Heks en haar nieuwe zesennegentigjarige vriend ontmoeten elkaar alweer. Deze keer hangt meneer zijn mondharmonica in de wilgen. En trekt hij vervolgens een berk omver. Zeventien keer om precies te zijn. Ik doe het hem niet na.

Hawk-Eye!’ schreeuwt Heks vorige week zondag door het Leidse Hout naar de oude man met de rijst met krentenhond in de verte. Het is m’n nieuwbakken hondenuitlaatvriend. Vorige week werd hij 96, maar Heks was te laat op zijn feestje. ‘Ik had mijn thuiszorg tot drie uur, ik kon pas daarna. En toen was jij alweer gevlogen…..’ ik zoen hem op beide wangen en diep een cadeautje op uit mijn fietstas. 

‘Oh, eh, wat leuk,’ verbouwereerd pakt Hawk het pakje aan, ‘Het was niet echt druk hoor, een paar vrienden, meer niet. Jammer dat je het net gemist hebt…’ We wandelen door het prachtige edoch blubberige winterbos. Opgewekt keuvelt Hawk over zijn feestje.

De honden rennen achter elkaar aan. Ze kunnen het prima met elkaar vinden. We kuieren langs het grote veld. ‘Ik ben je naam vergeten, ‘ bekent mijn nieuwe vriend. Hij baalt er overduidelijk van, ‘Ik loop al de hele weg te prakkiseren wat het ook alweer was….’ Snel fris ik zijn geheugen op.

‘Heks, kom mee, ik ga je iets laten zien,’ Hawk beent voor me uit naar een uithoek van het Hout. ‘Ik doe altijd oefeningen hier, eerst trek ik dit boompje omver,’ Hij gaat met zijn volle gewicht aan een jonge berk hangen. Met ijzeren discipline vouwt hij de onwillige stam in een bocht richting grond. Ondertussen telt hij zijn verrichtingen. ‘1,2,3,4…… ik doe er altijd zeventien,’ snel kijkt hij opzij of ik het allemaal wel volg, ‘en 15, 16, 17.’

‘Zo, dan ga ik me nu opdrukken,’ opgewekt schuifelt Hawk naar het metalen toegangshek aan de kant van Oegstgeest. Het geval is slechts een meter hoog. Een soort sluis bedoeld om fietsers te ontmoedigen om het park in te gaan. Mijn bejaarde maatje zet zijn handen op de ijzeren reling en laat zijn lijf richting hek dalen.

‘1,2,3…’ snel checkt hij of ik nog bewonderend toekijk, ‘6, 7, … hier doe ik er ook zeventien, 13,14,15,’ hij puft niet eens. Zo. Zeventien. Zijn dagelijkse oefening zit er weer op. We wandelen een stukje verder tot het punt waar onze wegen scheiden.

rollatorrace

‘Kom een keertje koffie bij me drinken,’ stelt hij tenslotte voor, ‘Ik woon vlak bij het Groene Kerkje, ken je dat?’ Heks kent het. Een prachtig lief huisje Gods helemaal aan de rand van Oegstgeest. Ik zet zijn telefoonnummer in mijn mobiel en Hawk leert mijn telefoonnummer uit zijn hoofd.

Dezelfde avond belt hij me om te checken of hij het goed heeft onthouden. Ik ben helaas te moe om te praten. ‘Laten we aan het eind van de week iets afspreken. Ik kan mijn week nog niet overzien, we bellen nog, OK?’

Donderdagavond overleggen we telefonisch. ‘Ik zou morgenmiddag kunnen, maar wel pas om een uurtje of half 4,’ zeg ik. ‘Als ik me haast red ik het wel, ik moet in Noordwijkerhout competitie spelen,’ Hawk tennist nog steeds. Ongelofelijk toch? ‘Zaterdag kan ook. Ik moet dan eerst naar de fysiotherapeut. Maar daarna heb ik alle tijd…..’

We besluiten af te spreken in het Theehuis van het Leidse Hout. Dan kunnen we direct de hondjes uitlaten. Heks heeft zin in haar afspraakje. Hawk is gewoon een geweldig leuke man. Hij heeft al mondharmonica voor me gespeeld en voor me gezongen. Ook heeft hij zich al behoorlijk uitgesloofd met zich opdrukken en bomen omver trekken. Waar vind je dat nog, zo’n superman? Het is niet van deze tijd!

Honderdjarige pakt goud op de sprint….

Ik bezoek mijn nieuwe vriend met ME. Blijkt toch een heel ander typje te zijn dan Heks! Zijn woning verschilt als dag en nacht met mijn heksenhuis. Hij is gewichtheffer, waar ik placht te duursporten. Kortom: Als ME zou worden veroorzaakt door je karakter, onzinnig geneuzel dat ik vaak te horen heb gekregen, dan zeg ik: Nee! ME veroorzaakt juist karaktermoord!

Zaterdag haal ik een boek op over ME: ‘ME/CVS/PVFS, An Exploration of the Key Clinical Issues’ geschreven door Dr Charles Shepherd en Dr Abhijit Chaudhurt. Eerstgenoemde was gastspreker tijdens de vertoning van Unrest onlangs hier in het LUMC. Ik wilde dat boek direct kopen, maar helaas: Portemonnaie vergeten!

Dan maar via een omweg. De organisator van de middag heeft een stapeltje in huis gehaald om achteraf nog exemplaren aan diverse mensen te kunnen verkopen. Ik heb er gelijk eentje gereserveerd. Wie weet staat er iets bruikbaars voor me in. Direct toen ik het boek opensloeg, tijdens de pauze die avond, zag ik al iets dat me hogelijk verbaasde.

Bepaalde klachten, waar ik eindeloos voor onder het mes ben geweest blijken ook direct verband te houden met ME. Het is voor het eerst dat ik het hoor. Reguliere artsen snapten niet dat ik zo jong dergelijke klachten ontwikkelde. En zo razendsnel! In het alternatieve circuit kreeg ik met enige regelmaat te horen dat ik gewoon te graag een kind wilde. Daar kwam al mijn ellende vandaan.

Alsof dat een abnormale wens is voor iemand rond de dertig. Alsof niet negenennegentig procent van de vrouwen biologisch gedicteerd die wens koestert.

‘Nou ja!’ roept Trui door de telefoon als ik het haar vertel, ‘Belachelijk!’ ‘Toe maar,’ beaamt Don Leo de idioterie van dergelijke beweringen. Maar evenzogoed ben ik er al bijna dertig jaar aan overgeleverd. Goddank heb ik ook altijd hele goeie mensen getroffen in het alternatieve. Maar er lopen ook kuddes absolute draken rond in die wereld. En niet het soort draken waar ik persoonlijk zoveel van houd.

Dat boek moet ik hebben. Ik wil gewoon meer weten over de huidige stand van zaken rondom ME. En hier in Nederland kom je niet veel verder dan stompzinnig geneuzel door niet goed geïnformeerde artsen. Dan maar liever een boek geschreven door een arts, die zelf lang geleden die ziekte kreeg. Hij is in elk geval niet bevooroordeeld.

Als ik aanbel doet een vriendelijke jongeman de deur open. Niets aan te zien. Leuke vent in een schitterend mooi nieuwbouwhuis. Heel smaakvol ingericht. Moderne kunst aan de muren. Lekker leeg, daar ben ik jaloers op. Mijn eigen huis lijkt wel een uitdragerij zo langzamerhand.

‘Wil je thee?’ we praten nederlands en engels door elkaar, zonder het in de gaten te hebben. Mijn nieuwe vriend komt uit de Verenigde Staten. Nadat hij afgestudeerd en gepromoveerd was kwam hij naar ons kikkerlandje voor een geweldige baan. Zijn leven was helemaal fantastisch, totdat hij griep kreeg.

‘Dat is nu vijf jaar geleden. Ik ben nog steeds niet beter. Ik werd eigenlijk alleen maar zieker. Heel raar vond ik dat. Ik was daarvoor altijd super gezond. En dan die vreemde fysieke verschijnselen!  Pas afgelopen januari kreeg ik de diagnose ME. Sindsdien ben ik in behandeling daar en daar. Ik slik Carnitine. Dat helpt een beetje….’

Een druppel op een gloeiende plaat. Heks heeft ook wat dingen die iets doen. Een hele keukenkast vol lapmiddeltjes. Beter word ik er echter niet van.

‘Weet je wat ik nu zo gek vind? Eens in de drie, vier maanden ben ik een dag bijna normaal. Opeens doet alles het weer. Lijkt die ziekte mijlenver weg. Natuurlijk heb ik de neiging om dan van alles te gaan doen. Daar hebben de behandelaars me vanaf geprobeerd te helpen. Middels cognitieve therapie. Dat is ook het enige wat ik aan die therapie heb gehad.’

‘Ik moest ook zwaar sporten en daar werd ik dan weer heel ziek van. Vroeger deed ik aan gewichtheffen, dus ik ben wel wat gewend….’

We zitten intussen gezellig aan de thee. Al snel wisselen we allerlei ervaringen uit. Wat fijn om eens met iemand te praten, die niet kijkt alsof ie water ziet branden als ik het over mijn rare leventje heb. Hij leidt zelf ook zo’n vreemd bestaan. Pas een paar jaar. In mijn optiek nog maar net. Maar als je nooit ziek bent geweest is vijf jaar achter de geraniums echt heel lang!

GIS EN GUITIG IN MIJN GEVAL…..

We gaan een stukje wandelen met VikThor. En daarna is het alweer tijd om naar huis te gaan. ‘Wat fijn dat je zo dichtbij woont,’ mijn nieuwe vriend is in zijn nopjes. ‘Kom lekker een keertje eten,’ Heks is ook blij, ‘Ik kook zonder gluten, lactose en soja. Maar wel met vlees. Voor de carnitine,’ grijns ik erachteraan.

We geven elkaar een hug en nemen afscheid. Het dikke paarse boek vol wetenswaardigheden over de slappe slaapziekte zit in mijn tas. Het blijkt niet misselijk te zijn, dat boek. Niet speciaal bedoeld voor leken. Vol vakjargon dus. En ook nog eens in het engels.

Toch koester ik het exemplaar als een schat. Misschien ontdek ik en passant nog een paar dingen die werken tegen de algehele malaise.

Voorlopig zal ik het moeten doen met de lapmiddeltjes, want alle goede bedoelingen ten spijt heeft het relatief geringe onderzoek naar deze invaliderende ziekte nog steeds geen remedie opgeleverd.

 

 

Poep, schijt, kak, stront: Neem een hond. Met een kikker in zijn kont. Heks sprint een hele nacht door de steeg om ter plekke uiteindelijk een geweldig leuk mens te ontmoeten. En guess what: We zitten al een jaar te kletsen op de chat!

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM  Zen cirkel. Nog even oefenen……

Maandagavond in de schemer in het park van Noord kom ik Rooie tegen. Haar gezellige rolmops van een hulphond kwispelend naast haar rolstoel.

‘Hij is afgelopen week hartstikke ziek geweest! Niet meer besmettelijk hoor, Heks, de incubatietijd is ruim voorbij’ we maken natuurlijk een praatje, terwijl onze honden over elkaar heen rollen van plezier, ‘Zeker negen keer heeft hij het huis ondergekotst. En elke keer op de bank of op een kleedje. Ik bleef wasjes draaien. Goeie hemel. Waarom doen ze dat toch? Waarom kotst zo’n mafkees niet gewoon op de houten vloer?’

Ja, daar vraag je me wat. Dieren zitten nu eenmaal vol verrassingen! Mijn katten piesen ook bij voorkeur op een kleedje of hondenkussen. Hetgeen ook steevast ontaardt in eindeloos wasjes draaien!

Een dag later ligt VikThor slapjes op de bank. ‘Wat is je hondje toch stilletjes, ik ben het niet van hem gewend,’ merkt mijn hulp op. Er ontgaat haar nooit zoveel.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM No mud, no lotus

Als ik later een rondje met hem loop sukkelt hij naast de fiets. Hij rent niet door struiken en jaagt hooguit twintig eenden de sloot in. In plaats van tweehonderd. Omdat zijn ontlasting ook niet om over naar huis te schrijven is geef ik hem preventief wat norrit en een homeopatisch middeltje bij zijn eten.

’s Avonds laat echter stort hij zich op een onder de stoel gevonden bot. Voor ik het in de gaten heb heeft hij een enorm stuk runderhuid naar binnen gewerkt. Verdorie, dat was niet de bedoeling, ik wilde hem vandaag juist een beetje strak in het voer houden.

Midden in de nacht kom ik bij uit een terugkerende droom. Nog voordat ik kan proberen me die droom te herinneren hoor ik Vikkel de Bikkel onrustig schuiven in zijn bench. Piept hij nu een beetje? Ik zit direct rechtop in mijn bed. Er was iets. Oh ja. Het heersende honden-maag/darmvirus. Een minuut later sta ik buiten met een heel gestrest hondje aan de lijn.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Snuitje

In mijn pyama met trui erover ren ik door de steeg naar het eerste beste stukje groen in de buurt. Daar laat ik hem los. Direct hurkt mijn ventje bij een boom. Zijn samengeknepen billetjes ontspannen en een vreselijke stank trekt over het eeuwenoude in maanlicht gedompelde pleintje. Arm kereltje. Hij is zo ziek als een hond.

Een paar uur later begint mijn monster ook te kotsen. Het feest is compleet. Diezelfde nacht trek ik nog een paar sprintjes richting park. De dag erop lig ik compleet gestrekt.

Gelukkig is mijn hondje ook niet vooruit te branden. Sneu lig hij in zijn hokje. Ik laat het hem maar uitzieken, want ik weet natuurlijk dat het een onschuldig virusje betreft. In de loop van de middag loop ik maar weer eens een rondje door de buurt.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM De vrolijke buurman

Plotseling ik een bekend gezicht opduiken bij 1 van de vele hofjes hier in de steeg. Maar waar ken ik dat gezicht van? Opeens weet ik het! Het is de grote kattenvriend, die me vorig jaar heeft helpen zoeken naar Snuitje. ‘Hallo kattenman, hoe gaat het met je?’

De man kijkt me aan alsof hij water ziet branden. Wie is die vrouw? En wat moet ze van me?

‘Ik ben de moeder van Snuitje, we hebben vorig jaar maanden zitten app’en over die kat. Je hebt me helpen zoeken. Weet je nog?’ Ja, hij weet het nog heel goed. Direct informeert hij naar haar gezondheid. Geanimeerd praat ik hem bij.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM De weg

Als ik na ons afscheid weg loop ziet hij de achterkant van mijn sweatshirt. ‘Wat een mooie Zencirkel staat er op je shirt. Prachtig!’ roept hij enthousiast. Ik vertel hem dat het een kalligrafie van Thich Nhat Hanh betreft. ‘Wat leuk, ik zit in een filmhupperdepupclub en we organiseren binnenkort een avond met een film over zijn leven,’ ik kijk hem stomverbaasd aan.

Hij weet gewoon over wie ik het heb. Al snel zijn we in een diep gesprek gewikkeld. Maar ik heb helemaal geen tijd nu! Over precies drie minuten staat Blonde Buurman op de stoep om me te helpen met mijn administratie.

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Zen cirkel,

Mijn nieuwe vriend heeft zijn sporen verdiend in een andere Boeddhistische traditie. En daar wil ik natuurlijk alles over weten. We nemen afscheid met de wens nog eens verder te kletsen.

Even later krijg ik een app’je met alle informatie over de film. ‘Dank je wel. Ik heb net heerlijke kweeperenjam gemaakt en ik wil je graag een potje brengen als bedankje voor al je hulp vorig jaar,’ schrijf ik terug.

Een afspraak is snel gemaakt. Wat leuk! Zo zie je maar dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Of in dit geval Boeddha’s weg…….En elk nadeel z’n voordeel heb. Misschien kunnen we wel een speciale wijk-sangha gaan beginnen…… 😉

TOVERHEKS.COM

TOVERHEKS.COM Wijk Sangha Haha