Maandagmiddag pak ik een trein naar Leiden. Cowboy brengt me weg en tilt mijn fiets op het balkon, klapt em in en lebbert me grondig af. We gaan elkaar missen! Het is rustig in de trein. Op Sloterdijk stappen er twee jongemannen in met een schattige baby. Het popje lacht en kraait, dat het een lieve lust is.
Tagarchief: ze
What happens when we die? ‘Nothing!’ beweert Thich Nhat Hanh. ‘Een heleboel!’ zegt Heks. Het zet de wereld op zijn kop. In memoriam van onze lieve OB-vriendin Carmen.
Vanmorgen ontvang ik een mailtje van een vriendin. ‘Lieve Heks, het is zo rustig op Toverheks.com. Het gaat toch wel goed met je?’

Inderdaad. Zo stil is het nog nooit geweest op mijn blog. En er staan genoeg verhaaltjes klaar. Mijn zwijgen de afgelopen weken heeft een reden. Ik was met stomheid geslagen door de klap, die het leven uitdeelde aan een vriendin van me. Een dodelijke slag.
Soms is een tragedie zo groot, dat er geen woorden voor zijn. Elke poging om er iets over te schrijven is gedoemd te mislukken……

Met Heks gaat het goed, heel goed zelfs. Ik herstel snel van de vakantie. Cowboy en ik zijn verliefder dan ooit. En supergelukkig. We hebben huissleutels uitgewisseld. Ik heb mijn schoonfamilie ontmoet. So far, so good.

Twee weken geleden, ik was net terug van mijn retraite over wat er gebeurt als we sterven, kreeg ik een verschrikkelijk telefoontje. Eén van mijn OB-vriendinnen is verongelukt. Een file in Antwerpen werd haar fataal. Ze maakte geen enkele kans tegen de achterop rijdende vrachtwagen.
Alle meiden van deze hechte vriendinnenclub raakten volledig van slag. We hebben elkaar veel opgezocht en gezorgd voor een mooi praatje op het afscheid. En een boekje vol teksten van onze hand over onze lieve vriendin. Voor haar man en kinderen. Een schrale troost. Een druppel op een gloeiende plaat. Want niets of niemand kan natuurlijk uitkomst bieden in het aangezicht van dit grote verlies.


Vandaag ga ik beginnen met het afmaken en plaatsen van de resterende vakantieblogjes. Het is heerlijk druilerig weer. Ik zit in mijn warme bedje, want ik ben erg moe na alle activiteiten van de laatste weken.
Vanavond ga ik naar de kwartfinale kijken met mijn vaste voetbalclubje: Frogs, Blonde buurman, zijn vrouw Frisse Friezin, True en Trueman. Cowboy gaat mee. Hij is het nieuwste lid van dit illustere gezelschap.

Het gaat goed met Heks. Ze is heel gelukkig. En ook heel verdrietig. Thay heeft dat prachtig verwoord in één van zijn gedichten: ‘My joy and pain are one.’
What happens when we die? ‘Nothing!’ riep Thich Nhat Hanh vrolijk. Nou, dat is misschien zo voor hem en het biedt wellicht in de toekomst troost voor zijn Sangha. Wanneer hij sterft. Want zijn retraite was overduidelijk een grondige voorbereiding op dat afscheid.
Maar als je midden in het leven staat, daar volop van geniet, zo nodig bent voor je man en kinderen, vader, tweelingzuster en broers, zo geliefd in je vrienden-en kennissenkring, zo gewaardeerd door je collega’s: Dan is het nogal wat om plotseling te sterven. Pijnlijk en niet bepaald ‘nothing’. Het is een nachtmerrie. Een boze droom. Een diepe tragedie.
We hebben afscheid genomen. Met een hele grote kerk vol verbijsterde mensen. We hebben haar begraven. Met een lange stoet verdrietige familie en vrienden.

En nu pakken we de draad van het leven weer op. Zo goed en zo kwaad als het gaat. Het mooie leven. Onze vriendin wist als geen ander hoe daarvan te genieten. Ze leefde ons dat voor. En nu leeft ze dat in ons, door ons heen. Doordrenkt ze ons met het besef, dat we allemaal aan een zijden draadje hangen.
What happens when we are alive? That’s the question volgens Thay. Het is onze opdracht om er iets moois van te maken.
Hondenverhalen. Geen hond lust er brood van. Studenten vinden hond in de pot. En dat kost wat! Zo’n studiegenoot……
Aan het begin van de avond fiets ik de straat uit. Op mijn elektrische vouwfiets. Ys draaft lustig naast me, hij heeft er zin in. We doorkruisen wat parken, jakkeren een singeltje rond. Uiteindelijk belanden we in ‘Het Plantsoen’. Hier kuier ik met mijn fiets aan de hand door het struweel.
De nacht valt zacht. Er is nog genoeg licht.
Een klein hondje krijgt Varkentje in het vizier en gaat op de grond liggen. Ze verliest mijn monster geen seconde uit het oog. ‘Wat een leuk alert hondje!’ mijmert Heks. Aan het hondje zit een stevige student vast. Via de lijn. ‘Dit is Bommel, onze nieuwe huishond.’ vertelt hij me. ‘Ah, is Guus dood?’ De man kijkt me bevreemd aan. Vervolgens gaat hem een licht op.
‘Nee, ik ken Guus, die is inderdaad dood. Maar ik ben van het huis van Nelson.’ Oh ja, Nelson. De studentikoze labrador. Hij is ook vertrokken naar de eeuwige jachtvelden blijkt.
Heks kent vele honden en hun baasjes. Ik wordt een beetje bijgepraat. ‘Guus was op een gegeven moment echt niet meer te handhaven. Hij beet zelfs zijn huisgenoten!’ vertelt deze hondlievende student.
‘Nou ja’, denkt Heks, ‘Guus was net zo’n soort hondje als Varkentje. Een volbloed jachthond. Ysbrandt had het nog geen dag uitgehouden in die context. Lallende studenten zijn aan hem niet besteed….. Hij wil lekker buiten achter de eenden aan!’
‘Ze hebben weer een nieuwe hond, een Drentse Patrijs.’ Weer een jachthond. ‘Ph, oh’, zeg ik, ‘Daar moet je echt mee aan de bak!’ Als de jongeman de naam van dit hondje noemt gaat me een licht op. Het Leidse Hout, een jonge Patrijs. Superleuk hondje. En hij heette……
Stom, dat ben ik nu vergeten!
Uit je worstenvelletje springen kan, als je het goed doet, heel bevrijdend werken. Je ontdoet je even van je afgescheiden zelf!
Vorige week springt Heks uit haar vel. Een wonderbaarlijke ervaring op zich. Het ego, dat als een worstenvelletje om je eeuwige verbonden kern zit, ontploft. Vanuit duizend perspectieven zie je jezelf, je leven en je ervaringen.
Nou ja, eerst zie je voornamelijk de ander. En wat die allemaal verkeerd heeft gedaan.Het onbegrip en lijden komen er vrolijk achteraan hobbelen. En dan komen toch de fragmenten afgescheiden zelf in beeld. Ze schieten alle kanten op. Ook nog.
‘Omarm je woede’, zegt Thich Nath Hanh altijd. Het stof daalt weer neer, al die fragmenten pijn om je heen. Zonder gevaar, uitgewerkt, want het is oude pijn. Adem in, adem uit. En je bent er weer.
Heks is er altijd het meest op die magische momenten, dat ik met mijn hondje op stap ben. Toegegeven, in tijden van grote woede loop ik wel eens Gilles de la Tourette-achtig door een stil bos te wandelen. Maar uiteindelijk verstomt mijn gescheld, de brakke brokken braaktekst ebben weg. Ik stap een andere wereld binnen, de wereld van zijn. Daar is het altijd goed. Daar heerst geen pijn.
Het zijn flintertjes soms. Opeens ruik ik de hele natuur, als een hond snuif ik de eerste flarden van de lente op. Of een vroege vogel zingt in de avondschemering. Recht mijn hart in. Vereeuwigd het moment, dat ik een park in loop.
Wat me heel duidelijk is geworden, is dat wij mensen vaak in hele verschillende werelden leven. Met hele eigen mores. We snappen vaak geen snars van elkaar. En onbegrip leidt tot lijden.
Begrip kan een brug tussen werelden slaan. Ik ga dus maar weer mijn gloeiende best doen in mijn leven. Begrip, respect, verbinding. Het is niet altijd gemakkelijk. Maar wel boeiend.































































Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.