Op een kwade donderdag haal ik een grote grijsgerande envelop uit de brievenbus. Ik staar er naar. Verschrikt. Wie? Even bekruipt me de absurde gedachte dat het een voorouder van me betreft. Dat niemand me heeft ingeseind, dat het einde daar was. Ik schud die muizenis uit mijn kop en scheur de enveloppe open.
Wie heeft ons verlaten? Een prachtige kaart met een schildering, die me vaag bekend voorkomt. Dan zie ik het: Mijn kleine weerspannige vriendin Janneke heeft het aardse voor het eeuwige verwisseld, het schilderij is van haar hand! Jip is zijn soulmate kwijt geraakt aan een akelige aandoening. Verwezen laat ik de tekst op me inwerken. Ik kan er met mijn kop niet bij.
Tranen natuurlijk. Schriktranen. Wat onverwacht!
Ik schrijf een brief aan Jip en plak er allemaal Jip en Janneke plaatjes op. En vlinders natuurlijk. Ik stop het epistel zo snel in een enveloppe, de lijm is nog niet eens droog. Ik wil em per se voor zes uur op de bus gooien.
’s Avonds bouw ik een altaartje voor Janneke. Met wat kleingeld voor de overtocht en een heleboel zwanenveertjes. Maria en Jezus zijn natuurlijk van de partij. Vooral laatstgenoemde speelde een belangrijke rol in Jannekes leven. Ik ken haar en Jip uit de Leidse Studenten Ecclesia. Mijn kerk, waar God ook een vrouw is.
Jarenlang zat ik in de rij voor of achter dit illustere paar. Janneke leverde steevast gepeperd commentaar op de diverse preken. ‘Wat een waardeloos verhaal, ik kon er echt niet naar luisteren,’ sneerde ze gerust na een wauwelpreek. Een goed verhaal kom ze echter zeer waarderen.
Met enige regelmaat gingen we na de kerkdienst naar de kroeg. We bestelden dan friet en wijn. Geweldige gouden uurtjes waren dat. Als we met zijn drietjes zaten te lachen en geiten. Als dit gouden echtpaar het weer eens met elkaar oneens was. Yin en Yang in discussie. Nooit saai!
Janneke is altijd een trouwe lezeres van dit blog geweest. Soms belde ze me op om me te vertellen, hoe ze had genoten van een bepaald verhaal. ‘Jij kan wel schrijven, hoor, Heks,’ vertelde ze me regelmatig. Doordringende blik uit haar gisse bruine ogen over haar over een gewone bril geschoven leesbril heen….
Prachtig vond ze de verhalen, die ik over onze escapades schreef. Ze was echt een fan van mijn heksenblog.
Heks gaat zeker naar het afscheid. Mijn hoofd kan het nog niet begrijpen, mijn hart wil er nog niet aan. Haar hele clan zal er dan staan. Kinderen en kleinkinderen. Het wordt vast heel druk.
Elke avond brand ik een kaarsje. ‘Goede reis, lieve Janneke.’ In mijn geestesoor hoor ik haar gortdroge commentaar. ‘Ik ga je missen, lieve schat. En niet alleen ik. Jouw kleine gestalte laat een krater na….’
De dag van de begrafenis sta ik extra vroeg op. ‘Laat ik nu eens op tijd komen’, prevel ik, terwijl ik me door mijn ochtendprogramma worstel. Ruim op tijd sta ik bij mijn piepkuikentje. Ik draai de sleutel om in een poging de auto te starten: Er gebeurt niets. Verbijsterd herhaal ik de handelingen. Alsof dat helpt. Maar nee. Lege accu.
Het is bijna symbolisch, die lege accu. De tank is bij Heks gigantisch leeg na alle zorgen om haar hondje. Maar daar heb ik nu niks aan, symbolisch gewauwel. Ik moet over een half uur in Katwijk zijn.
Ik spurt naar de buren. Mag zowaar de auto lenen. Stoemper hortend en stotend in een wildvreemde auto over de Mare. Krijg hem niet in zijn achteruit…….
In Katwijk Binnen is alles opgebroken. Het adres staat niet in mijn TomTom. Iemand stuurt me naar de katholieke kerk, maar daar moet ik niet zijn natuurlijk……. Als ik bij de goed kerk arriveer is er geen parkeerplek meer te bekennen. Ik rijd dus maar lukraak een woonwijk in.
Zo kom ik mijn gebruikelijke drie minuten te laat. Ondanks al mijn inspanningen. Nou ja, Janneke is het gewend van me. Ze staat er blijkbaar op! Heks schuift altijd op het laatste nippertje de kerk in. Vandaag is dus geen uitzondering.
Het is een prachtig afscheid. Ik hoor allemaal verhalen over mijn vriendin, die ik nog niet kende. Wat een heerlijke vrouw was het toch. Dat wist ik wel, maar ik ben niet de enige met die ervaring. De kerk zit vol mensen, voor wie zij heel veel heeft betekend.
Een kleindochter vertelt ‘Zij wist ons altijd te stimuleren.’ Herkenbaar voor Heks. Ook mij stimuleerde ze omtrent mijn schrijfsels.
Gek hoe je tegelijkertijd blij kunt zijn, dat iemands lijdensweg voorbij is, terwijl je ook zo verdrietig bent, dat het plotseling voorbij is. Het is enorm dubbel.
Die dubbelheid hebben al haar dierbaren. Blij voor die kleine stoere onafhankelijke Janneke, dat ze vrij is. Verlost van haar kwaal. ‘Ze danst vast op ellenlange benen door de hemel,’ verzucht ik later tegen Jip.
Want eindeloze onderdanen waren een grote wens van haar. Klein van stuk als ze was. Iets dat me overigens nooit is opgevallen. Haar energieveld was echt gigantisch! Vandaar.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.