Heks en Joy gaan samen op stap. Met zeven katten naar de dierenarts: Een hele uitdaging! En een leuk uitje bovendien! Volgende keer gaan we een dagje naar het strand……..

Vrijdagavond vlak voor Sinterklaas begin ik me toch een beetje zorgen te maken. De buurvrouw is ziek en we zouden samen naar de dierenarts gaan. ‘Ik ga morgen met ALLE katten naar Ranzijn voor vaccinatie, zin om mee te gaan?’ sms ik mijn grote kattenvriendin Joy.

Misschien heeft ze tijd. Het is natuurlijk een raar weekend. Half Nederland zit met zijn handen in de papier maché of kledderige ontbijtkoek in een poging een dierbare goed te grazen te nemen. Of te verrassen. Met een  listige surprise…….

Binnen een paar minuten krijg ik uitsluitsel. Mijn maatje gaat graag mee! ‘Ik ben om kwart voor 11 bij je,’ schrijft ze, ‘en ik neem een extra vervoersmand mee!’ Hoera! Alle problemen opgelost.

Dinsdagavond zie ik een item op televisie voorbij komen, waarin wordt gewaarschuwd voor kattenziekte. Er is een grote uitbraak in Alphen aan de Rijn en nog een paar Nederlandse gemeenten. Help! Alphen is vrij dichtbij! ‘Het is superbesmettelijk en in bijna alle gevallen dodelijk,’ de presentatrice kijkt omfloerst de camera in, ‘dus als je katten niet zijn ingeënt lopen ze direct gevaar. Ook binnenkatten….’

Ik heb mijn katten al zeker twee jaar niet laten vaccineren. Na vijfentwintig jaar nutteloos geprik. De kosten zijn zo gigantisch hoog geworden de laatste jaren. Minimaal zo rond de vijftig euro per kat bij de lokale en regionale dierenartsen….. Ook is mijn kattengezin nogal uitgedijd. Alles bij elkaar is het niet meer op te hoesten.

Vorig jaar ontdekte ik echter dat je bij tuincentrum ‘Ranzijn’ voor veel minder geld terecht kunt. Alleen moest ik dan wel helmaal naar Aalsmeer met de hele beestenbende. In Leiderdorp hadden ze die service nog niet. ‘Komend najaar komt er hier ook een dierenarts,’ vertelde een medewerkster van het volledig in renovatie zijnde bedrijf me dit voorjaar, ‘Nog eventjes geduld!’

Zodoende zit Heks donderdagmorgen op internet te kijken of de dierendokter zich al heeft gevestigd op deze groene locatie. En wat een toeval! Laten ze nu juist vandaag open gaan! Ik bel hen op en maak direct een afspraak. Misschien ben ik wel de eerste klant!

Zaterdagochtend meldt mijn vriendin zich bijtijds. We drinken koffie en gaan daarna direct aan de slag. Alle katten moeten in de diverse manden. ‘Hoe had je het gedacht Heks?’ Joy kijkt me vragend aan. Ik zet mijn plan uiteen.

‘Snuitje in de kleine plastic box, Leonoor in de rieten mand en Ferguut in die grote stoffen tas. Zij moeten alledrie bij voorkeur in hun eentje worden vervoerd. De boskat kan met zusje Aafje in die grote kattenbench van de buurvrouw. En Bolster kan met zijn moeder in de bench van Ys. Eh VikThor.’

We vangen kat na kat en stoppen ze in de juiste mand. Alleen Bolster is nergens te bekennen. Op zijn vaste verstopplekjes is hij niet te vinden. Ook houdt hij zich muisstil. Hij voelt nattigheid.

Na een goed kwartier ontdek ik hem in een piepklein hoekje achter de bank en de gordijnen. Snel grijp ik hem in zijn nekvel. ‘Jij ontsnapt me niet meer, kleine puntneus,’ mopper ik op de Benjamin van het gezelschap. Ik laat hem in de bench zakken. Zo. Klaar. Inladen en wegwezen!

We sjouwen een paar keer de trap op en af. VikThor staat bovenaan in de aanslag om mee te gaan. ‘Kunnen we hem niet beter thuislaten?’ pleit Joy, ‘Het lijkt me nogal onhandig als hij ons voor de voeten gaat lopen.’ Tja, ze heeft gelijk, maar ik neem hem toch liever mee. ‘Zo onhandig!’ roept Joy, ‘En hij heeft er toch niet veel aan. We hebben geen tijd om te wandelen of spelen.’

‘Ja, maar hij wordt wel geestelijk afgebeuld. En dat is ook belangrijk,’ ik kijk mijn vriendin aan, ‘anders moet ik direct weer aan de bak met hem als we terugkomen van de dierenarts. En dan ben ik helemaal af en klaar. Dan moet ik eigenlijk een paar uur plat.’

Ik heb het nog niet gezegd of Joy belt haar vent. ‘Heb je zin om op VikThor te passen?’ Vijf minuten later gooien we mijn hondje bij hem naar binnen. Hij gaat lekker met hem wandelen!

‘Miauw, miauw,’ klinkt het in de achterbak van mijn piepkuiken, ‘Maauwwwww, mrwwaauuuwww’. Bolster voert het hoogste woord, maar ook de boskat laat zich gelden. De enige die we helemaal niet horen is de Zwarte Panter. Hij houdt zich gedeisd.

‘Ik reed een keer op een mooie zomerse dag met zo’n vier katten en Ysbrandt richting dierenarts. M’n monsters zaten te miauwen als gekken en mijn raampje stond open, dus mensen op straat hoorden dat kabaal. Maar als ze keken zagen ze die lieve hondenkop van Ys boven de achterbank uitsteken. Veel verbaasde gezichten, joh’. We giechelen.

We hobbelen rustig de stad uit. Oh wat is het toch altijd gezellig met Joy. Vanaf dag 1 is dat zo geweest. En ook vandaag is geen uitzondering.

Bij het tuincentrum laden we alle manden op een paar winkelwagens. In karavaan gaan we op zoek naar de net geopende dierenartsenpraktijk. Het is druk in het net verbouwde bedrijf. Je kunt over de hoofden lopen, ware het niet dat ze zich allemaal verbaasd omdraaien om naar deze miauwende optocht te kijken.  Alsof de zon doorbreekt vormt zich een lach op menig gezicht: Wat leuk, poesjes!

We moeten het halve bedrijf door, policy om aan zoveel mogelijk begeerlijke producten te worden blootgesteld: Heks is min of meer opgegroeid in een dergelijk bedrijf, ik ken de sneaky methoden om klanten tot kopen te verleiden van haver tot gort! We kijken nergens naar. Heks is hartstikke blut. Ze kan nog net het komende consult ophoesten!

‘Het ziet er wel mooi uit, Joy. Jeetje wat is het hier opgeknapt! Moet je kijken hoe hoog de kassen zijn! Wat een ruimte……. Echt prachtig!’

Bij de dierenarts worden we vriendelijk verwelkomt. Alle katten worden ingevoerd in het systeem. Een charmante jonge vrouw neemt ons mee naar een spiksplinternieuwe praktijkruimte. Enigszins moeizaam staat ze ons te woord. Haar Nederlands is gebrekkig, ze is overduidelijk een importarts. Later ontdek ik dat er vier  dierenartsen tegelijkertijd werkzaam zijn. Ook Nederlandse.

Zodra ze echter de dieren in haar handen krijgt is er geen gebrekkigheid meer te bekennen. Geroutineerd wordt dier na dier onderzocht. ‘Hopla’, vakkundig prikt ze een stevige cocktail antistoffen bij mijn schatjes naar binnen. Niesziekte en kattenziekte zijn vanaf nu weer kansloos in Huize Heks. Wat een opluchting!

Intussen kwebbelt Heks over de familiaire verhoudingen in haar kattengezin. ‘Ze zijn allemaal familie van elkaar,’ Joy grijnst me toe, haar kat Siep is ook familie van al mijn beestjes!

‘Kijk, dit is Bolster,’ we beginnen met de Benjamin, ‘Hij is de kleinzoon van Snuitje en Ferguut, de zoon van Pippi en de boskat en die lap en die rooie zijn zijn tantes…..’

Na Bolster volgt Pippi. Dan Snuitje, Ferguut en de lap. Ze laten zich gemakkelijk pakken en bepotelen. Bij het onderzoek echter knorren ze zo hard dat de arts het hartje niet kan horen. We moeten erom lachen. Gekke beesten. Zien ze het soms als een leuk uitje?

Katten snorren ook in stresssituaties. Zo gek is hun gedrag dus niet. Maar grappig blijft het.

Tot slot halen we ThayThay en Aafje uit de bench. De grote boskat blijkt toch slechts 5.5 kilo te wegen. Heks wist het wel, maar het blijft vreemd, gezien zijn omvang. Deze enorme haarbal is ook al zo gezond als een vis. ‘Mijn eerste kat woog ruim negen kilo. En dan was hij echt niet dik, ik hield hem strak in het voer. Nadat ik een aantal maanden op wereldreis was geweest had hij een heel klein hoofd gekregen……’

Verbaasde blik van de dierenarts. Misschien begrijpt ze geen jota van het verhaal. Toch klets ik vrolijk verder.’Bleek de buurman hem zoveel eten te hebben gegeven als hij maar wilde: Kat Koe woog opeens ruim twaalf kilo! Een grote berg witte kat met een stippelkopje erop. Hilarisch, maar niet gezond. Hahaha….’ Ik moet nog lachen als ik eraan terug denk. Koe was toch zo’n fantastisch bakbeest. Elke nacht sliep hij boven op mijn hoofd. 18 jaar lang. Ik mis hem nog steeds.

Na een klein uur zijn alle katten gewogen, gecheckt en gevaccineerd. We kunnen weer naar huis!

Opnieuw loopt de kattenkaravaan door het tot spiksplinternieuw verbouwde tuincentrum te paraderen. ‘Ik moet nog een nepplant scoren, lieve Heks, hebben we daar tijd voor?’ We hebben helemaal geen haast, dus we kachelen richting zijdebloemen. Wat een leuk uitje! Op stap met alle katten! ‘Miauw, miauw, mrauwwwwww…..’, zingen onze reisgenoten in koor.

Twee kleine tekkeltjes komen aangestormd. De kleinste in een rolstoel. Vol verbazing observeren ze mijn monsters. Ze draaien aan alle kanten om de hete brei, volledig gefascineerd. Mijn kleine katachtigen zijn niet onder de indruk, gewend als ze zijn aan een blafbeest om zich heen. De eigenaresse van de tekkels ligt dubbel, wat een vertoning!

De zijdeplanten zijn ruk. Joy kan geen geschikt cadeautje vinden. ‘Ik heb jarenlang in de zijdebloemen gezeten. Mijn afdeling was wel tien keer zo groot als deze. Met veel meer keus!’ Postuum is Heks nog trots op haar uitgelezen afdeling namaakgroen van dertig jaar geleden. Zelfs al houdt ze zelf totaal niet van kunstbloemen en -planten. Zo lelijk!

We wurmen ons langs de kassa. Nog niet zo gemakkelijk met zoveel bagage. Alle katten worden weer in de auto geladen. Al miauwend rijden we de stad weer in. VikThor wordt opgehaald. Die heeft ruim twee uur lopen rennen en spelen. Ideaal.

Eenmaal thuis kruipen alle katten snel op een lekker warm veilig plekje. Behalve de panter. Die smeert hem direct. Eerst eventjes door de buurt paraderen met z’n mooie nieuwe vaccinaties……

Heks kruipt in haar bed.

Een paar uur lig ik bewegingsloos uit te puffen. Mijn lijf is toch zo slecht. Ik dwing mezelf tot bewegen. Projecten zoals vandaag zijn eigenlijk helemaal niet haalbaar. Lig ik weer uren te creperen van de pijn. Goddank is Joy mee geweest. Zo gezellig! En zo is het toch allemaal goed verlopen!

’s Avonds zit ik met al mijn beesten in de woonkamer. Ik voel me opgelucht. Het idee al mijn diertjes te verliezen aan zoiets ellendigs als kattenziekte is te afschuwelijk: Daar hoef ik me voorlopig geen zorgen om te maken. Mijn kattenbende is safe!

 

 

 

Vermomde Engel in de kroeg: Don Leo doet Leiden aan. Heks sluit haar goede vriend na jaren in de armen! En vermoeiende koorrepetitie met venijn in de staart……

koorzang, koor, zingen met elkaar is fijn,

Samen zingen is zo heerlijk

Zaterdag heeft Heks de hele dag koorrepetitie. Tot mijn vreugde beginnen de stukken er redelijk in te zitten, ondanks het feit dat ik nooit oefen. Een energiekwestie, geen onwil. ’s Middags  toetert het kopensemble weer vrolijk mee. En ook hier is een enorme verbetering merkbaar. Het koor wordt niet meer compleet weggeblazen, zoals de vorige keer.

koorzang, koor, zingen met elkaar is fijn,

Het is een sociaal gebeuren

Omdat ik thuis niet oefen, moet ik het van de repetities hebben. Heks is dan ook supergeconcentreerd. Om me heen is het vaak een gekakel van jewelste. De alten hebben de naam flink te kunnen klessebessen. En het is waar. Regelmatig maant onze dirigent ons tot stilte.
koorzang, koor, zingen met elkaar is fijn,

Vogels van allerlei pluimage

Naast me zit een vrouw bij voortduring commentaar te leveren op alles wat er mis gaat. Ze praat hard in mijn oor en wijst betweterig in haar partituur. Het leidt enorm af. Ik vraag haar vriendelijk om ermee op te houden. Gek genoeg lijkt ze me helemaal niet te horen. Vrolijk kwebbelt ze verder. Soms vraagt ze me om een reactie. Me op die manier betrekkend in haar praktijken…..
dirigent, dirigeren,

Onze dirigent is geweldig, hij wordt nooit boos,

Aan het eind van de dag krijg ik tot mijn verbijstering plotseling woorden met mijn buurvrouw. Als ik voor de zoveelste keer vraag me met rust te laten, vliegt ze me bijna aan. ‘Weet je wel tegen wie je het hebt?’
koorzang, koor, zingen met elkaar is fijn,

natuurlijk is het onmogelijk om het met iedereen goed te kunnen vinden

Oeps, is het misschien prinses Cristina, die stiekem incognito meezingt in dit koor? Ik begin me een beetje zorgen te maken. Ik wil geen RVD op mijn nek. Maar nee, ze is vast lid en ik? ‘Je bent hier maar te gast!’ fluimt ze me toe. Nou ja, ik betaal net zo hard mee hoor. En wat zij nog niet weet: ik ben sinds kort ook vast lid!  😉
koorzang, koor, zingen met elkaar is fijn,

Yes!,

Na de repetitie scheur ik de stad in. Er moet nog van alles in huis worden gehaald voor mijn feestje op zondagmiddag. Ik loop over de markt en kijk intussen in elke kroeg of ik Don Leo zie. Hij is in de stad! Na bijna vier jaar kan ik hem eindelijk weer eens in mijn armen sluiten.
parfum Deo

PARFUM DON LEO,

In ‘Jantje van Leiden’ zie ik hem zitten met een paar vrienden. We vliegen elkaar om de hals en besnuffelen elkaar langdurig. Hij ruikt weer heerlijk naar dure parfum en hij ziet er weer piekfijn uit in zijn mooie Italiaanse pak. Ik nestel me naast hem op een barkruk en blijf gezellig even plakken.
keurig pak, man in net pak, dandy, fat

Mooi pak, mooie das

‘Kom vanavond eventjes buurten bij me, schat, ‘ fluister ik in zijn oor bij het afscheid, ‘dan kun je mijn liefje bewonderen.’
Thuisgekomen begin ik direct te kokkerellen. Ik maak pittige  Surinaamse kippenpootjes met Hindoestaanse kerrie en limoen. De pan zit tot aan de nok toe gevuld. Nu moet het nog uren sudderen op een heel laag vuurtje. Tot het vlees van het bot valt. Cowboy meldt zich. We eten lekker een paar haringen en kletsen een beetje bij. Dan zet ik hem aan het werk.
uitgaanstenue vrouw en man, net pak, jurk

Heks en de Don gaan graag samen uit. Helemaal opgetut. In een wolk van parfum…..

Urenlang staat hij groenten te snijden voor het volgende gerecht: garnalen in kokosmelk met stinkboontjes, sereh en citroenblad. Dan kook ik nog een pan van hetzelfde zonder garnalen en een pan Thaise groene curry voor de vegetariërs. Ik besluit de bereiding van de pittige pompoentaart met muntsaus tot de volgende dag te bewaren.
keurig pak, man in net pak, dandy, fat keurig pak, man in net pak, dandy, fat
Tegen de tijd, dat alles in pannen en kruiken is belt de Don aan. We hebben even lekker tijd om met elkaar te praten. Bijpraten hoeft niet, want we spreken elkaar praktisch wekelijks door de telefoon. Maar door de slechte conditie van Heks en de zware mantelzorgbaan van mijn goede vriend, lukte het de laatste jaren niet om elkaar eens op te zoeken.
stropdas FC Groningen, groene das,

De das van zijn favoriete Voetbalclub

‘Het heeft veel te lang geduurd,’ zeggen we, ‘we gaan elkaar echt snel weer zien.’ Bij het afscheid geef ik nog een heel mooi cadeautje aan mijn makker. Een enorme antieke asbak prachtig beschilderd met engeltjes. Ergens op de kop getikt. Tussen rommel vandaan gevist. Een juweeltje. Je kunt er zo mee naar ‘Tussen Kunst en Kitsch’. ‘Engeltjes voor een engel’, zegt Heks. Want ondanks zijn reputatie van boefje is deze lieverd absoluut ‘an Angel in Disguise…..’
Angels in Disguise

Boefje in keurig pak