Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder! Lik, bef, zuig, ruk, lieg, bedrieg en bedonder! Heks deelt hoe het met haar gaat en krijgt het lid op haar neus. Heus. Mijn amoebebestaan wordt niet gewaardeerd. Waarom vertel ik toch ook aan medemensen hoe het echt met me gaat? Ik kan beter gewoon lekker blijven liegen, dat ik een fabeltasich leven heb. Ik leer het ook nooit!

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks rijdt over de markt. Incognito. Pet met grote klep op haar boze bolletje. Enorme zonnebril tegen al dat felle licht. Mijn blik is wazig, zoals altijd op mindere dagen. Al mijn spieren geven er de brui aan. Ook mijn oogspieren.

Ik koop wat kip voor poes Lapje. Ze is zwak op de maag. Ik maak toch wat grappen met de andere klanten. Dan word ik omhelst door een vriendinnetje. ‘Zullen we een bakkie doen?’

We zoeken een tafeltje op een terras. Nergens is plek. Pas op het vierde terrasje kunnen we terecht. Alsof de duvel ermee speelt.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

We strijken neer. Vriendinnetje trakteert op koffie. Vertelt over haar leven. Heks luistert. Vakantie hier. Reisje daar. Heks gaat nergens heen. Of toch: Ik ga een weekendje weg binnenkort. Een homeopatische dosis zomervakantie.

‘Niks aan, die reis, de cursus sjamanisme was ver beneden peil, zonde van mijn geld. Maar ik heb wel een aantal mensen daar een zet in hun spirituele ontwikkeling kunnen geven……’

Heks is zo moe het afgelopen half jaar. Na vier venijnige griepaanvallen waren echt alle reserves helemaal op. Geen milimetertje energie in de tank. Dus dagelijks modderen om de dag door te komen. Elk weekend het hele weekend in bed. Met tussendoor uitlaatrondjes met de hondjes.

En enorme last van Post-Exertionele Malaise (PEM). Een symptoom van ME, dat nooit went.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks’ energiehuishouding is als die van een oude telefoon. Haar batterij loopt leeg bij het minste of geringste. Opladen duurt eindeloos lang. Drie keer schrikken en de batterij ligt weer plat.

‘Hoe gaat het met jou?’ vraagt vriendin. Heks vertelt in een paar zinnen hoe het gaat. Of beter, hoe het niet gaat. De griepwinter gevolgd door snotlente. Hoe dat doorwerkt in de zomer. Het eeuwige ziek zijn. Al die uren in bed. Hoe dat je uitholt. ‘Ik voel me vaak eenzaam…’ geef ik tot slot toe.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Vriendin pakt direct haar telefoon en begint te zoeken. ‘Je moet je gewoon bij online communities aansluiten,’ lost ze het probleem ter plekke snel en efficiënt op. ‘Gewoon dit en dat en zus en zo.’ Vliegensvlug scrolt ze door haar mobiel op zoek naar die communities.

Eerder heeft ze al eens geroepen, dat ik de ellende met mijn familie gewoon achter me moet laten. Gewoon. Ook opgelost. Toen ik hevig liefdesverdriet had over een verbroken relatie was haar gouden advies om lesbisch te worden……

‘Jouw ziekte is gewoon een schuurpapiertje van het leven’, vertrouwde ze me ooit toe. Ik weet nog steeds niet helemaal hoe ik dit moet zien. Word ik een gepolijst mens van die kloteziekte? Schuurt mijn aandoening mijn stekels, horens en schubben weg?

Vandaag zeg ik er iets van. ‘Hou asjeblieft op met het op te lossen. Ik krijg nu het gevoel, dat ik me moet verdedigen tegen al jouw aanbevelingen. Ik wil geen advies of oplossing. Ik wil alleen maar, dat iemand eventjes naar me luistert. (En misschien zelfs zegt: Heks, wat waardeloos voor je, die ellendige ziekte) Ik hak al 40 jaar met dit bijltje en in al die tijd heb ik het nooit kunnen oplossen…….’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Mijn vriendin valt stil. Heks probeert nog een gesprek gaande te houden, maar de energie is helemaal veranderd. Ongemakkelijk.

‘Nou, ik ga ervandoor,’ roept ze vervolgens, ‘Ik loop leeg ,’ ze wuift in de rondte, ‘hierop.’ Heks voelt zich bezwaard. Zegt ze nu, dat ik haar leeg trek met mijn gemekker? ‘Je vroeg hoe het met me gaat en ik gaf antwoord,’ murmel ik, ‘Sorry’, verontschuldig ik me vervolgens geheel ten onrechte.

En weg is ze.

Heks rijdt de geheel andere kant op. Ik ben in de war. Voel me vreselijk in feite. Wat gebeurde hier nu eigenlijk? Ik koop een enorme bos bloemen voor mezelf. Om me te troosten. Om me op te vrolijken.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Ik hou mezelf al 40 jaar in de lucht met mijn onbegrepen ziekte. Ik beuk mezelf de dag door. Dag na dag. Opstaan, ontbijten, beestjes verzorgen, uitrusten…… aankleden, de deur uit met de woefies… uitrusten, weer iets eten….. uitrusten….. moed verzamelen om te douchen, tanden te poetsen…. dat is mijn werk. Heks werkt keihard.

Soms sla ik een onderdeel van het programma over. Eet ik niet bijvoorbeeld, te vermoeiend.

In het weekend lig ik voornamelijk gestrekt. Om bij te komen van al dat opstaan, douchen, eten en honden uitlaten.

Afgelopen zondag ga ik naar de kerk. Een preek over Kaïn en Abel. De naam Kaïn betekent geschenk en wordt in verband gebracht met het werkwoord “qanah” wat ‘verwerven’ of ‘scheppen’ betekent. Iemand, die maakbaarheid hoog in het vaandel heeft.

Hmm. Die hopeloos vermoeiende geslaagde types, die hun minder succesvolle medemensen losers vinden…..

Abel, met de betekenis adem of vergankelijkheid. Kwetsbaarheid. Ofwel de loser in de ogen van de maakbaarheidsmens.

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Maar oh, wat een schrik: God accepteert het offer van Abel en negeert Kaïn met al zijn praatjes. En dan slaat Kaïn Abel dood. Uit afgunst en nijd.

Heks werd een paar jaar geleden neergeslagen door zo’n Kaïnachtige broeder. Niet doodgeslagen. Maar wel verrot. Met chronische schade aan haar rug.

De preek troost me. Dat de Godin omziet naar de kwetsbaren. Dat mijn kwetsbare onbetekenende offer wordt geaccepteerd.

‘Ach Goddelijke, verzucht ik later, ‘Ik voel me soms zo eenzaam en niet gezien. Die ziekte is ruk. Mensen willen nooit luisteren naar dit soort verhalen. Velen lossen het probleem ter plekke op. Anderen slaan me om de oren met krantenartikelen over ME. Of ze sturen een mail naar een professor in Noorwegen over mijn situatie, waar ik verder niks aan heb. Of ze draaien met een afgemeten streepmondje op hun stoel en zuchten alsof zijzelf er 40 jaar in lappenmand op hebben zitten.’

©Toverheks.com
©Toverheks.com

Heks is fan van het Stoïcisme. Als het slecht gaat, ga ik gewoon door. Ik maak er geen gedachte aan vuil. Ik doe evenzogoed al mijn dagelijkse kutklusjes. En als het goed gaat idem dito. Ik spring geen gat in de lucht. Dat kost overigens ook veel teveel energie.

Stoïcijns werk ik mijn wekelijkse programma af. Gedisciplineerd ga ik naar de gym, het zwembad of mijn koren. Door weer en wind rijd ik rond met mijn hondjes.

Tijdens mijn uitlaatrondes maak ik praatjes met Jan en Alleman. Als medemensen onverhoeds hun pijn delen luister ik. Ik probeer er dan gewoon alleen te zijn voor de ander. Holding Space.

Stoïcisme is een filosofie. Het richt zich op het vinden van innerlijke rust en geluk door het accepteren van dingen die buiten onze controle liggen en het focussen op wat we wel kunnen beïnvloeden: onze eigen gedachten en daden. Stoïcisme leert ons om te gaan met tegenslagen en emoties op een rationele manier, en om een deugdzaam leven te leiden. 

©Toverheks.com
©Toverheks.com

De tijden van zacht gekookt ei zijn voorbij. Heks pakt iedereen aan, die over haar heen probeert te walsen. Klein succesje temidden van veel onrecht. Gekken en dwazen nemen met plantenbakken parkeerstroken te grazen.

Twee weken geleden parkeer ik mijn auto op een parkeerstrook in de buurt. Het is altijd een enorm gedoe om je auto al indraaiend tussen de paaltjes door te manoeuvreren in dit smalle steegje. Voorzichtig vlei ik mijn kanariepiet tegen de blinde muur van het Elizabeth Gasthuishof. Ik rijd naar achteren om nog iets dichter tegen de muur aan te staan. Zodat mijn spiegel er niet wordt afgereden door deze of gene.

‘Kloinkoinqk,’ beukt mijn auto ergens tegenaan. Huh? Ik kijk in mijn spiegel, maar zie niets achter mijn auto staan, dat dit geluid kan veroorzaken. Als ik echter uitstap, aan de verkeerde kant, ook weer een heel gedoe, want bestuurderskant tegen de muur, zie ik dat er een grote plantenbak pontificaal midden op de parkeerstrook is gedeponeerd. Met een flinke struik er in.

‘Er hebben zeker een paar studenten lopen zooien,’ mor ik knorrig. En schuif het bakbeest terzijde. Weg van de parkeerstrook. Op een plek, waar het gevaarte minder kwaad kan. Gelukkig heb ik geen schade aan mijn auto.

Een paar dagen later ben ik weer genoodzaakt op precies dezelfde impopulaire plek te parkeren. Het is vaak het enige plekje, dat nog over is in de loop van de avond. En wie schetst mijn verbazing? De bak staat weer demonstratief midden op de parkeerstrook!

Ik spring uit de auto en schuif het loodzware ding geërgerd weg van de strook. ‘Welke gek zet toch steeds die plantenbak hier neer?’ sis ik nijdig. Ik ben moe. Ik heb de hele avond met mijn koor gerepeteerd op de Johannes Passion. Ik heb de energie niet om met grote plantenbakken te lopen zeulen.

Ja, wie doet er zoiets? Ik hoef niet lang op het antwoord te wachten. De voordeur van het pand tegenover de parkeerplaats vliegt open en als een duveltje uit een doosje stormt een spinnijdige kerel naar buiten. Al schreeuwend.

Ik ben een kutwijf. Niet goed bij mijn hoofd. Ik spoor niet. Ik ben knettergek. Hoe haal ik het in mijn hoofd om die bak zomaar van de parkeerstrook te verwijderen? Ik ben het ellendigste klotewijf, dat er in Leiden rondloopt. De man vuilbekt er lustig op los.

‘Ik ga hier helemaal niet over in discussie met u, u zet een plantenbak op een parkeerstrook, ik ben er net keihard tegenaan gereden. Zoek het uit.’ dien ik de man van repliek. Olie op het vuur!

‘Ik ben de buurt aan het VERGROENEN, kutwijf!’ krijst de malloot, ‘ik heb toestemming van de gemeente hiervoor!’ zuigt hij vervolgens een nepargument uit zijn dikke duim. Heks schiet in de lach. ‘Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Ik zal het eens navragen!’

De man wordt steeds kwader. Hij krijgt een waas voor zijn ogen. ‘Dat wijf met die grote bontmuts op haar kop. Ik zal haar eens een lesje leren,’ zie je hem denken.

‘Ik metsel die bak vast aan de parkeerplaats met cement,’ schreeuwt hij, ‘Dan zullen we wel eens zien, of je em nog van zijn plek krijgt.’ Heks is perplex. Wat een halve gare. Maar wel een hele agressieve. ‘Ik zal die plantenbak eens eventjes bovenop je auto parkeren, stomme trut,’ dreigt hij vervolgens. Hij doet een stap naar me toe.

Ik draai me om en laat de gek staan daar op de stoep voor zijn muizenhuisje op nummer zoveel van de steeg. Terwijl ik de hoek om loop, hoor ik hem nog tekeer gaan. De hele buurt geniet mee. Holadijee!

©Toverheks.com

Thuisgekomen zit ik zo vol adrenaline, dat ik er van moet trillen. Ik ga een enorme ronde rijden met mijn hondjes om weer een beetje tot mezelf te komen. Zowel op de heenweg als op de terugweg check ik mijn auto. Is de man erop los gegaan, zoals hij beloofd heeft?

De volgende dag bel ik met de gemeente en handhaving. Niemand weet iets van toestemming om plantenbakken op parkeerstroken te zetten. De BOA’s gaan de man een bezoekje brengen.

‘U moet wel aangifte doen van bedreiging,’ zegt de BOA, nadat hij me heeft aangehoord.

Een paar dagen later ben ik op een informatieavond voor de buurt over de komst van Oekraïners in het hotel tegenover me. Ik maak kennis met de nieuwe wijkagent. Een ware verademing vergeleken met zijn voorganger. Ik vertel de man over het incident. Hij gaat ook nog een bezoek brengen aan de gek.

Weer een paar dagen later rijd ik opnieuw door de bewuste steeg. De man staat buiten te oreren tegen zijn buurman. Ik ken die buurman. Al heel lang. ‘Ik moet die bak weghalen,’ schreeuwt mijn belager verontwaardigd. Hij kan blijkbaar niet normaal praten. Zijn kop is alweer vertrokken van woede.

Hij herkent me niet, zo incognito in mijn scootmobiel. Dat hulpmiddel maakt je werkelijk onzichtbaar voor dit soort types! Zo handig! Schuddend van de lach rijd ik verder. Langs de van de strook verwijderde plantenbak. Er ligt een berg cement op de lege plek. De gek heeft dus daadwerkelijk geprobeerd de bak vast te metselen! Ongelofelijk!

Ik heb de hele verdere dag een bijzonder goed humeur. Eindelijk eens gerechtigheid. Midden tussen al de onrechtvaardigheid. Het chronisch aan het kortste end trekken. Het belaagd worden door gekken en dwazen. In elkaar geslagen worden. Dreigbrieven krijgen van mutsige meuten. Het constant belletje trekken van een buurman. Het gezaag en gezever en gezeur om aandacht. En ga zo maar door.

‘Ja, maar jij bent een zacht gekookt ei,’ deelde een voormalig vriendinnetje me op een gegeven moment mede. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Een deurmat. Een voetveeg.

‘Je hebt iets zachts, Heks,’ zegt mijn homeopaat onlangs tegen me, ‘Dat vind ik juist zo mooi aan jou.’ Vandaar dat iedereen altijd met zijn of haar problemen bij me op de stoep staat. Vandaar dat zelfs mijn therapeut huilend haar hart bij mij uitstort. Vandaar, vandaar, maar het is klaar.

De tijden van zacht gekookt ei zijn voorbij. Heks pakt iedereen aan, die over haar heen probeert te walsen. En ze houdt ermee op, om Jan en Alleman’s kastanjes uit het vuur te halen.

“Het zijn jullie kastanjes. En het is jullie vuur. Knock yourself out.’

Wel luister ik geduldig naar het verhaal van een vrouw uit de buurt, die heel erg onrechtvaardig wordt behandeld. En nog eens en nog eens. Natuurlijk doe ik dat. Echt luisteren kan wonderen bewerkstelligen.

Jezelf vergeten, ik zou het wel weten. Het schijnt goed te zijn en ook fijn. Jezelf ‘herinneren’ is juist weer wat Gurdjieff predikt. Elk uur van de dag, elke minuut, elke seconde……

Het is zo warm, de mussen vallen van het dak. Heks zit binnen met de ramen en deuren dicht. Een grote ventilator verplaatst de lucht in mijn woonkamer van hot naar her. Ik zit te wachten tot het een beetje afkoelt buiten. Het is nu nog veel te heet om met mijn hond in zijn kar op stap te gaan.

Ik ben moe. Vannacht kon ik totaal niet slapen. Niet dat dat normaal gesproken een hobby van me is. Ik haat slapen. Eerst ben ik uren bezig om mezelf zo ver te krijgen, dat ik in bed lig met gepoetste tanden, terwijl ook alle beesten tevreden zijn. Hondje uitgelaten, katjes brokjes gehad, hondje nog wat lekkers, spelletjes doen met de bal….

Naar bed gaan is gewoon een enorme klus in mijn optiek. Zo ook opstaan. Mezelf uit bed slepen, richting keuken. Kopje koffie zetten, pijnstilletjes er in, langzaam uitdeuken….. Hondje uitlaten, katten verzorgen….. Na twee uurtjes heb ik bergen verzet voor mijn gevoel. Ik zou dan wel weer naar bed willen.

Maar ja, dat is weer zoveel werk.

‘Jeetje Heks, wat heb je in godsnaam uitgevreten met je lijf?’ Mijn fysiotherapeut schudt zijn hoofd, terwijl hij me weer uit de knoop haalt. Ik zie dat natuurlijk niet, ik kijk door een gat in de tafel naar zijn schoenen. ‘Wat een leuke exemplaren heb je aan vandaag…’ prijs ik deze man met schoenenfetisj. Ja, wat heb ik in godsnaam uitgespookt met dat leipe lijf van me?

‘Ik heb een dag gestrekt gelegen. Het zou ook door het warme weer kunnen komen, mijn lichaam reageert nu eenmaal extreem op alles. Ik hoor niet tot de categorie mensen, die opknapt van warm weer. Ook niet van koud weer overigens. Ik knap gewoon nergens van op.’

Mensen roepen al jaren tegen me ‘Binnenkort wordt het lekker weer, Heks, dan zal het beter gaan.’ Ik heb al vele zomers in bed doorgebracht, maar dat valt nu eenmaal niemand op.

Mensen staan er doorgaans niet bij stil hoe het is om altijd ziek te zijn. Behalve in de Corona tijd. Toen belde opeens een vriend van bijna een halve eeuw geleden me op om te vragen hoe het met me gaat.

‘Ik heb Corona gehad, ben wel drie weken ziek geweest! Stampende hoofdpijn. Echt niet normaal. Ziek zijn valt niet mee. Bladiebladiebla. Etcetera….’ Heks hoort zichzelf tegenover haar oude vriend haar eigen situatie bagatelliseren. Ik ben eraan gewend. Me dit en me dat. Het is niet anders.

Ja, wat moet je ook zeggen? Drie weken ziek zijn is natuurlijk ook wel absurd extreem lang. Voor een normaal mens. Maar ik ben al bijna vijfendertig jaar aan het harken. In mijn eentje. Zelden iemand, die vraagt of ik het nog wel volhoud allemaal. Wel krijg ik veel ongevraagd advies. Of iemand heeft zomaar een oplossing voor mijn situatie.

‘Ga lekker een tijdje op het platteland wonen, Heks,’ zegt iemand tegen me, nadat ik heb gedeeld, dat het me zwaar valt om midden in de stad te wonen met een auto-immuunziekte tijdens de lockdown. Al die hersenloze kerngezonde medemensen, die nergens op letten. De eenzaamheid. Pesterijen op de koop toe.

Probleem opgelost! Ja, ik ga een verhuiswagen huren en vertrek met al mijn beesten een paar maanden naar mijn buitenhuis in Tisniegauwgoe, maar twee uur rijden vanaf Leiden. Dat ik er zelf niet op gekomen ben.

Iemand zijn pijn gunnen, niet oplossen maar lui luisteren. Holding Space. Ik heb er al zo vaak over geschreven. Het gebeurt zo weinig.

‘Oh Heks, had mij maar gebeld toen je zo in de put zat tijdens de Corona crisis,’ roept iemand anders enthousiast, ‘Ik ben heel goed in peptalk!’ Ook iemand van de oplossingen. Toen mijn relatie uit ging adviseerde ze me om lesbisch te worden. Pakweg een halve week later.

Alsof de meiden van de damesliefde nooit ruzie maken. Alsof alles daar altijd maar koek en ei is. Maar vooral: Hoe word ik lesbisch? Of beter lesbischer….. Word je niet zo geboren? Zit het dan toch tussen je oren?

Denk nu niet, dat deze peptalkers domme onnadenkende mensen zijn. Je zou het wel denken, als je dit zo hoort, maar het is niet zo. Ze hebben menig opleiding, met name op het gebied van alternatieve therapietiedelie, in de zak zitten.

Het is gewoon heel moeilijk om het ‘uit te houden’ met iemand, die in de shit zit. Dat hoor ik een man van het Leger Des Heils een tijdje geleden zeggen in een televisieprogramma. Volgens hem is dat ‘uithouden met de ander’ waar het om draait in het leven. De legerman is een man van weinig woorden.

Hij is waarschijnlijk niet zo goed in peptalk. Maar hij snapt wel heel goed, waar het om gaat. ‘Ik heb die fout ook gemaakt, hoor,’ geeft hij ruiterlijk toe, ‘dat je het wel eventjes oplost voor iemand.’

De afgelopen week zie ik een oude aflevering van ‘de Stoel’. Vreemde snuiters en buitenbeentjes doen hun verhaal en delen hun wijsheden. Twee stokoude zussen zijn aan het woord. De ene is non en de ander is boerin. Ze trekken veel samen op.

Zegt de boerin stralend ‘Ik ben zo gelukkig, omdat ik mezelf vergeten ben. Iets voor een ander doen en mezelf vergeten. Dat is wat mij zo ontzettend gelukkig maakt.’

 

‘Hoe slechter de levensomstandigheden, hoe beter de resultaten van het werk – op voorwaarde dat je het werk voortdurend herinnert.

Herinner jezelf, altijd en overal.

bedenk dat je hier bent gekomen omdat je begrepen hebt dat het nodg is met jezelf te vechten – alleen met jezelf. Dank daarom iedereen die je daartoe de gelegenheid biedt.’ 

 

‘You forget to remember yourself when it is necessary; but when it is useless you remember yourself automatically. This is not our aim at all. One must accustom oneself to self-remembering consciously. You will not succeed unless you make the task of remembering yourself with your whole presence.’
–G.I. Gurdjieff

 

 

 

 

Ik hou van mijn. Tegen de klippen op. Ik bent zo lief. Ik zet mijn wereld op zijn kop. Wiens kop? Dat wil je wel weten. Mijn eigenste kop gaat over de kop! Niet meer vergeten! En kop op! En: ‘Schilder me, Heks, laat de beelden komen. Ik waak in je dromen. Je voelt je geveld, uitgeteld, maar het beste moet nog komen…..’

Hoe is het met je eed, Heks? Doe je er iets mee? Ben je bezig? En wat doe je dan? Hoe werkt dat, zo’n eed? En geloof je het nu zelf helemaal allemaal? Vragen, vragen.

Heks zit weer in de zon op haar balkon. Helaas is het weer lekker weer vandaag. Gisteren heerlijk in de regen gefietst met mijn hondje, zonder hierbij gehinderd te worden door allerlei hardlopers en fietsers. De absolute asocialen van het Corona tijdperk. Verslaafd aan het zo snel mogelijk van A naar B jakkeren. Op een paar dure sportschoenen of een onbetaalbare fiets.

Zonder daarbij rekening te houden met wat er op hun pad komt. Ze lopen desnoods dwars door je heen. Afgelopen week kwam er een tegenligger met een minachtende uitdrukking op het gezicht met zijn racefiets recht op Heks af. Alleen maar omdat ik ruimte vroeg om te passeren.

Hij nam met zijn wielrenmaatje, gezellig naast elkaar stoempend, het halve fietspad in beslag en vond dit provocerende gedrag het juiste antwoord op mijn verzoek.

Ik heb hem uiteindelijk een lel met een dummy van VikThor gegeven. Net voordat hij mij kon raken! Gisteren alleen maar uitgescholden door drie dikke jonge Moslima’s, die met zijn drieën op het fietspad liepen te wandelen. Kamerbreed naast elkaar. Met achterwerken waar Kim Kardashian jaloers op zou zijn.

Mijn verzoek om me te laten passeren levert een scheldpartij van jewelste op. Heks moet haar bek houden. Me dit en me dat. ‘Hoer’, schreeuwt de meest ordinaire van het stel tot slot, ‘Vieze lelijke dikke ouwe hoer!’

Een paar jongens met dezelfde etnische achtergrond lopen een stukje verderop. Ook midden op het fietspad. Zij maken ruim baan voor Heks. Grote glimlach. ‘Dat kan toch echt niet, mevrouw, u daarvoor uitschelden,’ zegt 1 van de knapen. De schat maakt het weer een beetje goed.

‘Het is al de tweede keer, dat ik zo wordt behandeld door dames met hoofddoek. Binnen een week! Ik weet, dat de meeste moslimmeisjes keurig thuis zitten te studeren. Maar als ze ordi zijn, dan zijn ze het ook goed. Mijn God,’ verzucht ik later tegen de Don. Wat mankeert die meiden?

Vanmorgen zit ik dan huilend voor de televisie. Een tearjerker film van jewelste brengt een stroom tranen op gang. Ik heb ook nog eens heel slecht geslapen. Wat verbrokkelde uurtjes bij elkaar gesprokkeld en daar moet ik het dan mee doen. Ik weet me met mezelf geen raad. Hier zit ik dan. In mijn eentje op een flatje. Met een lijf wat niet wil. In dit Corona-tijdperk.

Mijn kleine universum op zijn kop. Alleen. Alleen. Met een depressie van heb ik jou daar op de loer. Die morrelt al jaren aan mijn bestaan. Mijn overgrote woede is in feite een manier om niet inert bedlegerig te geraken. Zonder mijn woede had ik het niet gered.

Eindelijk kom ik op een punt, dat ik mijn eigen gevoelens en gedachten mag hebben. Voorheen had ik ze natuurlijk ook wel. Maar privé. Achter de voordeur. Zodra er mensen aan te pas kwamen, met name mensen die me lief zijn, raakte ik al snel in de verdunning.

Iets, dat me ook nu nog wel gebeurt, hoewel ik er helemaal niet meer tegen kan. Dat gedrag van mezelf. Pleasen en bevestigen. De ander voorop zetten. Alles om de lieve vrede te bewaren…..

Dan heb ik ook nog eens moeite met mijn nieuwe gedaante. Ik voel me er niet echt beter bij. Soms verlang ik zelfs terug naar die ouwe gezellige deurmat. De lieve pleaser. De positieveling. De eeuwige lieveling.

Ik kan intussen ook steeds beter zien, hoe dat proces van verdunning in zijn werk gaat. Hoe ik de eerste vijfendertig jaren van mijn leven op eieren heb gelopen. Hoe ik uiteindelijk toch zo’n belangrijke dierbare teleur heb gesteld. Hoe mijn moeder me dat nooit heeft vergeven. Ik was van haar. En niet van mezelf.

Een fenomeen, dat je vaker ziet bij moeders en dochters. Ik in elk geval wel. Sinds mijn ogen open zijn gegaan. Er is zelfs een televisieprogramma over gemaakt.Een hele serie afleveringen! Waar ik bijna niet naar kan kijken. ‘sMothered‘.

De ondraaglijke pijn om te worden afgerekend op wie je werkelijk bent. En het enorme verdriet, dat je blijkbaar niet goed bent zoals je bent. De schrik om de woede van mensen, omdat je het niet met hen eens bent. De diepe wond in Heks. Op haar veertiende is ze begonnen met helemaal haar bek te houden. Uit lijfsbehoud.

Total shut down.

Heks lijkt dan wel zo mondig en strijdbaar, maarrrrr……..

Ik heb paralel aan mijn leven geleefd. Steeds gericht op die ander. Conflictvermijdend. Sussend. Begrijpend. ‘Achterlijk loyaal’ zoals Peter van der Hurk het noemt.

Elke avond weer uren bezig om de boel van binnen weer op orde te brengen. Pogen om tussen mezelf en mijn bezette zelf overeenstemming te bereiken.

Het helpt ook niet mee, dat ik vannacht weer snotverkouden was. Na de niesbui van iemand, op slechts een paar meter afstand van Heks,  ben ik er niet gerust op, wat zich in lijn lijf afspeelt. Ik druppel Colloïdaal Zilver in mijn neusgaten. Gorgel met hetzelfde spul. Het zou moeten helpen tegen dit virus.

Er zit een tenenkrommende folder bij de grote fles, die ik heb aangeschaft. Het is, dat ik dit antivirale middel ken uit het AIDS-tijdperk. Het is dat ik weet, dat het geen gebakken lucht is, dit middeltje. Afgaande op de uitermate arrogant opgestelde bijgesloten brochure had ik de fles zo het raam uit gekeild….

En de Zwarte Dame dan, je eed? Dit is allemaal meer van hetzelfde gejammer, Heks. Over je onbegrepen bestaantje…..

Op televisie zie ik een man van het Leger Des Heils. Schiet me maar lek in welk programma. Ik zap langs en blijf hangen. De man vertelt wat hij voor zijn getroebleerde medemens probeert te doen.

‘Ik probeer het met hen uit te houden,’ Het is een ongelofelijke schat van een kerel, ‘Ik heb ontdekt, dat dat het allerbelangrijkste toch is om naar iemand te luisteren. Echt luisteren! Dat valt soms niet mee. Je moet het uithouden. Niet gelijk met een oplossing komen, dat werkt averechts. Heel soms ga ik hiermee nog in de fout, maar oplossingen aandragen werkt voor geen meter.’

Het met elkaar uithouden. Zonder oordeel gewoon luisteren, naar wat er in de ander leeft. Dus niet de ander dwingen om iets te zeggen of voelen, wat niet van die persoon is. Of het probleem eventjes te verklaren en op te lossen. Of roepen, dat heb ik ook en het gesprek te kapen…….

Holding Space is de term in de psychologie voor dit verschijnsel. Thich Nhat Hanh noemt het deep listening. Niks terug zeggen. Niet reageren. Vooral niet jouw persoonlijke mening er lekker overheen sproeien…….

In Plumvillage wordt altijd enorm geoefend met deze manier van naar elkaar luisteren tijden het dagelijks ‘dharma delen’. Je ‘darmen delen’ grapten we hier vaak over. Your gut.

Ook in deze kloostergemeenschap vinden mensen het vaak moeilijk om alleen te luisteren. Heks heeft, na het delen over haar leven met die rare ziekte, echt wel mensen over zich heen gekregen, die me direct een oplossing aanreikten.

In de vorm van hele dure behandelingen in verre oorden. Waarbij geen enkele garantie wordt geboden, dat je ook daadwerkelijk geneest. Menigeen voelt zich na alle aandacht van een set behandelaars veel beter na een tijdje. Maar je hoort zelden iets over de langetermijneffecten. Of die er zijn. Genezen doen die mensen in elk geval niet.

Zo jammer, want het doet het effect van deze benadering, het met iemand uithouden, deep listening, te niet. Je houdt er een juist enorm kutgevoel aan over.

Heks is ook wel eens enorm opgeknapt van haar kwaal. Ook ik dacht toen, dat het kwam doordat ik zo mijn best deed. Door het dieet, de accupunctuur. De paranormale behandelingen, het feit, dat ik mijn leven drastisch had omgegooid…..

Ik dacht dat het belangrijk was om te denken, dat ik werkelijk genezen was. Ik heb dat een ook jaren volgehouden, terwijl ik ondertussen nog vrij veel last had van mijn kwaal. Maar ik werkte weer. Ik deed weer een beetje mee. Dus weg met het idee van die ingebeelde ziekte…….

Maar de ziekte heeft met nederig gemaakt. Door keihard terug te komen. Door niet meer te reageren op het ‘mijn gloeiende best doen’. Ik ben tegenwoordig voornamelijk bezig om er binnen de mogelijkheden iets van te maken. Daarom doet het zo ontzettend zeer, als ik me weer moet verdedigen, dat ik nog steeds niet op wonderbaarlijke wijze genezen ben……

‘Heks, je moet je nooit meer verdedigen. Daarmee geef je heel veel macht aan hele domme mensen…’ drukte Peter van der Hurk me jaren geleden alweer op het hart.

Dus ik ga me dan ook niet verdedigen, voor alle woede, waar ik de laatste jaren tegenaan ben gelopen in mezelf. Mijn woede heeft me gered. Het heeft dat kleine cirkeltje doen ontstaan , waarop ik kan staan. Met mijn eigen gevoelens en gedachten. Waar jullie het absoluut mee oneens mogen zijn. Maar ze zijn wel ‘Van Mijn’.

Heks moet lachen. Die tekst wilde een grote liefde van me op zijn enorme buik laten tatoeëren. Nadat hij dertig kilo was aangekomen door de antidepressiva. Ja, humor moet ons redden!

Ik brandt een kaarsje en een geuroffer voor de Torenvrouwe. Als ik wil gaan schelden roep ik haar naam. Het valt me eerst niet eens op. Pas na een paar dagen begint het me te dagen. Durf ik ook hier haar steun in te vragen.

‘Schilder me, Heks, laat de beelden komen. Ik waak in je dromen. Je voelt je geveld, uitgeteld, maar het beste moet nog komen…..’

 

 

 

 

Wat is dat? Holding Space? Wat maakt het zo bijzonder? Een inkijkje in dit concept van Heather Plett. Een constructieve manier om met je eigen problemen en die van je medemens om te gaan. Holding Space 2.

Holding Space is een begrip waar Heather Plett mee gekomen is. Alhoewel ik op het wereldwijde web ook anderen tegenkom, die dezelfde term claimen. Ik lees erover in een oude Hapiness, maar als ik het artikel opnieuw tracht te vinden is het plotseling verdwenen. Bizar. Ik blader het blad van voor naar achter door. En nog eens en nog eens. Gelukkig vind ik moeiteloos alle informatie over deze boeiende vrouw op internet.

Holding Space ofwel Ruimte ‘creëren/bezet houden’ voor medemensen in nood. Er is eigenlijk geen goede vertaling van de term. Zodra ik echter lees over wat dit concept inhoudt besef ik dat dit is wat ik al jaren tracht te doen. Met meer of minder succes.

Het is ooit begonnen toen ik op de Hogere Heksenschool zat. In die tijd begon ik bewust na te denken over wat de beste manier is om iets voor een ander te betekenen. Hoewel ik een uitstekend paranormaal therapeut was stond het hulpverlenerschap me  vaak tegen. Betutteling en gepamper zijn in die wereld niet van de lucht. Zelf ben ik zwaar allergisch voor mensen met een hulpverleners complex. Je kent ze wel, die kordate types, die je probleempjes wel eens eventjes voor je zullen oplossen. Kortom, ik liep best ergens tegenaan.

Een ontdekking voor mij was dat je anderen hun pijn moet gunnen. Klinkt gek, maar het betekent niets anders, dan dat je de ander zijn pijn niet afpakt. Diens probleem niet oplost. Diens leven niet overneemt.

Het werd mijn streven om bij mijn cliënten hun innerlijke kracht te versterken, zodat ze zelf hun rotzooi konden opruimen. Op de manier, die zij prettig vonden. Eigenlijk ontdekte ik indertijd dat je zo min mogelijk moet doen. Het komt meestal neer op de ander de ruimte geven en steunen. En luisteren. Lui luisteren….. In plaats van beGRIJPEN.

Holding Space is voor mij dan ook een zeer herkenbare invalshoek. De volgende punten zijn belangrijk als je op deze manier je medemens wilt helpen…..

1. Geef mensen toestemming om hun eigen intuïtie en wijsheid te vertrouwen.

2. Geef mensen alleen zoveel informatie als ze aan kunnen.

3. Neem hen hun kracht/macht niet af.

4. Houd je eigen ego er buiten!!!

5. Laat hen zich veilig genoeg voelen om fouten te mogen maken.

6. Geef raad en help op een nederige en bedachtzame manier

7. Maak een bak voor complexe emoties, angst, trauma etc.

8. Sta hen toe om andere beslissingen te nemen en andere ervaringen te hebben dan dat jij zou willen!!!

Holding space is not something that’s exclusive to facilitators, coaches, or palliative care nurses. It is something that ALL of us can do for each other – for our partners, children, friends, neighbours, and even strangers who strike up conversations as we’re riding the bus to work.

Na jarenlang op deze manier te hebben geopereerd moet ik toegeven dat het niet altijd werkt. Narcisten en psychopaten worden geweldig in de kaart gespeeld door hen zoveel ruimte en aandacht te geven. Dientengevolge plaats ik toch behoorlijk wat kanttekeningen bij dit verhaal.

Het is voor degene die ‘Space Holder’ is vaak maar een eenzijdig gebeuren. Mensen vinden het heerlijk als je hen steunt en ruimte geeft en respect. Ze genieten van alle liefde en aandacht om je vervolgens even vrolijk in je gezicht te spugen of op je bek te slaan…… Geen idee waarom, maar het gebeurt.

Idealiter zou de wereld er zo uitzien. Mensen, die elkaar onvoorwaardelijk steunen en helpen zonder enige vorm van eigenbelang. Ikzelf wil ook graag door anderen zo behandeld worden. Helaas is het nog niet zo ver. Heks wordt op een paar gouden uitzonderingen na nog steeds omgeven door mensen die het beter weten.

Hier nog een heel leuk filmpje over dit onderwerp: The difference between sympathy and empathy.

Jezelf niet langer verdedigen tegen allerlei goedbedoelende betweters is gemakkelijker gezegd dan gedaan; Het is ongeveer mijn tweede natuur geworden na dertig jaar ziek zijn! Vermoeiend! En ik ben al zo moe! Heks neemt een rigoureus besluit, vanaf nu is het afgelopen en uit met allerlei ongevraagde adviezen en idiote oplossingen aan mijn adres. Ik wil ruimte en tijd om mijn eigen zaakjes op orde te krijgen! Holding Space 1.

  1. Give people permission to trust their own intuition and wisdom. When we were supporting Mom in her final days, we had no experience to rely on, and yet, intuitively, we knew what was needed. We knew how to carry her shrinking body to the washroom, we knew how to sit and sing hymns to her, and we knew how to love her. We even knew when it was time to inject the medication that would help ease her pain. In a very gentle way, Ann let us know that we didn’t need to do things according to some arbitrary health care protocol – we simply needed to trust our intuition and accumulated wisdom from the many years we’d loved Mom.
  2. Give people only as much information as they can handle. Ann gave us some simple instructions and left us with a few handouts, but did not overwhelm us with far more than we could process in our tender time of grief. Too much information would have left us feeling incompetent and unworthy.
  3. Don’t take their power away. When we take decision-making power out of people’s hands, we leave them feeling useless and incompetent. There may be some times when we need to step in and make hard decisions for other people (ie. when they’re dealing with an addiction and an intervention feels like the only thing that will save them), but in almost every other case, people need the autonomy to make their own choices (even our children). Ann knew that we needed to feel empowered in making decisions on our Mom’s behalf, and so she offered support but never tried to direct or control us.
  4. Keep your own ego out of it. This is a big one. We all get caught in that trap now and then – when we begin to believe that someone else’s success is dependent on our intervention, or when we think that their failure reflects poorly on us, or when we’re convinced that whatever emotions they choose to unload on us are about us instead of them. It’s a trap I’ve occasionally found myself slipping into when I teach. I can become more concerned about my own success (Do the students like me? Do their marks reflect on my ability to teach? Etc.) than about the success of my students. But that doesn’t serve anyone – not even me. To truly support their growth, I need to keep my ego out of it and create the space where they have the opportunity to grow and learn.
  5. Make them feel safe enough to fail. When people are learning, growing, or going through grief or transition, they are bound to make some mistakes along the way. When we, as their space holders, withhold judgement and shame, we offer them the opportunity to reach inside themselves to find the courage to take risks and the resilience to keep going even when they fail. When we let them know that failure is simply a part of the journey and not the end of the world, they’ll spend less time beating themselves up for it and more time learning from their mistakes.
  6. Give guidance and help with humility and thoughtfulness. A wise space holder knows when to withhold guidance (ie. when it makes a person feel foolish and inadequate) and when to offer it gently (ie. when a person asks for it or is too lost to know what to ask for). Though Ann did not take our power or autonomy away, she did offer to come and give Mom baths and do some of the more challenging parts of caregiving. This was a relief to us, as we had no practice at it and didn’t want to place Mom in a position that might make her feel shame (ie. having her children see her naked). This is a careful dance that we all must do when we hold space for other people. Recognizing the areas in which they feel most vulnerable and incapable and offering the right kind of help without shaming them takes practice and humility.
  7. Create a container for complex emotions, fear, trauma, etc. When people feel that they are held in a deeper way than they are used to, they feel safe enough to allow complex emotions to surface that might normally remain hidden. Someone who is practiced at holding space knows that this can happen and will be prepared to hold it in a gentle, supportive, and nonjudgmental way. In The Circle Way, we talk about “holding the rim” for people. The circle becomes the space where people feel safe enough to fall apart without fearing that this will leave them permanently broken or that they will be shamed by others in the room. Someone is always there to offer strength and courage. This is not easy work, and it is work that I continue to learn about as I host increasingly more challenging conversations. We cannot do it if we are overly emotional ourselves, if we haven’t done the hard work of looking into our own shadow, or if we don’t trust the people we are holding space for. In Ann’s case, she did this by showing up with tenderness, compassion, and confidence. If she had shown up in a way that didn’t offer us assurance that she could handle difficult situations or that she was afraid of death, we wouldn’t have been able to trust her as we did.
  8. Allow them to make different decisions and to have different experiences than you would. Holding space is about respecting each person’s differences and recognizing that those differences may lead to them making choices that we would not make. Sometimes, for example, they make choices based on cultural norms that we can’t understand from within our own experience. When we hold space, we release control and we honour differences. This showed up, for example, in the way that Ann supported us in making decisions about what to do with Mom’s body after her spirit was no longer housed there. If there had been some ritual that we felt we needed to conduct before releasing her body, we were free to do that in the privacy of Mom’s home.

Holding space is not something that we can master overnight, or that can be adequately addressed in a list of tips like the ones I’ve just given. It’s a complex practice that evolves as we practice it, and it is unique to each person and each situation.

 

Jezelf niet langer verdedigen tegen allerlei goedbedoelende betweters is gemakkelijker gezegd dan gedaan; Het is ongeveer mijn tweede natuur geworden na dertig jaar ziek zijn! Vermoeiend! En ik ben al zo moe! Heks neemt een rigoureus besluit, vanaf nu is het afgelopen en uit met allerlei ongevraagde adviezen en idiote oplossingen aan mijn adres. Ik wil ruimte en tijd om mijn eigen zaakjes op orde te krijgen! Holding Space 1.

Sinds Peter van der Hurk me heeft aangeraden mezelf niet meer te verdedigen voor wat dan ook valt het me op hoe vaak ik dat eigenlijk doe. Bijna dagelijks moet ik van leer trekken tegen mensen die me ongevraagd van alles adviseren. Bijvoorbeeld hoe ik beter kan worden.

‘Heb je wel eens aan orthomoleculaire voedingssupplementen gedacht, Heks?’ vraagt iemand uit mijn vriendenkring bloedserieus. En daar ga ik dan weer. Ben ik weer minutenlang bezig om uit te leggen wat ik allemaal slik en hoe lang al. En hoeveel me dat per dag kost.

Krijg ik evenzogoed een artikel in mijn handen gestopt met één of ander vaag instituut met een dure naam er op waar ze me voor veel geld nog meer niet werkzame rotzooi willen aansmeren…. Ik gooi het adres ongezien in de prullenbak.

‘Waarom word je niet gewoon lesbisch? ‘ lost een andere vriendin mijn verdriet over mijn verbroken relatie eventjes voor me op. Ook in dit geval heb ik nog de moeite genomen om me te verdedigen, maar beter was ik, mezelf ontblotend, woest bovenop deze prachtige zelf zeer heteroseksuele vrouw gesprongen. Onder  het uitroepen van:’Geweldig idee, schat, fijn dat je erover begint, kom hier met dat lekkere lijf van je…..’

Een aantal weken na het beëindigen van mijn relatie bevond ik me al in de vreemde situatie dat ik serieus aan een mij totaal onbekende man werd gekoppeld. Best even schrikken. Zowel die man als dat gekoppel. En dit alles in het kader van ‘zet gewoon een deksel op dit potje en de boel is weer opgelost’.

Regelmatig sturen mensen me spirituele filmpjes over ziekte en genezing, over therapieachtige mindful mindfucking pijnbestrijdingsmethoden en wat al niet meer. Waar ik me nooit in verdiep, want ik geef het eerlijk toe; Al die informatie belandt direct in de prullenbak. Ik kijk er niet eens naar. Ik heb wel wat beters te doen.

‘Ondankbaar ben je toch, Heks,’ zou je kunnen zeggen. Ja, ik ben niet langer blij met een dooie mus. Ik kijk elk gegeven paard rücksichtlos in de bek en ontdek: Ik ben niet gek! De manier waarop velen hun zorg voor anderen laten blijken deugt niet. Hoe goedbedoeld ook schiet bovenstaande aanpak finaal zijn doel voorbij. Ik erger me al tijden dood aan betweters, ongevraagde adviezen en goedbedoelde stompzinnige oplossingen voor de problemen in mijn leven.

Zelf probeer ik zulke dingen anders aan te pakken. Daar denk ik al jaren over na. Ik gun mijn medemens zijn ellende. Ik pak het niet af. Ik los het niet op. Ik zit erbij en kijk ernaar. Dat betekent in de praktijk vooral veel luisteren…..

Ik tracht alleen in te gaan op een hulpvraag. Mensen weten echt wel bij wie ze moeten zijn voor hulp. Als ik iets kan betekenen is het prima, maar als iemand anders de aangewezen persoon daarvoor is is het ook goed.

Ik doe heksengebedjes in geval van nood. Vrijblijvend. En indien gewenst kan ik je op afstand instralen met mijn genezende handen, maar dan moet je een afspraak maken.

Nu weet ik wel dat ik jarenlang hevig last heb gehad van wat Boeddhisten ‘Crazy Compassion’ noemen. Teveel doen voor anderen. Over je grenzen gaan om dat voor elkaar te krijgen. Ten koste van jezelf vaak.

Maar ik zit in een behoorlijk veranderingsproces. Noodgedwongen. Ik ben het leven zoals ik het beleefde helemaal zat. Ik ben de narcisten en psychopaten om me heen zat, maar ook de goedbedoelende probleemoplossers en minder goedbedoelende betweters kan ik niet meer velen.

Net toen ik daar diep over na zat te denken kwam ik een prachtig artikel tegen in de ‘Happiness’. Net op tijd, want ook ik heb anderen nodig. ‘Waarom accepteer je geen arm om je heen?’ Vroeg de paragnost Peter van der Hurk me onlangs. Ik kon daar toen geen goed antwoord op geven, maar nu begin ik te begrijpen wat me vaak tegenhoudt. Het is de manier waarop die arm om je heen wordt gelegd. Die deugt vaak niet. En dan kom je van de regen in de drup.

Ik ben in mijn leven geholpen door mensen, die mij mijn autonomie probeerden af te pakken. Niet best als je al helemaal om ligt. Goddank ben ik stronteigenwijs. Dat is mijn redding geweest. Ik heb een broertje dood aan afhankelijk van iemand zijn. Ik ga nog liever dood in de goot.

Toen ik jaren geleden op de Hogere Heksenschool werd aangenomen bleek uit de persoonlijkheidstests dat ik bijzonder hoog scoor op probleemoplossend vermogen. Onwaarschijnlijk hoog zelfs. Deze tests werden afgenomen om te voorkomen dat mensen met een persoonlijkheidsstoornis op deze opleiding terecht zouden komen….

Van zulke stoornissen heb ik geen last en mijn aan het onwaarschijnlijke grenzende probleemoplossende vermogens zijn ook prima, maar ik was destijds wel gezegend met een heel laag zelfbeeld. Alarmerend laag volgens degenen die me de test afnamen. Ja, vind je het gek na al die narcisten in mijn leven?

Dat zelfbeeld is intussen wel enigszins opgekrikt. Ondanks weer nieuwe narcisten. Het kan echter nog beter, dat is me onlangs ook helder geworden. Met een laag zelfbeeld loop je het gevaar anderen belangrijker te maken dan jezelf. Het blijft een eeuwig werkpunt voor Heks….

Tijdens de opleiding ontdek ik iets belangrijks. Genezingsprocessen trekken zich weinig aan van mijn persoonlijke mening. Sterker nog: Hoe meer ik mezelf buiten het gebeuren van de behandeling houd, hoe beter het werkt! Ook leer ik dat ik andermans lijden gewoon moet laten zijn. Niet afpakken, niet oplossen, helemaal niets doen is vaak het beste. Wel de kracht in de persoon zelf aanspreken. Het zelfhelend vermogen, dat in ieder van ons woont.

Het is tijd om weer met mijn handjes aan het werk te gaan. Als ik ze gewoon laat wapperen heb ik veel minder last van het mezelf moeten verdedigen.

Het verhaal van de vrouw, Heather Plett,  bevat alle elementen, die ik ook belangrijk vind in het bijstaan van medemensen in nood. Zij noemt het ‘Holding Space‘. Ik besluit me er eens een beetje in te gaan verdiepen.

Wat is dat? Holding Space? Wat maakt het zo bijzonder? Een inkijkje in dit concept van Heather Plett. Een constructieve manier om met je eigen problemen en die van je medemens om te gaan. Holding Space 2.