Op stap met vrienden. Kan dat eigenlijk wel? Vriendschap tussen man en vrouw? Daar zijn de meningen ernstig over verdeeld. Soms denk je dat het kan en kom je toch van een koude kermis thuis. Of je ziet leeuwen en beren op de weg terwijl er slechts een mak lammetje loopt te bokken. Of een onschuldige oude bok….. Heks heeft veel mannelijke vrienden. Het kan. Echt waar. Maar je moet wel ogen in je achterhoofd hebben. In sommige gevallen. En liefst ook in je onderbroek.

‘Heks, wil je me behandelen? Dat kun jij toch? Ik heb last van mijn rechterbil!’ Hawk kijkt me verwachtingsvol aan. Zou het nu eindelijk eens lukken om me over te halen tot fysiek contact? Het is inmiddels al de zoveelste poging hiertoe. Van algehele lichaamsmassages tot dan maar voetmassages of de wens me eens op die mooie rode roos te zoenen in plaats van op mijn wangen……..

Ik wimpel alles af. Aan mijn lijf geen polonaise. Ik ben geen twintig meer, maar door de wol geverfd. Ik ken mijn pappenheimers. Toe maar.

In zijn keuken hangen een aantal enorme witte zeilschepen van onderbroeken in het zicht te drogen. Ook dat nog. Bepaald geen afrodisiacum, maar daar kun je van mening over verschillen natuurlijk.

Vorige week zondag ga ik met Molenaar naar een prachtig concert in kasteel Duivenvoorde. ‘Phantasia Musica, Vioolmuziek uit de zeventiende eeuw’ door Furor Musicus onder leiding van Antoinette Lohmann.

Het is fantastisch weer. Alle bloesembomen staan volop in bloei. Grote rode beuken vlammen in pril blad. Zoete geuren verzadigen de warme lucht. Mijn lijf kreukelt ook vrolijk voorwaarts vandaag. In mijn roze bloesemjurk met bijpassend hoedje……

Het concert is fenomenaal. Heks is direct een grote fan van Antoinette Lohmans. Wat een geweldenaar op haar barokviool. Maar ook op de klompviool staat ze haar mannetje…… Ik raak helemaal betoverd door het speciale programma van vandaag. Met de klompviool als apotheose……..

‘Haar ouders spelen allebei folkmuziek,’ vertelt Fiederelsje me later. Haar liefde hiervoor is goed te horen in haar vertolking van de Bierfiedlers in het stuk van Johann Erasmus Kindermann over de oorlog tussen deze Folkländer en de meer serieuze violisten…… Wat een heerlijke middag!

Later die week ga ik met Buurman op stap. Hij neemt me mee naar alweer een concert van geheel andere orde. We gaan luisteren naar het popkoor ‘Prestige’ in de grote zaal van het Volkshuis. Zijn vrouw zingt mee. Samen met nog zo’n honderdtwintig andere vrouwen en een tiental mannen! De halve zaal staat vol koor.

‘Dat is nog wel eens eventjes andere koek dan met ons ‘Dikkertje Tromkoor,’ fluisteren we tegen elkaar nadat we zijn weggeblazen door hun massale geluid. ‘Wij moeten ook voor dit effect gaan,’ lispel ik enthousiast, ‘Maar dan wel met z’n tweetjes natuurlijk!’ Ja. we zijn en blijven toch een heel  bijzonder koor bestaande uit twee personen. En zo is het.

‘Jullie mogen gerust meeklappen en dansen!’ enthousiasmeert de dirigent ons. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Buurman naast me gaat steeds gekker doen. En Heks doet natuurlijk vanouds mee. Doet niet voor hem onder! Dubbel van de lach swingen we op onze stoelen.

Ruim een anderhalf uur genieten we van deze kakofonische eenheid. Helemaal boordevol en een beetje dol verlaten we de tent.

Kom, laten we nog een drankje doen in het Praethuys,’ roept Buurman. Zo zitten we nog een uur te toeteren tegen elkaar. Eerst in de kroeg en dan nog eventjes in Huize Heks. Heerlijk!

Afgelopen week ben ik met twee vrienden op stap geweest. Het kan dus wel degelijk, vriendschap tussen mannen en vrouwen. Heks is er het levende bewijs van. Voorwaarde is wel, dat er geen sprake is van grensoverschrijdend gedrag of ongepaste opmerkingen.

Met andere woorden: Ik wil mezelf niet constant verdedigen dat ik geen relatie, fysiek contact of seksuele toestanden wil. Ik wil geen rare opmerkingen over dat we niet met elkaar naar bed gaan bijvoorbeeld.

download-50

Dat deed een vroeger stapmaatje van me regelmatig. ‘Dit is Heks, we zijn vrienden, maar neuken niet!’ riep hij dan tegen mij wildvreemde mensen. Hij kon er maar niet bij dat ik dat niet met hem wilde doen. Hij was overigens getrouwd, maar dat maakte hem niet uit. Mij ook niet, want ik wilde het sowieso niet. Al had ik een miljoen euro smartengeld toe gekregen. Dan nog niet. Punt.

Hawk is zesennegentig. Je verwacht dan niet dat iemand zich van alles en nog wat in zijn kop haalt. Maar ja. Je kunt niet in andermans hoofd kijken natuurlijk. En afgaande op zijn opmerkingen moet ik hem maar heel goed in de gaten houden. En ontmoedigen!

Alhoewel dat ook niet altijd helpt heb ik uitgebreid ondervonden in mijn amoebe-leventje. Je kunt ontmoedigen wat je wilt, als iemand iets in zijn kop heeft staat hij daar vaak niet voor open. Het moet en zal dan gebeuren. Ooit. Niet linksom, dan rechtsom. Niet goedschiks, dan kwaadschiks.

Het is geen wonder dat ik voorzichtiger geworden ben. Hawk houd ik op veilige afstand. Geen massages en bilbehandelingen. Gewoon gezellig koffie drinken en met de hondjes wandelen. 1 keer per week. Dat is net mooi zo!

En als dat niet genoeg is, dan houdt het gewoon helemaal op.

onderbreken, klimaatsverandering, opwarming van de aarde, global warming,

Is billenknijpen verboden of strafbaar?

Weekje billenknijpen voor ‘woeste’ golfers van Grevelingenhout!!!!!!

tieten knijpen, billen knijpen,

Heerlijk op stap met mijn kleine viervoetige vriend. Eindelijk lente! We genieten volop! En Heks geeft een man met een piepklein geslachtsdeel, een waxinelichtje, op zijn kop. Niet daarvoor natuurlijk, maar voor zijn compenserende rijgedrag. Auto-rijgedrag wel te verstaan………

Woensdagavond rijd ik naar het Valkenburgermeertje. Onderweg kom ik in een file terecht. Potverdrie. Ik ben op het verkeerde tijdstip gaan rijden. Ik zit midden in de spits. De hele stad staat vast. Alle uitvalswegen zitten bomvol medemensen, die ook ergens van het mooie weer willen genieten. Vermoeide chagrijnige forensen staan in de tegenovergestelde richting stil.

Bij een druk kruispunt met stoplichten loopt alles in de soep. Voor me staat iemand mega te klungelen. Hij kan maar niet beslissen of  hij iets zal doen. En zo ja, wat dan? Een grote lijnbus blokkeert iets verderop minstens drie rijbanen. Een vrachtwagen gaat er dwars voor staan. Nu kan er helemaal niemand meer ergens heen.

Heks besluit de gekte niet af te wachten. Het is bloedheet in mijn auto en VikThor zit achterin te puffen. Ik wil zo snel mogelijk rijden met alle ramen open. Ik wurm me dus in een andere rijbaan, sla af richting stad en draai vervolgens weer om, om naar het hondenstrand in Noordwijk te gaan. Weer sta ik eindeloos voor een stoplicht. Maar als ik daarlangs ben schiet het opeens geweldig op.

Een kwartiertje later loop ik het bloeiende duin in. Eerst eventjes een stukje wandelen. VikThor heeft een beetje in de auto gekotst, maar oogt verder prima. Vooruit maar. Bloesemgeuren vleugen om ons heen. Wat later zijn we dan eindelijk op het strand. Het is heerlijk hier. Een klein briesje doet de vlaggen bollen. Langzaam kuier ik richting Katwijk.

Mijn hondje rent enthousiast in het rond. Overal lopen blafbeesten waar hij mee kan spelen. Ik gooi balletjes, waar hij verwoed achteraan jaagt. Ja, het leven is verrukkelijk hier en nu!

Ergens onderweg plof ik in het zand. Ik heb een lekker kopie thee bij me. VikThor graaft een kuil. Op de terugweg gaan we iets drinken bij Take Two. Ik bestel een lekker zout frietje.

De zon gaat al bijna onder als we weer terug naar Leiden rijden. Alle stoplichten springen op groen. Goh. Dat is lang geleden. Ik sta al weken voor elk licht stil.

Als ik op de Plesmanlaan rijd komt er een plakker achter me hangen. Een nare harde plakker. Een dikke vette plakker in een open BMW. Of een ander duur patserkarretje. Een dikke stinkende plakker met een kale varkenskop. En een heel klein mini piemeltje. Ter compensatie van zijn bolide.

Zodra ik de kans krijg wil ik naar rechts gaan. Ik wil echter in geen geval tachtig gaan rijden om dit te bewerkstelligen. Er rijd namelijk een hele rij auto’s voor me in de rechterbaan. Het is nog best druk op de weg. De man moet dus eventjes wachten, totdat er ruimte is.

De plakker duwt en duwt. Echt strontvervelend. Temeer daar mijn hondje slechts een meter van zijn bumper verwijderd zit te kotsen. Hij heeft zeewater gedronken. Of is het toch een virusje?

Ik haat dit soort kloteplakkers. Zo snel mogelijk naar de andere baan dus maar. Eindelijk is er ruimte naast me. De man heeft dan wel al bijna vijf seconden geduld moeten beoefenen!

Ik kijk over mijn rechterschouder en steek mijn richtingaanwijzer uit. Niks aan de hand. Kijk nog eens ter nacontrole. Nog steeds is de weg rechts naast me en achter me leeg.

Ik wil al bijna opzij gaan, als de gek me plotseling rechts inhaalt! Hij piept achter me vandaan met een noodvaart naar de rechterbaan en in 1 beweging tussen mijn auto en de auto in de rechterbaan voor me langs en scheurt ervandoor. De gek. Ik kan nog net voorkomen dat er een aanrijding van komt.

De vetzak staat voor me bij het volgende stoplicht onder het viaduct bij het spoor. De boel staat aardig vast, dat geeft me alle tijd om hem eens goed uit te kafferen. Snel stap ik uit mijn auto en loop een stukje naar voren. ‘Gestoorde idioot. Vier levens in gevaar gebracht en waarvoor? Je staat hier gewoon voor me. Ongelofelijke eikel en klootzak dat je er bent!’

De man zit met een maat om me te lachen, maar ik laat me niet doen. Dreigend roep ik hem nog wat verwensingen toe. Het is me menens. Ik heb ook al vrij lang getoeterd, voordat ik uit stapte, dus de andere automobilisten zitten vol belangstelling te kijken. Een aantal heeft de levensgevaarlijke idioot bezig gezien. Het zwijn. In z’n sullige compensatiekarretje.

Nu begint het lulletje rozenwater het toch wel een beetje benauwd te krijgen. Wie is dat elegante woeste mens met die flaphoed en filmsterrenzonnebril? Ze is voor de duvel niet bang. In overgave heft hij zijn handen in de lucht. Hij geeft zich gewonnen.

Ik haal hem nog 1 keertje in op weg naar het volgende stoplicht. Ik kan het niet laten om even te toeteren….. Hij kijkt angstig opzij. Dan sla ik af naar de stad. De man gaat snel rechtdoor.

Ik zit nog een beetje na te shaken van het bijna ongeluk. Door die mega gemankeerde mafkees. Wat zijn er toch veel domme levensgevaarlijke mensen in de wereld. Zonder enige vorm van verantwoordelijkheid hakken ze zich door het leven. Links en rechts harkend naar andermans eigendom. Maar hun eigen domheid ontgaat hen…..

De zak is minstens 66 en een enorme ZeuR kortom:  T’is niX!

Heks plakt het koor aan de muur, maar niet uit vrije wil. Het is die fiets, die klotefiets, die fiets van niets…… Het pokkeding staat stil. Alweer. En min of meer op dezelfde plek. Wat gek! Heeft ie soms een zachte plakkerd? Of doet ie gewoon wat hij wil? Het is in elk geval niet wat ik wil……..

Dinsdag heb ik geen zak zin om naar het koor te gaan. Dat gebeurt me bijna nooit! Maar na twee zeer brakke korte nachten is de beperkte energie echt op.

Bovendien is het prachtig weer. Ik ben de gehele dag binnen gebleven om allemaal kleine kutklusjes te doen. Ook al niet verstandig als je kapot moe bent. En nu wil ik naar buiten. En daar blijven.

Maar helaas ben ik zo plichtsgetrouw als wat. Ik verzuim zelden tot nooit. Tenzij ik half dood ben. En dat is dan toch weer best vaak. En zelfs dan ga ik meestal toch! Zelfs als ik nauwelijks stem heb. Hetgeen ook nogal eens gebeurt, want ME zit bij mij sinds jaar en dag als een barometer op mijn stembanden. Hoe beroerder ik eraan toe ben, hoe minder stem……

Dus Heks gaat naar het koor. Ook als het fantastisch mooi weer is na een lange koude winter. Ik ga sowieso. Behalve als het echt, echt niet gaat. Als het me niet lukt om twee uur op een stoel te zitten.

Om een uurtje of zes fiets ik met mijn hondje de stad uit op mijn elektrische Beixo vouwfiets. Een geweldig apparaat. Als ie het doet. Helaas ben ik intussen al een motor, vier opladers en veel ergernis verder, zonder dat ik nu echt veel op dat pleurisding gefietst heb. Een rib uit mijn lijf bovendien. Maar vandaag fietst ie als een zonnetje.

Totdat ik bij het Joppe kom. Op precies dezelfde plek als vorige week krijg ik een lekke band. Zou er soms iemand spijkertjes strooien? Of punaises……. Heel langzaam loopt hij leeg. Eerst denk ik weer dat mijn fiets doormidden is gebroken, maar nee. Lek.

Ik bel de Grote Vriendelijke Reus. Die woont hier om de hoek. ‘Bel ik je wakker?’ antwoord ik op zijn gegrom. Ja dus. Hij is net als Heks enorm energiebeperkt. En net als ik knapt hij dus nogal eens een uiltje tussendoor. Op de meest gekke tijdstippen……

Even later vlieg ik hem om de hals. ‘Heel goed hoor, dat je me wakker belt. Anders zit ik vannacht om drie uur weer klaarwakker op de bank te koekeloeren!’ Herkenbaar!

VikThor spring als een dolle in het rond. Hoera! We zijn bij zijn grote vriend op bezoek! Hij krijgt een lekkertje, vindt een verdwaalde tennisbal en kruipt uiteindelijk naast zijn vriend op de bank. Zielstevreden.

De vouwfiets wordt op zijn kop midden in de kamer gezet, maar we gaan eerst maar eens een sapje drinken en lekker kletsen. Dat koor kan ik vanavond toch wel vergeten.

Nou ja, ik vind het niet zo erg. Ik had al geen zin. Bovendien brak vorige week de pleuris uit onder de alten. Een voormalige sopraan wierp de ene knuppel na de andere in dit hoenderhok. Een enorm gekakel was het gevolg. Gekrakeel in de pauze.

Heks had geen benul waar het allemaal over ging en dat alles wat ik zei ook nog eens tegen het zere been was van de overgelopen sopraan. Het is niet aan mij besteed, dit soort dingen. Maar helaas zat ik er wel helemaal middenin.

‘Volgende week is de boel vast weer gesust. Het komt me prima uit om eens een keertje over te slaan!’ vertel ik mijn reuzenvriend. Hij heeft ook jarenlang in een koor gezongen en is dan ook goed bekend met dit soort dynamiek. Laten we eerst die band maar eens repareren.

Op ons gemak gaan we op zoek naar het gaatje in de band. Het zit vlak bij twee andere plakkers. Mmmm. Misschien zit er een stuk glas in de buitenband. Of een kabouterspijkertje. Intensieve controle van de band levert echter niets op. Dus zetten we de geplakte binnenband er maar weer in.

‘Nou Heks, ik kan wel zien dat je vroeger veel geklust hebt,’ de GVR kijkt naar mijn zwarte handen, ‘En dan zeg je dat je geen kracht meer hebt in je handen. Jij moet vroeger echt heel sterk zijn geweest!’ Ja, dat is ook zo. Ik was in mijn jonge jaren een enorme kleerkast.

‘Fijn dat die plakkers tegenwoordig zo mooi vervloeien met de band. Vroeger had je alleen van die harde plakkers. Die rolden er soms direct weer af…..’ antwoord ik, terwijl ik de randen van het plakkertje goed aandruk. ‘Oh ja, die harde plakkers. Daar kreeg je gewoonweg een harde plakkerd van,’ verzucht de GVR ondeugend. We liggen dubbel.

‘Haha, een harde plakkerd. Mafkees,’ giebel ik, terwijl we de band weer oppompen. Het euvel lijkt verholpen. Ik kan op de fiets naar huis. Intussen is het alweer bijna half negen. Ik krijg een beetje trek, want ik heb nog niet gegeten.

Al kletsend, leuterkoekend, kakelend en giebelend begeven we ons naar de voordeur. Op de stoep raken we alsnog in een diep gesprek. Maar uiteindelijk stap ik dan toch op mijn bolide. Ik fiets nog een rondje om het golfveld en dan via de Broekweg weer naar de stad.

Halverwege dit polderpad breekt mijn fiets weer in tweeën. Potjandrie. Weer een lekke band. Moet ik alsnog dat hele end lopen. Sjokkend kachel ik het hele stuk terug naar de stad. Bah. En au. Alle spieren schieten in de knoop.

Na vijf minuten loop ik te schelden. Het geeft me de energie om door te lopen. Dus dat achterlijke advies om minder te schelden, zodat ik minder moe zou zijn onlangs van een of andere stomme hulpverlener slaat echt helemaal nergens op. Ik wist het al: Soms kikker ik juist op van wat vuilbekkerij!

Eenmaal in Huize Heks krijg ik een appje van de GVR. ‘Veilig weer thuis?’ Ik vertel hem van de deceptie: Weer een lekke band! ‘Daar krijg ik een zachte plakkerd van, Heks,’ reageert hij enorm ad rem. Zo beëindig ik deze dag toch met een gierende lach. Een zachte plakkerd. Je zult er maar last van hebben! Dat is me gelukkig bespaard gebleven tot nu toe.

Verhaal halen door ze uit je duim te zuigen; Praatjes vullen geen gaatjes, dus kun je ze maar beter verkopen; Op verhaal komen tijdens een goeie ouderwetse preek; De rode draad van dit verhaal is brutaal, praat als Brugman en is nooit de draad kwijt!

Zondag ga ik naar de kerk. De laatste weken lukt het me weer om tijdens het introïtus op mijn plekje te schuiven. In de bank voor Jip en Janneke. Ik zend een snelle knipoog naar achteren en leg mijn hoedje op de stoel naast me. De voorganger leest de openingstekst. Ik vouw mijn stelten onder de stoel voor me.

Vandaag hebben we een gastspreker met als onderwerp Zuid-As en identiteit: Ruben van Zwieten. Een nog vrij jonge man houdt een vlammend en bijzonder geestig betoog. Wie is die jongen? Waar komt hij vandaan? En vooral: Kan hij nog eens vaker komen?

Geen seconde raak ik afgeleid van zijn verhaal over de Zuid As. Niet dat ik het hier kan herhalen. De man is een begenadigd verteller. Hij tilt je op en neemt je mee zijn verhaal in. Geen droge preek. Nee. Als kinderen hangen we aan zijn lippen.

Allerlei verhaallijnen zet de man op. David,  Goliath, Saul en de profeet Samuel bevolken de ene rode draad, de Zuid As met alles erop en eraan de andere. Maar ook vliegensvlug vertelde anekdotes en kleine juweeltjes van opmerkingen vormen draden in zijn weefwerk.

Af en toe spreekt hij ons direct aan. ‘Wat betekent de naam David?’ En als het stil blijft slepend op licht verwijtende toon, ‘Maar lieve Studenten Ecclesia……..’ Met andere woorden: Dat moeten jullie toch weten! Als een huis staat tenslotte zijn betoog voor ons.

Ik heb me volledig in zijn verhaal herkend. Iedereen hier denk ik. Op een bepaalde manier. Na de dienst krijg ik hieromtrent uitsluitsel. Tijdens de koffie raak ik aan de praat met een pittig dametje op leeftijd.

Alhoewel ik met enige regelmaat een jong meisje tegenover me zie zitten. Totdat ze dan haar oude tandjes bloot lacht. ‘Hoe oud zou ze zijn?’ schiet er dan door me heen. Geen pijl op te trekken. Heks is vast een heksje……

‘Ik heb de dominee net aangesproken, wat een geweldige preek. Ja, weet je, ik ben opgegroeid op de Zuid As. Als kind speelde ik daar in de bouwputten. Ik ken het gebied door en door…..’

De vrouw is net als Heks helemaal weg van de gastspreker. Al snel zijn we in een geanimeerd gesprek gewikkeld. Ze vertelt me hoe haar dochter op het Rapenburg woont. ‘Tegenover die studentikoze kroeg. Een heel klein huisje. We liepen er een keertje samen langs op weg naar de Hoogvliet voor een paar boodschappen.’

‘Ik heb toen tegen mijn dochter gezegd, dat ze direct de makelaar moest bellen en 70.000 onder het gevraagde bedrag een bod moest doen!’ Triomfantelijk kijkt ze me aan. Het zal dus wel in de slappe huizentijd geweest zijn.

‘Dat heeft ze dus gedaan, want ja, die locatie! Maar mijn dochter was er verder niet zo mee bezig. Ze vond het huis toch nog best prijzig. En 70.000 van de prijs af? Dat moest ze nog maar zien! Daarom boekte ze een luxe vakantie.’

‘Op een dag lag ze op een ver tropisch strand vakantie te vieren. Ging opeens haar telefoon. Was het die makelaar! Gek genoeg had ze gewoon bereik daar, dat verbaasde haar achteraf.’

‘En wat denk je? Hij ging akkoord met haar prijs. Ze had opeens een huis!’ De vrouw gaat helemaal op in haar verhaal. Ik zie het voor me. Af en toe kijkt ze me aan om het effect van haar woorden van mijn gezicht af te lezen. Zo ook nu. Voor de pointe blijkt!

‘Dus zegt mijn dochter tegenwoordig: “Mam, ik ga nooit meer met je naar de Hoogvliet. Dat kost me bakken met geld!”‘ Een triomfantelijk lachje speelt om haar kleine mond als ze me ziet grinniken. ‘Ze is een verhalenvertelster pus sang,’ denk ik bij mezelf, ‘Ze heeft er vast nog wel een paar in haar mouw zitten, die heks!’

Plotseling komt haar entourage haar halen. Ze gaan naar huis. Kwiek poot ze een kruk onder een oksel en beent ervandoor. Heks gaat nog eventjes afscheid nemen van Jip en Janneke. Ze hebben corvee vandaag. ‘Binnenkort gaan we weer een keertje naar de kroeg,’ roepen we tegen elkaar.

Ja, dat gaan we doen.

God bestaat niet: boom valt op BMW ‘dominee van de Zuidas’

 

Zingeving op de Zuidas slaat aan

Ken uzelf: Een furieuze naïeve idioot geeft zichzelf schoorvoetend bloot. Deze feeksige blinde Vink is eindelijk dan toch pislink. Haar duvels en kwelgeesten gaan vrijuit, compleet met de gemaakte buit. Maar Heks moet met zichzelf leven. En dat duurt nog wel even. Ze is beslist nog lang niet dood, de lieve naïeve klapperkloot.

Een paar jaar geleden ga ik naar een paragnost. Iemand heeft me zo verschrikkelijk belazerd in de liefde……. Ik wil er het fijne van weten. Is het waar? Staan er een paar gigantische horens op mijn kop?

Peter van der Hurk heeft er niet lang voor nodig. Een blik op de meegebrachte foto is genoeg om het doopceel te lichten van mijn kwelgeest. Hij maakt er weinig woorden aan vuil: ‘Het is een engerd en hij heeft je aan alle kanten belazerd…..’

Des te meer heeft de man te melden over Heks zelf. Vooral zijn antwoord op mijn wanhopige uitspraak, dat ik de engelen zag staan om het bed van mijn geliefde en mij, is me bijgebleven. ‘Echt waar. De eerste keer dat ik bij hem sliep zag ik hun gouden licht om ons heen. Heel bijzonder.’ Ik kon er toen nog steeds niet bij dat mijn ex zo’n eikel bleek te zijn.

‘Ja,’ zei Peter van de Hurk droog, ‘Dat zie jij! Zo ben jij! Jij bent een mens van het hart. Jij spreekt met engelen. Jij ziet energie. Jij ben een lichtwerker. Jij hebt altijd van alles en iedereen gehouden. Als kind al. Zo ben jij nu eenmaal altijd geweest! Maar hij is een engerd. Een griezel van de bovenste plank. Ik raad je ten sterkste aan om nergens meer op te reageren. Dan houdt dat ellendige gestalk vanzelf op!’

‘Jij kunt hetzelfde als ik, Heks, maar jij kunt er ook nog bij genezen. Daar kun je beter je energie in stoppen dan in zulke hopeloze types. Je bent nu eenmaal een magneet voor mensen met je stralende liefdevolle hart. Je trekt echter ook zulke vreselijke figuren aan! En daar moet je een echt beter mee uitkijken.’

Dat ‘Zo ben jij. Jij bent een mens van het hart, van liefde,’ hoor ik nog regelmatig nagalmen in mijn hoofd. Het is met name die opmerking, die heel veel teweeg heeft gebracht. Heks heeft namelijk nooit in de gaten gehad, dat er mensen zijn, die totaal niet vanuit hun hart leven. Ik dacht eigenlijk dat dat onmogelijk was.

images (1)

Intussen weet ik natuurlijk wel beter. Er zijn narcisten en psychopaten genoeg in de wereld. De politiek is ermee vergeven. Het bankwezen staat er bol van. Je struikelt erover in je familie- en vriendenkring. Er is geen werkvloer zonder dergelijke idioten om het te bevolken. En deze lieden zien nooit ergens ook maar 1 piepklein engeltje staan.

Dus mijn aanname, dat iedereen vanuit liefde redeneert, leeft en regeert is volstrekt bezopen. Dat houd ik tegenwoordig goed in mijn achterhoofd.

Het lukt me dan ook niet meer om eindeloos en onvoorwaardelijk van alles en iedereen te houden. Zoals ik vroeger moeiteloos deed. In sommige gevallen is het louter water naar de zee dragen. Paarlen voor zwijnen werpen. Het is een zinloze vertoning. Zonde van mijn toch al beperkte energie.

download-39

Daarnaast heb ik met hevige ongewenste gevoelens te maken. Sinds mijn mantel der liefde de drek uit mijn verleden niet meer afdekt, sinds ik haarscherp in beeld heb hoe niet engelen maar duivels hand in hand hebben gelopen met sommige dierbaren, lukt het me niet meer om hen onbekommerd lief te hebben. Een koude onverschilligheid maakt zich langzaam van me meester. Getsie.

Mijn hart krampt ineen. Een wild verlangen om me helemaal hiervan los te maken overvalt me. Weg met die mensen. Het moet ophouden. Nu. Opzouten met die gekkigheid.

Tijdenlang herken ik mezelf niet meer. Dit kind van het hart. Het meisje met de engelen in haar kielzog. Degene die iedereen alles gunt. De zachtaardige. Mijn tijd als zachtgekookte ei is voorbij. Ik ben in een furie veranderd!

b4307eff4b2dac510637ac7ec630ab6b

Alle scheldwoorden ter wereld zijn niet smerig genoeg om de vieze smaak in mijn mond te verwoorden. De walging die ik voel, nu ik doorzie wat ik doorzie is onuitsprekelijk. Onbeschrijfelijk ook! Gelukkig maar voor jullie lezers.

Toch is het engelenkind in mij nog niet helemaal weg. Nog immer voel ik heel veel liefde voor alles en iedereen. Op die paar uitzonderingen na dan. Die kleine groep voormalige dierbaren, die genoeg streken met me hebben uitgehaald om te worden opgesloten in het gevang, zijn niet meer welkom in mijn leven.

904530158X_E8

Ze zoeken het maar uit met hun egocentrische handel en wandel. In Huize Heks hoeven ze zich niet meer te vertonen in elk geval. Hier mogen alleen nog maar vrienden komen. Mensen met liefde in hun hart en een beschermengeltje op hun schouders, benevens heksen, honden, katten, spinnen, kabouters, elfjes, draken en eenhoorns.

En dat is ook wat er al enige tijd gebeurt. Het is aanmerkelijk stiller geworden in mijn heksenhuisje. Soms is het best eenzaam en ik leef sowieso al zo’n geïsoleerd bestaan. Met die ziekte en het feit dat ik geen gezin heb.

Maar geen gezeik meer aan mijn kop en geen foute mensen meer over de vloer: Dat scheelt een slok op een borrel.

images (2)

Of het me helemaal gaat lukken om nooit meer bij de neus te worden genomen? Geen idee. Ik heb mijn persoonlijkheid niet echt mee in dit geval:

‘Ik ken je niet anders, Heks,’ zegt mijn ex Blonde Buur, ‘Jij ziet altijd alleen maar het goede in mensen. Je treedt zo lang als ik je ken de grootste idioten vol liefde tegemoet. In het volste vertrouwen. Je kunt het ook naïef noemen…….’

images-67

‘Niet iedereen is nu eenmaal zoals jij. De wereld zit vol inhalige gekken. Ja, het is heel moeilijk als het zelfs mensen in je eigen familie betreft. Dat verwacht je nu eenmaal niet. Dat is best verbijsterend op zich…..’

‘Ik kan me voorstellen, dat je daar in eerste instantie geen antwoord op hebt. In tweede instantie wellicht wel: Misschien lukt het je vanaf nu beter om het kaf van het koren te scheiden…..’

images (3)

 

 

 

Verliefd op de verkeerde man, waar begin je an? Dat zouden we ons eens wat vaker moeten afvragen dunkt me. Heks is er redelijk van genezen in elk geval. Tegenwoordig kijk ik eindeloos de narcist uit de boom: En word gewoon helemaal niet meer verliefd! Wat een saaie boel. Het wordt tijd voor een narcistloos tijdperk.

‘Hoe is het nu in de liefde, Heks? Is het nog iets geworden met 1 van je aanbidders?’ Steenvrouw zit ondeugend te lachen. Ze is ook wel een beetje nieuwsgierig. En er is absoluut sprake van een grote gun-factor. Heks moet ook lachen. Al is het maar om haar guitige snoetje. ‘Nee schat. Ik ben nog immer vrij gezellig.’

Het afgelopen jaar heeft me op liefdesgebied nog eens extra getrakteerd op een paar rasnarcisten. Aan beide kanten van het spectrum. Zo heb ik een keertje koffie gedronken met zo’n flamboyante fantast. Licht kwijlend zat hij Heks te observeren. Intussen sloeg hij de gekste dingen uit. Zoals hoe ongelukkig hij de vrouw had gemaakt, die ooit zoveel van hem hield, dat ze hem kinderen schonk.

‘Ja, ze wilde te graag huisje, boompje, beestje,’ verkondigt hij dit feit alsof het iets onbetamelijks betreft, ‘En ik had veel geld. Eh…. Heb…’ verbetert hij zichzelf snel.

Een idiote poging om op die manier zowel zijn minachting uit te spreken naar zijn ex, omdat ze op zijn centen uit zou zijn geweest, alsmede Heks een dikke bankrekening voor haar geestesoog te toveren. Om me binnen te vissen vermoed ik. Ja, duh.

Nou ja. Na twee cappuccino’s houd ik het voor gezien. Het woord narcisme is dan al gevallen. ‘Dat zeggen mensen altijd over mij!’ roept hij enthousiast, alsof het een compliment betreft. Heks weet genoeg.

Op de valreep begint hij over zijn vriendin. Vanuit het niets tovert hij het arme kind op tafel. Een piepjonge verpleegster. Nu hij het versierspelletje niet kan winnen moet hij me nog eventjes om de oren slaan. Narcist eigen. Helaas voor hem interesseert het me geen biet.

‘Fijn voor je, dat er iemand zo gek is om je te verzorgen. Voor jou waarschijnlijk  het hoogst haalbare op relatiegebied,’ roep ik over mijn schouder, terwijl ik me uit de voeten maak.

Mijn ex Staartje schrijft me vervolgens een waarschuwingsmailtje. ‘Kijk uit met die vent, waar je het laatst over had. Hij heeft achter een vriendin van me aangezeten. Ze kreeg er de grootst mogelijke ellende mee. Zijn bijnaam is de Neuker van Naaldwijk. Hij stroopt de Hollandse stranden af op zoek naar vrouwelijk schoon. Zo is zij ook aan hem gekomen: Toen ze halfnaakt lag te zonnen! Dus dan weet je het wel.’

Ja, Heks weet het nu wel. Zou je zo zeggen.

Helaas kun je deze persoonlijkheidsstoornis niet aan iemands neus zien. De flamboyante types vis je er nog wel uit. Met hun groteske gelieg en openlijke bedrog. Juist de thin skinned narcisten willen nog wel eens op verlegen aardige kerels lijken. Veel moeilijker te doorgronden. Vooral niet als je er stekeblind voor bent, zoals ik.

Tot mijn grote spijt heb ik een absolute aantrekkingskracht op dit volkje. Heks is een te lekker hapje om klein te krijgen. Een beetje narcist ziet mij als de ultieme uitdaging. Ik kan de keren niet tellen, dat zo’n type vanuit het blinde niets boven op me sprong.

En dan ben ik tot overmaat van ramp ook nog eens altijd erg lief geweest voor de dunne huidtypes met hun eeuwige moeite met vrouwen en hun impotentie-problematiek. Soms zie ik nog hun zielige zuigende gezichtjes voorbij komen in een akelige droom. Als ik zwaar getafeld heb.

‘Ja schat,’ mijmer ik tegen Steenvrouw, terwijl we heerlijk zitten te dineren aan mijn keukentafel, ‘Zo’n dunne-huid-narcist slaat haken in je buik. Daarna gaat hij daaraan zitten trekken. Heel stiekempjes…..’

‘Maar als je te dichtbij komt duwt hij je weer weg. Of hij levert je een streek. Gaat vreemd bijvoorbeeld…… Of hij draait zelf weg. Hoe dan ook. Het schiet niet op. Niet zolang ik niet enorm mijn best doe. Want narcisten laten altijd jou al het werk doen in een relatie, zelf werken ze uitsluitend tegen. En dat doe ik dus niet meer. Gelukkig maar!’

Mijn vriendin kijkt me verbaasd aan. Haken in buik? ‘Ja, energetische haken. Met daaraan lange lijnen. Een heel naar gevoel, als iemand dat bij je doet: Je krijgt er buikpijn van!’

‘Die flamboyante narcist pakte me in. Energetisch. Ik voelde hoe hij zijn flauwekulverhalen als een deken om me heen sloeg. Strik eromheen! Voetstuk eronder: En zo ben je voor je het weet helemaal door iemand ingeduffeld! Daarom luisteren de dames niet meer naar wat hij nu eigenlijk zegt. Ze horen slechts wat ze willen horen…..’

Voor we het in de gaten hebben zitten we over energie te praten. Over het licht dat we allemaal in ons dragen. ‘Drunvalo Melchizedek zei nog eens tijdens een seminar dat alles licht is. Werkelijk alles. Maar als het zich van ons af beweegt nemen we het waar als donker……..’

‘Ja schat, wij zijn zelf een heelal. Vanbinnen. Ik ben wel eens met mijn bewustzijn mijn lijf in gevallen en wat ik zag was wonderbaarlijk. We lijken sprekend op het grote universum om ons heen. En ook in ons lijf zit voornamelijk veel ruimte….’

‘Misschien zijn narcisten de zwarte gaten van ons universum. Hihi. Ze willen hun licht niet delen. Zo snel als ze kunnen bewegen ze van alles en iedereen af….. Ze zuigen je naar zichzelf toe en eten je op. Je kunt dus echt maar beter bij hen uit de buurt blijven!’

Zo zitten we als toetje smakelijk te lachen om serieuze zaken. Ach, de liefde. Heks moet blijkbaar eerst nog langs een paar narcisten. Pas als ik alle mogelijke narcistische modellen het hoofd heb geboden, zonder in de zwarte gaten waar gewoonlijk ogen zitten te storten, is er ruimte voor licht. Naar elkaar toe te bewegen. Te verbinden.

Verliefd op de foute man.

Is hij meer geïnteresseerd in zichzelf dan in jou? 1 Hij geeft niets om jouw gevoelens, gedachtes of ideeën. 2 Alles draait altijd om hem. 3 Hij leeft naar zijn eigen regels. 4 Hij heeft niet zo veel zin in jouw issues. 5 Wanneer jullie ruzie hebben is het altijd jouw schuld. 6 Wanneer hij boos is is het jouw schuld.

Ex Animo viert feest! Onze dirigent is vandaag precies veertig jaar verbonden aan ons koor! Het dak gaat er af tijdens het optreden van onze tenor! Maar ook alle andere bijdragen mogen er zijn! Wat is het toch fijn om lid van deze zangvereniging te zijn!

Een kleine week na ons concert viert Ex Animo feest. Al maanden gonst het in het koor van de stiekeme voorbereidingen. Het is namelijk een verrassingsfeestje voor onze onvolprezen dirigent; HIJ IS VANDAAG PRECIES 40 JAAR IN DEZE FUNCTIE VERBONDEN AAN ONZE ZANGVERENIGING!

Hij weet van niets, bepaald geen sinecure in een koor, waarin nieuws galmend rondzingt nog voordat het je mond verlaten heeft.

Heks zelf durft het onderwerp nauwelijks aan te roeren. Doodsbang dat zij degene zal zijn die de boel verklapt. Ik hoef er ook niet over te praten, want ik werk niet mee aan de voorbereidingen. Ik moet eerst ons concert overleven en ervan bijkomen. Daar heb ik mijn handen meer dan vol aan.

De rest van het koor is in rep en roer. Er worden liedjes in elkaar geflanst en  ingestudeerd door allerlei subgroepjes. Er is een dreamteam belast met het voorbereiden van een buffet. Cadeautjes worden gekocht. De zaal wordt versierd……..

De avond zelf is een groot succes. Iedereen is gekomen. Met een glas champagne in de hand kijken we op een groot scherm hoe onze dirigent wordt opgehaald door ons erelid. Stomverbaasd staat hij te stamelen dat hij die avond helaas moet repeteren. Volstrekt overrompeld! Haha.

Nog nooit hebben we hem sprakeloos gezien, maar nu staat onze muzikale leidsman met zijn mond vol tanden. Ook uren nadat hij in zijn kloffie op het feest is gearriveerd hangt er nog een waas van verbijstering om hem heen. Hij heeft echt niets in de gaten gehad.

Wij zitten er allemaal op ons paasbest bij. De stemming zit er geweldig in. De avond vliegt voorbij met als hoogtepunt toch wel het optreden van onze tenor. Hij zingt een fenomenale ‘Parelvissers’ samen met een bevriende bas. Maar ook het lied ‘Hoe wonderbaarlijk is toch Wims agenda’ scoort hoog. Met de Matthäus vers in ons geheugen zingt het koor vierstemmig mee met deze vrije bewerking van ‘Wie Wunderbarhlich ist doch diese Straffe’.

Helaas gaat het optreden van mijn zangmaatje Anna niet door door een communicatiestoornis. ‘De voorzitter had beloofd dat er een pianist zou zijn,’ moppert ze zachtjes voor zich uit met een teleurgesteld snoetje. Ik vind het ook enorm jammer. Ze kan zo prachtig zingen!

Heks is verkleed als snoepje van de week. Eindelijk hangt er lente in de lucht, hetgeen resulteert in een knalroze jurk met bijpassend hoedje. Op de terugweg regent het echter pijpenstelen. Kletsnat arriveer ik weer in Huize Heks.

Wat is het toch een heerlijk koor, de Christelijke Oratoriumvereniging Ex Animo. Met weer vijf nieuwe vaste leden erbij! We groeien gestaag.

Aan het begin van de avond kijkt onze dirigent terug op ons recente concert. En de tegenvallende recensie.

‘Ach ja, die recensie. Vorig jaar Himmelhoch jauchzend. Om dan dit jaar onze prestatie te gaan vergelijken met dat concert vind ik niet erg professioneel. Ook mis ik muzikale criteria, waarop de recensie is gebaseerd. Je kunt natuurlijk altijd iets ergens van vinden zonder dat het waar dan ook op gebaseerd is, maar zet dat dan niet in de krant. Ik trek me hier dan ook niet al teveel van aan.’

 

‘Jullie hebben prachtig gezongen. Onze sessies stemvorming met Margot Kalse hebben absoluut vruchten afgeworpen. Ik ben dan ook zeer tevreden. Er gaat natuurlijk altijd wel ergens iets mis. Kortom: Het is leuk als je een geweldige recensie krijgt en heel jammer als het niet zo is, maar jullie hebben echt goed gepresteerd!’

Volgend jaar bestaan we honderd jaar. Om het met het hele gezelschap te vieren gaan we op koorreis. Met z’n allen in een bus naar het buitenland! Heks gaat zeker mee. Ik zit stiekem al liedjes te verzamelen voor in de bus. Klassieke canons en gekke versjes. Het wordt een geweldige reis. Ik voel het aan mijn zingende eksteroog.

Tegen de klippen op je best blijven doen, vechten tegen andermans windmolens, met je kont tegen de krib tegen de stroom in zwemmen……. Zo vermoeiend. Heks houdt het voortaan bij haar eigen windmolentje en zwemmen doe ik alleen nog maar in een instructiebad. Het is mooi geweest. ;-)

Tweede paasdag ligt Heks in bed. Uitgeteld. Die stomme Matthäus zit nog in mijn kop. Telkens begint er weer een ander deel af te spelen. Soms luister ik. Of ik zing mee. Maar opeens ben ik het zat. Weg met die muziek. Ik wil wel weer eens een ander liedje zingen.

Ik schrijf een paar blogjes. afgewisseld met uitlaatrondes van de hond. Het is vies piessnotweer. Overdag gaat het nog wel, maar aan het eind van de middag is het uit met de pret. Ingepakt in een dikke jas waag ik de sprong.

Op de valreep steek ik een paar Denta Sticks in mijn jaszak. Die wonderbaarlijke omstreden tandenborstels voor honden. Ze borstelen ook de darmen naar het schijnt. Heks heeft nog een heel voorraadje liggen. Ik geef die gekke dingen met mate. Hondjes echter zijn er dol op.

‘Misschien kom ik Kras wel tegen,’ mijmer ik, terwijl ik de straat uit fiets. VikThor is blij. Hij heeft zich de halve dag liggen vervelen. Nu moet hij aan de bak. Vol enthousiasme stort hij zich in het uitbottende struweel. Springt een sloot in. Komt er zwart weer uit. Duikt een stuk verder koppie onder in een vaart. Ja, mijn hondje houdt van zwemmen.

Langs de Zijl lopen nog wat mensen te wandelen op dit late uur. Vik speelt met alle hondjes, die we tegen komen. Bij het Joppe wordt het rustiger. Vredig snor ik langs het water. Geen Kras te bekennen op het stuk waar we elkaar normaal gesproken tegen komen. Maar als ik doorfiets naar het tweede deel van de ronde om de golfbaan zie ik in de verte haar scootmobiel.

VikThor ziet het ook en sprint vooruit. Vol overgave rolt hij op zijn rug in het gras tussen Lucas en Lotje, de twee brakken van Kras. Lucas begint te loeien van enthousiasme. Goeie hemeltje, wat kan die kleine toch een kabaal maken. Hij valt bijna om van ouderdom, maar geluid produceren kan hij nog steeds als de beste.

Zo wandelen we samen. Drinken achteraf een kopje thee. De hondjes krijgen lekkere tandenborstel. We wisselen de laatste nieuwtjes uit. ‘Ik ga naar Plum Village in juni,’ glim ik tevreden. ‘Oh, Heks, wat leuk. Wat heerlijk voor je! Je hebt gelijk!’ Ik vertel haar hoe alles vanzelf op zijn plek valt deze keer. ‘Ik hoef er nauwelijks moeite voor te doen. De Don past op mijn huis plus alle katten en VikThor mag bij mijn hulp logeren.’

‘Ja gek is dat toch, hoe soms dingen als vanzelf lijken te gaan….’ Kras knikt instemmend. En het is zo. Het is zelfs mijn nieuwe motto: Niet langer tegen windmolens vechten. Mee met de stroom. Luister naar je onderbuikgevoelens.

Als ik later terug naar de stad fiets is het al flink aan het schemeren. En het regent pijpenstelen. Kletsnat maar ontspannen glimlachend kijk ik naar mijn dravende hondje. Die regen interesseert hem geen biet. Zolang hij maar kan bewegen. Voor ik hem aanlijn laat ik hem nog eventjes zwemmen in de Zijl. Zo is de ergste modder weer uit zijn vacht  gespoeld.

Ik mijmer over dat vanzelf gaan der dingen. Heks is altijd geneigd enorm haar best te doen. Aan dooie paarden te trekken alsof het niets is. Daar moet ik mee ophouden. Voor zover ik het nog doe dan. Opeens springen er toch wat situaties voor mijn geestesoog, waarin ik het toch weer doe.

‘Niet meer doen, Heks. Houd ermee op. Het is mooi geweest!’

Ik denk aan de woorden van een andere leermeester van me, Alex Orbito. ‘Love yourself and love God,’ ligt hem in de mond bestorven. Het is zo, daar knappen we pas echt van op. Maar oh, wat is het moeilijk om te doen. Hoe vaak hebben we niet van alles en nog wat op onszelf aan te merken? Niet goed genoeg en ga maar zo door.

Later zit ik tevreden in mijn stoel te dweilen. VikThor brengt me een balletje. Ik gooi het hoog in de lucht. Hij vangt het op. Ik stuiter em via de grond. Ook dit balletje pakt hij moeiteloos. De gekste sprongen volgen op mijn steeds moeilijker geworpen balletjes.

‘Hahaha,’ Heks ligt in een deuk. Zoals bijna elke avond. Het gaat vanzelf, dat lachen. Ik hoef er geen enkele moeite voor te doen. Mijn hondje, mijn zenmeester….

Gedicht van van Arjen Boswijk:

Zenuwpijnen voor een prikkie. Heks krijgt de hik als ze het hoort. Het is ongehoord. Te gek voor woorden. Het moet niet gekker worden! Teveel B12 blijkt ongezond. Maar: Ik krijg twee porties per week in mijn kont!

‘Heks, het was zo gezellig gisteren; Echt heerlijk! Maar ik schrik wel van je verhaal over die B12 injecties. Daar moet je echt iets mee doen, want het is gewoonweg schandalig! Echt heel erg…..’ appt Steenvrouw me op tweede paasdag. Vandaag dus.

Gisteren hebben we fantastisch gedineerd samen met haar kids. Dochterlief heeft volledig binnen mijn hopeloze dieet een heerlijke maaltijd op tafel gezet. ‘De wijn was fantastisch, geen kater of hoofdpijn, niks!’ vervolgt ze haar betoog.

Nou ja, zoveel hebben we nu ook weer niet gedronken. Heks komt uit een familie van zuipschuiten en ook tijdens mijn werkzaamheden in de kroeg lang geleden heb ik mensen met enige regelmaat veel meer naar binnen zien slaan. Zonder daar nog dronken van te worden.

Dus die ene fles met z’n tweetjes moet kunnen.

Vandaag is het chagrijnig weer. Ik heb een hele leuke lunch in Amsterdam bij Elfje, maar het lukt me maar niet om op gang te komen. ‘Zie maar of je komt,’ mijn vriendin begrijpt gelukkig dat ik met enige regelmaat niks voor elkaar krijg, ‘Anders spreken we snel iets anders af!’

Maar ja. Wie weet krijg ik opeens de spirit en tuf ik alsnog naar Amsterdam Noord om te kijken wat ze nu weer allemaal overhoop heeft gehaald. En om eitjes te verven. ‘Ik ga daar een speciaal hoekje voor maken,’ verklapt ze me bij voorbaat.

Maar eerst nog eventjes afwachten. Krijg ik mijn lijf weer in het gareel?

Vorige week ga ik naar mijn huisarts om een klacht in te dienen over de praktijkbegeleidster geestelijke gezondheidszorg. De vrouw heeft zulke rare dingen tegen me geroepen, dat ik er klaar mee ben. Je zou er depressief van worden. ‘De dokter is er niet, ik neem voor hem waar,’ zegt een wildvreemde dame tegen me in de deuropening van de wachtkamer.

Nou ja. Vooruit dan maar. Ik sjok achter haar aan de trap op. Dit is toch ook geen pand voor MEpatiënten met al die steile eindeloos lange trappen. Ik plof in de eerste beste stoel, die ik boven tegen kom.

De waarnemend arts probeert mijn klacht natuurlijk af te zwakken. ‘Die vrouw heeft het vast niet gemeen bedoeld,’ als ik vertel hoe de POH GGZ  me nog net niet heeft uitgemaakt voor aansteller. Ook beweerde ze dat iedereen wel eens wat heeft. Ze heeft me vertelt dat ze zelf een klutsknie heeft, waardoor ze dingen niet kan, die ik wel kan. Hetgeen nog te bezien valt.

Ze raadde me aan minder te schelden, zodat ik minder moe zou worden. Deze psychologe van de koude grond. Ook beweerde ze, dat er voor mij nu eenmaal geen hulp is, noch ooit zal komen. Nou, lekker is dat. En ze prees me, omdat ik zo goed bezig ben met genieten. Ja, duh.

‘Je kunt zulke dingen niet zeggen tegen mensen met deze ernstige ziekte, waarbij meerdere systemen van het lichaam betrokken zijn. En al helemaal niet in die functie. Ik heb het opgezocht, maar het is dus echt een vak. Waar je een opleiding voor volgt. En die vrouw rapporteert ook terug naar de huisarts. Daarom zit ik hier, ik wil één en ander rechtzetten.’

De arts probeert me een beetje af te leiden door te vragen of er recent nog  bloedonderzoek is gedaan. Ze zit al klaar om een formulier in te vullen. ‘In november is er van alles nagekeken. Er bleek een reactie te zijn op Lyme, maar dat kan samenhangen met die ellendige ME. Er zit in elk geval geen actieve Lyme volgens de parasitoloog.’

‘En de schildklierwaarden waren niet goed……’ vervolg ik. ‘Nee hoor, die vallen binnen de grenzen van het toelaatbare,’ reageert de vrouw tegenover me, terwijl ze in mijn dossier tuurt. ‘Je B12 is wel veel te hoog. Hoe kan dat? Daar kun je ernstige neurologische klachten van krijgen. Ik heb op neurologie gewerkt, dus ik weet daar alles van.’

Perplex kijk ik haar aan. Ik krijg al zeker 12 jaar twee keer per week zo’n ellendige spierprik in mijn bil. Zonder te checken of het eigenlijk wel nodig is. Hetgeen noodzakelijk is, begrijp ik nu. Het is niet zonder gevaar, al dat geprik.

‘Je kunt er tintelingen van krijgen en zenuwpijnen. De klachten waar het tegen helpt kun je juist krijgen bij een overdosering….’ roept de huisarts.

Help. Ik heb dagelijks het gevoel met mijn vingers in het stopcontact te zitten. Ik heb stampende zenuwpijnen door mijn armen heen naar mijn vingertoppen. Mijn zenuwbanen lijken met enige regelmaat in brand te staan! Komt dat hiervan? Nee toch zeker? En waarom kijkt mijn eigen huisarts niet naar de resultaten van bloedonderzoek? Wat is dit voor’n waanzin?

Wat zijn de gevolgen van een teveel aan vitamine B12?

Het lichaam kan bij een hoge inname zelf de opname van vitamine B12 uit de voeding beperken. Er zijn daarnaast geen nadelige effecten op het lichaam bekend van een hoge vitamine B12-inname.

 Bij gezonde personen zal overmatig vitamine B12-gebruik waarschijnlijk geen problemen veroorzaken. Doch als je een erfelijke oogaandoening hebt die bekend staat als ‘hereditaire opticusatofie van Leber’, dan kunnen vitamine B12-supplementen je oogzenuw ernstig beschadigen

Te veel B12 is gevaarlijk en zelfs dodelijk!’ b12-ampullen. Overdosering van deze vitamine is niet mogelijk. Wat je mogelijk teveel hebt ontvangen, plas je weer uit. Wat wel waar is, is dat mensen in een rolstoel terecht kunnen komen en zelfs kunnen overlijden als hun tekort niet op tijd behandeld wordt!

Tja.

‘Je zult het toch allemaal zelf moeten uitzoeken,’ zegt ook deze arts even later tot mijn verbijstering als het over die kutziekte ME gaat, ‘Er is gewoon niets over bekend.’ Maar nu heeft ze toch buiten de waard gerekend. Met een triomfantelijk gebaar smijt ik Dr. Charles Sherperds boek over ME/CVS/PVSF op tafel.

‘Kijk, een boek vol onderzoek over deze invaliderende ziekte. Wij blijken bijvoorbeeld vaak problemen van cardiologische aard te hebben, die met medicatie enorm kunnen verbeteren. Ik zou dus behoorlijk gebaat zijn met een bezoek aan een cardioloog.’ De dokter trekt een vies gezicht. Ze heeft het zelf niet door, maar de weerzin om zich hierin te verdiepen druipt er vanaf.

‘En wat betreft dat “je zult het zelf moeten doen”,’ vervolg ik ferm, ‘Schandalig. Je ziet net wat ervan komt. Jarenlang klachten van die B12, terwijl ik er nog steeds mee wordt geinjecteerd……’ Ik heb ook jarenlang een hele hoge dosis Trisporal geslikt, zonder dat de leverfuncties werden gecheckt. Te gek voor woorden natuurlijk.

‘Ik ben geen arts. Ik heb zelf die LDN ontdekt, uitgezocht, mezelf begeleid met het opbouwen, noem maar op. Dat is ongelofelijk moeilijk geweest, want het eerste jaar werd ik alleen maar zieker. Uit pure wanhoop heb ik doorgezet. Maar ik ben het zat. Jullie gaan er maar eens over nadenken hoe het nu verder moet.’

En wat krijg ik als antwoord? ‘Nou dan spreken we af dat jij uitzoekt hoe het verder moet en dan zal ik eens kijken of ik iets kan betekenen,’ ze schuift het boek resoluut weer naar me toe, zonder er ook maar een blik in te hebben geworpen. Alsof het een vies voorwerp is.

Begrijp me goed: De vrouw is van goede wil. Op zich. Maar het schiet allemaal niet op. ‘Stop eerst maar eens drie maanden met die prikken, dan nemen we bloed af en dan zien we wel verder.’

‘Ik ga van huisarts veranderen,’ vertel ik Steenvrouw, ‘Het is toch te gek voor woorden dit. Te gek voor worden. Echt. Te gek voor woorden.’

 

 

Heks en Hawk. Het gouden duo. Mijn hoogbejaarde aanbidder leert me hoe een man een vrouw het hof hoort te maken. Met bosjes bloemen, complimentjes en vooral: Vrolijke vriendschap. Deze man van de dag, van het uur, beleeft elke minuut intens. ‘We gaan er een geweldige zomer van maken, Heks. Maar ik wil wel met je mee op vakantie….!’ :-)

‘Heks, ben je er klaar voor? Kom je nog morgen?’ Hawk’s opgewekte stem toetert in mijn oor, ‘Om kwart over twee staat de salade klaar, hoor! Wil je ook nog koffie van te voren? Je zegt het maar, hoor. Your wish is my command!’

We spreken tegenwoordig een kwartiertje later af, zodat ik zeker op tijd ben. Hawk raakt behoorlijk ontregeld als ik niet stipt op het afgesproken tijdstip op de stoep sta. Eén van de weinige dingen, die ik aan zijn leeftijd zou kunnen wijten. Maar misschien is hij wel altijd een punctuele man geweest.

De deur staat al op een kiertje, als ik mijn fiets met kar voor het huis parkeer. ‘Kom binnen Heks,’ Hawk staat met een schort voor in zijn kleine keukentje te zwoegen op de wekelijkse salade,  ‘Mi casa es su casa, dat je het maar weet. Alles hier is speciaal voor jou, ik heb zelfs een speciale keukenmachine gekocht voor jouw salade. Allemaal speciaal en alleen voor jou, ik ook,’ ratelt hij vrolijk verder.

Naturel cougar van 91

‘Oh Heks,’ hij omhelst me hartelijk, ‘Wat ben ik blij om je weer te zien. Als ik die ondeugende kop van je maar eventjes kan zien. Kom, dan maak ik lekker een kopje koffie voor je. Heb je je melk meegenomen?’ De koffie staat al klaar in zo’n klein potje met stenen filter, waar Heks ook een hele verzameling van herbergt.

Terwijl mijn vriend melk kookt loop ik zijn enorme tuin in. Even checken hoe alles erbij staat. Hawk voegt zich bij me. ‘Kijk, hier staan hyacinten en hier. Steeds zeven bij elkaar. Dat is mijn getal. Ik ben ook op de zevende van de zevende met mijn vrouw getrouwd…..’ We slenteren over het grasveld naar de prachtige stenen vijver.

Deze opgespoten cougar is zeker 83

‘Ik moet em schoonmaken, Heks. Er zitten prachtige waterlelies in….’ Helaas kan ik hem daarbij niet helpen. Veel te zwaar natuurlijk. Maar een beetje wieden op een zonnige dag……. ‘Binnenkort kunnen we buiten zitten, Heks. Misschien volgende week al. En dan bloeit alles hier, zo prachtig. Ik heb al die bollen speciaal voor jou gepoot. Echt waar. Nog voor ik je kende, Heks. In november. Haha. Alles voor jou!’

Hawks eindeloze liefdesverklaring gaat maar door, terwijl ik hem opgewekt uitlach. ‘Oh, Heks, ik zal je zo missen als je naar Frankrijk gaat. Echt. Zie ik nu al tegen op. Een maand zonder jouw ondeugende kop. Zonder hoedjes en gekke bekken. Weet je wat? Ik ga mee! Lijkt je dat geen goed idee?’

Deze cougar werkt sinds haar 66ste als erotisch danseres. Ze is nu ergens in de tachtig en heeft het nog steeds reuze druk met haar werk.

‘Haha, Hawk, ik vind het best, maar je komt wel in een mannenklooster terecht, bij de monniken. Jij mag echt niet bij de nonnetjes…’ Dat idee bevalt hem geenszins. ‘Ben je gek, we kunnen toch wel een kamer naast elkaar nemen?’ Hij laat zich niet zo gemakkelijk uit het veld slaan. Het hele concept van een retraite lijkt hem totaal te ontgaan. Mijn oude vriend associeert Frankrijk eerder met het delen van een goed glas wijn!

Ik zit hem lekker uit te lachen. Mafkees. ‘Ach, ik ben ook maar veel alleen, Heks. Ik ga je echt missen! En ik heb ook zoveel vragen aan je. Echt, ik wil van alles weten. Bijvoorbeeld: Kun jij magnetiseren? Ik ben ooit wel eens bij een kerel geweest, die beweerde dat te kunnen. Een ongelofelijke alcoholist. Meneer Huppeldepup. Ken je hem?’

Zo praten we plotseling over heksige zaken. Ik leg hem het verschil uit tussen magnetiseren en wat ik precies doe. Mijn oude vriend springt op en zwaait met zijn armen door de lucht alsof hij iemand afstrijkt. ‘Kijk zo deed die man. Ja, ik voelde wel iets. Van heinde en verre kwamen ze naar die man toe….’

Hawk vraagt vervolgens mijn hulp voor een medisch probleem. ‘Zou je me willen behandelen?’ Maar natuurlijk. Snel maak ik een paar foto’s van hem. ‘Ik behandel je op afstand. Dat werkt perfect. Je bent toch wel door de medische molen geweest?’ Jazeker. Wat dat betreft is alles in orde.

Nadat ik mijn enorme bord salade met perfect gekookte eitjes heb opgesmikkeld gaan we op stap. ‘Dat bord wordt steeds voller, Hawk,’ beschuldig ik hem. Maar ik verwen hem ook. Met soepjes en toetjes. En vandaag een lekker stuk zelfgemaakte pittige pompoencake met gembermuntsaus. Mijn bezorgdheid dat het te heet zou zijn voor hem is volstrekt ongegrond.

Hawk gaat met zijn auto Charlie halen. De eigengereide Dalmatiër. ‘Laten we afspreken bij het Theehuis. Dan drinken we een half glas wijn, Heks, voordat we gaan wandelen.’

In het Leidse Hout zit ik geruime tijd op mijn vriend te wachten. Hij zit vast vast in het verkeer. ‘Oh, wacht je op Hawk?’ roept een dame enthousiast, ‘Dat is toch zo’n leuke man, hij is een beroemdheid hier in het Theehuis. Mijn dochter vertelde me dat hij al zesennegentig is. Haha. Ongelofelijk. Ik ben ook al tweeënzeventig hoor,’ verbijstert ze me vervolgens.

Mijn god, alweer zo’n supervieve bejaarde. Met stekeltjeshaar, hippe bril en een lekker make upje. Misschien iets voor Hawk? Alhoewel….Hij heeft een zoon van haar leeftijd! En ook prakkiseert Hawk er niet over om werk te maken van een andere vrouw dan Heks…..

🙂

Even later duikt Hawk op. Charlie en VikTor zijn ook dolblij om elkaar te zien. In de uitspanning delen we traditiegetrouw een glas rode wijn, terwijl de hondjes aan onze voeten stoeien. De dames van de bediening leggen ons extreem in de watten. Hawk heeft een ware popsterrenstatus hier!

Aan een ander tafeltje zit de psychiater dit tafereeltje nijdig te observeren. Wat heeft die Hawk wat hij niet heeft? En gaat hij nu ook al op vakantie met Heks? Hij wil er eigenlijk het zijne van weten. Maar hij heeft ook nieuws. Een oude vriend van Heks is vorige week plotseling overleden.

‘We gaan dinsdag zuipen in de Burcht bij wijze van eerbetoon, je moet echt ook komen!’

‘God, als ik de pijp uit ga, laat ze dan asjeblieft iets anders verzinnen als eerbetoon,’ bid ik inwendig. Maar ja. Het is natuurlijk wel de ultieme hommage aan een zuipschuit. Heks gaat er echter niet heen. Ik was niet erg op hem gesteld. Daarbij: Het is iemand uit een ander tijdperk. Een afgesloten era. Van het close harmony koortje dat we een tijdje met elkaar hadden is de helft intussen al dood……

Naast ons tafeltje zit een ouder echtpaar vertederd naar ons te kijken. Vooral als ze horen hoe oud onze Hawk nu eigenlijk is. ‘Ach ja, ik weet het,’ charmeert hij de mensen de tent uit, ‘Ik ben een man van de dag…….’

‘Van het uur,’ gooit hij er een schepje bovenop. En het is zo. Ik begrijp opeens zijn haast om enorm te genieten. Zijn ongeduld om allemaal leuke dingen te doen met Heks.

We lopen nog een uitgebreide ronde met de hondjes door het langzaam uitbottende Hout. ‘Wat een heerlijke middag, Hawk,’ zoen ik hem op beide wangen bij het afscheid. ‘Dag Heks,’ zwaait mijn makker, ‘Adios, adios!’

’s Avonds zie ik een gek televisieprogramma over jongemannen, die op oude vrouwen vallen: Shock Doc. 50 Shades of granny!  Jongens van begin twintig, die op negentigjarigen duiken. Er gaat een wereld voor me open.

Opeens krijg ik meer begrip voor de enthousiaste reacties in het verleden op datingsites van jongens, die mijn kleinzoon kunnen zijn. Die hebben vast ook een dergelijk trauma opgelopen. Want de boys in het programma hebben zonder uitzondering op jonge leeftijd een oude pedofiele taart over zich heen gekregen. Misbruik dus.

‘Ik zou willen, dat ik op vrouwen van mijn eigen leeftijd viel, mijn vrienden lachen me uit. Het gaat echter niet. Ik voel niets voor hen. Maar ik wil zo graag normaal zijn. Kinderen krijgen, een gezin stichten…… En dat kan allemaal niet,’ zegt de beeldschone Octavio. Op zijn veertiende ontmaagd door een veertigjarige. Of iets dergelijks.

De dames op leeftijd zijn maar wat blij met de viriele jongemannen. ‘Mannen van mijn leeftijd zijn volstrekt uitgeblust en halfdood,’ beweert een volledig verbouwde cougar met flapperende schaamlippen in haar gezicht boven een te strakgetrokken kippennek. Een naturel negentigjarige beweert enthousiast nog nooit een glijmiddel te hebben gebruikt. ‘Heb ik echt niet nodig….’ grijnst ze ondeugend, terwijl ze een pannenlap haakt.

Ach ja. Het houdt nooit op. ‘Pas als de laatste nagel in je kist is geslagen, Heks, dat is wat Gerda altijd zei,’ citeert De Don zijn tweede moeder.

Heks denkt aan Hawk. Nou, daar zit ook nog genoeg leven in! Deze man van de dag. Van het uur. Mijn fijne drukke springlevende nieuwe vriend. We gaan er een heerlijke zomer van maken!