Paradijselijke LUSTthof gerund door een ex-monnik. Het klinkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. Het woord strijd is sowieso volstrekt niet van toepassing op deze vredige locatie…..

De dag voor onze roadtrip ben ik ook al met mijn vriendin de non op stap. Probleemloos komen we deze keer om half tien uur ’s morgens aan in het andere klooster voor de dharmatalk. Een soort boeddhistische preek of les. ‘Zullen we samen lunchen straks? Ik heb geen zin om de hele middag hier in de drukte te blijven, maar ik weet wel een mooi rustig plekje om te picknicken….!’

Mijn vriendin kijkt me stralend aan, ‘Het is een prachtige rozentuin hier in de buurt. Met een theehuis erbij. De uitbater is een uitgetreden monnik. Hij heeft een praktijk voor osteopathie gecombineerd met die tuin. Dit nadat hij is getrouwd met een vrouw, die altijd met haar kinderen ons klooster bezocht, nadat ze heel jong weduwe was geworden. Zij stamt uit een familie met landerijen….’

Ze wijst in de verte, waar het landgoed zich bevindt. ‘Goh,’ zeg ik verwonderd tegen mijn gesprekspartner, ‘ Ik dacht dat je voor je leven het klooster in gaat, als je intreedt, maar ik hoor voortdurend verhalen over mensen, die na een paar jaar trouwen en kinderen krijgen.’  We grinniken.

‘Ja, het is inderdaad de bedoeling dat je blijft, maar in de praktijk werkt het toch anders. Uit mijn ordonatie-clubje is bijna niemand meer over. Ikzelf en nog iemand anders. Die is echter al een tijdje met verlof. Het kloosterleven is echt niet altijd gemakkelijk!’

Intussen heb ik ook dit jaar toch al weer heel wat aspiranten rond zien lopen; Mensen met een groot verlangen om permanent tot deze kloostergemeente te behoren. ‘Ben jij soms van plan om non te worden?’ roept mijn vriendin enthousiast, als ze me hoort oreren. We schateren van het lachen. Vrolijk hik ik nog een beetje na. Ik een non? Heks ziet er weinig heil in. Ze acht zichzelf totaal ongeschikt voor een dergelijk leven. Alleen het celibaat al zou me opbreken.

Daar ben ik als heks natuurlijk totaal op tegen. Het liefst zou ik de mensheid opvoeden in het hebben van goede seks, zoals de priesteressen van de Godin dat vroeger deden. In de tijd van het matriarchaat. Toen vrouwen nog tevreden waren met hun hangtieten, ronde kont en flappende schaamlippen. De gouden tijd voor de playboykutjes en vrouwenbesnijdenis. Overigens min of meer hetzelfde in mijn optiek.

Maar een paar jaar verplicht het klooster in lijkt me een prima idee. Op jonge leeftijd. Bij wijze van dienstplicht. Maatschappelijk weerbaar worden: Met mindfulness als wapen…..

In Thailand bijvoorbeeld is het heel gewoon voor jongemannen om voor een korte periode het klooster in te gaan. Een paar weken of maanden. Geheel vrijwillig overigens, dwang is meer iets voor ons chrgrgrrrristenen. Gewoon een beetje dreigen met zonde, hel en verdoemenis en je zet een groot deel der mensheid probleemloos naar je hand!

Maar goed, mijn vriendin moet ik helaas teleurstellen. Ik hang mijn toverstafje niet aan de wilgen: Ik blijf gewoon toverheks. We storten ons in de hectiek van de dharmatalk. Vandaag spreekt er een politieagente uit Seattle. Speciaal ingevlogen vanuit de Verenigde Staten. Ze blijft maar anderhalve dag!

De vrouw houdt een geweldig boeiend verhaal. Een Boeddhistische politieagente? Mindful schieten? Is dat wel gepast? ‘Politieagenten dragen nu eenmaal vuurwapens, daar kun je beter mindful mee omgaan,’ zei Thay haar ooit toen zij hem die vraag stelde. Intussen heeft zij haar sporen verdiend binnen haar beroepsgroep op het gebied van mindfulness. Thich Nath Hanh heeft zelfs een keer een retraite gegeven speciaal voor haar politiekorps.

Na de talk spoor ik mijn geliefde zuster op: We gaan lekker de hort op samen. Giebelend lopen we naar mijn autootje. Ik heb allemaal lekkere dingetjes in mijn koelbox gestopt en ook mijn vriendin heeft een picknickpakket bij zich. We rijden op ons gemak richting rozentuin. Binnen tien minuten zijn we ter plaatse.

Als we uit mijn kanariepiet stappen zweemt de zoete geur van egelantier ons al tegemoet. Het subtiele parfum bedwelmt onze zinnen en we zijn nog niet eens binnen in deze prachtige lusthof!

We duwen een groot smeedijzeren hek open. De tuin is enorm en we zijn de enige bezoekers! Wat een feest! Heks is flauw van de honger, dus we zoeken eerst een plekje in de schaduw voor onze picknick. Mijn oog valt op een intiem prieeltje. Ook hier geuren verschillende rozen je tegemoet. We installeren ons tussen de bomen, bloemen en planten en pakken ons lunchpakket uit.

Daarna dwalen we op ons gemak door de tuin. Overal hangen prachtige gedichten over rozen in het struweel. Er is ook een geweldige boomhut. Op de tafel iets verderop liggen pen en papier in een doos. Je kunt zelf iets schrijven en achterlaten in een brievenbus aan een dikke boom. Wat leuk allemaal. Interactiviteit avant la lettre.

DSC03905

Net als we de hele tuin mateloos hebben bewonderd stromen er andere bezoekers binnen, kloostergenoten en medeparticipanten. Als een duveltje uit een doosje komt ook de uitgetreden monnik tevoorschijn. Hij heeft al zijn haren weer terug, een dikke bos. ‘Het is de bedoeling dat je een kaartje koopt voor een bezoek aan de tuin,’ begint hij verontschuldigend, ‘het is vijf euro, maar dan mag je het hele jaar naar binnen.’ Een koopje natuurlijk, we betalen grif.

De andere bezoekers storten zich vervolgens in het charmante theehuis op ijsjes, maar wij maken ons uit de voeten. Het is weer mooi geweest. Vanmiddag wil ik nog een uiltje knappen. Wat een geweldige gewoonte in het klooster is dat toch: Ze staan hier wel idioot vroeg op (5 uur), maar iedereen gaat in de loop van de middag eventjes plat. Deep relaxation wordt het genoemd. De vlag dekt de lading. Ik ben er dol op.

Wat een heerlijke dag is het. En er gaan nog vele verrukkelijke dagen volgen. Met warme lieve mensen in een paradijselijke omgeving.

 

Slapeloosheid: Kommer en kwel van de ME-patiënt. Of ben ik op jonge leeftijd met een ander virus besmet? Het ‘Ubbeltje-van-de-bakker-syndroom’ ?

Van je hela, hola, houd er de moed maar in….

knappe man met baardIMG_4569

Vannacht kan ik niet in slaap komen. Ik heb al een paar dagen last van dit fenomeen. Sterker nog, het speelt al ruim 25 jaar. Het is een bijverschijnsel van ME, dat niet kunnen inslapen. Wij missen stofjes om dit te bewerkstelligen. Ik kan compleet kapot en verrot zijn en toch volledig wakker. Mijn lijf stampt en bonkt. Mijn spieren staan op scherp. En ik slaap niet.

Amsterdam, skyline, gebouwen in dreigend lichtAmsterdam, skyline, gebouwen in dreigend licht

Als piepklein kind maakte ik furore met het voordragen van een gedicht van Annie M.G.Smidt: ‘Ubbeltje van de bakker wil niet slapen gaan.’ Ik was pakweg drie jaar, maar stond onverschrokken voor een afgeladen zaal met mensen en maakte er een hele show van. In die tijd sliep ik nog, maar niet veel later was het mis. Alsof het gedicht me had besmet met dit Ubbeltje-virus. Als ik sliep had ik vreselijke nachtmerries. Van het kaliber dat ik me nu nog levendig herinner. Dus bleef ik wakker als het even kon. Overigens niet bewust hoor. Daar was ik veel te jong voor.

Amsterdam, skyline, gebouwen in dreigend licht

Toen ME z’n intrek nam in mijn lijf werd er nog een fysiologische oorzaak toegevoegd aan het ontstaan van deze doorwaakte nachten. Het inslapen werd nog moeilijker en doorslapen was er niet meer bij. Jarenlang heb ik nacht in, nacht uit lopen spoken. Ziek als een hond, alleen, doodmoe en wakker, wakker, wakker. Het is geen wonder, dat mijn veestapel zo is uitgebreid. Zij houden me dan gezelschap.

Een paar jaar geleden kwam ik op het ‘Vermoeidheidscentrum’ in Lelystad terecht. Veel wijzer werd ik er niet van, maar het slapen is verbeterd door de hele lage dosering Amitriptyline, die ik sindsdien slik. Hierdoor word ik niet om de haverklap wakker. Heel fijn, als je moeite hebt met inslapen. Eenmaal in slaap wil ik nog wel eens uren achter elkaar doortukken. Iets dat daarvoor onmogelijk was.

De gevolgen van die verstoringen in je slaappatroon zijn drastisch en dramatisch: Een chronische jetlag en een zeer moeizaam humeur…… Om nog maar te zwijgen van de falende nachtelijke regeneratie van het lichaam.

Amsterdam, openbare bibliotheek

Intussen zijn er nog een paar middelen toegevoegd aan mijn inslaapritueel: Melatonine, 5-HTP en LDN. In geval van nood worden daar nog Passiflora en Valeriaan aan toegevoegd. Wil het dan nog niet lukken, dan kijk ik naar een saai TV programma…..

Helaas is het een wankel evenwicht. Zodra zich een virus meldt aan de verzwakte poorten van mijn immuunsysteem ligt het op z’n gat. Zo heb ik vorige week weer nachtenlang lopen spoken, te moe voor woorden. Nijdig, omdat ik juist zo’n behoefte heb aan slaap op zo’n moment. Vannacht was daar een uitloper van. Gelukkig had Cowboy ook last van slapeloosheid. In elkaars armen is het veel minder erg. Ik voel m’n onrustige stampende lijf wel, maar het deert me niet. ‘Ik lig toch goed zo’, peinst Heks, ‘Ik kan me geen betere plek bedenken om wakker te liggen dan juist hier, in de omhelzing van mijn baardige lief!’

knappe man met baardknappe man met baard