Hoera, het is volop lente! Moeder natuur draagt haar schitterende bruidskleed! Heks kruipt onder haar steen vandaan om naar buiten te gaan…. Ik fiets me suf op die ouwe trouwe Batavus. Met lekker wat trapondersteuning. En fietskar……… Zo redden we het wel op en neer naar het Valkenburgermeertje, mijn kleine hondje en ik!

Zondag fiets ik aan het eind van de middag de stad uit. VikThor zit in zijn kar. In een parkje aan de Singel laat ik hem zwemmen. Het ene bommetje na het andere produceert mijn kleine stoere mannetje. Tot groot vermaak van de omstanders. Het is ook geen gezicht, zo’n vliegende hond.

Zijn laatste kunststukje is direct op de bal duiken, kopje onder gaan en vervolgens met bal in bek weer boven komen. Voorwaar geen sinecure na een vlucht door de lucht!

Vanmorgen hebben we ook al uren in dit park doorgebracht. Nu echter gaan we door. De hete stad uit. Hop, naar het Valkenburgermeertje!

Daar zit Vlinder op me te wachten op een terrasje. Met haar lief. Ze gaat hem aan me voorstellen. Aan de keuringsdienst van waarde zogezegd.

Als ik arriveer zitten ze al breed lachend op me te wachten. Vik springt een gat in de lucht. Hij heeft de diepe liefde van Ysbrandt voor Vlindertje zonder meer overgenomen. Tevreden nestelt hij zich aan haar voeten.

Na een uurtje keuren en kletsen gaan mijn vrienden er vandoor. Goedgekeurd hoor! Heks gaat ook weer fietsen. Ik besluit nog eventjes naar Wassenaar te gaan. Hemelsbreed niet eens zo ver. Prachtig door de weilanden. Langs sloten en vaarten.

VikThor springt sloot in, sloot uit. Hij is toch weer zo gelukkig! In Wassenaar kom ik een paar jongetjes tegen. Een beetje in de leeftijd van de karakters uit Southpark. Eric Cartman en Kyle zeg maar.

‘Mogen wij een keertje met dat balletje gooien?’ vraagt Cartman. Zijn ondeugende koppie kijkt me enthousiast aan. Zijn vriendje staat me ook al te observeren.

Natuurlijk mag dat. Het volgende kwartier zijn de jongetjes druk in de weer met mijn hondje. Die qua hondenjaren ongeveer even oud is. Grappig toch weer!

Als ik terug ben bij het Valkenburgermeertje raak ik aan de praat met een vrouw in een rolstoel. Met hulphond. Ze vertelt me haar halve levensverhaal. Niet zozeer over wat ze mankeert, maar over haar spirituele reis door het leven. Een geschiedenis met veel dieptepunten, tegenwerking en duistere krachten……

Ja, helaas trekt groot licht vaak ook duisternis aan. Zoals motten onweerstaanbaar worden bekoord door een gemiddelde lamp. Heks mag van geluk spreken dat ze niet zo’n licht is……

Alhoewel…. Ik heb ook een flinke dosis duistere idioten te verstouwen gekregen in mijn amoebe-leventje.

Eenmaal terug in Leiden kan ik geen pap meer zeggen. Ik val in slaap zonder te eten of me zelfs maar uit te kleden. De beesten hebben gelukkig wel te eten gekregen.

Uren later word ik wakker. Het is alweer licht. Ik laat de hond uit en eet een banaan. Laat ik maar weer naar bed toe gaan…..

Maandagavond fiets ik alweer naar het Valkenburgermeer. Opnieuw rijden we helemaal door naar Wassenaar. En alweer kom ik jongetjes uit Southpark tegen. Ze springen een gat in de lucht als ze VikThor zien! Ze zien er niet alleen Amerikaans uit,  ze praten het ook. ‘We zitten op de American School of the Hague,’  klessebest Eric opgewekt tegen me.

Ze spreken werkelijk geen woord Nederlands. Een bizar verschijnsel in dit oer Hollandse landschap. Dit landschap van mijn jeugd. Deze weilanden waar ik als kind placht rond te dwalen. Weliswaar net iets oostelijker dan deze polder. Deze kleiklontgrond waar mijn wortels liggen……

De jongetjes hebben de hele middag gevist, maar niks gevangen. ‘We hadden wel tien wormen gevonden, maar het hielp niets,’ verklaart Kyle.

Vervolgens gaan ze als een dolle met mijn hondje aan de gang. Die plonst keer op keer in de vaart. ‘Zal ik ook springen?’ gilt Cartman dan telkens. Van mij mag hij. Het joch is sowieso al kletsnat.

‘Dat komt omdat we dit doen,’ schreeuwt Kyle begeesterd, terwijl hij de emmer water, waar ook vis in had moeten zitten, omkeert boven zijn ondeugende koppie. Cartman volgt zijn voorbeeld. ‘Nou moet ik zeker in de vaart springen,’ krijst hij vrolijk.

Toch springt hij niet. Waarschijnlijk heeft zijn moeder het hem verboden. En haar verbod reikt ver! ‘Het is hier helemaal niet diep, hoor,’ Kyle heeft blijkbaar ervaring op dit gebied. Hij vertelt me een verhaal hierover dat ik niet snap. Niet vanwege de taalbarrière, maar omdat het zulke ongelofelijke kleine-jongetjes-logica is……

Op de terugweg pak ik een terrasje aan het meer. Heerlijk zit ik een uurtje te peinzen temidden van een dampende menigte uitgelaten mensen. Wat een drukte!

De molen van Molenaar!

Op mijn gemakje peddel ik terug naar de stad. Het is genoeg afgekoeld om mijn ventje te laten lopen. We fietsen nog een ommetje door de polder waar ik dan wel ben opgegroeid, de Stevenshofjespolder, langs de molen van Molenaar, maar dan is het toch echt mooi geweest.

Even later fiets ik de warme stad weer in. De terrasjes puilen uit. Het is al negen uur intussen. Thuis plof ik in mijn stoel. Zal ik eventjes gaan liggen? Eerst de beesten eten geven en dan…… Uren later word ik wakker.

Gelukkig heb ik ’s middags warm gegeten. Wijs geworden door een paar dagen overslaan. Even tanden poetsen, hond uitlaten en dan……. weer naar bed gaan.

Verse vis en rotte vis, Heks neemt beiden voor wat het is: Vrolijke islamitische noot na mentale tik van Leidse klapperkloot! En mijn kerstdiner is klaar. Echt waar! Gemarineerde kabeljauw met gember, kurkuma en laos uit de oven.

toverheks.com - 2 (17)

‘Kabeljauwwww, een hele kilo voor twaalf eurootjes! Ja lieve mensen, het is echt waar!’ De jonge moslima in mijn favoriete viskraam schreeuwt de hele boel bij elkaar, ‘Verse schol, neem mee die hap! Dit kun je niet laten liggen! Een kilo voor twaalf vijftig!’

Heks is blijven staan. Ik weet nog een heel lekker recept met kabeljauw. Ik heb het al in geen eeuwen gemaakt, want er zit sojasaus in. En zure room…….  En ook nog eens kaas! Maar als ik daar nu eens iets op verzin? Het recept een beetje omwerk? Die laag kaas is sowieso niet essentieel. Room is geen probleem, die maak ik van cashewnoten….. Maar om die soja te vervangen moet ik echt iets goeds bedenken!

‘Doe mij maar een kilo,’ onderbreek ik haar geblèr, ‘Je hebt overigens een geweldig stemgeluid! Perfect voor in de marktkraam! Een groot talent!’ grap ik erachteraan. ‘Ha, horen jullie dat? Ik ben ontdekt! Ik heb een prachtige stem!’ gilt ze enthousiast tegen haar collega’s, ‘Dank u wel voor het compliment!’ Intussen pakt ze de superverse vis in.

‘Oh, is dat zo? Biedt iemand je soms een baan aan?’ Een grote kerel achter in de kraam draait zich om en kijkt me geringschattend aan, ‘U mag haar zo meenemen hoor, liever vandaag dan morgen….’ vervolgt hij bulderend van de lach.

‘Zeker familie van je?’ gok ik. Van je familie moet je het meestal niet hebben. ‘Ja, het is m’n broer….’ ‘Hij is gewoon jaloers op je communicatieve vaardigheden…’ troost ik de jongedame. Aan haar reactie te zien zit ik er niet eens zo ver naast. Schaterlachend nemen we afscheid. Wat een grappige ontmoeting bij deze kraam vol verse vis. Een leuke ervaring!

Heel wat beter dan de aanvaring met de man, die me vijf minuten daarvoor voor rotte vis uitschold. En waarom? Omdat ik kreunde, terwijl ik tegen een brug optornde. ‘Jeh, hou je grote bek, je mot geduld hebben stom wijf, er zijn nog meerrrr mense in de weweld hoh…. Kankerdekankerdekutkutkut…’

Verbijsterd kijk ik in het gezicht van een mij wildvreemde Leidse inteeltkop. Een ouwe gluiperige glibber van een vent met een krijsend kind op de arm. Naast hem een zonnebank bruin gebraden vrouwtje met een toef wit gebleekt schaamhaar op haar kop. Een kinderwagen uitpuilend van de kerstinkopen staat overdwars tussen hen in. Er is geen doorkomen meer aan.

Als een dikke druilerige zongebuinde gezinsdrol constiperen ze de doorstroming op dit deel van de markt. Ik sta nog steeds glazig te gapen naar de kerel met gezin. ‘Waar heeft u het over?’

‘Ja, juh stomme twut, jij mot niet denke dat je bladiebla. Belachelijk, wat mot dat? Dan? He? Had je wat?’ Raaskalt de idioot maar door. Wijdbeens verspert hij me nu echt de weg.

‘Hou je bek,’ bijt ik hem toe, ‘Wat denk je wel, eikel? Ik heb het helemaal niet tegen jou, dat gezucht. Ik heb je niet eens gezien,’ de schlemiel komt nauwelijks tot m’n navel, ‘Ik moet tegen die brug oplopen en heb last van mijn lijf. Dus opzouten nou voor m’n neus vandaan met je gezever. Oprotten mafkees.’

‘Juh. Stom klotewijf, doet effe normaal!’ gilt zijn Leidse moppie nu samen met hem in koor. Alsof ik iets geks zeg. Alsof ik me misdraag! Alsof ik hen de weg versper……

toverheks.com

toverheks.com

Heks loopt snel door. Wat een hopeloos stel mensen. Goddank ga ik daarna vis kopen. Die ontmoeting maakt veel goed.

Een dag later marineer ik de kabeljauw in witte wijn, madeira, kurkuma, laos en gember, citroensap, sesamolie, vissaus en een scheut worcestersaus zonder soja en gluten. Ik gooi er nog wat citroenblad en sereh bij, alsmede een sjalotje, de rasp van een limoen en een mandarijntje en een lekker rood pepertje.

Het originele recept van de marinade is sherry, kurkuma-, laos-, gemberpoeder en sojasaus.

Leg de uitgelekte vis in een ovenschaal. Bak een paar uiten in de koekenpan, voeg de marinade toe, een blikje tomatenpuree en tot slot de room. Ik maak hiervoor room van rauwe cashewnoten. Giet over de vis. Dek af met een laag geraspte kaas, behalve als je geen lactose verdraagt……

Oven voor verwarmen op 200 graden en drie kwartier laten garen: Fenomenaal lekker met rijst en een salade!

‘Kom je morgen eten?’ app ik Steenvrouw die avond. En ja, ze komt. Als we samen zitten te smikkelen verklap ik dat ik een hele bak van dit goddelijke goedje heb ingevroren voor eerste kerstdag. ‘Heb je zin om aan te schuiven?’

Langzamerhand krijgt mijn kerst vorm. Zat ik eerst nog de hele kerst in mijn eentje te koekeloeren zonder boom, nu krijg ik toch wat vrienden op bezoek. Steenvrouw komt dineren en de Don komt logeren. Op de valreep besloten. Hieperdepiep hoera!

toverheks.com

toverheks.com

 

Inspiratie en frustratie gaan vaak hand in hand. Zoals een kies en een tand. Door frustratie overmand? Neem het er eens even van: Met je hakken in het zand. Een bommetje doet overigens ook wonderen……..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM, ALS JE AAN KOMT RIJDEN IS HET BORD VERBODEN IN TE RIJDEN NIET TE ZIEN, OMDAT HET ENIGSZINS VERDRAAID STAAT. ALS JE GOED KIJKT ZIE JE EEN MINISCUUL ROOD RANDJE……

Maandagmiddag bel ik Kras. Ze komt om een uurtje of half vijf weer helpen met administratieve kutklussen. Al twee weken zijn we op dit tijdstip met hopeloze instanties in de weer. Er is al een bezwaar de deur uit tegen een volstrekt achterlijke verkeersboete. Een straat inrijden, waar je dit ziet en dan 149 euro boete betalen? Ik dacht het niet! Ook zijn we bezig met  een rare rekening. Waarom betaalt Heks al jaren drie keer zoveel als de gemiddelde Nederlander voor bepaalde zaken? We snappen er niets van…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM , JE ZIET EEN BORD DAT JE 30 KILOMETER PER UUR MAG RIJDEN. DAT WEKT DE SUGGESTIE DAT JE DIE STRAAT IN MAG. DAT MOCHT OOK TOT VOOR KORT…….. HET VERBODSBORD ZOU PARALEL AAN HET RAAM ERACHTER MOETEN STAAN OM ZICHTBAAR TE ZIJN. NET ALS HET 30 KM BORD. HET STAAT ER ECHTER HAAKS OP……..

Maandagmiddag om drie uur heb ik er al een hele dag opzitten. Eerst porrelt er een parodontoloog eindeloos in de pockets onder mijn tandvlees. ‘Rondje A24, B12, 5mm, blabla,’ de man weet waar hij het over heeft. ‘Plak!’ klinkt het af en toe nijdig. Hoe is het mogelijk? Ik poets en schrob me een versuffing, maar toch zijn er een paar plekjes in mijn mond zo goed als ongevoelig voor mijn geraag en gezaag.

‘Er zit absoluut vooruitgang in, maar het herstel heeft tijd nodig. Het is in mijn optiek niet nodig om allerlei kiezen te gaan trekken. Het is zelfs maar de vraag of je er iets mee opschiet. Wel moet je die probleemkies laten checken door je tandarts. Volgens mij is hij dood.’

Er volgen nog allerlei aanbevelingen. Het duizelt me. Met een vette rekening loop ik de deur uit. Zelfs mijn gebit heeft last van mijn slechte immuunsysteem. De bacterieflora tiert werkelijk welig. ‘Maar een antibioticakuur is niet nodig. De echt gevaarlijke bacteriestammen zijn gelukkig niet terug te vinden in de kweek.’

Na deze meevaller komt de dame van stichting MEE op bezoek. Het is al de derde intake en we zijn er nog niet.  Ze is bezig om van alles voor me uit te zoeken. Maar concreet is er eigenlijk nog niets veranderd. Ook dit heeft heel veel tijd nodig. Als ik er een paar dagen later over mopper tegen de psychologe merkt zij gis op dat ik eerst roep dat er hulp moet komen en vervolgens commentaar heb op de manier waarop die hulp wordt geboden…….

Het is niet gauw goed.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Maar ja, het blijft moeilijk dat iedereen altijd het naadje van de kous moet weten voordat er een helpende hand wordt geboden. Goddank ben ik geen vluchteling. Of een moeder met een beperking. Dan heb je wat dat betreft echt geen leven meer. Verhalen van Kris over haar Afrikaanse vrienden alsmede de tragische gebeurtenissen in het leven van een buurvrouw van Heks bevestigen dat.

Hoe kwetsbaarder je bent, hoe meer bemoeienis. Mijn behoefte aan meer autonomie heeft gemaakt dat ik het roer van mijn amoebebestaan maar weer eens radicaal aan het omgooien ben, maar het is van de regen in de drup. Althans, daar lijkt het op.

Aan het eind van de maandagmiddag staat dan eindelijk de afspraak met Kris gepland. Het is verrukkelijk weer. Ik ben zo moe als een hond. Heks heeft al haar kruit verschoten met al die voorbereidende werkzaamheden om meer hulp te krijgen. Ik moet er niet aan denken dat ik mezelf nu nog in de administratieve toestanden ga begraven. Bovendien moet mijn hondje er nodig uit.

Ga je mee naar het strand?’ Kris reageert enthousiast op mijn voorstel. Alleen loopt zij bepaald niet gemakkelijk in het mulle zand. En er moet nu eenmaal gelopen worden met mijn ADHD hondje…… ‘Ik heb nog een beter idee, laten we naar het Valkenburgermeertje gaan. Daar is een geweldige uitspanning, dan lopen we eerst een stukje langs het water over een asfaltpad en pakken daarna een terrasje….’ Vorig jaar ben ik er vaak geweest. Toen VikThor nog een puppy was…..

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

Even later haal ik mijn vriendin op. Vrolijk snaterend rijden we de stad uit. Bij het Valkenburger meer parkeer ik mijn auto pal naast het wandelpad. We kuieren op ons gemak over het verharde pad langs het water. Mijn hondje springt er vrolijk in. Hij is gek op zwemmen.

Na de wandeling rijden we met de auto naar de andere kant van het parkeerterrein, want daar is het restaurant. ‘Haha,’ lachen we naar elkaar, ‘lekker decadent, dit kleine stukkie met de auto!’ Het is ook grappig. Belachelijk zelfs. Behalve als je slecht ter been bent, zoals mijn maatje, dan is zo’n kleine afstand onoverbrugbaar. Vooral als je door zacht zand en bobbelig grasland moet hobbelen…..

Met een glas verrukkelijke witte wijn in de hand en een bord woest wauwse worst  voor onze neus genieten we van deze heerlijke eerste echte lentedag. ‘Jeetje Heks, dank je wel voor deze geste. Het is hier heerlijk! Het is zo lang geleden dat ik dit soort dingen heb gedaan. Helemaal niet meer na de dood van mijn lief. Waarschijnlijk had ik anders gewoon de hele dag binnen gezeten!’ Mijn vriendin is in haar nopjes. Heks ook.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM ©TOVERHEKS.COM

Oh, wat is het toch belangrijk dat je van de goede dingen in het leven geniet. Zelfs in tijden van groot verlies, diep verdriet en enorme stress…… We hebben dan vaak juist de neiging om slechts te letten op alle negatieve gekkigheid, die onze initiële ellende alleen maar onderstreept. Heks is hierin bepaald geen uitzondering….

Een paar dagen later ben ik bij mijn tandarts op verzoek van de parodontoloog. Hij gaat testen of die verdachte heksenkies nog in leven is.  Goedmoedig schudt hij me de hand. Het is een extreem relaxte vent. Die maakt zich niet druk. Of dik. In no time lig ik weer met een opengesperd vogelbekje ondersteboven in zijn behandelstoel. ‘Hoe test je zo’n kies nu eigenlijk?’ Heks is best benieuwd wat er gaat volgen. Gaat hij foto’s maken bijvoorbeeld?

‘Door er iets kouds tegenaan te houden,’ klinkt het laconiek naast mijn oor. Direct daarop drukt hij een wattenstaafje gedrenkt in vloeibare stikstof tegen de kies. ‘Au,’ gilt Heks. De kies leeft nog.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

‘Nou ja, wat is dit nu voor een test? Had ik niet gewoon zelf een ijsklontje in mijn mond kunnen nemen?’ ‘Inderdaad,’ beaamt de tandarts mijn veronderstelling. ‘Had die parodontoloog dat niet eventjes kunnen doen? Zo moeilijk is dat toch niet?’ Heks kan er niet over uit dat een groot deel van haar beperkte tandbudget in dit stomme proefje is gaan zitten.

‘Ja, zo moeilijk is het niet, je kies leeft of niet. Je reageert op die kou of niet.’ Mijn tandenbeul doet geen moeite er een mooi verhaal van te maken. ‘Hij is zeker bang dat hij ruzie krijgt met jouw beroepsgroep,’ suggereer ik tenslotte. En dat blijkt inderdaad het hele eiereneten te zijn. ‘Hij is nu eenmaal geen tandarts, dus hij kan dat niet beoordelen,’ geeft mijn smoelsmid uitsluitsel.

Zo sta ik dan weer raar te kijken van ons achterlijke overbureaucratische kutlandje en zijn idiote regelgeving. Hele beroepsgroepen staan klaar om gezamenlijk zoveel mogelijk geld uit je zak te kloppen. Ze spelen elkaar eindeloos de bal toe. Of het nu gaat om bezopen verkeersboetes of overbodige medische handelingen: Het effect op mijn bankrekening is hetzelfde.

Ik zei nog zo: Geen bommetje……

‘Grote groepen mensen verdienen hun geld middels het leveren van wanprestaties. Er gaat bijvoorbeeld veel geld om in het tegenwerken van allerlei maatschappelijke processen, ‘ hoorde ik een nieuwetijdsgoeroe een keertje zeggen op televisie tijdens een pleidooi om iedereen een basisinkomen te verschaffen. Hij illustreerde zijn betoog met een serie afgrijselijke voorbeelden.

‘Heks, dank je wel voor maandag,’ app’t Kris me een paar dagen later. Ja, laten we vooral niet vergeten om van het leven te genieten. Het prachtige leven zelf. Met zon, zee, strand, hondjes, katten, vogeltjes, geitjes, kleine kinderen……..De goddelijke schepping. De wereld die wij hebben geschapen met zijn allen is al ziek genoeg. Helaas.

©TOVERHEKS.COM

©TOVERHEKS.COM

 

 

 

Brave hondjes en vechtende baasjes: Kom niet aan m’n hond en een hoed dragen is niet gezond. De grootste tuttebel is blond. En rond. En Heks is maar een chique stuk stront. Lult die troela uit haar kont…….

Ys ren zand25

Na een paar dagen in mijn bedje ga ik gisteravond toch naar het hondenstrand in Noordwijk. Ik trek een zwierige lange jurk aan, knikker een flinke strohoed op mijn kop en gris op het laatste moment een sjaal van de kapstok. Gelukkig maar, want het is frisjes aan de  kust. Er staat een verkoelend briesje en de zon gaat grotendeels schuil achter wat vage bewolking.

De dunne katoenen sjaal laat zich helemaal uitvouwen tot een enorme omslagdoek. Als ik het strand oploop slaat een stevige frisse wind me tegemoet. Ik wapper de doek in de lucht en een windvlaag vormt em om mijn lijf. Een aantrekkelijke dame loopt me tegemoet. Verrukt wijst ze op mijn outfit: ‘Wat prachtig! Zo mooi bij elkaar gecombineerd!’ Ik geloof dat ik sjans heb van dit lekkere stuk. Ha leuk. Ik bedank haar voor het compliment.

Varkentje heeft er zin in vandaag. Enthousiast jaagt hij achter de bal aan. Als een jonge god sprint mijn bejaarde viervoetige vriend voor me uit. Snorkelend duikt hij door de branding en vist zijn prooi uit de golven. Gnuivend wordt die vervolgens weer voor mijn voeten gegooid. Een spel zonder einde. Als het aan mijn hondje ligt dan….

We zijn al een flink stuk richting Katwijk gelopen als er een kudde joggers van alle leeftijden langs zwoegt. Met rode, oranje, paarse en/of opgezwollen koppen van de inspanning sjokken ze in een sukkeldrafje door het rulle zand. Een groep vrijwilligers deelt bekers water uit.

Dubbel van de lach kijken ze naar een venijnig oud vrouwtje die de inhoud direct verwoed in haar eigen gezicht smijt. Stoom stijgt op vanuit haar permanentje, maar ze houdt stand!

Ik loop naar de duinrand en vlij tussen het helmgras. Ysbrandt rolt zijn natte magere lijfje net zo lang door het zand totdat hij op een gepaneerde slavink lijkt. ‘Goeie hemel, wat zie je er uit, varken,’ Heks moet lachen om haar gekke hondje.

Op de terugweg vraagt hij weer om een balletje. In een poging me zover te krijgen springt hij tegen mijn benen op. Au! Een grote rode kras loopt over mijn bovenbeen. Mijn monster heeft scherpe nagels! ‘Wegwezen nu,’ vermaan ik hem. Hij zigzagt voor mijn voeten. Plotseling voel ik hoe leeg mijn tank is. De wandeling heeft me uitgeput en ik moet nog helemaal terug!

Bij een strandtent strijk ik neer op het terras. Overal mensen met hondjes. Gelukkig is er nog precies 1 plekje vrij voor ons. Als ik wil gaan zitten propt een enorm dik volgevreten zwart bakbeest van een woefer zich tussen het tafeltje en mij. Hij plet me volledig en zet Ysbrandt klem. Die zit ook nog eens aan de riem: Een recept voor moeilijkheden. Als ik niet uitkijk gaat hij mij nog verdedigen tegen deze tientonner.

Ik kan geen kant op. ‘Vort, beest, ga eens weg,’ ik kijk om me heen naar de eigenaars, die zitten een tafeltje verderop. Ze geven geen sjoege. Ongeïnteresseerd zitten ze ieder voor zich naar hun mobiel te staren. ‘Kunt u uw hond alstublieft terugroepen?’ Geen reactie. Ik duw nog eens tegen het gevaarte. Geen beweging in te krijgen. Ik kan geen kant op. Ik kan niet eens gaan zitten….

Nog een keertje verzoek ik de baasjes om die functie waar te maken. Weer laten ze me kletsen. ‘Hup,’ roep ik uiteindelijk keihard tegen de hond, terwijl ik hem wegduw. Eindelijk komt er beweging in het beest. Maar ook in de eigenaars! De vrouw begint opeens tegen me te krijsen. ‘Ken je dat niet ff normaal vragen, stom mens, ik pik het niet, bladiebla, …..’ Ik kijk haar met stomheid geslagen aan.

Als ik mijn stem hervind blijf ik vriendelijk. Een bal van woede vormt zich echter in mijn maag. ‘Ik heb u twee maal beleefd gevraagd om uw hond terug te roepen,’ mijn reactie is aan dovemansoren! Het wijf schreeuwt en schreeuwt. Allerlei rare dingen, ik snap er geen kloot van. Wel ben ik intussen ook razend. Het hele terras geniet lekker mee. Het lijkt wel de climax van een Griekse Tragedie. Met een stelletje geblondeerde Hagenezen in de hoofrol.

Of ik maar ergens anders heen wil gaan, dit is een hondentent, dus honden mogen hier blijkbaar alles. Dat er een bord met een levensgroot verzoek hangt om je hond aan te lijnen geldt blijkbaar niet voor hen. Ze blèrt en blèrt dat het een lieve lust is. ‘Ga weg, ga ergens anders zitten, ophoepelen nu….’ dreigt ze. Ik peins er niet over en vertel haar dat.

‘Ja, jij denkt maar dat je overal maar kan gaan zitten met je sjieke hoed!’ Walgend blikt ze met haar zure kop naar mijn fabuleuze hoofddeksel. Het is inderdaad een prachtig exemplaar, je kunt er zo mee naar een Engelse bruiloft in de high society. Vraag maar aan mijn vriendinnetje Trui, zij heeft hem voor een dergelijk doel geleend ooit.

‘Oh, gaat het daar om,’ opeens is het me duidelijk wat hier speelt. Ouderwetse jaloezie en afgunst. Het mens kan me gewoonweg niet uitstaan: Zo’n superlang supeslank fotomodel in prachtige outfit. Dat ik een halve zachte menopauzale MEpatient ben en op mijn tandvlees loop ontgaat haar volkomen. Ze heeft haar oordeel klaar. Ik besluit er verder het zwijgen toe te doen. Dit is een hopeloos geval!

Dus draai ik hen de rug toe en ga zitten. Vanbinnen ben ik helemaal door elkaar geschud van het verbale geweld. Ik moet moeite doen om niet iets heel verschrikkelijks terug te roepen. ‘Ademhalen, Heks, ga terug naar je adem…’

Achter me hoor ik die stomme troela over me smiespelen. ‘Ze zijn allemaal veel te dik daar,’ fluister ik uit frustratie tegen mijn hond. Uit wraak vooral. ‘Vooral die hond, wat een gestopte worst!’

‘Ga maar lekker naar dat stomme wijf, hoor, van mijn mag je,’ gilt de vrouw dan weer plotseling met haar weinig chique doorrookte stemgeluid. Ze heeft zich helemaal vastgebeten in haar verhaal!

Verwoed probeert ze de goeiige vetgemeste ondefinieerbare zwartharige vuilnisbak mijn richting in te dirigeren. Misschien hoopt ze dat ik bang ben voor grote honden….. ‘Vooruit, jaag haar maar weg, met haar kapsones en haar stomme hoed.’

Enige tijd later stapt de familie Flodder op. Ik kijk hen na vanachter mijn zonnebril. Een mooie gezonde blonde matrone met man, kind en hond. Tel uw zegeningen! Ze draait zich  pontificaal om. Gemelijk kijkt ze terug. Ze gaat er helemaal voor staan. Wijdbeens en met een triomfantelijk minachtend lachje om haar ontevreden mummelmondje.

De mooie avond is bedorven. Ik voel flarden woede door me heen wolken. Ook ben ik opeens verdrietig. En het is plotseling erg koud geworden. De inderhaast verorberde bosbessen-smoothy ligt als een bevroren plas in mijn net van zomergriep herstelde maag. Het is mooi geweest. We gaan lekker naar huis…..

Thuisgekomen ben ik nog steeds uit mijn hummetje. Wat gebeurde daar nu eigenlijk? En waarom raakt het me zo?

Ik besluit te gaan mediteren. Eerst even inspiratie opdoen uit het boek van Thay, ‘Innerlijk vuur.’ Lukraak open ik het. “Als je de pijn van de ander kunt zien, kunt zien hoezeer de ander lijdt, verdwijnt je woede…. blabla.” He getsie, daar heb ik helemaal geen zin in. Het laatste wat ik wil is mededogen hebben met die blonde troela.

Ik ga in de herkansing met het boek.  Opnieuw sla ik het open. “Als je compassie kunt generen verdwijnt je woede als bij toverslag….” luidt de tweede tekst.  Vooruit dan maar, ik ontkom er niet aan…..

Stil op mijn kussentje ademend kom ik er warempel achter wat hier speelt. De vrouw doet me denken aan iemand waar ik veel van houd. Ze bezorgt me exact hetzelfde gevoel! En ik vermoed dat er precies dezelfde motivatie achter haar gescheld op Heks zit als bij die persoon: Jaloezie, afgunst, onzekerheid, zelfhaat.

Want dat is wat ik ook hoor tussen de regels door: Ze haat zichzelf, haar dikke uitgedijde lijf, haar onbeduidende gezicht van 13 in een dozijn, haar middelmatige leventje met man en kind. Dingen waar ik overigens voor zou tekenen! Maar goed.

Zelfafwijzing, die bron van alle kwaad.

We hebben er allemaal last van. Daarom ben ik extra lief voor mezelf vanavond op mijn kussentje. Ik troost mezelf voor alle keren dat mijn medezusters me uit jaloezie onderuit hebben geschopt. Vrouwen kunnen echt monsters zijn onderling, gemene klerewijven, geniepige kuttekoppen!

Ik laat mijn mededogen uitgaan naar al die formidabele dames die denken dat ze niet slank, mooi, slim of sexy genoeg zijn. Ook naar die taart, die vanavond haar laffe ongezouten mening over me heen heeft gebraakt. Opeens begrijp ik dat al die afschuwelijke dingen die ik hoorde in mijn hoofd als reactie op haar gescheld bij haar horen. Het is hoe ze over zichzelf denkt. Niet al te best.

Het dringt tot me door dat ze die mening feilloos om zich heen projecteert. Ze legde me de woorden bijna in de mond, ik kon nog net voorkomen dat ik iets heel onaardigs of verschrikkelijks terug riep naar het mens. Ze heeft van mij een superieur wezen gemaakt, dat op haar neerkijkt. Althans in haar optiek.

IMG_8799

Ik ben er eigenlijk helemaal niet aan toegekomen om me onbevangen een mening over de vrouw te vormen. Ik kom niet verder dan wat ze met haar acties bij me oproept…..

Ja, we moeten af van het meerderwaardigheidscomplex, minderwaardigheidscomplex en gelijkheidscomplex. We moeten af van het afgescheiden zelf!

Rustig adem ik tot alle emoties en floddergedachten zijn gezakt. Dit is praktiseren. Dit is wat Thich Nhat Hanh bedoelt: Je moet oefenen, beoefenen. Pas dan veranderen er dingen, pas dan ga je groeien.

Een hele tijd zit ik met alles wat er is. Tot het genoeg is.

Kalm en tevreden schuif ik later mijn bedje in. Ik zal vast nog wel rare jaloerse dames tegenkomen in mijn leven. Hopelijk komt het dan niet meer zo bij me binnen……