Heks en Joy gaan samen op stap. Met zeven katten naar de dierenarts: Een hele uitdaging! En een leuk uitje bovendien! Volgende keer gaan we een dagje naar het strand……..

Vrijdagavond vlak voor Sinterklaas begin ik me toch een beetje zorgen te maken. De buurvrouw is ziek en we zouden samen naar de dierenarts gaan. ‘Ik ga morgen met ALLE katten naar Ranzijn voor vaccinatie, zin om mee te gaan?’ sms ik mijn grote kattenvriendin Joy.

Misschien heeft ze tijd. Het is natuurlijk een raar weekend. Half Nederland zit met zijn handen in de papier maché of kledderige ontbijtkoek in een poging een dierbare goed te grazen te nemen. Of te verrassen. Met een  listige surprise…….

Binnen een paar minuten krijg ik uitsluitsel. Mijn maatje gaat graag mee! ‘Ik ben om kwart voor 11 bij je,’ schrijft ze, ‘en ik neem een extra vervoersmand mee!’ Hoera! Alle problemen opgelost.

Dinsdagavond zie ik een item op televisie voorbij komen, waarin wordt gewaarschuwd voor kattenziekte. Er is een grote uitbraak in Alphen aan de Rijn en nog een paar Nederlandse gemeenten. Help! Alphen is vrij dichtbij! ‘Het is superbesmettelijk en in bijna alle gevallen dodelijk,’ de presentatrice kijkt omfloerst de camera in, ‘dus als je katten niet zijn ingeënt lopen ze direct gevaar. Ook binnenkatten….’

Ik heb mijn katten al zeker twee jaar niet laten vaccineren. Na vijfentwintig jaar nutteloos geprik. De kosten zijn zo gigantisch hoog geworden de laatste jaren. Minimaal zo rond de vijftig euro per kat bij de lokale en regionale dierenartsen….. Ook is mijn kattengezin nogal uitgedijd. Alles bij elkaar is het niet meer op te hoesten.

Vorig jaar ontdekte ik echter dat je bij tuincentrum ‘Ranzijn’ voor veel minder geld terecht kunt. Alleen moest ik dan wel helmaal naar Aalsmeer met de hele beestenbende. In Leiderdorp hadden ze die service nog niet. ‘Komend najaar komt er hier ook een dierenarts,’ vertelde een medewerkster van het volledig in renovatie zijnde bedrijf me dit voorjaar, ‘Nog eventjes geduld!’

Zodoende zit Heks donderdagmorgen op internet te kijken of de dierendokter zich al heeft gevestigd op deze groene locatie. En wat een toeval! Laten ze nu juist vandaag open gaan! Ik bel hen op en maak direct een afspraak. Misschien ben ik wel de eerste klant!

Zaterdagochtend meldt mijn vriendin zich bijtijds. We drinken koffie en gaan daarna direct aan de slag. Alle katten moeten in de diverse manden. ‘Hoe had je het gedacht Heks?’ Joy kijkt me vragend aan. Ik zet mijn plan uiteen.

‘Snuitje in de kleine plastic box, Leonoor in de rieten mand en Ferguut in die grote stoffen tas. Zij moeten alledrie bij voorkeur in hun eentje worden vervoerd. De boskat kan met zusje Aafje in die grote kattenbench van de buurvrouw. En Bolster kan met zijn moeder in de bench van Ys. Eh VikThor.’

We vangen kat na kat en stoppen ze in de juiste mand. Alleen Bolster is nergens te bekennen. Op zijn vaste verstopplekjes is hij niet te vinden. Ook houdt hij zich muisstil. Hij voelt nattigheid.

Na een goed kwartier ontdek ik hem in een piepklein hoekje achter de bank en de gordijnen. Snel grijp ik hem in zijn nekvel. ‘Jij ontsnapt me niet meer, kleine puntneus,’ mopper ik op de Benjamin van het gezelschap. Ik laat hem in de bench zakken. Zo. Klaar. Inladen en wegwezen!

We sjouwen een paar keer de trap op en af. VikThor staat bovenaan in de aanslag om mee te gaan. ‘Kunnen we hem niet beter thuislaten?’ pleit Joy, ‘Het lijkt me nogal onhandig als hij ons voor de voeten gaat lopen.’ Tja, ze heeft gelijk, maar ik neem hem toch liever mee. ‘Zo onhandig!’ roept Joy, ‘En hij heeft er toch niet veel aan. We hebben geen tijd om te wandelen of spelen.’

‘Ja, maar hij wordt wel geestelijk afgebeuld. En dat is ook belangrijk,’ ik kijk mijn vriendin aan, ‘anders moet ik direct weer aan de bak met hem als we terugkomen van de dierenarts. En dan ben ik helemaal af en klaar. Dan moet ik eigenlijk een paar uur plat.’

Ik heb het nog niet gezegd of Joy belt haar vent. ‘Heb je zin om op VikThor te passen?’ Vijf minuten later gooien we mijn hondje bij hem naar binnen. Hij gaat lekker met hem wandelen!

‘Miauw, miauw,’ klinkt het in de achterbak van mijn piepkuiken, ‘Maauwwwww, mrwwaauuuwww’. Bolster voert het hoogste woord, maar ook de boskat laat zich gelden. De enige die we helemaal niet horen is de Zwarte Panter. Hij houdt zich gedeisd.

‘Ik reed een keer op een mooie zomerse dag met zo’n vier katten en Ysbrandt richting dierenarts. M’n monsters zaten te miauwen als gekken en mijn raampje stond open, dus mensen op straat hoorden dat kabaal. Maar als ze keken zagen ze die lieve hondenkop van Ys boven de achterbank uitsteken. Veel verbaasde gezichten, joh’. We giechelen.

We hobbelen rustig de stad uit. Oh wat is het toch altijd gezellig met Joy. Vanaf dag 1 is dat zo geweest. En ook vandaag is geen uitzondering.

Bij het tuincentrum laden we alle manden op een paar winkelwagens. In karavaan gaan we op zoek naar de net geopende dierenartsenpraktijk. Het is druk in het net verbouwde bedrijf. Je kunt over de hoofden lopen, ware het niet dat ze zich allemaal verbaasd omdraaien om naar deze miauwende optocht te kijken.  Alsof de zon doorbreekt vormt zich een lach op menig gezicht: Wat leuk, poesjes!

We moeten het halve bedrijf door, policy om aan zoveel mogelijk begeerlijke producten te worden blootgesteld: Heks is min of meer opgegroeid in een dergelijk bedrijf, ik ken de sneaky methoden om klanten tot kopen te verleiden van haver tot gort! We kijken nergens naar. Heks is hartstikke blut. Ze kan nog net het komende consult ophoesten!

‘Het ziet er wel mooi uit, Joy. Jeetje wat is het hier opgeknapt! Moet je kijken hoe hoog de kassen zijn! Wat een ruimte……. Echt prachtig!’

Bij de dierenarts worden we vriendelijk verwelkomt. Alle katten worden ingevoerd in het systeem. Een charmante jonge vrouw neemt ons mee naar een spiksplinternieuwe praktijkruimte. Enigszins moeizaam staat ze ons te woord. Haar Nederlands is gebrekkig, ze is overduidelijk een importarts. Later ontdek ik dat er vier  dierenartsen tegelijkertijd werkzaam zijn. Ook Nederlandse.

Zodra ze echter de dieren in haar handen krijgt is er geen gebrekkigheid meer te bekennen. Geroutineerd wordt dier na dier onderzocht. ‘Hopla’, vakkundig prikt ze een stevige cocktail antistoffen bij mijn schatjes naar binnen. Niesziekte en kattenziekte zijn vanaf nu weer kansloos in Huize Heks. Wat een opluchting!

Intussen kwebbelt Heks over de familiaire verhoudingen in haar kattengezin. ‘Ze zijn allemaal familie van elkaar,’ Joy grijnst me toe, haar kat Siep is ook familie van al mijn beestjes!

‘Kijk, dit is Bolster,’ we beginnen met de Benjamin, ‘Hij is de kleinzoon van Snuitje en Ferguut, de zoon van Pippi en de boskat en die lap en die rooie zijn zijn tantes…..’

Na Bolster volgt Pippi. Dan Snuitje, Ferguut en de lap. Ze laten zich gemakkelijk pakken en bepotelen. Bij het onderzoek echter knorren ze zo hard dat de arts het hartje niet kan horen. We moeten erom lachen. Gekke beesten. Zien ze het soms als een leuk uitje?

Katten snorren ook in stresssituaties. Zo gek is hun gedrag dus niet. Maar grappig blijft het.

Tot slot halen we ThayThay en Aafje uit de bench. De grote boskat blijkt toch slechts 5.5 kilo te wegen. Heks wist het wel, maar het blijft vreemd, gezien zijn omvang. Deze enorme haarbal is ook al zo gezond als een vis. ‘Mijn eerste kat woog ruim negen kilo. En dan was hij echt niet dik, ik hield hem strak in het voer. Nadat ik een aantal maanden op wereldreis was geweest had hij een heel klein hoofd gekregen……’

Verbaasde blik van de dierenarts. Misschien begrijpt ze geen jota van het verhaal. Toch klets ik vrolijk verder.’Bleek de buurman hem zoveel eten te hebben gegeven als hij maar wilde: Kat Koe woog opeens ruim twaalf kilo! Een grote berg witte kat met een stippelkopje erop. Hilarisch, maar niet gezond. Hahaha….’ Ik moet nog lachen als ik eraan terug denk. Koe was toch zo’n fantastisch bakbeest. Elke nacht sliep hij boven op mijn hoofd. 18 jaar lang. Ik mis hem nog steeds.

Na een klein uur zijn alle katten gewogen, gecheckt en gevaccineerd. We kunnen weer naar huis!

Opnieuw loopt de kattenkaravaan door het tot spiksplinternieuw verbouwde tuincentrum te paraderen. ‘Ik moet nog een nepplant scoren, lieve Heks, hebben we daar tijd voor?’ We hebben helemaal geen haast, dus we kachelen richting zijdebloemen. Wat een leuk uitje! Op stap met alle katten! ‘Miauw, miauw, mrauwwwwww…..’, zingen onze reisgenoten in koor.

Twee kleine tekkeltjes komen aangestormd. De kleinste in een rolstoel. Vol verbazing observeren ze mijn monsters. Ze draaien aan alle kanten om de hete brei, volledig gefascineerd. Mijn kleine katachtigen zijn niet onder de indruk, gewend als ze zijn aan een blafbeest om zich heen. De eigenaresse van de tekkels ligt dubbel, wat een vertoning!

De zijdeplanten zijn ruk. Joy kan geen geschikt cadeautje vinden. ‘Ik heb jarenlang in de zijdebloemen gezeten. Mijn afdeling was wel tien keer zo groot als deze. Met veel meer keus!’ Postuum is Heks nog trots op haar uitgelezen afdeling namaakgroen van dertig jaar geleden. Zelfs al houdt ze zelf totaal niet van kunstbloemen en -planten. Zo lelijk!

We wurmen ons langs de kassa. Nog niet zo gemakkelijk met zoveel bagage. Alle katten worden weer in de auto geladen. Al miauwend rijden we de stad weer in. VikThor wordt opgehaald. Die heeft ruim twee uur lopen rennen en spelen. Ideaal.

Eenmaal thuis kruipen alle katten snel op een lekker warm veilig plekje. Behalve de panter. Die smeert hem direct. Eerst eventjes door de buurt paraderen met z’n mooie nieuwe vaccinaties……

Heks kruipt in haar bed.

Een paar uur lig ik bewegingsloos uit te puffen. Mijn lijf is toch zo slecht. Ik dwing mezelf tot bewegen. Projecten zoals vandaag zijn eigenlijk helemaal niet haalbaar. Lig ik weer uren te creperen van de pijn. Goddank is Joy mee geweest. Zo gezellig! En zo is het toch allemaal goed verlopen!

’s Avonds zit ik met al mijn beesten in de woonkamer. Ik voel me opgelucht. Het idee al mijn diertjes te verliezen aan zoiets ellendigs als kattenziekte is te afschuwelijk: Daar hoef ik me voorlopig geen zorgen om te maken. Mijn kattenbende is safe!

 

 

 

Ex Animo zingt Matthäus met bevindelijke en vitale momenten, aldus de lovende recensie van Lidy van der Spek. Heks heeft een heerlijke bevindelijke dag en avond met dit prachtige meesterwerk van Johann Sebastian Bach. Ik ben fit genoeg: Het kan en mag! Elke dag wat mij betreft……

Doorkijkje door de enorme kerk

Matthäus Passion, woensdag 23 maart 2016, Pieterskerk te Leiden. Koor: Christelijke Oratorium Vereniging Ex Animo. Dirigent: Wim de Ru. Solisten: Tetsje van der Kooi, Ingeborg Bröcheler, Pascal Pittie, Laurens-Alexander Wyns, Joep Bröcheler , David Greco. Begeleiding: Holland Orkest Combinatie, m.m.v. Jeugdkoor BplusC, Thijs Kramer, orgel-continuo en Takeshi Sudo, Viola da gamba.

Het orkest zit klaar, het koor staat opgesteld, de generale kan beginnen

Woensdagmorgen schrijf ik een blogje in bed. Ik spaar mijn krachten, want ik moet de hele dag aan de bak met de Matthäus Passion. Eerst generale en dan uitvoering. Het blog gaat over de aanslagen, want daar is mijn bewustzijn van vergeven.

Om twaalf uur race ik naar de mondhygiëniste. Een ongelukkig geplande afspraak. Nou ja, ik zing vanavond in elk geval met een stralend gebit! ‘Er is een stukje van mijn kies afgebroken,’ vertel ik haar. Ze kijkt in mijn mond. ‘Oh nee, iet ies ein kroon gebroken!’ Mijn mondverzorgster is Oost Europees. Ze roept de tandarts erbij. Die maakt snel een foto en een vervolgafspraak.

’s Avonds hebben we natuurlijk allemaal mooie zwarte jurken en pakken aan…….

Dure grap hoor, zo’n gebroken kroontje. Deze prinses op de erwt is er in elk geval niet blij mee. Als een haas ga ik ervandoor. Ik ben door dit gedoe hartstikke laat voor de generale repetitie. Lunchen sla ik dan ook maar over.

Als ik in de kerk kom staat iedereen al klaar. Heks heeft een plekje buiten het koor. Krijg nou wat! Samen met mijn maatje zijn we aan de andere kant van het gangpad geposeerd, aan de rand van de te kleine tribune, waarop het koor zit. ‘We zitten op de strafbank,’ fluister ik in haar oor. Ze kijkt me berustend aan, maar baalt als een stekker.

kroonluchtertje

Door onze ongelukkige positie hoor ik de alten niet goed, behalve een paar alten achter me, waarvan er eentje enorm zit te broddelen hier en daar. Wel knallen via een pilaar de tenoren in mijn oor. Echt lekker zingen is er dus niet bij die middag. Maar ja, ik vind het al weer heel wat dat ik hier sta. En dat ik bij stem ben. Om dat te bewerkstelligen heb ik een hele week absolute rust gehouden: Het heeft gewerkt!

Na de generale repetitie scheur ik naar huis. Ik moet nog van alles, maar ik ben doodop. God, wat heb ik toch weinig energie. Hopeloos. Mijn lichaam vertoont slakkengedrag. Traag worstel ik me onder de douche door. En ik moet nog een hele avond knallen. Ik zorg dat ik op tijd terug ben in de kerk. Maar oh jee, extra pijnstillers innemen vergeten. En er is geen koffie voor ons vooraf!

Mijn maatje balend op de strafbank

Een koorvriendinnetje van me diept paracetamol op in haar van alle gemakken voorziene handtas. Ook trakteert ze me op een kopje koffie aan de bar. Zodoende trek ik net genoeg bij om er vol tegenaan te gaan. Onze inzingsessie doet de rest. Giebelig staan we even later aan weerszijden van de kerk opgesteld om in ganzenpas naar voren te marcheren.

Ik neem plaats op mijn strafstoel. De kerk zit stampvol. Er zijn nog maar een paar lege plekken. ‘Zo druk heb ik het nog nooit meegemaakt,’ sist mijn zangmaatje. Zij zingt al zeker voor de dertigste keer mee, dus dat zegt wel iets.

Even later komen de solisten en dirigent binnen. Het geroezemoes verstomt. Onze vice voorzitter neemt het woord. We gaan een minuut stilte houden voor de slachtoffers van de aanslagen bij onze zuiderburen.

bevriende sopranen

Even schrik ik, want ik heb soms moeite met het zich toe eigenen van allerlei leed door Jan en alleman. Tegelijkertijd gaat onze uitvoering van vanavond natuurlijk juist over onschuldige slachtoffers en foute politiek. Het wordt muisstil. De minuut duurt eindeloos. Heks kijkt vanuit haar hoge positie door doodstille kathedrale kerk. De kroonluchters verspreiden hun gouden licht kwistig door de enorme ruimte. Rond de eeuwenoude pilaren branden waxinelichtjes.

Dan is het zover. Onze dirigent, Wim de Ru,  zwaait zijn baton door de lucht. Het orkest begint zijn slepende eindeloos modulerende melodielijn. De spanning bouwt op. We halen diep adem en beginnen. ‘Kommt, Kommt,  Kohohohommt, ihr Töchter, helft mir klahahahahahahahahahahahagen,’ zingt Heks op volle sterkte vanuit haar strafbank. Mijn hart zwelt op in mijn borstkas. Heerlijk! We knallen het eerste deel eruit.

Vrolijke noten in de pauze!

‘Seht! Wohin? Auf unsre Schuld,’ klinkt het om me heen. Boven alles uit zingt het jeugdkoor ‘O Lamm Gottes, unschuldig,’ met hun ijle zuivere hoge stemmen. Dat ontroert me altijd zo. Dat prachtige jongenskoor dwars door alles heen.

De kop is eraf. Het verhaal neemt een aanvang. We zingen en zingen alsof ons leven ervan afhangt. Soms zacht en ingetogen, vooral bij de koralen, dan weer voluit. De gekke spreekkoren…. ‘Herr, bin ich’s?’ zingen we om beurten en tegen elkaar in. Ik hoor een Herr teveel realiseer ik me. Bin ich’s? ‘Nee, ik was het ,’geeft de alt achter me later toe.

‘Ich will bei meinem Jesu wachen,’ de tenor heeft een schitterende stem. ‘So schlafen unsre Sünden ein,’ antwoorden we. ‘Wat is dat toch prachtig dit gedeelte,’ geniet ik al zingende. Dan volgt al snel een favoriet van Heks.

Kwek kwek kwek. Het koor heeft een grote sociale funcie…..

Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden?
Eröffne den feurigen Abgrund, o Hölle,
zertrümmre, verderbe, verschlinge, zerschelle
mit plötzlicher Wut
den falschen Verräter, das mördrische Blut.

Oh, wat zingt dat toch lekker weg. Waanzinnig!

Niet veel later is het pauze. Steenvrouw is komen luisteren, maar ook Trui en haar prachtige dochter Vlinder zijn van de partij. Wat een enorme verrassing dat deze jongedame de hele Matthäus komt uitzitten speciaal voor mij! ‘Het is supergoed!’ zeggen mijn vriendinnen.

Engel is er ook, ik zie haar recht voor me op de derde rij zitten. Wat een geweldige plek! Na afloop kunnen we elkaar niet vinden. ‘Wat me zo opviel bij de Matthäus, was dat het trager/wat slepender ging, en met zóveel gevoel….niet alleen bij de solisten of t orkest, maar vooral t koor. Zo zacht en teer er gezongen werd. Was prachtig, voelde me door de muziek omarmd!’ schrijft ze me ’s nachts.

Bas/Bariton David Greco en dirigent Wim de Ru tijdens de generale repetitie

En een paar dagen later ‘Ik zag gisteren een stukje Matthäus op TV…..een beroemd koor en beroemde solisten enzo….het werd afgeraffeld, uptempo, zonder enig gevoel en compassie. Veel en veel liever jullie intonatie….. zó persoonlijk en gevoelig gebracht, alsof jullie het voor mij speciaal zongen. Als t koor begon te zingen, was het ook net alsof een golf van zachte wattenklanken over het publiek uitgerold werd.’

Geweldige recensie toch?

Nog een bevriende alt

De rest van de avond vliegt voorbij. We sterven van verdriet bij het hart van dit beroemde muziekstuk, het ‘Erbarme dich’. En daarna is het een afglijdende beweging naar het graf. Tegen die tijd crepeer ik van de pijn. Al dat opstaan en zitten. Het staan. De lange dag. De virussen die in mijn lijf rondwaren. Ik ben ook aan een wederopstanding toe zo langzamerhand…..

Mijn andere zangmaatje heeft er zin in!

Toch kan de Matthäus me nooit lang genoeg duren. Als we de laatste noten zingen baal ik dat het afgelopen is. Bij onze uitvoering wordt geklapt. Niet direct. Eerst is het zeker een minuut doodstil. Niet voor Brussel dit keer, alhoewel…. Indirect wel. Dan barst er een oorverdovend applaus los, we krijgen een staande ovatie! Het publiek wordt gek. Er komen bloemen voor de solisten en onze onvolprezen dirigent. Iedereen zweeft een paar meter boven de grond van geluk na het volbrengen van deze wereldberoemde lijdensweg…….

Een kwartier later zijn de meesten op weg naar buiten. Muziek ingepakt, vlinderstrikje aan de wilgen, leesbril opgeborgen, jas aan, tot ziens, was fijn, zit er weer op…. Heks drinkt nog een glaasje wijn met Trui en Vlinder in de leegstromende kerk. Daarna tref ik Frogs in mijn huis. Hij heeft voor Varkentje gezorgd. We nemen nog meer wijn en ik vertel over mijn belevenissen.

Ja, we gaan weer beginnen

Lang nadat hij naar huis is stuiter ik nog in de rondte. Ik luister nog naar een stuk of twintig uitvoeringen van ‘Ich will bei meinem Jesu wachen,’ sommigen zo mooi dat de tranen over mijn wangen rollen. Maar bij een licht nichterige balletuitvoering geïnspireerd op de muziek krijg ik de slappe lach. Alhoewel het einde daarvan wel weer prachtig is: Tijdens de laatste tonen van het stuk valt de danser in slaap……

De dagen er op zie ik nog twee fantastische documentaires over onze geliefde Matthäus Passion. Prachtig, allebei. In één ervan,  2Doc: Erbarme Dich’, zit ook veel dans en beweging. Het is een zeer interactieve uitvoering. De muzikanten, het koor, iedereen acteert mee: Fantastisch, heel dramatisch. Zo zou ik em ook wel eens willen zingen. De muziek leent zich er bij uitstek voor!

Nog wat laatste markeringen aanbrengen……

De andere, ‘2Doc: Mijn Matthäus’,  gaat over hoe dit meesterwerk het leven van mensen beïnvloedt. Ook heel mooi en indringend. En herkenbaar voor ons verslaafde amateurzangers…….Een aanrader voor alle Matthäus fanaten……

Tot slot de recensie in het Leidsch Dagblad:

We kregen een geweldige recensie in Leidsch Dagblad! 

Voor degenen die niet weten wat ze met het woordje bevindelijk aanmoeten, kijk eens hier: Wat bedoelt men nou eigenlijk echt met “bevindelijke prediking”? Een antwoord vanuit de reformatorische hoek……

Onze inzingruimte, tevens omkleedruimte

Fred Delfgaauw speelt ‘In de wachtkamer van de liefde’ in Theater ins Blau! Heks geniet van wat ze ziet. En hoort. Deze fenomenale poppenspeler wekt zijn stoffen vrienden tot leven met zijn magische stemgeluid. Ontroerend en grappig! Een heerlijke voorstelling in een geweldig theater!

Zaterdagavond ga ik naar Theater ins Blau met Frogs. Fred Delfgaauw treedt op met zijn poppenkraam. Het is zo lang geleden, dat ik hem voor het laatst gezien heb. Ik ga gewoon veel te weinig naar het theater. Vroeger zat ik er elke week en miste ik nooit een voorstelling van deze fenomenale poppenspeler!

Het is chagrijnig rotweer. Ik heb Frogs volgestopt met Elzasser zuurkool. Nu spoeden we ons over de natte straten om op tijd te zijn. Goddank is het net eventjes droog….

Als ik ins Blau binnenstap zie ik Engel staan. Zij gaat ook kijken. ‘Ik heb vandaag drie keer de hond uitgelaten, boodschappen gedaan, fysiotherapie gehad, een enorme pan zuurkool gekookt, een blog geschreven en nu ga ik ook nog uit. Gekkenwerk natuurlijk….’ fluister ik haar toe. ‘Klinkt goed, Heks, ik herken het. Heb je een goeie dag, dan ga je over je grenzen. Je zal morgen wel voor pampus liggen….’

Gedrieën zoeken we een plekje. De deugd, Frogs, zit in het midden. ‘Ik heb nog met Fred gewerkt meer dan dertig jaar geleden, toen hij nog louter voor kinderen speelde. Ik deed de percussie,’ vertelt mijn kikkervriend aan mijn vriendin. ‘En daar ben ik toen naar gaan kijken,’ roept Heks enthousiast, ‘In Zoetermeer, de Toneelschuur? Toch?’

Frogs en Heks kennen elkaar al zo lang. Heks en Engel kennen elkaar zo mogelijk nog langer! ‘Ik heb hem nog geprogrammeerd,’ doet Engel een duit in het zakje. Zij heeft jarenlang in deze branche gewerkt. Voor de Schouwburg, Voor ins Blau….. ‘Toen ik hier werkte heb ik alles helpen opzetten. De hele administratie. Ik heb zelfs geholpen met schoonmaken. Ik heb al deze stoelen bijvoorbeeld gesopt…’ giechelt ze.

Mijn vrienden praten over een andere poppenspeler, die gek is geworden van dat beroep. ‘Hij kon een pop als geen ander tot leven brengen, maar uiteindelijk is hem dat fataal geworden. Ik heb dat vaker gezien in dit specifieke vak. Wel drie keer!’ Engel is bloedserieus.

Jeetje, ik wist niet dat het zo’n gevaarlijk beroep is. Ik ben nog goed weggekomen met mijn poppenspel vroeger. Ik had er ook een handje van, reisde ’s zomers rond met een zelfgemaakte opvouwbare poppenkast inclusief poppen in mijn rugzak, maar ik ben gelukkig bijtijds fysiek onderuit gegaan……

Even later komt Fred Delfgaauw het podium oprennen. Hij is te laat. ‘Sorry mensen, ik stond in de file,’ begint hij zich te verontschuldigen, maar dat blijkt niet de enige reden te zijn van de vertraging. ‘Ik reed automatisch naar het LAK!’ grapt hij. Het publiek ligt dubbel. Het is een inside joke en de meesten hier snappen em.

‘Nou, ik zal het maar eerlijk vertellen, ik heb er tegenwoordig een baan naast. Ja, crisis hè. Ik werk voor een relatiebemiddelingsbureau….’ Het stuk is begonnen: ‘In de wachtkamer van de liefde.’

In no time zit ik op het puntje van mijn stoel. Oh, wat kan ik hier toch van genieten. De ene na de andere pop komt tot leven. Fred doet niet aan buikspreken. Het is geen ouderwetse ventriloquist. Toch vergeet je direct dat hij de poppen bedient. Hij is een meester in het geven van een geheel eigen uniek stemgeluid aan zijn vrienden van stof en rubber.

Vergeten wij al dat deze magiër alle gesproken tekst produceert, ook de poppen vergeten het:  Eén van zijn karakters schrikt zich een ongeluk halverwege het stuk, als Fred hem opeens een vraag stelt. ‘Oh, ben jij er ook nog, man, je jaagt me de stuipen op het lijf!’ Hilarisch natuurlijk!

Een terugkerend thema in het stuk is de dood van zijn vader. De man is jong overleden, net als mijn vader. Aan een vergelijkbare aandoening staat me bij. Ik heb ooit het prachtige stuk gezien, dat hij destijds ter nagedachtenis aan zijn jong gestorven vader gemaakt heeft.

 

Hij heeft nu bijna de leeftijd bereikt, waarop zijn vader overleed. Net als Heks met haar vader….. Een heel raar idee. Op een gegeven moment ben je ouder, dan die grote volwassen heel belangrijke man in je leven ooit geworden is……

‘Het was geen gemakkelijke man en het liep niet altijd optimaal tussen ons,’ iets in die trant zegt hij over zijn dierbare vader. Vervolgens zet hij hem neer met stem en gebaar…… En gerochel…. Liefdevol. Het is muisstil. Op lachsalvo’s na, want vader was een kleurrijk mens.

Ontroerend.

‘Doorgaan of stoppen, liefhebben of haten. Hoe houd je jezelf staande in deze veranderende wereld?’ De worsteling met het prachtige mooie kutleven. Je moet diep graven om jezelf telkens te vernieuwen. Cultuur is een ondergeschoven kind tegenwoordig. Subsidies zijn verdwenen. We kweken lelijke, domme en verveelde mensen op die manier, maar ja.

Heks kent het machteloze gevoel van teleurstelling in het leven en hoe je jezelf telkens opnieuw moet uitvinden. Wat heerlijk, dat iemand zijn worsteling laat zien. Confronterend ook. ‘Oei,’ hoor ik achter me, als de acteur een Siamese tweeling uit elkaar rukt. Zich niet langer verbergt….

‘Jeetje, zucht,’ ‘Nou,nou,nou,goh,’ Er komen meer geluiden van de achterbank. Iemand zit gigantisch mee te leven. Het is ook aangrijpend. En toch lig ik voortdurend in een deuk. Een paar van de vertolkte grappen hebben een baard van hier tot Tokio. Toch schater ik het ook hierbij uit. De man kan me werkelijk om alles laten lachen!

Tussendoor wordt druk geapplaudisseerd. Heks vindt het zonde van de concentratie. Het onderbreekt en leidt af. Maar Fred Delfgaauw krijg je niet gek. Hij gaat gewoon zijn gang. Als iemands telefoon gaat reageert hij met een laconiek: ‘Zo, is ie nu uit?’

Aan het eind krijgt deze grote bescheiden man een staande ovatie. Het publiek staat als één man op. Prachtig. Wat een geweldige avond heeft hij ons bezorgd! Later in de foyer praten we met de directrice van het theater Liesbeth Huiberts. Zij en haar man directeur Kees van Leeuwen zijn de stuwende kracht achter dit initiatief. Frogs heeft natuurlijk ook met hen vroeger samengewerkt. Met Gruppo Tutto Dramatico en In Casa. En ook dat heeft Heks gezien!

Liesbeth vertelt dat ze een lesprogramma heeft opgezet om kinderen tussen de 1 en drie jaar kennis te laten maken met toneel! Wat doet dit echtpaar toch hun gloeiende best om het culturele klimaat in onze sleutelstad leefbaar te houden. Ze hebben dit theater vanaf de grond opgebouwd.

‘Vroeger was het de gymzaal van de technische school. We hebben het flink verbouwd. Daar achter liggen een aantal leslokalen. Binnenkort krijgen we boven een grote foyer erbij!’

Op een gegeven moment loopt Fred Delfgaauw de foyer in. Frogs gaat hem natuurlijk begroeten. Ook Heks schudt hem de hand. ‘Bedankt voor de fantastische voorstelling. Het was ontroerend en prachtig .’

Engel staat stralend achter de balie een handje te helpen als we het pand verlaten. Haar oude vertrouwde plek! Heks werpt haar een kushandje toe. Ze heeft nog geen bal zin om naar huis te gaan. Ook zij heeft vandaag een goede dag. En ja, dan ga je nogal eens een klein beetje over je fysieke grenzen…… 😉

We lopen over de glimmende kasseien richting Huize Heks. ‘Gek hè, Frogs, de straten zijn kletsnat, maar steeds als wij buiten lopen is het droog!’ Nou, zo’n dag was het vandaag. Soms regent het alleen maar waar jij loopt lijkt het. (Zoals mijn dode geliefde Ernst altijd zong op zulke dagen: (Travis ) Why Does It Always Rain On Me?)

 Vandaag niet. Wat een superdag!

Heks eet zich een slag in de rondte aan moerbeien, rijp en zoet. Ook koopt ze nieuwe schoenen met bloemetjes erop. Heeft ze ze nodig? Thich Nath Hanh propageerde eenvoud tijdens zijn levenslessen vandaag: ‘I don’t need shampoo, I shave my head! ‘ Speelse dag tijdens Boeddhistische retraite……

Vrijdag 13 juni. Afgelopen nacht was het volle maan. Echt een heksenfeestje dus. Vandaag is het alweer bloedheet. Ik sla de ochtendmeditatie over. Met zo’n lijf als het mijne moet je keuze’s maken. Maar om kwart over acht sta ik toch aangekleed en wel bij mijn autootje. Mijn favoriete zuster en 1 van mijn creatieve vriendinnen staan al klaar om mee te rijden. Op het laatste moment stapt er nog een piepklein chinees zustertje in. Ze spreekt drie woorden engels…..

Als een slak koersen we door het prachtige landschap, want voor ons rijdt een auto met mensen, die wel erg mindful bezig zijn. Er zit geen gang in, na enige tijd hangt er een hele sliert auto’s achter ons. Maar wij vinden het wel best zo. Het is zo ontzettend mooi hier in deze tijd van het jaar. Voordat de velden geel kleuren, geslagen door de koperen ploert……

20140613-203042-73842079.jpg

In New Hamlet, een nonnenklooster op een half uurtje rijden van hier, worden we zoals altijd hartelijk ontvangen. We zijn lekker op tijd, dus Heks heeft een mooi plekje, redelijk vooraan in de zaal. Ik spreid mijn spulletjes om me heen en begin tekenen. Om me heen is het een geroezemoes van jewelste. Ik vang de laatste roddels, nieuwtjes en kletspraatjes op. Van mensen, die ik totaal niet ken. Dan slaat er een non stevig op de enorme bel. Direct is het stil. Een soort TiTaTovenaar-effect.

Om half tien komt Thay de zaal binnen. Hij gaat zitten en iedereen is muisstil. Met zijn voelsprieten scant hij de zaal. Wat leeft er vandaag? Hij past zijn talk daar altijd op aan. Het gekke is, dat iedereen daardoor het gevoel heeft, dat onze leraar speciaal voor hem of haar gesproken heeft…..

De wandel meditatie hou ik voor gezien. Ik heb last van de hitte en blijf liever beneden, dan in de volle zon tegen een heuvel op te klimmen en daar te gaan mediteren. In plaats daarvan pluk ik moerbeien, grote zoete zwarte vruchten. Mijn lengte komt goed van pas. De Vietnamese zustertjes komen niet verder dan anderhalve meter. Daar is dan ook geen rijpe bes meer te vinden. Met haar apenarmen weet Heks tot op grote hoogte zoete kanjers te bemachtigen. Mmmmmmmm…… Heel lekker.

20140613-203128-73888851.jpg

Met mijn reisgenoten lunch ik in de koele tuin van dit klooster, onder de bomen. Er zijn verrukkelijke drankjes voor ons klaargezet. Kamperfoeliewater, lavendelwater, water met frisse munt en melisse. Het is hier heel goed toeven. Helaas slaat de hitte ons zodra we de tuin verlaten als een gloeiendhete deken in het gezicht. In een voorgekookte auto begeven we ons weer naar ons eigen klooster.

Onderweg doen we een schattig stadje aan. Heks heeft medicamenten nodig. Ze is ondanks haar enorme medicijnkist toch dingen vergeten. De apotheek is tot twee uur gesloten. We besluiten te wachten en slaan wat tijd stuk in een schoenen- annex speelgoedwinkel. Hier vind ik geweldige schoenen., met bloemetjes erop! Fijn, want het paar, dat ik aan heb is doormidden gebroken.

20140613-203211-73931846.jpg

Ook kopen we een diabolo voor de zustertjes en een windmolentje voor onze Nederlandse non. Enthousiast demonstreert laatstgenoemde haar kunsten met de diabolo. Heks bakt er niets van. We hebben een heerlijk halfuurtje, terwijl we wachten onder de eeuwenoude stenen arcade voor de winkel van Sinkel.

De rest van de dag haak ik af. De hele Hamlet gaat een grote wandeling maken. Nou, mij niet gezien in deze bloedhitte. Ik zoek de schaduw op en ga lekker in mijn hangmat liggen schrijven. Straks rijd ik naar een stadje wat verderop. Daar kan ik in een koffieshop met airco rustig wat dingetjes online zetten. En verse aardbeien halen. En een beetje bijkomen van al die drukte………

20140613-203250-73970899.jpg