Goede reis Stephen Hawking! Ik hoop dat je nu alles snapt, bevrijd van je lamme lijf en de vloek van ons driedimensionale voorstellingsvermogen. En misschien ontmoet je wel je Schepper. Je vrouw heeft er hard genoeg voor gebeden…….

De laatste paar weken denkt Heks veel aan Stephen Hawking. Niet omdat ik hem persoonlijk ken en vermoed dat hij zijn laatste levensfase in gaat. Nee. De film over zijn leven, die ik onlangs heb gezien is blijven nagalmen in mijn hoofd. En hart.

Heks is zelf chronisch ziek. Ik zou eigenlijk nu wel eens in een verpleeghuis kunnen zijn beland, maar deze gifkikker springt nog steeds rond. Niet meer zo hoog als vroeger. En beduidend korter.

En altijd met pijn. Kon ik er in het verre verre verleden eindeloos tegenaan met mijn wagonlading energie per dag, nu moet ik het doen met tien theelepeltjes van hetzelfde spul: Levensenergie.

Het fascineert me dan ook om te zien hoe deze man met zijn brakke lamme lijf de hele wereld over reist om over het heelal te praten. Hoe krijgt hij het voor elkaar? Hij kan niet eens praten. Dat doet zijn stemcomputer voor hem. Door een nog functionerende gezichtsspier te bewegen kan hij letters aanwijzen en op die manier woorden vormen. Een tijdrovend klusje.

Op de avond van zijn overlijden kijk ik naar een uitgebreid interview van de Ierse presentator Dara Ó Briain met deze Britse theoretisch natuurkundige en zijn omgeving in de documentaire Het bijzondere leven van Stephen Hawking.  

Weer raak ik gefascineerd door zijn onvermoeibare inzet voor zijn vak. Volgens hem heeft zijn liefde voor natuurkunde hem in leven gehouden. Zijn eerste vrouw Jane heeft altijd voor hem gebeden, maar betwijfelt zelf of dat de truc gedaan heeft bij deze verstokte atheïst.

‘Stephen kon een heel universum vormen in zijn hoofd. Hij kon natuurlijk niet meer op een bord tekenen en dergelijke. Dus hij moest wel. Op die manier kwam hij tot zijn theorieën,’ een oud collega van hem kan er nog niet over uit,

‘Hij was echt geniaal, hoor. Dat merkte je bijvoorbeeld in discussies met andere wetenschappers. Ongeacht wat je naar voren bracht, hij diende je direct van repliek!’ Er ging een hele wereld schuil achter dat kleine voorhoofd……

Zijn zoon vertelt hoe zijn vader hem eens antwoordde op de opmerking ‘Pappa, kunnen er overal kleine universa zijn? In allerlei dimensies? Is dat mogelijk?’ met ‘Er is geen idee gek genoeg om te onderzoeken.’ Niks: ‘Doe niet zo raar, zit niet zo dom te lullen, dat kan niet. Omdat ik het zeg.’  Verfrissend.

Heks raakt helemaal geïnspireerd. In mijn hoofd zitten hele universa verborgen. En ik heb de meest krankzinnige ideeën over de schepping en het heelal. Ik ben dan wel geen natuurkundige, hoewel ik het altijd een mooi vak heb gevonden. Ik ben een mystica. Ook mijn hoofd reageert op symbolen en waarnaar ze verwijzingen. Maar ik heb een iets ander invalshoek. Ik roep al heel lang, dat mijn vak van toverheks heel erg logisch is.

Wiskunde met haar Heilige Geometrie overlapt in mijn optiek mijn invalshoek en die van de natuurkunde. En alchemie natuurlijk. Alleen delven wij het goud in ons hart.

Misschien doe ik het wel zo goed met mijn ziekte, omdat ik altijd bezig ben gebleven om met te verdiepen in esoterie. Was ik zonder mijn heksenbezem al lang in een rolstoel beland. Of chronisch in bed.

‘Heb je ook pijn,’ vraagt Dara Ó Briain aan Hawking, zo’n drie jaar geleden. ‘ALS gaat niet gepaard met pijn. Ik ondervind wel ongemak, omdat ik niet kan gaan verzitten in mijn rolstoel.’ Gelukkig maar. Pijn is niet fijn verzeker ik je.

‘Wat ik veel vervelender vind is dat ik niet terug kan praten als iemand tegenover me zit. En mensen hebben niet altijd het geduld om te wachten tot ik ben uitgetypt.’

Tel uw zegeningen, Heks. Jij kletst altijd als de beste. Iedereen komt altijd overal naar je toe voor een gezellig praatje. Je loopt kaarsrecht met je rare rug. Je ziet aan niets hoe belabberd je er eigenlijk bijhangt. En dat is best lastig af en toe. Want je wordt veel te hoog ingeschat. Maar het is ook een groot goed.

 

UNREST: Een film over mijn aandoening ME. Eindelijk! Het is ongelofelijk hard nodig dat er begrip komt voor deze conditie. Al is het alleen maar om schreeuwlelijkerds en goedbedoelende vrienden, die me bij voortduring ongevraagd advies geven of zelfs uitschelden voor aansteller, eens definitief de mond te snoeren. Maar ook artsen en behandelaars zouden er goed aan doen om eens naar die film te gaan kijken. Zodat ze ophouden ons te beschadigen met hun hopeloze behandelmethodes……….

download-41

Als maandagmorgen tegen elven de bel gaat lig ik nog vast te slapen na een uiterst brakke nacht. Ik ben anderhalve dag geleden ouderwets volledig gecrashed. Het gebeurt me om de haverklap momenteel. Gisteren kroop ik de doodziek door mijn huis. Afgewisseld met een paar hele ellendige elektrische fietstochtjes met de hond. En eindeloos bewegingsloos in bed liggen.

Met op de achtergrond ‘The Nanny’ op de televisie. Stressvrije nasale Joodse humor en geen flikkerende beelden. Nog het ouderwetse degelijke camerawerk.

Nadat ik de tweede kop koffie die morgen ook weer door mijn bed heb gekieperd met mijn zwabberarmen geef ik het op om mezelf te reanimeren tot een leefbaar niveau. Mijn arme hondje moet maar een dagje zijn gemak houden. Morgen is er weer een dag.

Dat was gisteren. Vandaag is het niet veel beter. Alleen mijn hoofdpijn is een beetje gaan liggen. Mijn buik heeft het balletje overgenomen. God kolere. Ik verrek van de pijn. Door mijn hele lijf. Behalve mijn hoofd. Die wilde ik er gisteren nog afhakken. Tel uw zegeningen.

Ik steek mijn pijnvrije zone uit mijn keukenraam. Het is een bevriende buurtbewoner met hond. Ik kwam hem gisterenavond na zo’n ellendige fietsronde tegen hier voor de deur. Hij zag mij het huis binnenkruipen en nu komt hij kijken hoe het met me is.

Brullend komt hij mijn verduisterde huis binnen. Ik moet dit en ik moet dat. Dit kan toch niet zo. Ik moet naar een dokter. Ook suggereert hij dat mijn financiële ‘Zwaard van Damocles’ een rol speelt in mijn misère. Ik heb hem in vertrouwen daarover verteld. Hetgeen me al op veel onbruikbare raadgevingen kwam te staan.

Ja, als het zo gemakkelijk op te lossen was had ik dat natuurijk al lang gedaan. En natuurlijk word ik er emotioneel van. Wie zou er geen emotionele pijn hebben in zo’n hopeloze kutsituatie? Geen mens ter wereld. Met een hart in zijn of haar donder dan. Een beetje narcist wordt er natuurlijk niet heet of koud van.

Onbegrip. Daar is het weer. Terwijl hij staat te schreeuwen wat ik allemaal moet doen heeft hij geen idee hoe doodziek ik me voel. Nog geen koffie en pijnstillers gehad om enigszins uit te deuken.

‘Luister,’ probeer ik er tussen te komen, ‘Ik ben gewoon ziek, Blafman. Ik heb een ellendige kutziekte en ik heb een bijzonder slechte dag. Bijna elke dag momenteel. Gisteren ook al, gewoon teveel gedaan. Bijna niks hoor, maar dat is alweer teveel. Wat denk je dat een dokter gaat zeggen? Daar heb ik toch al dertig jaar geen bal aan! Het heeft totaal geen zin om daar nu naartoe te gaan met mijn lamme lijf’

Mijn vriend luistert niet echt. Ik moet dit en dat. Weer suggereert hij dat praktische problemen ervoor zorgen dat ik me zo ellendig voel. ‘Ja, Blafman, natuurlijk helpt het niet mee als je vreselijke stress hebt over zoiets stoms als geld en dergelijke. Maar dit is gewoon mijn ziekte ME. Ik ben doodziek en er is niks aan te doen. Ik zit het dus maar weer uit……’

‘Maar zou je asjeblieft mijn hondje even mee kunnen nemen op je uitlaatronde? Dat arme beest heeft veel te weinig gehad gisteren!’ Heerlijk als hij dat wil doen, dan kan ik mijn bed weer in. Snel lijn ik het arme beest aan.

‘Je zit gewoon vast in een ziektebeeld, Heks,’ begint Blafman weer. Ik ontplof. Doe de voordeur open. ‘Ga weg. Laat die hond maar hier. Ik ga zelf wel, als ik mijn pijnstillers op heb. Wegwezen nu. Ik zit niet vast in een ziektebeeld, Ik ben ziek. En vandaag heb ik een hele slechte dag.’

‘Ik heb geen behoefte aan geschreeuw en oordelen. Sterker nog, dat doet letterlijk pijn aan mijn oren en aan mijn hart. Ik heb behoefte aan praktische hulp. Iemand die iets voor me doet….’ denk ik erachteraan. Mijn vriend is al de trap afgelopen. Scheldend en tierend. Verbijsterd kijk ik hem na.

Ik ben stomvervelend hoor ik hem beweren. Eigenwijs en strontvervelend. Ja. Het zal wel. Het ligt weer aan mij. Ik stel me aan, wil niet luisteren, los mijn problemen niet op en wil maar niet beter worden. Dat ik me intussen nog veel ellendiger voel door zijn geschreeuw ontgaat hem volkomen.

Het is wat mensen met ME heel vaak naar hun kop krijgen. Behandelaars, politiek, vrienden en familieleden? Ze weten het allemaal zo goed. Met enige regelmaat krijg ik weer een stom advies. Om me te laten deprogrammeren bijvoorbeeld. Zodat ik anders over mijn ziekte denk en mezelf niet wanhopig vast houd aan mijn ziektebeeld.…..

JENNIFER BREA; OMAR WASOW; UNREST

Uit onderzoek is allang gebleken dat deze aanpak contraproductief is. Maar toch houd men hardnekkig vast aan het idee dat wij niet beter willen worden. Dat ons ziektebeeld ziektewinst oplevert. Dat wij verkeerd met stress omgaan en zodoende onze klachten in stand houden……En dat dat ons iets oplevert waar we blij van worden.

Ik zou eerlijk gezegd niet weten wat. Dat vertellen deze adviseurs van lik mijn vestje er nooit bij.

‘Wat doet u allemaal om uw klachten in stand te houden,’ was ooit de eerste vraag bij een in ME gespecialiseerde gezondheidspsycholoog in het ziekenhuis. Maar het is niet alleen de medische wereld, die denkt dat wij onszelf ziek houden doordat we iets fout doen of denken.

Het is me zelfs door de beste vrienden verweten. Met de beste bedoelingen.

Onlangs kreeg ik uit die hoek nog het dringende advies om me voor een heleboel geld te laten treiteren door een stel therapeuten om mijn stressrespons te deprogrammeren…….. Ik moet me daar dan met hand en tand tegen verdedigen. Heel vermoeiend. En ik ben al zo moe.

‘Je moet je niet zo wentelen in je kwaaltjes,’ zei mijn vorige huisarts jaren geleden toen ik zo ziek als een hond op haar spreekuur zat. Ik moest toen ook nog eens het ziekenhuis in voor een ingrijpende operatie, maar thuiszorg-hulp in de huishouding wilde het stomme mens niet regelen voor me.

‘Zoek maar een Pools meisje om te stofzuigen enzo. Die zijn lekker goedkoop,’ zette ze me aan tot illegale praktijken. Huilend ben ik toen maar weer naar huis gekropen. Redelijk genezen van het idee dat iemand mijn ziekte ooit serieus zou nemen.

‘Een collega van me heeft ME gekregen. Nu weet ik dat het geen aanstellerij is,’ zei een bevriende huisarts ooit tegen me, toen ik al twintig jaar ME had. Oh, lekker is dat. Dus decennia lang heb ik me in jouw optiek lopen aanstellen…….

Vrijdag neemt Steenvrouw me mee naar de film Unrest. Gemaakt door Jennifer Brae, zelf al jaren ME-patiënt. Als je die film gezien hebt heb je mijn levensverhaal gezien. Van de afgelopen dertig jaar. Mijn ellendige zieke bestaan.

‘We mankeren allemaal wel iets,’ bagataliseert een familielid onlangs nog mijn ‘gezeik‘  als ik haar vraag hoe het met me gaat tracht te beantwoorden.

Ja. Maar niet dit. Geen invaliderende onzichtbare ernstige ziekte. Waar je dan vervolgens in je eentje voor staat. Niet gesteund door de medische wereld. Uitgekotst door je omgeving. Als aanstelster. Hysterica. Hypochonder en wat al niet meer. Afschuwelijk. Je wenst het je ergste vijand niet toe.

De grootste doodsoorzaak onder ME patiënten is suïcide. ‘Het is een dagelijks gevecht om het niet te doen en ik ben best trots dat ik nog leef,’ aldus iemand in de film. Volstrekt herkenbaar. De reden dat ik nog leef is de zorg voor mijn huisdieren. Wat zouden ze zonder me moeten? En ik zonder hen?

Evenzogoed is me door mijn financiële vinger-in-de-pap-mensen geadviseerd mijn beesten naar het asiel te brengen. Ja, wat een geweldige raad zul je zeggen. Als je haar dood wilt hebben. Die mensen hebben echt begrepen hoe jouw leven eruit ziet en wat je nodig hebt……

Om de stekker er helemaal uit te trekken!

JENNIFER BREA; OMAR WASOW; UNREST    Jennifer heeft een leuke lieve man om samen mee in bed te liggen. Ik heb mijn beesten. De leuke lieve man is nooit gekomen helaas. Mijn exen hadden over het algemeen niet zoveel op met mijn ziekte………..

‘Niet bitter worden, Heks, ik meen zoiets te bespeuren op je blog,’ krijg ik onlangs nog naar mijn hoofd. Ja, ik moet gezellig en vrolijk blijven, ook al voel ik me kut, krijg ik allemaal gezeik naar mijn kop en staat de wereld bol van het onbegrip rondom mijn aandoening. Godkolere.

Gelukkig is er nu een film waarin haarfijn wordt uitgelegd wat mijn ziekte inhoudt en wat het betekent voor je miserabele leventje als je het hebt. Ik hoop dat er zoveel mogelijk mensen naar gaan kijken. Zodat ik in plaats van beledigingen, domme opmerkingen, commentaar en ongevraagd advies eens wat vaker hulp krijg.

Facebookpagina van Unrest.nl

Kijk hier voor 6 euro de hele film op Vimeo! 

 

 

Brave hondjes en vechtende baasjes: Kom niet aan m’n hond en een hoed dragen is niet gezond. De grootste tuttebel is blond. En rond. En Heks is maar een chique stuk stront. Lult die troela uit haar kont…….

Ys ren zand25

Na een paar dagen in mijn bedje ga ik gisteravond toch naar het hondenstrand in Noordwijk. Ik trek een zwierige lange jurk aan, knikker een flinke strohoed op mijn kop en gris op het laatste moment een sjaal van de kapstok. Gelukkig maar, want het is frisjes aan de  kust. Er staat een verkoelend briesje en de zon gaat grotendeels schuil achter wat vage bewolking.

De dunne katoenen sjaal laat zich helemaal uitvouwen tot een enorme omslagdoek. Als ik het strand oploop slaat een stevige frisse wind me tegemoet. Ik wapper de doek in de lucht en een windvlaag vormt em om mijn lijf. Een aantrekkelijke dame loopt me tegemoet. Verrukt wijst ze op mijn outfit: ‘Wat prachtig! Zo mooi bij elkaar gecombineerd!’ Ik geloof dat ik sjans heb van dit lekkere stuk. Ha leuk. Ik bedank haar voor het compliment.

Varkentje heeft er zin in vandaag. Enthousiast jaagt hij achter de bal aan. Als een jonge god sprint mijn bejaarde viervoetige vriend voor me uit. Snorkelend duikt hij door de branding en vist zijn prooi uit de golven. Gnuivend wordt die vervolgens weer voor mijn voeten gegooid. Een spel zonder einde. Als het aan mijn hondje ligt dan….

We zijn al een flink stuk richting Katwijk gelopen als er een kudde joggers van alle leeftijden langs zwoegt. Met rode, oranje, paarse en/of opgezwollen koppen van de inspanning sjokken ze in een sukkeldrafje door het rulle zand. Een groep vrijwilligers deelt bekers water uit.

Dubbel van de lach kijken ze naar een venijnig oud vrouwtje die de inhoud direct verwoed in haar eigen gezicht smijt. Stoom stijgt op vanuit haar permanentje, maar ze houdt stand!

Ik loop naar de duinrand en vlij tussen het helmgras. Ysbrandt rolt zijn natte magere lijfje net zo lang door het zand totdat hij op een gepaneerde slavink lijkt. ‘Goeie hemel, wat zie je er uit, varken,’ Heks moet lachen om haar gekke hondje.

Op de terugweg vraagt hij weer om een balletje. In een poging me zover te krijgen springt hij tegen mijn benen op. Au! Een grote rode kras loopt over mijn bovenbeen. Mijn monster heeft scherpe nagels! ‘Wegwezen nu,’ vermaan ik hem. Hij zigzagt voor mijn voeten. Plotseling voel ik hoe leeg mijn tank is. De wandeling heeft me uitgeput en ik moet nog helemaal terug!

Bij een strandtent strijk ik neer op het terras. Overal mensen met hondjes. Gelukkig is er nog precies 1 plekje vrij voor ons. Als ik wil gaan zitten propt een enorm dik volgevreten zwart bakbeest van een woefer zich tussen het tafeltje en mij. Hij plet me volledig en zet Ysbrandt klem. Die zit ook nog eens aan de riem: Een recept voor moeilijkheden. Als ik niet uitkijk gaat hij mij nog verdedigen tegen deze tientonner.

Ik kan geen kant op. ‘Vort, beest, ga eens weg,’ ik kijk om me heen naar de eigenaars, die zitten een tafeltje verderop. Ze geven geen sjoege. Ongeïnteresseerd zitten ze ieder voor zich naar hun mobiel te staren. ‘Kunt u uw hond alstublieft terugroepen?’ Geen reactie. Ik duw nog eens tegen het gevaarte. Geen beweging in te krijgen. Ik kan geen kant op. Ik kan niet eens gaan zitten….

Nog een keertje verzoek ik de baasjes om die functie waar te maken. Weer laten ze me kletsen. ‘Hup,’ roep ik uiteindelijk keihard tegen de hond, terwijl ik hem wegduw. Eindelijk komt er beweging in het beest. Maar ook in de eigenaars! De vrouw begint opeens tegen me te krijsen. ‘Ken je dat niet ff normaal vragen, stom mens, ik pik het niet, bladiebla, …..’ Ik kijk haar met stomheid geslagen aan.

Als ik mijn stem hervind blijf ik vriendelijk. Een bal van woede vormt zich echter in mijn maag. ‘Ik heb u twee maal beleefd gevraagd om uw hond terug te roepen,’ mijn reactie is aan dovemansoren! Het wijf schreeuwt en schreeuwt. Allerlei rare dingen, ik snap er geen kloot van. Wel ben ik intussen ook razend. Het hele terras geniet lekker mee. Het lijkt wel de climax van een Griekse Tragedie. Met een stelletje geblondeerde Hagenezen in de hoofrol.

Of ik maar ergens anders heen wil gaan, dit is een hondentent, dus honden mogen hier blijkbaar alles. Dat er een bord met een levensgroot verzoek hangt om je hond aan te lijnen geldt blijkbaar niet voor hen. Ze blèrt en blèrt dat het een lieve lust is. ‘Ga weg, ga ergens anders zitten, ophoepelen nu….’ dreigt ze. Ik peins er niet over en vertel haar dat.

‘Ja, jij denkt maar dat je overal maar kan gaan zitten met je sjieke hoed!’ Walgend blikt ze met haar zure kop naar mijn fabuleuze hoofddeksel. Het is inderdaad een prachtig exemplaar, je kunt er zo mee naar een Engelse bruiloft in de high society. Vraag maar aan mijn vriendinnetje Trui, zij heeft hem voor een dergelijk doel geleend ooit.

‘Oh, gaat het daar om,’ opeens is het me duidelijk wat hier speelt. Ouderwetse jaloezie en afgunst. Het mens kan me gewoonweg niet uitstaan: Zo’n superlang supeslank fotomodel in prachtige outfit. Dat ik een halve zachte menopauzale MEpatient ben en op mijn tandvlees loop ontgaat haar volkomen. Ze heeft haar oordeel klaar. Ik besluit er verder het zwijgen toe te doen. Dit is een hopeloos geval!

Dus draai ik hen de rug toe en ga zitten. Vanbinnen ben ik helemaal door elkaar geschud van het verbale geweld. Ik moet moeite doen om niet iets heel verschrikkelijks terug te roepen. ‘Ademhalen, Heks, ga terug naar je adem…’

Achter me hoor ik die stomme troela over me smiespelen. ‘Ze zijn allemaal veel te dik daar,’ fluister ik uit frustratie tegen mijn hond. Uit wraak vooral. ‘Vooral die hond, wat een gestopte worst!’

‘Ga maar lekker naar dat stomme wijf, hoor, van mijn mag je,’ gilt de vrouw dan weer plotseling met haar weinig chique doorrookte stemgeluid. Ze heeft zich helemaal vastgebeten in haar verhaal!

Verwoed probeert ze de goeiige vetgemeste ondefinieerbare zwartharige vuilnisbak mijn richting in te dirigeren. Misschien hoopt ze dat ik bang ben voor grote honden….. ‘Vooruit, jaag haar maar weg, met haar kapsones en haar stomme hoed.’

Enige tijd later stapt de familie Flodder op. Ik kijk hen na vanachter mijn zonnebril. Een mooie gezonde blonde matrone met man, kind en hond. Tel uw zegeningen! Ze draait zich  pontificaal om. Gemelijk kijkt ze terug. Ze gaat er helemaal voor staan. Wijdbeens en met een triomfantelijk minachtend lachje om haar ontevreden mummelmondje.

De mooie avond is bedorven. Ik voel flarden woede door me heen wolken. Ook ben ik opeens verdrietig. En het is plotseling erg koud geworden. De inderhaast verorberde bosbessen-smoothy ligt als een bevroren plas in mijn net van zomergriep herstelde maag. Het is mooi geweest. We gaan lekker naar huis…..

Thuisgekomen ben ik nog steeds uit mijn hummetje. Wat gebeurde daar nu eigenlijk? En waarom raakt het me zo?

Ik besluit te gaan mediteren. Eerst even inspiratie opdoen uit het boek van Thay, ‘Innerlijk vuur.’ Lukraak open ik het. “Als je de pijn van de ander kunt zien, kunt zien hoezeer de ander lijdt, verdwijnt je woede…. blabla.” He getsie, daar heb ik helemaal geen zin in. Het laatste wat ik wil is mededogen hebben met die blonde troela.

Ik ga in de herkansing met het boek.  Opnieuw sla ik het open. “Als je compassie kunt generen verdwijnt je woede als bij toverslag….” luidt de tweede tekst.  Vooruit dan maar, ik ontkom er niet aan…..

Stil op mijn kussentje ademend kom ik er warempel achter wat hier speelt. De vrouw doet me denken aan iemand waar ik veel van houd. Ze bezorgt me exact hetzelfde gevoel! En ik vermoed dat er precies dezelfde motivatie achter haar gescheld op Heks zit als bij die persoon: Jaloezie, afgunst, onzekerheid, zelfhaat.

Want dat is wat ik ook hoor tussen de regels door: Ze haat zichzelf, haar dikke uitgedijde lijf, haar onbeduidende gezicht van 13 in een dozijn, haar middelmatige leventje met man en kind. Dingen waar ik overigens voor zou tekenen! Maar goed.

Zelfafwijzing, die bron van alle kwaad.

We hebben er allemaal last van. Daarom ben ik extra lief voor mezelf vanavond op mijn kussentje. Ik troost mezelf voor alle keren dat mijn medezusters me uit jaloezie onderuit hebben geschopt. Vrouwen kunnen echt monsters zijn onderling, gemene klerewijven, geniepige kuttekoppen!

Ik laat mijn mededogen uitgaan naar al die formidabele dames die denken dat ze niet slank, mooi, slim of sexy genoeg zijn. Ook naar die taart, die vanavond haar laffe ongezouten mening over me heen heeft gebraakt. Opeens begrijp ik dat al die afschuwelijke dingen die ik hoorde in mijn hoofd als reactie op haar gescheld bij haar horen. Het is hoe ze over zichzelf denkt. Niet al te best.

Het dringt tot me door dat ze die mening feilloos om zich heen projecteert. Ze legde me de woorden bijna in de mond, ik kon nog net voorkomen dat ik iets heel onaardigs of verschrikkelijks terug riep naar het mens. Ze heeft van mij een superieur wezen gemaakt, dat op haar neerkijkt. Althans in haar optiek.

IMG_8799

Ik ben er eigenlijk helemaal niet aan toegekomen om me onbevangen een mening over de vrouw te vormen. Ik kom niet verder dan wat ze met haar acties bij me oproept…..

Ja, we moeten af van het meerderwaardigheidscomplex, minderwaardigheidscomplex en gelijkheidscomplex. We moeten af van het afgescheiden zelf!

Rustig adem ik tot alle emoties en floddergedachten zijn gezakt. Dit is praktiseren. Dit is wat Thich Nhat Hanh bedoelt: Je moet oefenen, beoefenen. Pas dan veranderen er dingen, pas dan ga je groeien.

Een hele tijd zit ik met alles wat er is. Tot het genoeg is.

Kalm en tevreden schuif ik later mijn bedje in. Ik zal vast nog wel rare jaloerse dames tegenkomen in mijn leven. Hopelijk komt het dan niet meer zo bij me binnen……