, dan bleef iedereen gewoon de volle drie weken. Op een enkele uitzondering na. De opgebouwde energie bleef zodoende intact. Heel belangrijk in groepsprocessen!

Heks heeft minder last van het gebeuren, want ik heb me volledig ingesteld op het feit dat alles altijd weer anders is. Niets is blijvend. Zelfs niet in een klooster. Toch vindt ook Heks het jammer dat zovelen naar huis gaan. Van sommige mensen heb ik niet eens afscheid genomen!

Mijn maatje echter krijgt het echt te zwaar. Zozeer zelfs dat ze een tripje naar Amsterdam plant. Onbezonnen bestelt ze een ticket om vanuit Bordeaux een weekendje heen en weer te vliegen. ‘Kun je me zaterdag naar het station brengen?’ vraagt ze plotseling.

Daar ga ik natuurlijk niet aan meewerken. ‘Vraag maar aan een zuster,’ adviseer ik haar vriendelijk. Ik heb een beter idee: Het is tijd voor een kleine roadtrip met mijn nieuwe vriendinnetje. Uit ervaring weet ik dat je daar geweldig van kunt opknappen.

We besluiten em te smeren als we les hebben in een ander klooster. Na de dharmatalk gaan we ervan tussen in mijn kanariepiet. ‘Oh, wat heerlijk,’ hoor ik naast me een heel blij meisje verzuchten, ‘Ik ben nog geen seconde alleen van het terrein afgeweest, behalve die keer dat we boodschappen gingen doen…..’

Vlak bij het klooster is een klein slaperig plaatsje op een berg. Heks kent het wel. Ik heb er ooit schoenen gekocht met mijn vriendin de non. Schoenen met bloemen. Rare schoenen. Geen exemplaren die je denkt aan te treffen in zo’n suf provinciestadje van niks.

Ik sleep mijn vriendin mee naar dit schoenenparadijs. Stomverbaasd wurmt ze zich door deze volgestouwde winkel van Sinkel. Naast schoeisel verkopen ze ook speelgoed en vishengels. We passen enthousiast een aantal bizarre modellen en natuurlijk vind ik weer een perfect fijn fleurig schoenenpaar.

We halen fruit en andere boodschappen, treuzelen een tijdje in een brocante. Jeetje, wat verkopen ze in Frankrijk toch een prachtige oude spulletjes voor bijna niks. Ik scoor een prachtige koperen kaarsenstandaard vol krullen en bloemen.

Een absolute bezienswaardigheid in Duras is het kasteel. Prominent ligt het aan de rand van de stad, uitkijkend over een enorm dal. We besluiten het te bezoeken. Bij een lieve werkstudente kopen we een toegangsbewijs en een koptelefoon met rondleiding. Op ons gemak slenteren we het hele kasteel rond, van de kelder tot het dak. Daar aanbeland krijgen we als bonus een oogverblindend uitzicht! Een verpletterend panorama. Ademloos laten we het landschap op ons inwerken.

Verder hebben we veel lol samen. Zo’n kasteel spreekt natuurlijk tot de verbeelding. We stellen ons van alles voor, daarin gestimuleerd door de rare verhalen uit onze koptelefoon. Mijn god, wat een idioten hebben hier gewoond. Zoals altijd verbaast Heks zich weer over extreme decadentie en misbruik van macht. De wereld staat er bol van. Nu, vroeger en naar ik vrees ook de toekomst.

Amerika heeft een uitstekend voorbeeld van dit verschijnsel in de race voor de functie van president. De dubieuze Troefkaart van de republikeinen. (Trump betekent troef. Wat mij betreft betekent het Snoef…..)  Een narcist als presidentskandidaat. Idioterie ten top natuurlijk: Een gestoorde gek aan de top……

Jammer dat Trump geen genoegen neemt met een positie als kasteelheer op het franse platteland. Daar kan hij beduidend minder kwaad dan in Washington.

De nieuwe Trumptower?

Als we het hele bouwwerk hebben verkend is het tijd voor een ijsje. In het stadje is een geweldige ijssalon. Wel tachtig soorten liggen uitgestald in een vitrine, ook een flink aantal smaken geschikt voor consumptie door Heks met haar achterlijke dieet. We bestellen een paar enorme bollen en een kopje koffie. Verrukt smikkelen we van het zalige goedje.

‘Ik neem er nog eentje,’ verzaligd likt mijn tafelgenoot langs haar lippen. Zonder problemen werkt ze nog een bol naar binnen. Ik lig intussen al een beetje om van al die suiker, dus ik laat het hierbij. Heks is allang blij dat ze een keertje mee kan doen. Meestal kijk ik de andere kant op als mensen zich te buiten gaan aan zalige zoetigheid zoals taart, toetjes en ijsjes.

Er zit altijd wel iets in dat ik niet mag en bovendien verdraag ik suiker niet goed. Zoals iedereen overigens, maar de meeste mensen hebben dat totaal niet in de gaten….. Die denken dat ze ergens anders zo moe van worden. Of schimmelig. Of dik……

Suf van de suiker en eufoor van ons geweldige uitje rijden we terug naar Lower Hamlet. ‘Dank je wel voor deze heerlijke middag,’ zeggen we tegen elkaar. Mijn vriendinnetje is weer helemaal bijgetrokken. De dag volgend op onze trip is ze druk bezig om haar vlucht naar Amsterdam te cancelen. Ze hoeft niet meer te vluchten.

Ze is net als ik: Arrived. Home!

Duras22

 

 

In bed schijtende kat, in woonkamer kotsende en poepende hond, doktersassistenten die op hun strepen staan: Ik laat me niet kisten. Hupsakee, vooruit met de geit, stel je niet aan, kom op kom op kom zeg, hoppa, toe maar, schop onder je kont: Heks moedigt zichzelf aan om vooral door te gaan. Niet stil blijven staan daar heb je niets aan!

BAH, BAH HUMBUG,

Vrijdagmorgen kruip ik moeizaam mijn bed uit. Na twee dagen plat liggen voel ik me nog niet veel beter. Ik hijs mezelf in de kleren, zoek me een ongeluk naar de ampullen injectievloeistof, gord Ysbrandt aan mijn riem en haast me richting huisarts voor een paar prikken. Ik arriveer te laat. De nieuwe hulp-assistente wuift wuft van nee. Potverdorie!

BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG,

Voor niks me zo gehaast. Voor niks m’n tegenstribbelende lijf jachtig in de kleren gewurmd. Voor niks Ysbrandt zo lopen opjagen om toch eens een beetje door te lopen. Dat je je twee keer in de week moet melden voor prikken is al geen pretje. Maar dit is toch zo irritant.

BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG,

‘Alsof ze echt niet eventjes een prikje in mijn bil kunnen gooien in die vijf minuten! Regelmatig moet IK op hen wachten en dan lukt het opeens wel!’ pruttel ik verontwaardigd in mezelf.

Maar ja, het is waar. Ik ben echt te laat. En de dames hebben nu eenmaal deze grens getrokken en op die streep gaan ze pontificaal staan. Ze willen gewoon lekker even pauzeren, zoals elk werkend mens. Geef ze maar eens ongelijk!

BAH, BAH HUMBUG,

Als ik naar buiten loop komt een assistente terug van eventjes een sigaretje roken. ‘Daar hebben ze blijkbaar wel tijd voor,’ mopper ik inwendig verder. Jeetje, wat heb ik een slecht humeur gekregen.

BAH, BAH HUMBUG,

En oh, wat voel ik me belabberd. Ik sukkel maar weer naar huis, laat Varkentje onderweg even los in een park. Om half 1 komt mijn hulp. Tegen die tijd lig ik machteloos voor de televisie. ‘Ik kom zo helpen!’ roep ik, maar het duurt nog zeker een uur voordat ik ben bijgetrokken van mijn nutteloze ritje naar de dokter.

BAH, BAH HUMBUG,

Omdat het zo’n bende is, lukt het mijn hulp niet om eventjes de vloer te dweilen. Te weinig tijd. En dat nadat Ysbrandt afgelopen week de hele kamer heeft ondergekotst en gescheten. Uit alle openingen van zijn lichaam hadden zich de meest ranzige substanties naar buiten geperst. Als bonus had hij nog een ronde door de kamer gepiest. Wat dat betreft kun je beter een teefje hebben, want die plassen op 1 plek…..

BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG,

Zodoende moest ik met mijn brakke lijf al een keer enorm aan de slag met schoonmaakspullen. Een extra dweilbeurt stond eigenlijk wel op het programma. Daarom doe ik het dan toch nog maar eventjes zelf. Niet verstandig, maar mijn vloer ziet er zo erbarmelijk uit, helemaal uitgebeten van de biologische turboallesreiniger. Ik kan het niet aanzien.

Daarna is het wel een beetje op bij Heksje. Ik heb vandaag ook al vijf wassen gedraaid, want dat kan eindelijk weer. Nu wil ik eventjes helemaal niks.

BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG,

Helaas denken de katten daar anders over. Als ik mijn slaapkamer inkom betrap ik de Benjamin van mijn kattenvolkje, terwijl hij een dikke drol draait in mijn bed. Ik ben net te laat om het te voorkomen….. Aan de consistentie te zien, heeft het hem ook overvallen. Toch jaag ik hem nijdig de kamer uit. Bah bah, nog meer was…… En ik wil niks meer doen, niet meer bewegen, de spieren zijn slap en leeg, mijn hoofd zit vol wattenbollen en mijn borstkas vult zich met tranen.

BAH, BAH HUMBUG,

Vertwijfeld bel ik Cowboy. ‘Ik denk niet dat ik het ga redden om dit weekend naar je toe te komen.  De boel staat op zijn kop en ik heb het helemaal gehad. Klaag, klaag. Help, Au Au en Bleghgh!!!!!!’ Mijn lief luistert geduldig naar mijn litanie. ‘Ik kom je wel helpen, zal ik morgenochtend naar je toe komen? Zeg jij het maar!’

BAH, BAH HUMBUG, BAH, BAH HUMBUG,

‘Kom maar vanavond, dan kook ik Soto soep. Daar knap ik meestal van op. En het gaat er altijd in, zelfs als ik te moe ben om te eten, zoals nu.’ Ik heb alweer een paar dagen overgeslagen, maar dat vertel ik hem maar niet.

Zo race ik dan een rondje door de stad om de ingrediënten bij elkaar te sprokkelen. Uren later zit ik met mijn schatje aan de soep. Het is heerlijk. We trekken helmaal bij en Heks wordt weer een beetje blij. Gelukkig maar.

BAH, BAH HUMBUG,

BAH, BAH HUMBUG,