Er zijn meer hondjes die Fikkie heten. Dat blijkt maar weer! Maar of Heks worst lust van Fikkie………. (hij heeft ze net gebakken) Nee: Geef mijn portie maar aan Fikkie!

‘Hoi,’ groet Heks een oude vrind bij de sigarenboer op de hoek. We hebben elkaar in geen tijden gesproken. ‘Ik heb mijn nieuwe hond naar je genoemd,’ plaag ik hem vervolgens, ‘Kijk, dit is em. VikThor met zijn yin yang snor. Haha.’

Ik sta hartelijk te lachen. ‘Nou, dat is een bijster originele naam voor een hond,’ reageert mijn slachtoffer droog. Hij heeft gelijk. Van oudsher is Fikkie zo ongeveer de hondennaam.

Terwijl we staan te grappen is mijn monster achter de toonbank verdwenen. Daar vaandelt hij een lekker snoepje zoals gewoonlijk. Vandaag is er geen tijd om met de gulle gever over de vloer te rollen. De winkel staat vol klanten. Heks rekent af.

De oude vriend is ook klaar met zijn aankopen. Op de stoep spreekt hij me nog een keertje aan. ‘Ik ben niet zo aardig voor je geweest een tijdje geleden, Heks,’ piept hij met een benauwd gezicht. Ik kijk hem aan of ik water zie branden. Waar dan? En wanneer? En in welk opzicht?

‘Op Facebook,’ geeft hij direct toe. O ja. Hopeloos Facebook. Waar mensen menen alles te mogen beweren. Waar iedereen meent op alles te moeten reageren. Dit wankele podium waarop onze meest onzekere medemensen zich met enige regelmaat vergalopperen.

‘Ik kan het me totaal niet herinneren. Het zal weinig indruk hebben gemaakt,’ beledig ik hem onbedoeld direct terug, ‘Heb ik je er soms afgegooid?’ Dat is wat ik over het algemeen direct doe als mensen zich online vervelend gedragen.

‘Nee, dat heb ik gedaan. Maar nu heb ik er spijt van. Ik ga je een nieuw vriendschapsverzoek sturen……’ klinkt het opgelucht uit de mond van mijn oude vriend. Hij is dolblij, dat ik geen idee heb waar hij het over heeft.

Maar ja. Intussen is er wel degelijk een belletje gaan rinkelen bij Heks. Ja, hij deed iets vervelends. Maar wat precies? Dat ben ik vergeten. Er staat me vaag bij dat het over mijn ziekte ging. Vast weer iemand, die me uit heeft gemaakt voor zeurkous. Of aansteller.

Of misschien vond hij gewoon dat ik er überhaupt helemaal mijn kop er over moet houden. Dat gebeurt me zo vaak. Ik hou het niet meer bij.

Maar ik vind het niet OK.

Een dag later is er een nieuw vriendschapsverzoek binnen bij Heks. Het staat in de rij met verzoeken, waar ik nog eens goed over na moet denken. Niet dat ik nu zo kieskeurig ben op Facebook. De grootste kwallenjakken zitten er tussen mijn Facebookvrienden.  En mijn beste vrienden zitten vaak weer niet op dit medium.

Op zich is het een prima eigenschap om allerlei onbelangrijk gezever aan je kop zo snel mogelijk te vergeten. Maar om de deur dan maar weer open te zetten voor iemand om het nog eens te doen?

Nee. Daar begin ik niet aan.

De laatste loodjes met Ysbrandt wogen zwaar. Toch waren ook die moeilijke uren heel bijzonder, ik had ze voor geen goud willen missen!

Vorige week vrijdag ga ik met Ysbrandt en buurman op stap. Ys’ grote vriend, de enorme Duitse herder van mijn buurman laten we maar thuis, want mijn oude hondje is uiterst kwetsbaar geworden.

Vlak voordat we het huis verlaten zie ik dat mijn kanjer bloed plast. O jee, een blaasontsteking vrees ik. Niet best. Op ons gemak tuffen we naar het Valkenburgse meertje. We genieten van een heerlijk uurtje in de zon. Buurman en Heks maken voortdurend absurde grappen zoals gewoonlijk.

Ysbrandt wil een balletje. We spelen met mijn oude makker. Een man komt langs met een prachtige zwart-witte  Springer Spaniël, een jonge vitale versie van mijn hondje. De viervoetige heren snuffelen aan elkaar. Wij maken een praatje met de eigenaar.

Op de terugweg gaan we langs de dierenarts. Ysbrandt piest in de wachtkamer, een geluk bij een ongeluk: Een poepzakje om zijn piemeltje tijdens ons uitje mocht niet baten. Hij vertikte het gewoonweg om er in te plassen. Gelijk heeft ‘ie! Snel zuig ik een beetje urine op met een pipet. De dokter onderzoekt het monster en ontdekt inderdaad een blaasontsteking.

Er gaat een flink shot antibiotica in. Ik krijg een kuur mee voor een week. ‘Ik weet niet of hij dat gaat redden. Zijn buikje is zo dik en opgezet. Hij ademt zo snel en oppervlakkig de laatste dagen en nachten. Ik geef hem zoveel plaspilletjes en nog hoor ik hem reutelen…..’ Bovendien zie ik de Demodex rond zijn oogjes opkomen. Met een beetje pech wordt mijn mooie ventje ook nog kaal.

‘Ik heb dit weekend dienst, je kunt me altijd bellen,’ zegt de dierenarts, een schat van een dame. Ze ziet ook wel dat het niet meevalt voor mijn kereltje. ‘Morgen zijn we gewoon open tot 2 uur. Dan kun je altijd even langskomen…’

Eenmaal thuis geef ik de beestjes eten. Voor Ysbrandt maak ik een heerlijke bak rauw vlees met extra Carnitine, Taurine, Alpha Liponzuur en CoQ10 om zijn hartje te ondersteunen. Een beetje glucosamine en chondroitine  moet zijn spieren en gewrichten soepel houden. Tot slot gooi ik er een paar kippennekken bij.

Enthousiast staat mijn ventje zijn bak leeg te schrapen. De kippennekken sleept hij mee zijn bench in. Krakend maakt hij ze soldaat. Mijn zieke hondje eet aanmerkelijk beter dan zijn Vrouw. Ik krijg al dagen geen hap door mijn keel……

Later die avond bel ik de buurman. Ik ben een beetje in paniek. Ys eet dan nog wel goed, maar daar is alles mee gezegd. Het beestje is doodziek. Ik ben als de dood dat zijn nieren het opgeven. ‘Ik leg de telefoon naast mijn bed, Heks, als het nodig is ga ik met je mee naar de dierenarts…’

De hele nacht loop ik te spoken. Met enige regelmaat piest mijn ventje een chemisch geurend bloedspoor door het huis. Ik dweil het op en spreek hem bemoedigend toe. ‘Geeft niks, schat, kijk maar, alweer opgeruimd…’

Midden in de nacht zit ik bij hem. Ik kijk hem recht aan. ‘No coming, no going,’ fluister ik, ‘Jij zit in mijn hart en ik in het jouwe. Altijd. Dat zal niet veranderen, lieverd.’ Hij lijkt me te begrijpen. Doordringend kijkt hij terug. De schat.

IMG_8918

‘Er komt een moment dat je weet dat het zover is, Heks,’ zei mijn vriendin, de vrouw van de acupuncturist afgelopen week. Zij is ervaringsdeskundige op dit gebied. ‘Het is een hele moeilijke beslissing, maar je weet wanneer het zover is. Daar moet je op vertrouwen.’

Het is zover.

De volgende ochtend lopen we een rondje door de wijk. Mijn ventje wil perse het hele rondje lopen. Het gaat erg langzaam. Hierna eet hij zijn bak niet meer leeg. Halverwege houdt hij het voor gezien. Ook laat hij een pensstaafje liggen. Dat is nog nooit gebeurd….

Ik bel de buurman, ik bel de dierenarts. ‘Ik zal het heel cru zeggen, mevrouw Heks, u kunt beter een week te vroeg de stekker eruit trekken dan een dag te laat. Beestjes met deze indicatie sterven een vreselijke ellendige natuurlijke dood, want ze stikken. U bent heel verstandig.’

Om half twee kunnen we terecht……

Om kwart voor 1 belt buurman aan. We stoppen mijn kereltje in de auto. Onderweg laten we hem nog eventjes lopen in een park. Hij draait nog een laatste drolletje. Hij rolt nog een laatste keertje door het gras. Op weg naar de kliniek maken we zoals gewoonlijk gruwelijke grappen. Eerst verkoop buurman een hoop onzin en dan Heks.

‘Ik kwam tijdens mijn zoektocht naar een geschikt crematorium een verhaal tegen over een dierenarts die zijn vriendin vermoordde. Daarna heeft hij haar in stukken gehakt en bij verschillende dierencrematoria aangeboden…..’ We zitten enorm te lachen als we de straat in rijden. Ys kijkt vergenoegd. We zijn gelukkig allemaal ontspannen. Ondanks de dodelijke stress…..

In de wachtkamer van de dokter krijgt Varkentje nog wat ham van van der Zon. Hij vindt het heerlijk natuurlijk. Als we aan de beurt zijn geef ik hem nog een heleboel lekkertjes. Hij krijgt een prikje om rustig te worden. Nog meer lekkertjes….. Totdat hij te duf is om te kauwen.

‘Vaak zakken hondjes met deze ernstige problematiek op zo’n eerste prik al helemaal weg. Groot kans dat er verder niets nodig is…’ De dierenarts spreekt me bemoedigend toe.

Ys loopt naar de deur. Hij wil naar huis. Ik loods hem weer de spreekkamer in. De dokter geeft hem nog maar een tweede prikje. Mijn ventje blijft stokstijf voor de Vrouw staan. Niet veel later staat hij enorm te hijgen. Verdorie. Nu heeft hij het toch benauwd. Net als ik me daar enorm zorgen over maak, gaat hij eindelijk liggen. Hij zakt in slaap.

YSBRANDT13

Toch zijn er twee dodelijke giftig blauwe injecties nodig voordat hij gaat. Hij wil niet weg. Nog bijna een uur ligt hij zachtjes te ademen. Pas na de vierde prik geeft hij het op. ‘Als u hem niet geholpen had, was het waarschijnlijk echt een drama geworden. Dit hondje is zo taai. Hij zou tot de laatste snik hebben volgehouden voor de baas. U heeft een goed besluit genomen. Ik werk overigens niet mee aan zoiets als ik het er niet mee eens ben….’

Mijn mannetje ligt zo vredig te ‘slapen’. Zijn mooie zachte achter oortjes uitgewaaierd over de vloer. Zo laat ik hem achter.

In de auto brul ik het uit. Buurman zit ook te snikken. We pakken elkaar beet.

In Huize Heks nemen we een goeie borrel. ‘Weet je wat ik toch zo vreemd vond, Buurman,’ giebel ik, ‘De dierenarts ging voor elke dodelijke prik de huid van Ysbrandt desinfecteren….. Zodat hij geen infectie krijgt…..’ We liggen dubbel.

De hele middag praten we over het gebeurde. Over onze hondjes. We bellen uitgebreid met Frogs, zo ver weg in Portugal. Oh wat misen we hem vandaag! Ik steek een kaarsje aan voor mijn hondenengeltje.

YSBRANDT14

Hij heeft nu vrede. Zijn zieke lichaampje is weer gezond en mooi en jong. Hij springt weer een meter in de lucht. Hij kan zijn bek weer openen, zijn tong weer uitsteken. Weer gapen….. Hij kan weer rennen en zwemmen. Daar in de mooie hondenhemel. Waar allemaal oude vrienden hem begroeten.

Het is vreselijk ellendig dat Ysbrandt niet langer hier is, maar ik voel me gek genoeg ook opgelucht en gelukkig. En trots. Trots op ons, we hebben het samen toch maar geklaard!

Ons leven samen is 1 grote liefdesgeschiedenis. Vanaf dag 1 tot aan nu. Elke dag van elkaar gehouden. Iedere dag samen genoten. Mijn rouw om Ysbrandt wordt gekleurd door al deze gouden ervaringen samen.

We wonen altijd in elkaars hart, mijn lieve hondje en ik…..

 

 

In memoriam: Mijn ouwe trouwe schuddebuikende piepende en krakende huisgenoot Koelkast is niet meer. Heks is ontdaan. Maar niet getreurd, Liebherr doet zijn intrede in Huize Heks. Binnenkort.

Woensdagavond geef ik vrij laat de beesten eten. Zeven hongerige katten zitten op de keukentafel en de buffetkast te schreeuwen. Ysbrandt stofzuigt  de vloer op zoek naar kattenbrokjes. Ik pak zijn eten uit de koelkast. Het voelt warm aan. Huh?

Snel loop ik terug naar mijn schuddebuikende stuk huisraad. Hij staat doodstil. Ook fluit hij niet naar me, zoals gewoonlijk. Zijn lichtje brandt nog, maar toch is hij overleden! Heel stilletjes heeft hij ergens in de de afgelopen uren zijn laatste koude adem uitgeblazen…..

Oh jee, ook dat nog.

Ik zet em een keertje aan en uit. Het helpt niet. Ook gedraai aan zijn enige knopje heeft geen enkel effect.

Snel voer ik het vee. Wat nu? De volgepropte vriezer is nog stijfbevroren. Ik stuur een nood-sms aan Frogs. ‘Ik lig al bijna in bed, Heks. En morgen moet ik heel vroeg op. Dus ik kan je niet helpen. Wel mag je alles in mijn vriezer stoppen. Die is helemaal leeg. Je hebt de sleutel, dus kijk maar…’

Heks is ook gaar. ‘Morgen is er weer een dag,’ bedenk ik me. Zodoende laat ik de boel de boel en ga ook bijtijds slapen. Dat lukt niet. Ik zit de halve nacht in mijn doodstille woonkamer. Jeetje, wat een rust. Ik mis mijn kouwelijke luidruchtige stuk meubilair!

De volgende dag kom ik maar niet op gang. Aan het begin van de middag ben ik dan eindelijk zover, dat ik met koelboxen vol diepvrieszooi richting Frogs vertrek. Ik prop alles in het vriesvak van zijn ijskast, mijn oude exemplaar. ‘Jeetje, Frogs,’ grap ik een dag later, ‘ Die oude doet het nog prima en mijn nieuwe is kapot. Ik kom em weer ophalen, hoor……’

Niets is minder waar. Ik ben me online aan het oriënteren op een spiksplinternieuwe koelvriescombinatie. Als snel zie ik door de bevroren bomen het ijzige bos niet meer. Uiteindelijk loop ik de witgoedwinkel hier om de hoek binnen. Er is geen enkel passend apparaat voorradig, maar ik kan er wel eentje bestellen natuurlijk.

 

Zo gezegd, zo gedaan. Volgende week komt er een hele mooie Liebherr. De Cadillac onder de koelkasten volgens de verkoper. Morgen krijg ik een noodexemplaar. Een oude rammelkast met fluittonen waarschijnlijk. Gezellig!

Vandaag ruim ik samen met mijn hulp alle restanten voedsel uit het kapotte apparaat op. We maken em een beetje schoon. ‘We nemen die oude koelkast gewoon weer mee, maar zorg dat er geen restanten vlees of zoiets inzitten, zei de jongeman in de winkel tegen me. Ha, stel je voor. Het komt regelmatig voor dat mensen hun oude vriezer met inhoud en al meegeven….Ontdooid en wel, soms in verregaande staat van ontbinding. Walgelijk natuurlijk!’

De vorige keer dat mijn koelkast het begaf lag ik drie dagen later in het ziekenhuis met een darmafsluiting. Precies met pasen. Een soort wederopstanding, want ik dacht werkelijk dat ik dood ging van de pijn. We zijn drie dagen verder nu en pasen is ook net aan voorbij, dus ik heb goede moed dat me dat deze keer niet gebeurt.

Aan het eind van de middag fiets ik naar Engel. Ze is jarig. Ik heb een enorme zachtroze Helleboris bij me in feestelijk cellofaan. Ysbrandt draaft enthousiast naast me. Hoera, we gaan iets leuks doen!

‘En?’ informeer ik, nadat ik haar heb gefeliciteerd en gezoend, ‘Is ie nog geweest?’ We giebelen. Een vriendin van de jarige heeft haar gisteren zitten plagen ‘Ik bezorg je een geweldige verrassing morgenmiddag!’ dreigde ze. En wat voor’n verrassing…. Een professionele striptease door een ‘politieagent’. Haha.

Natuurlijk kwam er ‘zogenaamd’ iets tussen. Het blijft bij een goeie grap. We moeten het met louter voorpret doen. We grijnzen ondeugend. ‘Ach,’ zeg ik laconiek, ‘Beter zo. Ysbrandt heeft al eens in de ballen van een politieman gehangen. Ik weet niet wat er gebeurt als een agent ook nog eens al zijn kleren uittrekt! Hij eindigt misschien als smurf….’

De rest van het bezoek is al vertrokken. Ik ben echt laat. ‘Kom, ik maak je flesje wijn open, Heks.’ Ik heb een minifles witte wijn meegebracht. Niet koud natuurlijk, helaas. Engel gaat op zoek naar een kurkentrekker. Ze is pas vorige week hierheen verhuisd, overal staan nog dozen. ‘Ik weet niet of ik er eentje heb, Heks, ik drink nooit wijn.’ Ze spit al haar keukenlades om. Geen kurkentrekker.

Ik doe nog een lauwe poging om de kurk erin te duwen met mijn duim. We willen gewoon feestelijk klinken! Uiteindelijk zitten we lekker aan de dubbeldrank met chips. Hele lekkere chips. Dat merk moet ik onthouden!

Jarige Engel in haar nieuwe knusse huisje. Vergenoegd zit ze een paar verhalen te vertellen. Na een uurtje is de koek op bij Heks. Plankerig hijs ik mezelf overeind. ‘Heb je last van je rug?’ Ja, die zit helemaal vast na al dat gesjouw met koelboxen vol bevroren eten….. Ze legt haar genezende handjes er op.

Ik ben eigenlijk te moe om ervan te genieten. Maar ik voel wel van alles tintelen en in beweging komen. Even later ga ik met Varkentje richting huis. Ik fiets een stukje en dan laat ik hem los in de berm. Zo kuier ik langs de Singel. De stad heeft iets feestelijks. Het is al bijna half acht, toch zitten er mensen op de terrassen. Soms met dekentjes om hun benen, maar toch buiten. Genietend van de lauwe lentelucht.

‘Jouw verjaardag is met recht de eerste echte voorjaarsdag!’ roep ik eerder verrukt tegen mijn vriendin. Tot gisteren heb ik steeds in een dikke donzen winterjas met Ys gelopen. Vandaag niet. Een warm vest en een leren jasje zijn voldoende. Ik hoef ze niet eens dicht te knopen!

Nu zit ik weer rustig thuis op de bank. Hongerige poezen staan op het balkon te schreeuwen. Mijn hondje ligt aan mijn voeten. Hij houdt me met  één oog in de gaten. Hij heeft ook honger. De kleine koelcrisis is bezworen. Ik hoef helemaal niets meer vandaag. Nou ja, beesten voeren, mezelf voeren en nog een hondenrondje…..

En morgen? Dan is er weer een dag.

 

‘Alles goed met jou, Heks?’ ‘Ben je soms opgehouden met je blog?’ Welnee, lieve lezer. Ik kwam er gewoon eventjes niet aan toe! Druk en moe. Vandaar! Maar er zitten nog genoeg Heksenverhalen in deze pen…….

heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren

Het is zo stil op mijn toverblog. Regelmatig krijg ik daar vragen over van mijn trouwe lezers.  ‘Alles goed met jou, Heks?’ ‘Ik mis je schrijfsels!’ ‘Ben je er helemaal mee opgehouden?’

heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren

Het gaat heel goed met dit heksje. De laatste weken was ik druk met een ander schrijfproject. Iets heel belangrijks. Althans voor mij dan. Groot kans, dat het voor andere betrokkenen slechts een wassen neus is. Dat maakte het zo mogelijk nog moeilijker om de juiste woorden op papier te krijgen. Maar ik heb het volbracht. Een pak van mijn hart.

heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren

Intussen is het enorm druk op mijn blog. Ik trek recordaantallen bezoekers. De afgelopen maand was één van mijn beste tot nu toe!

En ongemerkt heb ik mijn vijfhonderdste stukje gepubliceerd. Een mijlpaal!

heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren

 

Er staan nog wat verhaaltjes klaar, waar ik alleen de foto’s nog bij moet zetten. Maar problemen met mijn computer maakten em zo traag als een slak. Intussen heb ik daar één en ander aan gedaan, maar het belangrijkste, een nieuw modem installeren, moet nog gebeuren.

heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toverenheksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toverenheksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren

Misschien dat vermoeidheid ook wel een rol speelt bij mijn radiostilte op dit medium. Vakanties zijn meestal een aanslag op mijn energie. En hoewel ik niet doodziek uit Frankrijk terug ben gekomen, zoals gewoonlijk, lig ik toch redelijk gestrekt. Mijn energie is snel opgesoupeerd. Het minimale beetje dat rest na mijn Boeddhistische uitstapje is voor Cowboy.

heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toverenheksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren

Ik mis het schrijven wel. Het is iets van mij. Als ik er niet aan toe kom voelt het alsof ik niet aan mezelf toe kom. Ja, dat gebrek aan energie blijft frustrerend. Pijn is iets, waar je aan went. En je kunt het bij tijden negeren en onderdrukken. Maar die extreme vermoeidheid heeft geen soulaas. Het betekent stomweg einde verhaal op zo’n moment.

Maar niet het einde van dit verhaal, lieve lezers. Er zitten nog genoeg heksenstreken in de pen!

heksen, toverheks, toveren, magie, heksenverhalen, heksenhoed, heksenketel, toveren