Vertrouwen is een kwetsbare vogel. Eenmaal beschaamd schuilt zij schuw onder een grote steen. Maar in goed gezelschap kruipt zij uit haar schamele schulp: Heks kijkt naar ’The Undateables’. Vertederende verhalen over ontluikende liefde……

Als ik niet kan slapen kijk ik naar stompzinnige televisieprogramma’s. Momenteel heb ik een voorkeur voor moorddadige verslagen van de bizarre daden van de meest beruchte narcisten en psychopaten van de laatste decennia. Hun ‘moment of fame’ breed uitgemeten in een gedramatiseerde documentaire. Maar soms zie ik iets gezelligs. Zoals ‘The Undateables‘. Een programma waarin de kneus op relatiegebied centraal staat.

Ik kijk naar al die gemankeerde stumpers op zoek naar liefde. Want een mens kan nog zo beperkt zijn, toch wil ‘ie die ene speciale persoon in zijn of haar leven. Om het even. Nemen en geven is nu eenmaal een dagelijkse behoefte van de homo sapiens. Dat was al zo ten tijde van de homo erectus. We functioneren gewoon niet optimaal zonder onze zielsmaat. 1 + 1 = 3. Als je niet uitkijkt ook letterlijk, maar die leeftijd is Heks te boven….

‘Heks, je maakt de laatste tijd grapjes over je mislukte relatie. Het valt me op. Haha, wat een geweldige woordspelingen overigens,’ Frogs moet lachen om mijn anagrammen van de naam van een voormalige kwelgeest. Ik verzin de  één na de ander. ‘Vrouwklooi, trouwklooi, pauwprooiflikflooi…….’ De echte zijn leuker. En haarscherp.

Ja, mijn verbroken verbinding. ‘Goh, ik dacht juist dat het iemand met een warm hart was, omdat hij met jou was. Dan moet je toch wel een goed mens zijn, om met jou een relatie te hebben…’ geeft een familielid me een etiket van hier tot Tokio. Ik ben blijkbaar ook een undateable persoon, omdat ik een chronische ziekte heb. Ik moet god op mijn blote knietjes dankbaar zijn dat iemand zich er toe heeft kunnen zetten om zich überhaupt met me in te laten.

De hele wereld mag raar zijn of gek, egocentrisch, gewelddadig en gestoord, vrouwen gaan massaal relaties aan met seriemoordenaars of Jihadisten of narcistische politici …..mannen zijn dol op egocentrische golddiggers met opgeblazen neptieten en een slecht karakter, maar als je iets fysieks mankeert lig je eruit.

Zie je er redelijk uit, dan ben je wel goed voor een wip. Maar daarna is het toch echt: ‘Uit, spuit, de bocht gaat uit…’ Ik verzin dit niet. Heb het aan den lijve ondervonden. En niet door een wildvreemde kerel. Nee, een uiterst betrouwbaar persoon uit de vriendenkring van mijn clan had deze modus operandus. Een volgevreten impotente zak overigens. Hij bakte er niet al teveel van.

Maar goed, niemand heeft zich in mijn geval afgevraagd of er soms iets mis was de mannen die zo goed waren zich tot mijn hopeloze niveau te verlagen. Maar er was wel veel mis. Narcisme: Het is wat het is……. Ik drink nog liever ouwewijvenpis, dan dat ik ooit nog eens zo’n monster uit de levensvijver vis. De volgende die ik aan de haak sla trek ik grondig  na….

De onbemiddelbare mensen in het programma lijden aan allerlei uiteenlopende aandoeningen. Er is bijvoorbeeld een heerlijke jongeman met het syndroom van Down. Sommigen hebben een flinke verstandelijke beperking, zijn zo autistisch als een ui of roepen om de haverklap’schijt en motherfucker’ : Gilles de la Tourette. Dat laatste heb ik onlangs ook opgelopen geloof ik……

Anderen hebben rare bulten, missen een paar ledematen, zijn kaal alsmede vrouw, dame met baard en snor of wat dan ook. Heks past perfect in dit rijtje. Behalve mijn snor zie je dan wel niets aan de buitenkant, maar mijn lijf heeft toch echt zo zijn beperkingen.

Ik geniet van het gekke televisieprogramma. Het heeft iets ontwapenends. In onze narcistische maatschappij, waarin alleen de besten mee mogen doen is opeens plaats voor gebrek. Daarnaast is het altijd fijn om te zien hoe mensen elkaar gelukkig maken. Hoe ze iets toevoegen aan het leven van een geliefd medemens. Elkaar op de kaart zetten. Hoe op ieder potje toch weer een dekseltje past.

Behalve op dit potje dan. Dekselse narcisten hebben gepoogd dit potje te breken. Een gebroken vrouw, wie wil dat nou?

Ik zou natuurlijk een echte pot kunnen worden. Dat is me dringend geadviseerd. Geen idee waarom overigens. Volgens mij hebben mijn lesbische zusters zo hun eigen problemen. Procentueel loop je wel minder kans op een narciste, maar het scheelt maar een fractie……?Om daar nu mijn hele seksuele identiteit voor op het spel te zetten gaat me te ver….. 😉

‘No mud, no lotus’. Ik hou van die tekst van Thich Nath Hanh. Ik heb zelfs een kalligrafie van zijn hand met deze woorden er op. Het is het enige zinvolle antwoord op de modderstromen die het leven soms over je heen spoelt. Als je het al overleeft, dan biedt het vruchtbare bodem.

Het laatste half jaar heb ik heel veel geleerd. Er is een tsunami aan gevoelens over me heen gekomen. Doordat er schellen van mijn ogen vielen ten aanzien van een zekere persoonlijkheidsstoornis, ben ik opeens veel gaan begrijpen van mijn achtergrond en moeizame gang door het leven: Ik ben altijd stekeblind geweest voor dit fenomeen, terwijl mijn directe omgeving er bol van stond…..

Zo is mijn leven doorspekt geraakt met klappen incasseren en aangepast gedrag: Dansend om de hete brei de ander blijven pleasen. Narcistische woede uitbarstingen voorkomen. Over mijn grenzen gaan om harmonie te bewerkstelligen en  bewaren. Eindeloos vertrouwen houden in leugenbakken en idioten….. tegen beter weten in vaak. Narcisten nemen alleen maar, dus: Geven, geven, geven…. Tot ik er bij neerval.

‘Fijn dat je er weer om kunt lachen, Heks.’ Ja, inderdaad. Soms ontdek ik weer iets, valt er weer een kwartje over bedrog, leugens of  vreemdgaan. ‘Nu weet ik het wel,’ denk ik dan. Waarom eindeloos blijven treuren om mensen, die nergens om geven behalve hun eigen huichelachtige hachje.

Waarom in godsnaam gestoorde geesten proberen te begrijpen, die niets anders in huis hebben dan alles wat mooi en kostbaar is kapot maken? Waarom proberen te begrijpen wat iemand zonder ziel bezielt? Waarom de stumper nog zielig vinden, die rücksichtslos het mes zet in alles wat heilig en goed is in jouw wereld?

Vorige week loop ik ’s avonds met mijn hondje te wandelen. Een knappe Marokkaanse jongeman fietst voorbij. ‘Hoi jij met je hoed, wat zie je er mooi uit! Geweldig!’ De complimenten vliegen om mijn oren. ‘Dank je wel,’ het is altijd goed om voor sweettalk te bedanken. De jongen steekt schuin de straat over en fietst een gracht op. Hij blijft complimenten schreeuwen. Heks moet er om lachen. ‘Als je me je nummer geeft kom ik terug,’ is zijn enthousiaste uitsmijter…….

De hele weg naar huis moet ik er om gniffelen. Grappig toch weer. Twee dagen later ben ik weer in trek bij mijn mannelijke medemens. Dit keer loop ik in een winkel als ik word aangesproken door een oudere man. Alweer met een islamitische achtergrond. Het is een charismatische oude baas. Vrolijk staat hij met me te flirten. Als hij lacht verbergt hij een slechte tand achter zijn hand. Heel charmant!

‘Spreekt u engels?’ vraagt hij me vriendelijk. Als ik Nederlands blijkt te spreken is hij verbaasd. ‘Ik dacht dat u een Amerikaanse filmster bent….! Even later kom ik hem weer tegen. Drie gangpaden verder. ‘Wat een toeval dat ik u weer tref,’ begint de charmeur lachend. Hand voor zijn rotte tand. Ik bezorg hem de dag van zijn leven door even met hem te klessebessen: Je praat tenslotte niet elke dag met een echte Hollywoodster!

Als hij met tegenzin zijn hielen licht klampt een dame me aan. ‘Wat was dat schattig,’ reageert ze vertederd op mijn nieuwbakken aanbidder, ‘Een echte heer. Hij was helemaal weg van u. Maar u ziet er ook zo speciaal uit. Zo’n ding,’ ze wijst op mijn chique gebreide poncho, ‘vind je echt niet hier in Leiden….’ Nu moet Heks lachen. ‘Ik heb em aan de overkant van deze straat gekocht. Volgens mij hebben ze nog precies zo’n exemplaar hangen…’

Uitverkoopje natuurlijk. Ik pas altijd in kleding, die niemand wil of kan aantrekken, laat staan durft te dragen…. Heks durft wel. Met veel lef combineer ik eindeloos met gekke kledingstukken en vreemde hoofddeksels. Ik ben tenslotte hier op aarde ter decoratie. En al ben ik dan undateable volgens mijn omgeving, iemand moet wel een enorm groot hart hebben om zich met me in te laten, ik mag er toch zijn.

Zo undatable ben ik overigens niet. Ondanks mijn beperkingen heb ik in mijn vorige relatie praktisch alle honneurs waargenomen. Heks kookte het eten, zorgde voor een schoon huis, maakte het gezellig, betaalde het leeuwendeel van onze gezamenlijke kosten met mijn WAOtje, luisterde dagelijks eindeloos naar zijn geleuterkoek over het enige onderwerp dat hem interesseerde: hijzelf.

Ook op andere gebieden liet meneer het afweten. Eindeloos geduld, bakken aandacht en een rib uit mijn lijf verder bleek deze zogenaamd zeer dateable kerel de kluit volledig te belazeren. Gelukkig ben ik er achter gekomen.

Pijnlijk natuurlijk. Maar zoals televisiegoeroe Doctor Phil zou zeggen: ‘Wat is erger dan twee jaar met een volstrekt foute man samen te zijn? Twee jaar en 1 dag!’

‘Soms kom je iemand tegen, waarvan je niet begrijpt dat ie nog alleen is, een lot uit de loterij’ zei mijn vroegere thuiszorg Truus jaren geleden tegen me, naar aanleiding van mijn verbroken relatie met de Tank, ‘Na een paar maanden wordt het je dan pijnlijk duidelijk. Aha. Daarom rennen alle vrouwen gillend weg bij deze man.’

Soms duurt het iets langer. Het ligt er maar aan hoeveel gezichten iemand heeft. En of maar vooral wanneer je zijn ware gezicht te zien krijgt. Bij narcisten kan dat best eventjes duren. Zolang jij je gloeiende best doet en niet tegen hem in gaat is er niets aan de hand. Maak je hem echter kwaad dan zal hij zich wreken. Soms stiekem, zoals in mijn geval. Maar eenmaal een bepaald punt voorbij wordt je gegarandeerd openlijk aangevallen. Bij voorkeur van achteren, zodat je je niet kunt verdedigen. Niks zo lekker voor zulke helden als een mes in iemands rug….

Vertrouwen is een kwetsbare vogel. Als ze zich veilig waant zingt zij het hoogste lied. Eenmaal beschaamd verstopt ze zich in een klein donker hoekje. Of onder een koude steen. Grijpt je bij de enkels in het hoge gras. Doet je ruggelings tuimelen.

Vallen en opstaan. Het is niet anders.

 

Heks heeft last van Ouroboros! Al je zenuwen in de knoeios…… Niks bijzonders, komt in de beste families voor. Een overprikkeld verslag van een saai gelag.

 

‘Heks, het is zo stil op je blog, alles ok?’ Mijn vriendin Engel maakt zich zorgen. Wat is er aan de hand? Al anderhalve week taal noch teken van deze toverkol. Bizar. Normaal gesproken kletst ze de oren van onze kop. Soms gaat het nergens over. En toch maakt ze er een verhaal van…..

Ja, dat is zo. Maar nu eventjes niet.

De laatste paar weken ben ik druk met andere dingen. In bed liggen en slapen bijvoorbeeld. Of wat daarvoor doorgaat…… Of voor Pampus liggen. Mezelf voortslepen van hot naar haar. Maar ook een klein beetje bijdragen aan het bezweren van een crisis in de familie. Iemand is plotseling ernstig fysiek onderuit gegaan dus de hele clan is in rep en roer……

Zo dus. ‘Van die dingen,’ zou Don Leo zeggen.

Heks is buitengewoon en onaangenaam vermoeid geraakt door de bijbehorende stressprikkels. Mijn kapotte systeem is niet meer gebouwd op welke vorm van spanning dan ook. Als ik schrik komt er een eindeloze kettingreactie op gang, een loop van stress: Ouroboros, de slang die in zijn eigen staart bijt. Deze onmogelijkheid om in ontspanmodus te geraken resulteert uiteindelijk in urenlang gestuiter door mijn huis. Meestal ’s nachts gek genoeg.

Op die manier rust ik natuurlijk niet echt uit . Voor de televisie sukkel ik in slaap. Plankerig dobber ik door druk duister dromenland om tenslotte door de dageraad verlost te worden: Ik ontwaak min of meer uit de dood, sta op als een half lijk en reanimeer mezelf met koffie en pijnstillers tot het niveau van hond uitlaten. Want dat staat iedere ochtend als eerste op het programma.

Vandaag ben ik na dit programmaonderdeel alweer helemaal klaar. Ik moet echt nog wat dingen doen, geloof me. Ook ik heb te maken met alle suffe dagelijkse handelingen om jezelf in de lucht te houden. Alleen heb ik al zoveel uit mijn handen laten vallen tussen het moment dat ik mijn ogen open deed en nu, dat ik het eventjes voor gezien houd. Lekker in bed met een suf soapje op de achtergrond. Beetje schrijven.

Er staan nog heel wat verhaaltjes op stapel. Tussen alle halvezolige momenten door ben ik  toch op stap geweest. En zelfs als je in bed ligt kun je van alles meemaken. Wonderbaarlijk toch.

Wat is dat? Holding Space? Wat maakt het zo bijzonder? Een inkijkje in dit concept van Heather Plett. Een constructieve manier om met je eigen problemen en die van je medemens om te gaan. Holding Space 2.

Holding Space is een begrip waar Heather Plett mee gekomen is. Alhoewel ik op het wereldwijde web ook anderen tegenkom, die dezelfde term claimen. Ik lees erover in een oude Hapiness, maar als ik het artikel opnieuw tracht te vinden is het plotseling verdwenen. Bizar. Ik blader het blad van voor naar achter door. En nog eens en nog eens. Gelukkig vind ik moeiteloos alle informatie over deze boeiende vrouw op internet.

Holding Space ofwel Ruimte ‘creëren/bezet houden’ voor medemensen in nood. Er is eigenlijk geen goede vertaling van de term. Zodra ik echter lees over wat dit concept inhoudt besef ik dat dit is wat ik al jaren tracht te doen. Met meer of minder succes.

Het is ooit begonnen toen ik op de Hogere Heksenschool zat. In die tijd begon ik bewust na te denken over wat de beste manier is om iets voor een ander te betekenen. Hoewel ik een uitstekend paranormaal therapeut was stond het hulpverlenerschap me  vaak tegen. Betutteling en gepamper zijn in die wereld niet van de lucht. Zelf ben ik zwaar allergisch voor mensen met een hulpverleners complex. Je kent ze wel, die kordate types, die je probleempjes wel eens eventjes voor je zullen oplossen. Kortom, ik liep best ergens tegenaan.

Een ontdekking voor mij was dat je anderen hun pijn moet gunnen. Klinkt gek, maar het betekent niets anders, dan dat je de ander zijn pijn niet afpakt. Diens probleem niet oplost. Diens leven niet overneemt.

Het werd mijn streven om bij mijn cliënten hun innerlijke kracht te versterken, zodat ze zelf hun rotzooi konden opruimen. Op de manier, die zij prettig vonden. Eigenlijk ontdekte ik indertijd dat je zo min mogelijk moet doen. Het komt meestal neer op de ander de ruimte geven en steunen. En luisteren. Lui luisteren….. In plaats van beGRIJPEN.

Holding Space is voor mij dan ook een zeer herkenbare invalshoek. De volgende punten zijn belangrijk als je op deze manier je medemens wilt helpen…..

1. Geef mensen toestemming om hun eigen intuïtie en wijsheid te vertrouwen.

2. Geef mensen alleen zoveel informatie als ze aan kunnen.

3. Neem hen hun kracht/macht niet af.

4. Houd je eigen ego er buiten!!!

5. Laat hen zich veilig genoeg voelen om fouten te mogen maken.

6. Geef raad en help op een nederige en bedachtzame manier

7. Maak een bak voor complexe emoties, angst, trauma etc.

8. Sta hen toe om andere beslissingen te nemen en andere ervaringen te hebben dan dat jij zou willen!!!

Holding space is not something that’s exclusive to facilitators, coaches, or palliative care nurses. It is something that ALL of us can do for each other – for our partners, children, friends, neighbours, and even strangers who strike up conversations as we’re riding the bus to work.

Na jarenlang op deze manier te hebben geopereerd moet ik toegeven dat het niet altijd werkt. Narcisten en psychopaten worden geweldig in de kaart gespeeld door hen zoveel ruimte en aandacht te geven. Dientengevolge plaats ik toch behoorlijk wat kanttekeningen bij dit verhaal.

Het is voor degene die ‘Space Holder’ is vaak maar een eenzijdig gebeuren. Mensen vinden het heerlijk als je hen steunt en ruimte geeft en respect. Ze genieten van alle liefde en aandacht om je vervolgens even vrolijk in je gezicht te spugen of op je bek te slaan…… Geen idee waarom, maar het gebeurt.

Idealiter zou de wereld er zo uitzien. Mensen, die elkaar onvoorwaardelijk steunen en helpen zonder enige vorm van eigenbelang. Ikzelf wil ook graag door anderen zo behandeld worden. Helaas is het nog niet zo ver. Heks wordt op een paar gouden uitzonderingen na nog steeds omgeven door mensen die het beter weten.

Hier nog een heel leuk filmpje over dit onderwerp: The difference between sympathy and empathy.

Jezelf niet langer verdedigen tegen allerlei goedbedoelende betweters is gemakkelijker gezegd dan gedaan; Het is ongeveer mijn tweede natuur geworden na dertig jaar ziek zijn! Vermoeiend! En ik ben al zo moe! Heks neemt een rigoureus besluit, vanaf nu is het afgelopen en uit met allerlei ongevraagde adviezen en idiote oplossingen aan mijn adres. Ik wil ruimte en tijd om mijn eigen zaakjes op orde te krijgen! Holding Space 1.

  1. Give people permission to trust their own intuition and wisdom. When we were supporting Mom in her final days, we had no experience to rely on, and yet, intuitively, we knew what was needed. We knew how to carry her shrinking body to the washroom, we knew how to sit and sing hymns to her, and we knew how to love her. We even knew when it was time to inject the medication that would help ease her pain. In a very gentle way, Ann let us know that we didn’t need to do things according to some arbitrary health care protocol – we simply needed to trust our intuition and accumulated wisdom from the many years we’d loved Mom.
  2. Give people only as much information as they can handle. Ann gave us some simple instructions and left us with a few handouts, but did not overwhelm us with far more than we could process in our tender time of grief. Too much information would have left us feeling incompetent and unworthy.
  3. Don’t take their power away. When we take decision-making power out of people’s hands, we leave them feeling useless and incompetent. There may be some times when we need to step in and make hard decisions for other people (ie. when they’re dealing with an addiction and an intervention feels like the only thing that will save them), but in almost every other case, people need the autonomy to make their own choices (even our children). Ann knew that we needed to feel empowered in making decisions on our Mom’s behalf, and so she offered support but never tried to direct or control us.
  4. Keep your own ego out of it. This is a big one. We all get caught in that trap now and then – when we begin to believe that someone else’s success is dependent on our intervention, or when we think that their failure reflects poorly on us, or when we’re convinced that whatever emotions they choose to unload on us are about us instead of them. It’s a trap I’ve occasionally found myself slipping into when I teach. I can become more concerned about my own success (Do the students like me? Do their marks reflect on my ability to teach? Etc.) than about the success of my students. But that doesn’t serve anyone – not even me. To truly support their growth, I need to keep my ego out of it and create the space where they have the opportunity to grow and learn.
  5. Make them feel safe enough to fail. When people are learning, growing, or going through grief or transition, they are bound to make some mistakes along the way. When we, as their space holders, withhold judgement and shame, we offer them the opportunity to reach inside themselves to find the courage to take risks and the resilience to keep going even when they fail. When we let them know that failure is simply a part of the journey and not the end of the world, they’ll spend less time beating themselves up for it and more time learning from their mistakes.
  6. Give guidance and help with humility and thoughtfulness. A wise space holder knows when to withhold guidance (ie. when it makes a person feel foolish and inadequate) and when to offer it gently (ie. when a person asks for it or is too lost to know what to ask for). Though Ann did not take our power or autonomy away, she did offer to come and give Mom baths and do some of the more challenging parts of caregiving. This was a relief to us, as we had no practice at it and didn’t want to place Mom in a position that might make her feel shame (ie. having her children see her naked). This is a careful dance that we all must do when we hold space for other people. Recognizing the areas in which they feel most vulnerable and incapable and offering the right kind of help without shaming them takes practice and humility.
  7. Create a container for complex emotions, fear, trauma, etc. When people feel that they are held in a deeper way than they are used to, they feel safe enough to allow complex emotions to surface that might normally remain hidden. Someone who is practiced at holding space knows that this can happen and will be prepared to hold it in a gentle, supportive, and nonjudgmental way. In The Circle Way, we talk about “holding the rim” for people. The circle becomes the space where people feel safe enough to fall apart without fearing that this will leave them permanently broken or that they will be shamed by others in the room. Someone is always there to offer strength and courage. This is not easy work, and it is work that I continue to learn about as I host increasingly more challenging conversations. We cannot do it if we are overly emotional ourselves, if we haven’t done the hard work of looking into our own shadow, or if we don’t trust the people we are holding space for. In Ann’s case, she did this by showing up with tenderness, compassion, and confidence. If she had shown up in a way that didn’t offer us assurance that she could handle difficult situations or that she was afraid of death, we wouldn’t have been able to trust her as we did.
  8. Allow them to make different decisions and to have different experiences than you would. Holding space is about respecting each person’s differences and recognizing that those differences may lead to them making choices that we would not make. Sometimes, for example, they make choices based on cultural norms that we can’t understand from within our own experience. When we hold space, we release control and we honour differences. This showed up, for example, in the way that Ann supported us in making decisions about what to do with Mom’s body after her spirit was no longer housed there. If there had been some ritual that we felt we needed to conduct before releasing her body, we were free to do that in the privacy of Mom’s home.

Holding space is not something that we can master overnight, or that can be adequately addressed in a list of tips like the ones I’ve just given. It’s a complex practice that evolves as we practice it, and it is unique to each person and each situation.

 

Jezelf niet langer verdedigen tegen allerlei goedbedoelende betweters is gemakkelijker gezegd dan gedaan; Het is ongeveer mijn tweede natuur geworden na dertig jaar ziek zijn! Vermoeiend! En ik ben al zo moe! Heks neemt een rigoureus besluit, vanaf nu is het afgelopen en uit met allerlei ongevraagde adviezen en idiote oplossingen aan mijn adres. Ik wil ruimte en tijd om mijn eigen zaakjes op orde te krijgen! Holding Space 1.

Sinds Peter van der Hurk me heeft aangeraden mezelf niet meer te verdedigen voor wat dan ook valt het me op hoe vaak ik dat eigenlijk doe. Bijna dagelijks moet ik van leer trekken tegen mensen die me ongevraagd van alles adviseren. Bijvoorbeeld hoe ik beter kan worden.

‘Heb je wel eens aan orthomoleculaire voedingssupplementen gedacht, Heks?’ vraagt iemand uit mijn vriendenkring bloedserieus. En daar ga ik dan weer. Ben ik weer minutenlang bezig om uit te leggen wat ik allemaal slik en hoe lang al. En hoeveel me dat per dag kost.

Krijg ik evenzogoed een artikel in mijn handen gestopt met één of ander vaag instituut met een dure naam er op waar ze me voor veel geld nog meer niet werkzame rotzooi willen aansmeren…. Ik gooi het adres ongezien in de prullenbak.

‘Waarom word je niet gewoon lesbisch? ‘ lost een andere vriendin mijn verdriet over mijn verbroken relatie eventjes voor me op. Ook in dit geval heb ik nog de moeite genomen om me te verdedigen, maar beter was ik, mezelf ontblotend, woest bovenop deze prachtige zelf zeer heteroseksuele vrouw gesprongen. Onder  het uitroepen van:’Geweldig idee, schat, fijn dat je erover begint, kom hier met dat lekkere lijf van je…..’

Een aantal weken na het beëindigen van mijn relatie bevond ik me al in de vreemde situatie dat ik serieus aan een mij totaal onbekende man werd gekoppeld. Best even schrikken. Zowel die man als dat gekoppel. En dit alles in het kader van ‘zet gewoon een deksel op dit potje en de boel is weer opgelost’.

Regelmatig sturen mensen me spirituele filmpjes over ziekte en genezing, over therapieachtige mindful mindfucking pijnbestrijdingsmethoden en wat al niet meer. Waar ik me nooit in verdiep, want ik geef het eerlijk toe; Al die informatie belandt direct in de prullenbak. Ik kijk er niet eens naar. Ik heb wel wat beters te doen.

‘Ondankbaar ben je toch, Heks,’ zou je kunnen zeggen. Ja, ik ben niet langer blij met een dooie mus. Ik kijk elk gegeven paard rücksichtlos in de bek en ontdek: Ik ben niet gek! De manier waarop velen hun zorg voor anderen laten blijken deugt niet. Hoe goedbedoeld ook schiet bovenstaande aanpak finaal zijn doel voorbij. Ik erger me al tijden dood aan betweters, ongevraagde adviezen en goedbedoelde stompzinnige oplossingen voor de problemen in mijn leven.

Zelf probeer ik zulke dingen anders aan te pakken. Daar denk ik al jaren over na. Ik gun mijn medemens zijn ellende. Ik pak het niet af. Ik los het niet op. Ik zit erbij en kijk ernaar. Dat betekent in de praktijk vooral veel luisteren…..

Ik tracht alleen in te gaan op een hulpvraag. Mensen weten echt wel bij wie ze moeten zijn voor hulp. Als ik iets kan betekenen is het prima, maar als iemand anders de aangewezen persoon daarvoor is is het ook goed.

Ik doe heksengebedjes in geval van nood. Vrijblijvend. En indien gewenst kan ik je op afstand instralen met mijn genezende handen, maar dan moet je een afspraak maken.

Nu weet ik wel dat ik jarenlang hevig last heb gehad van wat Boeddhisten ‘Crazy Compassion’ noemen. Teveel doen voor anderen. Over je grenzen gaan om dat voor elkaar te krijgen. Ten koste van jezelf vaak.

Maar ik zit in een behoorlijk veranderingsproces. Noodgedwongen. Ik ben het leven zoals ik het beleefde helemaal zat. Ik ben de narcisten en psychopaten om me heen zat, maar ook de goedbedoelende probleemoplossers en minder goedbedoelende betweters kan ik niet meer velen.

Net toen ik daar diep over na zat te denken kwam ik een prachtig artikel tegen in de ‘Happiness’. Net op tijd, want ook ik heb anderen nodig. ‘Waarom accepteer je geen arm om je heen?’ Vroeg de paragnost Peter van der Hurk me onlangs. Ik kon daar toen geen goed antwoord op geven, maar nu begin ik te begrijpen wat me vaak tegenhoudt. Het is de manier waarop die arm om je heen wordt gelegd. Die deugt vaak niet. En dan kom je van de regen in de drup.

Ik ben in mijn leven geholpen door mensen, die mij mijn autonomie probeerden af te pakken. Niet best als je al helemaal om ligt. Goddank ben ik stronteigenwijs. Dat is mijn redding geweest. Ik heb een broertje dood aan afhankelijk van iemand zijn. Ik ga nog liever dood in de goot.

Toen ik jaren geleden op de Hogere Heksenschool werd aangenomen bleek uit de persoonlijkheidstests dat ik bijzonder hoog scoor op probleemoplossend vermogen. Onwaarschijnlijk hoog zelfs. Deze tests werden afgenomen om te voorkomen dat mensen met een persoonlijkheidsstoornis op deze opleiding terecht zouden komen….

Van zulke stoornissen heb ik geen last en mijn aan het onwaarschijnlijke grenzende probleemoplossende vermogens zijn ook prima, maar ik was destijds wel gezegend met een heel laag zelfbeeld. Alarmerend laag volgens degenen die me de test afnamen. Ja, vind je het gek na al die narcisten in mijn leven?

Dat zelfbeeld is intussen wel enigszins opgekrikt. Ondanks weer nieuwe narcisten. Het kan echter nog beter, dat is me onlangs ook helder geworden. Met een laag zelfbeeld loop je het gevaar anderen belangrijker te maken dan jezelf. Het blijft een eeuwig werkpunt voor Heks….

Tijdens de opleiding ontdek ik iets belangrijks. Genezingsprocessen trekken zich weinig aan van mijn persoonlijke mening. Sterker nog: Hoe meer ik mezelf buiten het gebeuren van de behandeling houd, hoe beter het werkt! Ook leer ik dat ik andermans lijden gewoon moet laten zijn. Niet afpakken, niet oplossen, helemaal niets doen is vaak het beste. Wel de kracht in de persoon zelf aanspreken. Het zelfhelend vermogen, dat in ieder van ons woont.

Het is tijd om weer met mijn handjes aan het werk te gaan. Als ik ze gewoon laat wapperen heb ik veel minder last van het mezelf moeten verdedigen.

Het verhaal van de vrouw, Heather Plett,  bevat alle elementen, die ik ook belangrijk vind in het bijstaan van medemensen in nood. Zij noemt het ‘Holding Space‘. Ik besluit me er eens een beetje in te gaan verdiepen.

Wat is dat? Holding Space? Wat maakt het zo bijzonder? Een inkijkje in dit concept van Heather Plett. Een constructieve manier om met je eigen problemen en die van je medemens om te gaan. Holding Space 2.

Voedingsindustrie over de knie. Het gore lef van de moleculaire topchef. Veel mensen worden steenrijk door het leveren van een maatschappelijke wanprestatie. Wat Heks betreft: Additieven uit de gratie!

Vanmorgen kijk ik in mijn mailbox. Allerlei onzinberichten passeren de revue. Er is heel veel gebeurd op Facebook. En wil ik niet nog meer mensen volgen op Twitter? Bijvoorbeeld die en die of Huppeldepup zus of zo. Er volgt een hele rij……

Mijn oog valt op een Tweet over gesjoemel in de keuken door top chefs. Ik klik iets aan en kom terecht bij een artikel getiteld ‘De alchemisten van de haute cuisine’  door Marcel van Silfhout. Onbevangen begin ik te lezen.

Ik heb die hele hype rondom de innovatieve moleculaire keuken niet gevolgd. Het begrip voedseltechnologie staat me tegen. Ik krijg er sinds jaar en dag braakneigingen van. Het gemiddelde gekloot van omhooggevallen mislukte scheikundigen aan ons dagelijks brood vind ik crimineel. Het is ingegeven door louter winstbejag van grote fabrikanten en heeft nergens het belang van de consumenten in het vaandel.

Dat die er ziek van worden is geen enkel probleem. De voedingsindustrie gooit het al jaren op een louche akkoordje met de farmaceutische industrie. Laatstgenoemden kunnen alle door additieven veroorzaakte bijkomende schade dan weer pappen en nathouden met hun medicatie. Liever niet genezen, want dan valt er niets meer te verdienen.

 

Er wordt bijvoorbeeld goud geld verdiend aan allerlei vormen van diabetes. Een vrouw die ik ken werkte ooit in die branche. haar bedrijf ontwikkelde allebei producten voor deze ernstig zieke patiënten. Als er weer een paar honderdduizend diabetici bij waren gekomen gaven ze een feestje. Met champagne en al.

Nu koken dus ook grote chefs met al die smerige stofjes uit de voedingsindustrie. Supermarkten en prefab-food vermijden is niet meer genoeg. Ook in de duurdere restaurants ben je je leven niet meer zeker!

Heks staat er eigenlijk helemaal niet van te kijken. Al jaren ben ik verbijsterd over wat er allemaal mag op het gebied van voeding. De meest afgrijselijke toevoegingen zijn toegestaan. Al het leven wordt er uitgestraald en -gehaald. Vaak als het nog op vier poten in de wei loopt als het dat geluk al heeft. Of op een vergiftigd veld staat….

Nederland is binnen de EU wel ongeveer het ergste land op dit gebied. Onze zuinige volksaard maakt dat we grif mee gaan met deze dwaling in de vaart der volkeren. We nemen zelfs een echte koppositie in. Wat hier ter lande bijvoorbeeld legaal met het gemiddelde stukje vlees wordt uitgehaald is ten hemel schreiend. Je mag het tot 80% volspuiten met water en zouten, zodat het meer lijkt. Yek.

Ik lees het ellenlange houtsnijdende verhaal van Marcel van Silfhout grotendeels door. En ja hoor, ook nu is de motivatie achter deze krankzinnige praktijken weer geld. Door hun eten vol te stoppen met vieze additieven zijn de topchefs een stuk goedkoper uit, dan wanneer ze gebruik maken van de traditionele ingrediënten. Het scheelt behoorlijk!

En sinds ze hun clientèle wijs hebben gemaakt dat dit soort smerig freten het neusje van de zalm betreft, de kleren van de keizer als het ware, zit gans smaakloos Nederland met een hete aardappel in hun keel deze smakeloze troep weg te werken. Dat valt nog niet mee met zo’n pieper in je klikokieper.

Maar nu het allerbizarste van dit verhaal: De topchefs worden gesponsord door de voedingsindustrie. Miljoenen verdwijnen in de zakken van deze zogenaamde grote koks, deze kleingeestige miezerige  prutsers, zodat al die kankerverwekkende stofjes en andere griezelproducten lekker worden gepromoot. Toe maar!

Heks is blij, dat ze grotendeels biologisch eet. Van jongs af aan heb ik een bloedhekel gehad aan additieven in voedsel. Ik vind het smerig. Zodoende kook ik altijd ‘from scratch’. Niets zo heerlijk als het samenstellen van een kruidenboeket voor en goede Dahl of het trekken van een krachtige bouillion. En ga zo maar door. Koken is inderdaad chemie. En ook alchemie. De alchemie der liefde.

Het Opus Magnum van de voedingsindustrie is er niet bepaald op gericht om de mensheid te verheffen. Ze gooit allerlei additieven op de markt als betrof het de Steen der Wijzen. Helaas verandert de gemiddelde maaltijd na toevoeging van die troep niet in goud, maar in een berg stront. Ongezonde stront ook nog. Hun morgenstond geeft stront in de mond.

Goddank heb je nog mensen zoals Jamie Oliver. Ik zie hem soms op televisie voorbijkomen met zijn charmant slissende tegengeluid. Fanatiek probeert hij op scholen te bewerkstelligen dat leerlingen fatsoenlijk te eten krijgen. Je bent wat je eet tenslotte. En veel jongeren zijn in die zin kwalitatief al helemaal niets meer nog voordat ze volwassen zijn.

Kansloze jongeren leidt hij op tot volwaardige koks. Hij werkt met een keur aan goede producten. Hij heeft zelf een geweldige moestuin! En ga zo maar door.

De wereld is gek. Het Amerikaanse bedrijf Monsanto claimt het genetisch materiaal van een groot deel van het zaad in de wereld. Als er een plantje van dat zaad per ongeluk in jouw tuin groeit kunnen ze je aanklagen.

Walt Disney heeft de rechten op het liedje Happy Birthday To You. Dat mag je dus ook al niet meer straffeloos zingen.

Vanmorgen loopt er een zwerver door de steeg. Een oude baas met grote knoestige handen en een vriendelijk gezicht. Ik zie hem vaker. Hij staat te graaien in een grote afvalbak. Ik loop naar buiten met mijn hondje. ‘Goedemorgen’, groet ik hem. Hij kijkt verbaasd. Niemand groet hem. Hij bestaat niet. Hij is uitschot.

Ik stop hem een paar euro in handen. ‘Koop een lekker broodje’. Weer die verbaasde blik. Later kom ik hem weer tegen, nu glimt hij me tegemoet. Blij dat hij vandaag zichtbaar is. Als ik omkijk zie ik dat hij me een stukje volgt. Even later is hij verdwenen.

Hij hoeft zich geen zorgen te maken, dat hij wordt vergiftigd door een topchef. Tenzij hij uit de vuilnisbak van hun restaurant eet natuurlijk. Hij heeft overigens zorgen genoeg. Bijvoorbeeld om aan iets eetbaars te komen.

Hem worden geen miljoenen in de zak gestopt door de voedingsindustrie. Die weten niet eens dat hij bestaat, althans, het interesseert hen niet. Er valt nu eenmaal van een kale kip niets te plukken.

Transglutaminase is een lijm voor vlees, gevogelte en vis op basis van enzymen. Het product wordt gemaakt door Ajinomoto, de grootste fabrikant van glutamaat. De stof geldt niet als additief, maar als hulpstof. Het gebruik ervan kan het binnenste van de vis of het vlees in kwestie besmetten met bacteriën die tijdens de bereiding niet gedood worden, tenzij je ook het binnenste verhit. De stof is ideaal voor fraudeurs: je plakt een paar kleine sint-jakobsschelpen aan elkaar tot één grote. Je kunt ook een mooi stuk vlees, zoals een nep-tournedos, in elkaar zetten op basis van vleessnippers en vleesresten.

 

 

Peter van de Hurk bij Umberto Tan. Dat is schrikken voor een aantal aanwezigen! Heks geniet van wat ze ziet. Behalve van dat stuk verdriet van een Levchenko. Dat is dan weer pure verspilling van zendtijd.

Woensdagavond val ik in slaap voor de TV. Ik dommel en droom. Ik dobber, ga kopje onder, kom even boven en zak weer weg. Ik moet de hond nog uitlaten. Om half drie loop ik met Varkentje door een doodstille steeg. De realiteit is onwerkelijk. Geen zuchtje wind, geen geluid. De stad slaapt. De natuur slaapt.

Natuurlijk ben ik vanmorgen een wrak. Gebroken nachten leveren halvezolige dagen op. Traag kom ik op gang. Aan het begin van de middag rijd ik naar Barendrecht. Ik ga lekker Indiaas zingen: Dhrupad.  Een privéles. Doe maar duur. Lekker luxe.

Het is heerlijk weer. De nieuwe A4 zorgt ervoor dat ik in een mum van tijd voor het kleine dijkhuis parkeer. In het souterrain tref ik mijn juf. We maken koffie en kletsen even bij. ‘Hoe is het me je, Heks?’ Ik vertel haar over mijn rare amoebeleventje. Het ontdekken van de gruwelijkheid van het echte bestaan. ‘Ik droomde vannacht van een afgehakt hoofd!’

‘Hè getsie, Heks, dat is ook gebeurd. Heb je het nieuws niet gezien? Er is vanmorgen ergens een afgehakt hoofd op de stoep gelegd. Een afrekening in de onderwereld. Afschuwelijk en gruwelijk. Wat gek dat jij daarvan droomt….’

Ja, vreemd. Gisteren zie ik Peter van der Hurk op televisie bij Umberto Tan. Op uitzending gemist. Ik kreeg een tip van mijn therapeute. Zij is net als Heks fan van deze bijzondere man.

‘Op een gegeven moment zei hij iets tegen Umberto. Die schrok zich een ongeluk en zat een partij te draaien op zijn stoel…! Hij durfde het niet aan! Alsof hij weet ik wat te verbergen heeft. Heel grappig. Je moet echt even kijken, Heks.’

En dat doe ik. Het duurt een hele tijd voordat Peter van der Hurk aan bod komt. Eerst krijgen we nog een vreselijk ex-voetballer uit de Oekraïne voorgeschoteld, die met zijn seksistische narcistische flauwekul bakken aandacht opslorpt. De sukkel, Evgeniy Levchenko,  wordt elders op het web al subliem afgekraakt door Nico Dijkshoorn. Dus ik laat het hierbij.

Maar gottegot, je zal toch wakker worden naast dit angstige schoothondje, dit opgepoetste misogyne poedeltje…..Zoals Victoria Koblenko elke morgen. Wakker schrikken bedoel ik. Hopeloos!

Maar dan is het zo ver. Eindelijk is onze nationale paragnost aan de beurt.

Peter van der Hurk heeft een prijs gewonnen. Hij is door de lezers van Paravisie gekozen tot medium van het jaar. Toe maar. Wat mij betreft is hij medium van de eeuw. De man steekt met kop en schouders boven zijn collega’s uit. Maar goed. Toch van harte gefeliciteerd!

PETER VAN DER HURK

Dit is waarschijnlijk de aanleiding voor de uitnodiging van vanavond om aanwezig te zijn in ‘Late Night’. Er wordt wat heen en weer gepraat over dit onderwerp. Ja, daar zit je dan als hoogsensitief persoon tussen de dikhuidige Darwinmensen. Krijg je weer al die vooroordelen en angsthazerij naar je hoofd. Uiteindelijk moet Peter zich natuurlijk weer bewijzen. Dat is wat mensen willen. Laat maar zien dat je het kunt. Dat kunstje.

‘Hou op met je bewijzen, Heks. Wat er in iemands kop zit kun je toch niet veranderen. Gewoon je ding doen en je nergens meer voor verdedigen,’ was zijn advies aan mij nog niet zo lang geleden. Ik zie hem nu ook geen krimp geven. ‘Ik scoor 80%,’ deelt hij nog even mee. Gewoon wetenschappelijk bewezen. Deze man heeft zijn sporen verdiend door mee te helpen met het oplossen van misdrijven…..

Peter raakt behoorlijk op dreef als hij de foto van een willekeurig iemand uit het publiek in handen krijgt. Zachtjes wrijft hij over deze ‘inductor’. Vervolgens spuit hij uit het blinde niks allerlei zeer persoonlijke informatie over degene op de foto. De eigenaars van de foto, degenen op de foto, staan verbijsterd te kijken. Het meeste is raak.

Geen ‘cold reading’, waar bij je heel veel uit de interactie met de ander haalt. Slechts met de inductor in de hand geeft hij allerlei treffende informatie. ‘Jij kunt dit ook, Heks. Maar let op: Het interesseert de mensen geen bal, waar jij je informatie vandaan haalt. Ze willen gewoon geholpen worden…’ zei hij onlangs tegen me.

Nu ik hem weer zo bezig zie, deze keer met andere mensen, valt het me weer op hoe snel en trefzeker hij werkt. Er zit nauwelijks iets tussen. Het is zoals met Alex Orbito en spiritueel genezen: Hier is een meester aan het werk. Iemand van het hoogste niveau. En zoals altijd in zulke gevallen is hij super bescheiden. Het is wel een man met flair. En ook zo grappig. Maar hij laat zichzelf niet gelden in wat hij doet. Hij is dienstbaar.

Ik schrik als ik hem hoor vertellen over zijn fysieke problemen vorig jaar. Dit werk kan een grote wissel op je trekken! Mijn hart gaat naar hem uit!

‘Heks, jij kunt ook genezen. Daar moet je iets mee doen. Als er weer mensen bij je komen met problemen: Behandel hen dan! Dan ben je zo uit de sores!’

‘Maar Heks, ik wist helemaal niet dat jij dat kunt, genezen met je handen,’ roept mijn juf als ik vertel over al deze zaken. ‘Ik ben gediplomeerd Toverheks. Ik heb er jarenlang voor op school gezeten bij de Stichting Opleiding en Onderzoek Paranormaal Begaafden, nu het Johan Borgman College. Ik heb zelfs een tijdje een eigen praktijk gehad met alles erop en eraan. Het is niet iets waar je nu echt van droomt als kind. Het komt op je pad en ik heb er niet altijd zin in gehad…..’ Zacht uitgedrukt.

Ik zit in de muziekkamer van het dijkhuisje in Barendrecht. Mijn juf en ik zijn bijgekletst. We gaan zingen. Eerst zo laag mogelijk AAAAAAAaaaaaaa. Dan:  Chandrakauns!

Onze stemmen glijden beurtelings om de riedels boventonen geproduceerd door de Tampoera. Mijn juf zingt voor en ik volg. Later speelt haar man op de Pakhawaj het ritme. Gedrieën dobberen we enige tijd in een andere wereld.

Juf improviseert. Haar stem vliegt omhoog. Indringend. Gepassioneerd. Ik reageer met het op en neer glijden van mijn stem. Heel snel, waardoor een raar effect ontstaat. Het is hierbij belangrijk, dat je van boven naar beneden denkt, terwijl je het doet…. Juf moet lachen. Het klinkt ook grappig.

De middag eindigt met een wandeling langs de dijk met mijn onvolprezen hondje. Hij heeft rustig in de auto op me liggen wachten. Nu is hij aan de beurt.

Voor ik ga slapen spreek ik met Engel op de chat. Morgen ga ik haar nieuwe huisje bekijken. Een wonder naar het schijnt…! Zij is ook een heks in ruste net als Heks. Met genezende handen. ‘Ik voelde me heel goed toen ik er actief mee bezig was,’ laat ze me weten.

‘Eerlijk gezegd voel ik me altijd het beste als ik vanuit dat principe leef. Genezen. Helen. Liefde. Verbinding,’ schrijf ik terug. En dat moet ik dan ook maar doen. Alle woede en ontzetting ten spijt. Alle narcisten en psychopaten ten spijt. Alle onredelijkheid ten spijt.

Schelden?

Scheldt kwijt!

Op de terugweg uit Barendrecht knal ik bijna op een auto voor me. De vrouw stopt voor een fietser, die op de stoep rustig staat te wachten en geen voorrang heeft. Abrupt. Ik en de persoon achter me staan gierend op de rem. Het gaat maar net goed. Geen auto in mijn nek vandaag. Deze onnodige actie is vriendelijk bedoeld misschien, maar levensgevaarlijk. Heks toetert! Als ik naast haar sta bij een stoplicht zit ze me smalend uit te lachen. Ik zit nog scheldend te klappertanden. Bizar toch weer.

Even later ben ik thuis. Ik ga iemand energetisch op afstand behandelen. Bij wijze van vingeroefening. Ik zak met mijn bewustzijn weg in die speciale liefdesenergie. Maak contact met die oneindige bron. Ga mezelf heel goed voelen. Ja, de wereld is gek. Veel mensen halen goedbedoeld de raarste capriolen uit. Levensgevaarlijk soms. En heel veel mensen hebben totaal geen goede bedoelingen….. Ook dat nog! Maar dit voelt goed. Dit is waarom je het doet. Leven.

Leven vanuit je hart.

‘Het is een heel moeilijk en zwaar beroep. De wereld is vaak geen fijne plek.  Dit jaar heb ik geen voorspellingen gedaan voor het nieuwe jaar, ik had er geen zin in. Ik zie alleen maar narigheid…..’ zegt de beroemde paragnost tegen Umberto Tan. Heks is dus niet de enige die af en toe somber is over onze prachtige blauwe planeet en diens bewoners. Met name de kroon van de schepping laat het nogal eens afweten…..

Haha, Toverheks. Je moet jezelf niet zo noemen hoor, als er mensen bij je komen! Dan schrikken ze zich een hoedje!’ raadt Peter van der Hurk me aan tot besluit van zijn consult afgelopen januari. Nou ja, ik hou wel van een hoedje hier en daar…. Hij gniffelt nog even na. ‘Je bent een schat, ik vind je een schat, Toverheks! Haha!’

Hijgend Hert aan je voet, het moet niet gekker worden. Je bent zelf ternauwernood de jacht ontkomen tenslotte!Intussen verzuip je bijna in een blubberpoel en je zusje staat erbij en kijkt ernaar….. Beetje raar. Maar waar!

Ik zit op mijn balkonnetje in de zon. Ingepakt in jassen en dekens en een soort schapenvacht. Ik slurp de zonnestralen in. Vanmorgen had ik weer eens therapie. Dat was een tijdje geleden, want ook therapeuten krijgen griep.

‘Ik maak een soort studie van enge mensen. Soms kijk ik naar de meest vreselijke programma’s op televisie. Gewoon om mezelf ervan te doordringen dat het bestaat, zulk afschuwelijk gedrag.’ Ze knikt en geeft me groot gelijk. Wat een verademing. Geen vermanende woorden over het aandacht geven aan negativiteit.

‘Jouw krachtige basis komt juist voort uit het feit, dat je zoveel hebt meegemaakt,’ ze kijkt me indringend aan. Het is waar. Mijn leven is een aaneenschakeling van extreme gebeurtenissen geweest. Wie is er bijvoorbeeld zeker drie keer op straat in elkaar getimmerd? Heks! Ik heb er de krant mee gehaald.

En dat is nog het minst vervelende. Dat zijn maar klappen, blauwe plekken en een flinke hersenschudding door een trap tegen mijn hoofd. De laatste keer door uitsmijters van ‘Het Koetshuis’. Omdat hun vriendinnen me in het voorbijgaan uitscholden en ik iets terug riep…… Dan kun je als kleerkast vol anabole steroïden natuurlijk niet achterblijven. Zeker niet als je ook al impotent bent, en regelmatig voor lul staat met je knakworst bij diezelfde vriendin. Want impotent word je van die troep. En agressief.

Maar goed. Beurse plekken trekken wel weer bij. Andere verwondingen zijn lastiger te helen.

‘Een ander had al lang aan een touwtje aan het plafond gehangen,’ geef ik toe, ‘De meeste mensen worden al gek als ze drie weken griep hebben, laat staan een chronische versie daarvan. Ook worden mensen er over het algemeen helemaal niet goed van als ze zoveel alleen zijn als ik.’

‘Hopeloze relaties alsmede vriendschappen drijven nogal eens iemand naar de rand van de afgrond, maar ook dat heb ik overleefd. Daarbij kom ik ook niet uit een achtergrond waarbij ze de deur bij me plat lopen om voor me te zorgen als ik helemaal om lig. Eufemistisch uitgedrukt. Dus ja, ik doe het lang niet gek.’

‘Jij komt er wel uit, Heks. Je bent er nog niet. De bezem moet er door en je moet eindelijk eens voor jezelf gaan kiezen. Maar uiteindelijk komt het goed met jou!’

Als ik later met Ysbrandt langs de Zijl wandel spookt zo’n griezelprogramma door mijn hoofd. Een jongeman rijdt zichzelf bijna dood tegen een boom. Hij blijkt ternauwernood een aanslag op zijn leven te hebben overleefd. Gepleegd door zijn eigen zus!

Zij en haar vriendje en nog een paar trawanten sloegen het joch half dood alvorens hem in een grote vijver te dumpen met een zwaar gewicht aan zijn been. Ze lieten hem voor dood achter, maar hij wist zichzelf los te rukken van het betonnen tuinbeeld aan zijn voet. Een hertje notabene.

Hij sleept zich zijn auto in met een grote bloedende hoofdwond en longen vol smerig water. Langzaam maar zeker verliest hij het bewustzijn en rijdt zichzelf bijna te pletter tegen een boom. Maar hij wordt snel gevonden en gered!

Hij is er verschrikkelijk aan toe. Bont en blauw en opgezwollen. Buiten bewustzijn…… Zijn zus zit schijnheilig naast zijn bed gedurende de gehele periode dat hij in coma lig. Zijn overlevingskans is 1 op 4 miljoen. Hoe ze dat hebben berekend is mij dan weer een raadsel.

De gruwelzuster wijkt niet van zijn bed en als hij dan eindelijk zijn ogen opent, een waar wonder,  begint zij hem direct onder druk te zetten. Het is een echte bitch! Hij mag niet reppen over het feit, dat zij hem heeft geprobeerd te vermoorden voor een paar honderd dollar. Want daar ging het allemaal om, zuslief wilde dat hij zijn spaargeld aan haar gaf.

Oh ja, ze heeft ook nog het ouderlijk huis in brand gestoken om de sporen van het bloederige gevecht van drie volwassen kerels tegen één leptosome adolescent uit te wissen…..

Maar goed, het komt toch uit natuurlijk. De boosdoeners worden opgepakt. En nu komt het: De jongeman weigert te getuigen tegen zijn zus. ‘Ze is toch mijn zuster, ik hou van haar, ik heb altijd een sterke band met haar gehad…..’

Hij houdt voet bij stuk, dus de criminelen komen er vanaf met een lichte straf en de monsterzus gaat vrijuit. Ze neemt een nieuwe vriend en verhuist naar de andere kant van de wereld. Veel berouw lijkt ze niet te voelen. Waarschijnlijk een narciste/psychopate. De broer heeft nog steeds contact met haar.

De moeder van de jongen komt ook aan het woord. Zij houdt natuurlijk van allebei haar kinderen. Met een extatische uitdrukking op haar gezicht geeft ze gedurende het gehele item commentaar op de gebeurtenissen. Een vreemd gezicht.

Ja, zo kan het ook. Dit is heel erg hoe Heks altijd heeft geprobeerd te leven. Vergeven bij voorbaat en dan gewoon doorgaan met liefhebben. Als iemand je iets flikt zet je gewoon nog een tandje bij.

Gevangenissen kweken nu eenmaal in het algemeen kleine crimineeltjes op tot monsters. Het is dus nogal wat om je broeder of zuster er bij te lappen om hen naar een dergelijk oord te doen verbannen…..

Toch is er een verschuiving in me aan de gang. Ik heb geen idee welke kant het op gaat, maar ik kan je één ding zeggen: Probeer me niet te vermoorden of iets dergelijks, want je hangt! Als ik het overleef tenminste. De tijd dat Heks Jan en Alleman met alles liet wegkomen is definitief voorbij.

 

God moet een geweldige vis zijn. Een vrouwelijke wel te verstaan! En: Vergeven is een tweezijdig proces. Vandaar dat het vaak niet lukt. Ligt er weer eentje dwars…..

Vanmorgen ga ik naar de kerk. Het is alweer een paar weken geleden, dat ik het op kon brengen. Of niets anders aan de hand had. Eerst natuurlijk eventjes met Varkentje naar buiten. Een koude natte maartse bui kleddert over ons heen. We zijn binnen een paar meter doorweekt. Bah, bah, wat is het toch al maanden vreselijk weer. Slechts zelden piept de zon eventjes door de wolken. Die  verraderlijke wattendekens vol onverzoenbren hemelse haat.

Snel geef ik mijn hondje eten. Even een kwast over mijn toet trekken en ik kan er weer mee door. Op het nippertje arriveer ik in mijn kerk waar God ook een vrouw is.

Nu is God ook een vrouw. Zelfs de katholieke kerk ontkomt niet aan dat gegeven. Onlangs heeft één van  hun priesters, Father John Micheal O’neal,  een bijna dood ervaring gehad. Nou ja, bijna, hij was zowaar 48 minuten dood. Toen hij succesvol werd gereanimeerd, kwam hij bij met een gelukzalige glimlach op zijn gezicht. ‘God is een vrouw!’ bracht hij uit.

 

He claims that at that point in his experience, he went to heaven and encountered God, which he describes as a feminine, mother-like “Being of Light”.
“Her presence was both overwhelming and comforting” states the Catholic priest. “She had a soft and soothing voice and her presence was as reassuring as a mother’s embrace. The fact that God is a Holy Mother instead of a Holy Father doesn’t disturb me, she is everything I hoped she would be and even more!

 

Vandaag hebben wij in onze kerk ook een katholiek op de kansel. In een witte jurk met een lila sjerp staat hij zijn mannetje tegenover die vrouwelijke God.

Haar vrouwelijkheid maakt het celibaat er alleen maar onbegrijpelijker op. Werk je voor een vrouw en zijn vrouwen uit den boze. Tenzij God de Moeder een jaloers kreng is natuurlijk. Misschien wil ze al die priesters lekker voor zichzelf houden…..

Wat een pech voor haar: De priesters keken van oudsher dan toch liever naar kleine jongetjes…… Heks is overigens faliekant tegen het celibaat. In welke klooster of kerkorde dan ook. Wat je onderdrukt perverteert. Seksualiteit is een fantastische  en heilige oerkracht, maar als je em onnatuurlijk aan banden legt zijn de gevolgen desastreus….

De preek van vandaag gaat over vergeven. Over het belang van erkenning door de pleger van wat ie heeft gedaan. Ook berouw en goed maken behoren tot het proces. Het is een tweezijdig gebeuren. Oh.

Vandaar dat het zo moeizaam gaat, dat vergeven in mijn geval. Ik probeer het. Ik verplaats me in de ander, voel compassie in mijn hart voor de ellendige positie van mijn gemene medemens. Maar het is steeds een eenzijdig proces.

Het legertje narcisten uit mijn verleden heeft natuurlijk nooit berouw betoond voor de toegebrachte mishandelingen of spijt gehad van wat dan ook. Het zit nu eenmaal niet in de aard van die beesten. Maar ook van veel anderen heb ik nooit excuses gehad voor tikken die ze uitdeelden. Ikzelf heb daarentegen nogal eens sorry gezegd. Zelfs als die ander het eigenlijk had moeten doen. Maar daar ben ik eindelijk mee opgehouden. Zeer recent.

De preek is opgehangen rondom het verhaal van de verloren zoon. Het is ook een irritant verhaal. Een egocentrische losbol van een lievelingetje van een jongste zoon en zijn oudere broer brave Hendrikje. Heks zit er slaperig naar te luisteren. Al die familieperikelen. Ik kan het niet meer aanhoren. De Bold en The Beautiful volg ik ook niet meer. Krijg toch de klere met je macht en geld. Ik begrijp zulke mensen niet. Met liefde en respect heeft het weinig te maken. En dat is het enige dat mij interesseert.

‘Hoe vond je onze nieuwe aanwinst op de kansel?” vraagt een andere geestelijk leider van mijn kerk aan me bij de koffie. Er ontstaat een sprankelend gesprek met verschillende geloofsgenoten. Over het katholieke geloof en hoe wij in mijn kerk hun wet omzeilen door een onofficiële eucharistie te vieren. Hoe de voorganger van vandaag geen priester is maar een diaken. Niet tot priester gewijd dus.

Mooi zo, denk ik bij mezelf. Hij hoeft zich dus ook niet aan dat enge celibaat te houden. Hoe het komt weet ik niet, maar in no time hebben we het over hoe wij mensen af stammen van vissen. Ik sta aan een tafel met een paar biologen schat ik zo in. Thich Nhat Hanh zei ooit: ‘Volgens een vis moet God een geweldige vis zijn, hoe kan hij anders zo’n perfect zwemmend dier kunnen hebben geschapen?’

 

Zaaddonor doneert zaad, als het met je eigen man niet gaat. Of je hebt nog maar een paar eieren en bent bijna te laat. Of je houdt niet van mannen, maar wel van hun zaad. Of je hebt met hormonen je eierstokken eindelijk weer aan de praat. Nu alleen nog wat spermatozoïden ofwel zaad…….

Vannacht kan ik niet slapen. Ik kijk naar een documentaire over Boudewijn de Groot. Het duurt en duurt. De man heeft ook enorm veel gedaan natuurlijk. Zijn gouden samenwerking met de fenomenale tekstschrijver Lennaert Nijgh komt uitgebreid aan bod. Dat was een gek gebakkie. Bij hem vergeleken was Bou heel normaal. Interviews met zijn kinderen doen dat beeld weer teniet.

Een moeilijke gesloten man. Ook zijn vrienden beweren iets dergelijks. Het ene moment is de man heel warm en dichtbij en dan is er weer die ongelofelijke afstand. Hij heeft prachtige liedjes gemaakt. Hij kan fantastisch mooi zingen met die rare unieke stem van hem. Heks is opgegroeid met zijn liedjes.

De liedjesschrijver mag dan bij ons Hollandse kaaskoppen veel succes hebben, wat hij schrijft wordt niet altijd gewaardeerd door zijn eigen kinderen.

‘Ach,’ zegt een zoon uit een van zijn vele huwelijken, ‘Ik erger me vaak dood aan zijn teksten. Ik kan sommige albums niet horen gewoonweg. Neem bijvoorbeeld dat liedje waarin hij iets zingt in de trant van ik vertrek voorgoed en jij blijft hier, omdat je dat kiest en wilt, zie maar blablabla. Dat gaat over mij. Een kind dat achterblijft terwijl hij me in de steek laat. Ik had niets te kiezen, mafkees. Wat een kutlied.’

Als onbedoelde zaaddonor heeft hij vele successen geboekt in het leven. Hij verwekt links en rechts kinderen of het niets is, maar laat ze vervolgens in no time weer in de steek. Ik heb in mijn eigen leven ook dergelijke zaaiers ontmoet. Een slag apart.

Direct na dit programma begint een documentaire over een echte zaaddonor en zijn nazaat, nou ja, nazaten. Ook dit programma duurt een eeuwigheid. Maakt niet uit. Ik kan toch niet slapen.

Een meisje gaat op zoek naar haar biologische vader. Zaaddonor 150. Ze ontdekt uiteindelijk een stuk of 58 halfbroers en -zussen. Die zaadhandel blijkt een wilde boel te zijn daar in de VS. Mannen kunnen onbeperkt doneren en vrouwen kunnen het over de post bestellen….. Mijn god, wat een puinhoop!

De vader van het meisje blijkt een halve zachte hippie te zijn. Je kunt zien, dat hij vroeger beeldschoon is geweest. Hij heeft een tijdje als een soort Chippendale gewerkt in zijn jonge jaren. Totdat hij het zaaddonorschap ontdekte. ‘Ik hen zeker zo’n 500 keer gedoneerd. Drie tot vier keer per week. Tien jaar lang.’ Even rekenen…. Heks komt dan op een veel hoger aantal….

De hippie kijkt naar het profiel van donor 150. ‘Ja, er staat dat ik danser ben, daar bedoelde ik die Chippendaleshow mee. En ik stripte me uit een apenpakkie met gezongen telegrammen aan de deur. Best creatief!’ Intussen komt ter sprake, dat hij als kind al bipolair is verklaard. Hartstikke erfelijk. Nergens terug te vinden in het profiel…..

Hij heeft inderdaad belangstelling voor het spirituele en filosofie. Maar hij heeft dat laatste niet gestudeerd, zoals vermeld in zijn profiel. Hij heeft nauwelijks opleiding genoten. Het doneren van zaad kwam op zijn pad en daar heeft hij jarenlang de huur van betaald.

‘Ik heb wel bij elke donatie, hoe snel ook gemaakt, gebeden voor de ziel die wil komen,’ verklaart de donor, ‘Ik trek als het ware die zielen hier naartoe. Dat is mijn taak in het leven! In elk zaadje zit een ziel.’ Een zielentrekker dus. Letterlijk! Weer eens wat anders dan een zielenknijper…..

Hij vertelt bevlogen over zijn mooie idealen, in het leven geroepen rondom zijn oude professie. Om dan moeiteloos over te gaan op allerlei globale samenzweringstheorieën. Heks heeft daar ook wel ideeën over, maar niet zo verstoken van realiteitszin als deze man. Goeie hemeltje, wat een wazig gebrabbel!

De man woont in een gammele camper op een parkeerterrein aan zee. Met vier honden en een duif. Dat zijn zijn echte kinderen, beweert hij. Het is een ongelofelijke lieve schat, maar volstrekt uit de poppenkast gevallen.

Een tijdje geleden zag ik ook al een programma over een zaaddonor. Een Nederlands exemplaar. Foeilelijk, kaal en dik. Totaal geen interessante man, zeg maar ronduit saai! Hij was het gaan doen om vrouwen te helpen, die nergens terecht kunnen voor een zaadje. Een nobel streven.

Op een gegeven moment ontdekte hij dat vrouwen zijn gouden kwakje liever op de natuurlijke manier ontvingen. Dus niet met een potje sperma en een injectiespuit. Nee, gewoon ouderwets de tampeloeris in de flamoes.

Volgens de man wordt deze aanpak enorm door de desbetreffende dames gewaardeerd. En ook door hun eega’s! Die zitten er naast het bed op een stoel verlekkerd naar te kijken, of warmen het vrouwtje op, opdat hij dan de kutklus kan klaren. Geloof jij het? Ik kan me er niets bij voorstellen.

Evenzogoed verwekt deze man naar eigen zeggen ook een paar kinderen per week. Er lopen al zeker een paar leptosome voetbalteams ontsproten uit zijn kokette kokertje rond. Het is zijn enige kans op iets van een seksleven lijkt me. Maar ik krijg er toch een ellendig gevoel bij. Wat een waanzin!

De Nederlandse zaadbanken hebben A-en B-donoren. Bij de laatste kan het kind de identiteit van de donor achterhalen, bij de eerste niet. Ik vind dat de anonieme vorm bij de wet verboden moet worden, maar dat gaat nooit gebeuren en ik zal zeggen waarom. De meeste donoren willen stomweg anoniem blijven. Ze kwakken hun kwakje in een bakje om de huur te betalen. Of een luxe skivakantie……

De mannen, die ik in mijn studententijd (er wordt veel geworven onder met name medicijnenstudenten. Jong, slim en sterk zaad…) richting zaadbank heb zien vertrekken hadden daar allemaal triviale redenen voor. Ze vonden het vooral interessant. Maar wat maakt het uit? Zaad is zaad….

Niet dus. De hele evolutie is erop gericht om de beste donor eruit te zoeken. Daarom vallen vrouwen tijdens hun vruchtbare dagen op een beetje foute mannen. Is gebleken uit wetenschappelijk onderzoek. Dat zijn vaak sterke overlevers, eigenschappen die je onbewust wilt voor je kind.

Het gebeurt dus nogal eens, dat zo’n man een kind verwekt tijdens een spannend avontuurtje, waarop de dame in kwestie weer terug gaat naar haar brave huisvader van een partner…..

Ook is er bij de zaadbanken hier ter lande geen enkele controle op wie welk zaad krijgt. Als een club vriendinnen allemaal besluiten op die manier zwanger te worden, minder vergezocht dan je zou denken…., dan is er geen sterveling die er op let of het niet per ongeluk om dezelfde donor gaat. Zit je met allemaal halfzusje en broertjes op elkaars lip op feestjes en partijtjes. Zonder dat ze het weten. Bloedlink natuurlijk.

En wij hier maar afgeven in het beschaafde ontwikkelde chgggrrrrristelijke Westen op die achterlijke Islam en hoeveel Moslims met hun nicht of neef trouwen……. Over niet al te lange tijd is de halve wereld je halfzus of broer…….