Heks leert haar nieuwe familie kennen. Wat zijn ze aardig! Het is even wennen. Uit alle windstreken hierheen geblazen. Ook wat kaaskoppen komen hier grazen. In deze grazige weiden. En de weide van Heks? Vol berenklauw helaas.

©Toverheks.com

Waves of one sea……. ©Toverheks.com


Pas na een dag meld ik me bij mijn familie. De eerste avond zit het er gewoon niet in. En de volgende ochtend is er alweer van alles te doen. Wazig kreukel ik over het terrein. De dag gaat voorbij in een blur. Maar ’s avonds maak ik kennis met zo’n 19 vrouwen en 1 man. Mijn tijdelijke familie! Ze komen uit alle windstreken. En uit Nederland. Een windstreek van jewelste natuurlijk. Je waait compleet uit je hemd als je niet uitkijkt. Sommigen van ons zijn helemaal hierheen geblazen……

‘Goh, wat is er met die enorme Nederlandse families gebeurd, die hier vroeger verspreid over de diverse Hamlets bivakkeerden?’ Voor mij een vraag en voor hen een weet. Maar het valt me op. ‘Er zijn tegenwoordig veel retraites met monastics in Holland,’ zegt mijn non vriendin. Dat verklaart een hoop. Maar niet alles. Ik mis echt hardcore OI members!

Pas op de terugweg naar huis valt er een kwartje. Een volgeling van Thay heeft zich afgescheiden. Hij is uitgetreden en getrouwd intussen. Allemaal heel begrijpelijk als je verliefd wordt op een Hollandse schone. ‘Hij beweert verder te zijn dan Thay,’ vertelt mijn reisgenote me, ‘Ik ben verschillende keren naar een dharmatalk van hem geweest en ik heb het hem zelf horen zeggen. Hij geeft ook keiharde antwoorden op heel gewone levensvragen. Echt snoeihard. Daarbij husselt hij de ultieme dimensie en de relatieve dimensie door elkaar……’

‘He getsie,’ Heks griezelt bij het idee. Een spiritueel narcist. Je vindt ze toch ook bij alle geloofsovertuigingen, zelfs bij Boeddhistische filosofie. Gevaarlijke mensen. En die mafkees woont in ons kikkerland. Hij geeft les aan ons kikkers. En we kwaken hem vrolijk na!

Dus sommigen zijn een ander pad ingeslagen. Anderen zijn nu echt te oud om nog zo’n hele retraite aan te gaan. En weer anderen hebben er de middelen niet voor. Het zal ongetwijfeld ook schelen dat Thay geen les meer geeft. Hoewel de retraite weer zeer goed bezocht is. Misschien is Thich Nhat Hanh niet meer in in Nederland. Nu je om je oren wordt geslagen met hippe peperdure cursussen in Mindfuckness….. Nu mindfulness een populair middel is geworden om je doel te bereiken. In plaats van een manier van leven. Wie zal het zeggen? Voor mij staat Thay nog steeds met stip op 1.

Een internationale familie. Wat leuk! Heks is dol op mensen uit verre streken. Hun andere levens. Hun andere mores. Wat dat betreft kun je hier je lol op. Mensen van allerlei pluimage zie je hier rondlopen. Mannen en vrouwen en alles wat er tussenin zit. Het maakt ook niet uit of je op mannen of op vrouwen valt. Het is allemaal OK. Zolang je er maar geen gehoor aan geeft hier…..

©Toverheks.com

Het is hier toch zo mooi!!!! ©Toverheks.com


‘Ik vind het wel gek, dat homoseksuele monniken en nonnen gewoon op hun eigen Hamlet mogen blijven. Dan word je toch constant in verleiding gebracht?’ grap ik tegen mijn reisgenoot op de terugweg. Ze knikt instemmend. Zij is van de vrouwenliefde en heeft zich hier al meermalen over verbaasd.

Heks vindt het wel lekker rustig zo tussen de nonnetjes en de dames. Ik heb goed sjans van een paar heerlijke potten, maar ja, het beklijft niet. Zo rustig. Echt fijn.

Ik kijk naar mijn nieuwe familie. Wat een fijne mensen. Ik ben verguld. Van mijn eigen familie moet ik het al jaren niet hebben. Dat is nu eindelijk eens goed tot me doorgedrongen. Mijn pogingen om erbij te horen zijn genadeloos afgestraft. Het is dat ze een zwart schaap nodig hebben, anders waren ze waarschijnlijk zelfs mijn naam vergeten. Maar hier hoor ik bij! Al is het maar voor een paar weken…..

Ter plekke neem ik me voor om eindelijk eens bij mensen te gaan horen. Mijn bloedverwanten en oude vrienden lenen zich er helaas niet voor, maar dat wil niet zeggen dat het niet kan. Ik heb gewoon op het verkeerde paard gegokt. Meermalen. Het is een soort gewoonte geworden om mijn best te doen voor hopeloze gevallen. Om bergen energie te stoppen in mensen, die me niet eens zien staan. Hoe dom kun je zijn?

‘Zuster, kom je op lazyday op de koffie? Ik heb heerlijke chocolade bij me en ook een praktisch presentje!’ In de familie zitten met mijn vriendin de non staat garant voor een geweldige tijd. Het is zo heerlijk en speciaal. Dat vinden we hier allemaal!

©Toverheks.com

Zingende zwaan….. ©Toverheks.com

I have arrived, I am home! Maar here and now zit ik gelijk met gebakken peren, die me niet in de kouwe kleren gaan zitten. Traditioneel krijg je een flinke crisis als je hier een tijdje bent. Dat is algemeen bekend. Heks zit er direct middenin. Ik heb mijn dieptepunt alweer achter de rug. Ik kan dan ook eigenlijk best weer naar huis terug!


Na twee dagen sturen met mijn Tens-apparaat op de hoogste stand in een bloedheet wagentje ben ik helemaal dol in mijn bol. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen, bezoekjes aan de fysiotherapeut, cortisonen-injecties en pijnstillers is mijn lijf een slagveld aan kwalen. Maar uiteindelijk ben ik er dan toch echt. Ik rijd het parkeerterrein op. I have arrived!
Maar o jeetje, wat een tegenvaller! Ik raak direct slaags met de dames op het kantoor. En ook bij de medewerksters van de registratie kom ik geen stap verder. En ik moet verder! Ik moet als den donder mijn tent opzetten, voordat ik verander in een weke doch pijnlijke kwarktaart…..

‘U hebt zich niet opgegeven,’ krijg ik beschuldigend naar mijn dodelijk vermoeide hoofd. Alsof het een doodzonde is! Voor mensen met een tent is altijd plek! Dat weet iedereen! Ook mijn pogingen om dan in elk geval een kampeerplekje te bemachtigen, waar ik met mijn auto kan komen worden genadeloos afgestraft. Ik moet warempel met een kruiwagen twee kilometer over bobbelig terrein gaan lopen sleuren met mijn teringbende. ‘Je vraagt maar of iemand je wil helpen,’ bitst de betreffende non.

Nou ja zeg. Ze kent me! Een jaar of wat geleden zat ze bij me in de familie. Ik heb een hele middag Boeddhistische geëngageerde kunst met haar gemaakt indertijd. Het was zo’n schatje! Ik weet dat westerlingen er allemaal hetzelfde uitzien voor Vietnamezen, maar dit gaat wel erg ver!


Ik word van het kastje naar de muur gestuurd en weer terug. Ik moet me eerst inschrijven. Nee, ik moet toch eerst naar het kantoor. ‘Ga naar de registratiehal,’ bitsen ze daar. Om vandaaruit opnieuw naar het kantoor te worden gestuurd. Dit gaat zeker een uur zo door.

Intussen komt er stoom uit mijn oren. Ik ben zo wanhopig, dat ik op het punt sta om in mijn auto te stappen en gewoon weer naar huis te rijden. Steek die retraite maar in je dinges. Ik ben er klaar mee!

Een vrijwilligster bij de registratie gaat diep naar me luisteren. Helemaal volgens de regels der kunst. Ze kijkt me oprecht meedogend aan, terwijl ik mijn ellende eruit braak. ‘Drie en een halve maand ben ik bezig geweest om in die auto te komen. Elke dag iets gedaan. Gekkenwerk natuurlijk. Bladiebla, pech onderweg….’ bries ik verontwaardigd.

‘Je ziet niets aan me, maar ik ben zwaar gehandicapt,’ roep ik verhit. Ik zie eruit of ik een paard kan doodslaan intussen. Niet bepaald gehandicapt. De vrouw kijkt meewarig. Ze bedoeld het ongetwijfeld goed, maar het werkt evenzogoed averechts op mijn verhitte zenuwen. Toch ben ik enigszins bedaard, als ze me onverrichterzake naar het kantoor terugstuurt.

Ik ga nog 1 poging doen en anders is het einde verhaal. Ik ga onder geen beding met kruiwagens vol bagage over een heuvel vol pruimenbomen sjokken teneinde mijn tent pal in de volle zon te zetten. Ik moet een schaduwrijk plekje hebben dicht bij de meditatiehal en het sanitair. En ik weet precies zo’n plekje. En daar staat nog niemand!

‘Dat gedeelte is voor de staf,’ zegt iemand streng. ‘Het ligt helemaal aan de buitenrand,’ pareer ik. ‘Maar het is daar wel noble silence,’ krijg ik als weerwoord. ‘Dat vind ik juist lekker,’ probeer ik weer.

Als ik uiteindelijk mijn spullen naar de betreffende plek wil brengen is de boel afgezet. Er mogen geen auto’s rijden op het pad. Ze verzinnen hier ook altijd weer wat. Nee, ik moet dus toch met kruiwagens aan de slag. Als ik me opnieuw op het kantoor meldt trekt  de non, die me dwarszit een strenge streep door haar gezicht. “NEE.’ Geen praten aan.


‘Ik ga naar huis,’ besluit ik ter plekke. Zijn ze nu helemaal gek geworden hier?

Dan staat een kleine Française op vanachter haar computer. Een vrijwilligster hier uit de regio. Een vrouw met flair. Een actrice hoor ik later….. Ze heeft het hele verhaal meegekregen. ‘Kom,’ wenkt ze. Om vervolgens alle regels met voeten te treden vanuit een soort natuurlijk gezag. Eindelijk iemand, die zich mijn probleem aantrekt. Ze haalt de wegversperring weg en laat me met auto en al naar achter rijden.

Daar gooi ik voor haar verbijsterde ogen al mijn bagage met een grote zwaai uit mijn karretje. Als een gigantische woeste amazone. Binnen vijf minuten ligt er een geweldige berg troep op de bosgrond. Verwilderd sta ik ertussen te wankelen.

Een paar uur later is het leed geleden. Mijn tent staat. Met veldbed en al. Ik heb iets eetbaars binnen gekregen. Een flinke wasbeurt onder de invalidendouche heeft ook wonderen gedaan. Een goeie hap pijnstillers erin en ik kan naar bed.

Mijn vriendin de Nederlandse non heeft intussen ook al gehoord dat ik ben gearriveerd. ‘Er staat een hele boze nederlandse vrouw in de office,’  vertellen de nonnetjes haar, ‘Ze heeft een heeeeeeeeeeeeeeeeeeel kort rokje aan!’  (Tot aan mijn knieën). ‘Dat draag je toch zeker niet op een retraite! En een grote hoed op haar hoofd.’


‘Is ze heel erg lang?’ vraag mijn vriendin verheugd. Ook voor haar is het een verrassing, dat ik hier weer opduik. En als het antwoord bevestigend is: ‘Stop haar maar in mijn familie!’

‘Haha, Heks. Wat een verhaal over je spijkerjurk. Mensen lopen hier echt gewoon in korte broek enzo. Zolang je het maar niet in de meditatiehal doet. Ik heb het voor je opgenomen, hoor. Dat is Heks, die ken je toch wel, heb ik gezegd. Ze loopt altijd in van die hele lange gewaden. Waar hebben jullie het over? Ze heeft twee dagen in een bloedhete auto gezeten. Vandaar dat jurkje.’

‘En er is vast een reden, waarom ze zich niet heeft aangemeld. Dat doet ze sowieso alttijd pas op het laatste moment, omdat het altijd onzeker is of het haar wel lukt om hier te komen.’ En dat is inderdaad zo. Ik ben het thuis in alle hectiek stomweg vergeten. En het hotel onderweg had geen WIFI.

’s Avonds lig ik tevreden in mijn tent. Het leed is geleden. Ik heb het overleefd. Ik heb het bijgelegd met de nonnen in de office. Stil lig ik te luisteren of ik mijn vriend Uil soms hoor. Ik ben volledig in mijn hart merk ik. ‘Deze plek is een groot hart,’ doezel ik verder. Met af en toe een dwarse non. Nou ja, je ziet ook niks aan Heks. Dat blijft me opbreken bij tijd en wijle.

Maar het is ook fijn. Als mensen je de godganse dag met een deerniswekkend gezicht bij voorbaat lopen te helpen is ook niet alles. Vraag maar aan mijn vriendin Kras. Zo is het altijd wat.


 

Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.

 

 

 

 

 

The Autistic Gardener gaat in de weer met heilige geometrie. ‘Hahaha, hihihi,’ lachen alle tuinkabouters, elfjes, trollen en deva’s. Ze lachen hem niet uit. Neen! Zij kunnen zijn roze kapsel zeer waarderen. Alsmede hetgeen hij aanricht in de diverse tuinrampgebieden! Heks is ook blij met iemand zoals hij. Anders zijn als kracht en inspiratie. Dat wil ik ook voor mij!

 

Vanmorgen zie ik een tuinprogramma op televisie. The Autistic Gardener. Een man met knetterroze haar gaat een gezin helpen om iets te maken van de 280 vierkante meter wildernis achter hun huis. Hij lacht zijn gehavende gebit bloot, terwijl hij ons toespreekt in de camera. ‘Ik ben een autist. Dat maakt me een zeer bijzondere tuinarchitect. Ik zie concepten en patronen en daar krijg ik inspiratie door. Maar deze keer….’

Vertwijfeld kijkt hij om zich heen. Hij staat in een akelige voorstad zonder kraak of smaak. ‘Het is geen stad, het is geen platteland. Het is gewoon niks. Ik heb nog geen enkel idee. Dat zal me wat worden,’ moppert de enorme tuinkabouter met prinsessenhaar.

C_3v6IAXkAEdg_q

Even later belt hij aan bij de familie in kwestie. Een alleraardigst stel op leeftijd, twee volwassen dochters en nakomertje met syndroom van Down. Door het intensieve karakter van de opvoeding van laatstgenoemde is de tuin in het verdomhoekje geraakt. Een langgerekte verdomhoek van 7 bij 40 meter. Daar kun je op zich wel iets mee natuurlijk.

Maar hoe lang de tuinman ook door de tuin baggert, een idee krijgen is er niet bij. ‘Hier kan ik echt helemaal niets mee. Er gaat niks borrelen. Ik krijg geen ingeving…..’ pruttelt hij opstandig. Even later zien we hem elders door een prachtige geometrisch aangelegde tuin wandelen. Hier krijgt hij wel inspiratie van!

Nu is Heks ook dol op geometrie. Ik begrijp zijn enthousiasme. ‘Dit is wat deze mensen nodig hebben! Orde in de chaos!’ Hij is er uit. Snel maakt hij een aantal prachtige schetsen. Het echtpaar staat er van te kijken. Maar begrijpen doen ze het niet. ‘Ik vertrouw hem,’ zegt de vrouw, ‘Maar wat gaat het worden?’

Even later zit de tuinarchitect met de vrouw op een bankje in het struweel. ‘Ken je deze getallenreeks?    1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144, ……..? Het is de Fibonacci-reeks. Kijk, steeds tel je de twee vorige getallen bij elkaar op…..’

‘En als je de getallen plaatst in een raster krijg je een spiraal. Deze getallenreeks vindt je overal in de natuur terug. Bijvoorbeeld in deze bloem,’ beargumenteert hij zijn keuze om de tuin vol spiralen en cirkels te proppen, ‘Op die manier creëert de natuur orde in de chaos….. En zo wil ik orde in jullie chaos brengen…..’

De vrouw is gefascineerd door zijn verhaal. ‘Fantastisch,’ zie je haar denken. Ook al heeft ze nog steeds geen idee waar het allemaal naartoe gaat.

De rest van het programma wordt gevuld met het leeghalen, omvormen en weer vullen van de tuin. Een dreamteam rukt aan om dit te bewerkstelligen. De autistische tuinman kun je dat beter niet laten doen.

 

‘Het is een chaoot. Met enige regelmaat moet ik hem terugfluiten. Maar hij heeft de meest krankzinnige ideeën. Zo origineel. Iedereen is altijd helemaal verguld met zijn ontwerpen,’ lacht de opperhovenier.

Heks doet de telvisie uit. Ik moet met mijn hondje naar buiten. De rest van het verhaal geloof ik wel. Maar wat een grappige man is dat, die Alan Gardner met zijn roze haar. Zo gek als een cent, een supergave vent! Met enorm veel talent!

Autisme nu eens niet weggezet als iets waar je vanaf moet. Nee, juist niet. Doe het hem maar eens na, zo’n tuin ontwerpen. Heks raakt geïnspireerd door deze prettige benadering van de niet alledaagse mens.

Naar aanleiding van dit programma besluit me nu eindelijk eens te verdiepen in ADD. Al jaren vermoed ik dat ik hier een tik van heb meegekregen, maar omdat ik al zoveel mankeer heb ik me er nog nooit mee bezig gehouden. Er is overigens ook niet veel aan te doen. Het is nauwelijks onderzocht, omdat het voornamelijk vrouwen treft. Net als ME en Fibromyalgie.

‘Ik zou me maar eens laten nakijken,’ zei mijn oudste zus ooit, ‘Wij zitten hier in het gezin allemaal aan de Ritalin. Echt een enorme verbetering…..’

Ook andere familieleden hebben intussen de diagnose ADD of ADHD gekregen. Het is in 75% van de gevallen erfelijk. Tja. Het zal wel.

Heks is absoluut een HSPtje. En nu lees ik dat de combinatie HSP en ADD heel vaak voorkomt. Ik kijk eens naar de lijst kenmerken van ADD. Het lijkt wel een beschrijving van Heks. Een nachtuil met een hoofd vol dromen, komt altijd overal te laat en is een absolute chaoot.

Maar ook het gegeven van superfocus indien nodig ken ik. Een groot deel van de kenmerken zijn zonder meer op mij van toepassing.

  

Maar ik kom ook een vorm van natuurlijke medicatie tegen. En ik ontdek bovendien, dat die medicatie zo werkzaam is, dat het wordt vergoed door sommige zorgverzekeraars. Waaronder de mijne.

Met een georganiseerd hoofd overal op tijd komen. Een beetje nachtrust in de nacht, wakker zijn overdag en een opgeruimd huis. Saaie klusjes vol enthousiasme volbrengen. Een leeg ZEN hoofd de hele dag door…… Dit is mijn voorland!

Ik denk aan de tuinarchitect, die zijn autisme als een gave beschouwd. De man met roze haar, die zijn gave te gelde maakt. Enthousiast omarmt hij iedereen op zijn pad. De mensen staan er soms raar van te kijken, want ze verwachten het niet. ‘Ik kan menselijke emoties niet goed lezen,’ lacht de man. Het zal hem intussen een zorg zijn. Hij omhelst gewoon een ieder die zijn pad kruist!

Iedereen is blij met zijn talent. Zijn vermogen om precies in de roos een tuin te ontwerpen, die bij zijn opdrachtgevers past. Hij klunst misschien op andere gebieden. Maar in zijn vak floreert hij!

‘Zo hoop ik ook nog eens iets bij te dragen,’ denkt Heks bij zichzelf. Ik zou ook graag mensen enorm blij maken en van mijn nood een deugd maken. Vooralsnog komt er niet al teveel uit. Moet ik het voornamelijk van mijn decoratieve kwaliteiten hebben.

Ik zou mijn haar weer eens pimpelpaars kunnen verven. Dat is al zeker weer vijftien jaar geleden……

 

Deze kruk vind een krukje naar haar hart. Klein en gifgroen. Met mooie witte stippen. Kabouter Spillebeen zou erop willen wippen. Maar Heks wil geen krak. En geen diepe zucht. Maar wel gooi ik van plezier mijn lange benen in de lucht.

Als je ziek bent leef je in een klein wereldje. Je slaapkamer. Een beetje huiskamer en keuken. En de noodzakelijke badkamer natuurlijk. Je moet jezelf af en toe wassen. We leven niet meer in de negentiende eeuw. Heks is niet van de Dettolachtige toestanden. Voor mij geen rare onkruidverdelgers op mijn huid. Maar ik hou op zich van douchen. Alleen doe ik het steeds minder vaak…….

‘Getverderrie, ik moet mijn tanden nog poetsen. Eerst even uitrusten, ik doe het over een half uur wel….’ denk ik dagelijks in de loop van de avond. Dan ga ik eventjes liggen en word uren later weer wakker. Kleren aan, lichten aan…. De hond moet er nog een keertje uit….

Voor Heks zijn zulke dagelijkse handelingen enorme rijstebrijbergen. Waar ik me dan moeizaam doorheen eet. Met enige regelmaat laat ik de bergen links liggen. Dan haak ik af. Niet douchen, niet eten…. Alleen het hoogstnoodzakelijke doe ik dan nog. Zoals hond uitlaten, beesten voeren.

‘Ik ben overgegaan op een maaltijdservice,’ zegt Kras onlangs aan de telefoon, ‘Heel jammer natuurlijk dat koken niet meer lukt, ik ben er op zich dol op. Maar het kost me te veel. En te vaak lukt het gewoonweg niet. En toen ik voor iemand anders iets dergelijks aan het regelen was kwam ik een heel goed bedrijf tegen….’

‘Nu krijg ik elke week vijf heerlijke maaltijden. Echt lekker, heel vers en uitgebalanceerd. Ja, het is wel een hele stap om te zetten. Maar ik ben echt heel tevreden nu!’

Heks slaat ook wel eens een paar weken in de keuken over. Dan wil het niet lukken, laat ik alles vallen. Ben ik gewoon te moe om überhaupt boodschappen te doen. Of ik heb gewoon geen trek. Of ik kook wel degelijk, maar ben achteraf te uitgeput om het op te eten……

Maar maaltijdservice kan ik wel vergeten met mijn gekke dieet. Ik heb het wel eens gecheckt. Van de honderd maaltijden kon ik er maar eentje eten. En dat was bepaald niet mijn favoriete kostje!

Maar ik heb ook een revolutionaire ingreep gedaan in mijn leven. Sinds kort staan er krukjes in mijn douche. Een hele comfortabele naast de wastafel, voor het tandenpoetsen. Een een waterdicht exemplaar in mijn douche. De comfortabele bleek water als een spons op te zuigen. Niet meer zo comfortabel daarna…..

Bij het Kruitvat vind ik echter een opklapbaar krukje, gifgroen met witte stippen. Een soort kikkerpaddestoel. Echt iets voor Heks. Bovendien staat het ding als een huis. Na een wankele design opklapstoel, de comfortabele zuigkruk en een gammel wandelstokkrukje een ware verademing. Hij is wel erg laag. Opstaan is nu weer een hele heisa.

Zo kloot ik maar wat aan in mijn meutige bestaantje. Langzaam wordt alles wel minder en minder. Je ziet nog steeds niks aan Heks. Ik loop kaarsrecht. Zie er normaal uit. Redelijk jong zelfs voor mijn leeftijd. Vooral bij kaarslicht.

Maar elke fysiotherapeut schrikt zich een hoedje van de staat van mijn spieren en gewrichten. Alle spieren verkrampt en in de knoop en minstens de helft van de gewrichten lichtelijk uit de kom. Geen wonder dat ik ALTIJD crepeer van de pijn.

‘Ik ga zo’n krukje meenemen op vakantie, ik heb er direct maar vier gekocht. Ze lagen voor een prikkie in zo’n grabbelbak….’ vertel ik Steenvrouw, als we 1 van die krukjes als tafeltje gebruiken tijdens een picknick. Ik ben zo blij met mijn krukjes! Ik douche de hele week al bijna elke dag!

De bijzettafelexpert heeft de leukste krukjes!

 

Ben je boos? Pluk een roos! Zet em op je hoed, dan ben je morgen weer te pruimen. Te nassen. Sommige mensen dragen nooit een hoed en dat is te merken ook! Heks krijgt onzinnige verwijten naar haar kop van een chagrijnige moederkloek. Eigenlijk verdient het mens billenkoek, maar ik geef haar een koekje van eigen deeg!

Maandag fiets ik door de stad op weg naar de Koerdische fietsenmaker. De man heeft mijn fietskar in reparatie. Heks is benieuwd wat hij nu weer heeft verzonnen om het ding aan de praat te krijgen. Hij heeft altijd onorthodoxe methoden om het onmogelijke te repareren. Met stukken tuinslang bijvoorbeeld…….

Ik word altijd vrolijk van die kleine man. Wat zijn ogen zien kunnen zijn handen maken en daar houd ik van. Ik ben dus goedgehumeurd. Even voor de goede orde. Ik zit zachtjes te neuriën met mijn hondje dravend aan mijn zijde.

Bij de Haarlemmerstraat vergis ik me in een steeg. Ik moet weer een stukje terug. Braaf ga ik lopen. Ook even voor de goede orde: Ik ben dus niet illegaal door die winkelstraat aan het fietsen.

De stad is uitgestorven vandaag. Mensen zijn massaal andere dingen aan het doen dan winkelen in het laatste obscure deel van deze kilometer koopplezier. Links en rechts staan panden leeg. Ik steek over om in de schaduw te lopen. Voor mijn hondje. Het is warm. Vandaar.

Terwijl ik loop te dromen en glimlachen en zingen passeer ik een vrouw met haar zoon. Ik let er niet op, want er is een zee van ruimte om ons heen. ‘Je loopt aan de verkeerde kant,’ blèrt het achterlijke klotewijf plotseling recht in mijn gezicht. Ik schrik me rot.

Stomverbaasd kijk ik om. ‘Waar heb je het over, gek mens, de straat is uitgestorven. En dan nog: Je mag hier lopen waar je maar wilt!’

Ik ben opeens kwaad. Gek genoeg. Waar komt dat nu vandaan?

De vrouw vindt het geweldig om mijn reactie te zien. Zij is plotseling vrolijk. Betweterig staat ze me uit te lachen. Een subtiel superieur trekje glijdt over haar gemene smoelwerk. Oh, wat geniet ze toch van haar onverwachte schijtactie. Inwendig scheldend schiet ik een steeg in.

Wat gebeurde hier nu?

Ik ben al bijna bij de fietsenmaker als ik een lumineus idee krijg. Ik ga dat pakket shit aan dat gekke mens terug geven. Ik weet nog niet hoe. Eerst maar eens omfietsen en de zaken vanaf een andere kant benaderen!

Als ik aan de andere kant weer de Haarlemmerstraat in loop zie ik het stomme loeder net oversteken naar de andere kant van de straat. Daar gaat ze in het zonnetje lopen met haar sneue zoontje. Aan de verkeerde kant van de straat! Precies op het moment dat ik haar in het vizier krijg.

‘Je loopt aan de verkeerde kant,’ blèr ik zo hard als ik kan. De vrouw kijkt verstoord om. Ziet Heks. Ontploft werkelijk! Zwarte wolken dampen uit haar boze oren, haar fletse ogen spuwen vuur, haar pluizige piekjaar schiet recht overeind van nijd! Vanuit het blinde niets.

Ik zwaai vriendelijk en verlaat snel de straat. Het wijf ziet eruit alsof ze wel een goeie poeier kan uitdelen en dat ga ik maar niet afwachten.

Even later arriveer ik goedgehumeurd bij mijn favoriete fietsenmaker. De boze bui is weg. Teruggeven aan de gulle gever. Helaas voor het zoontje. Die moet nu weer op stap met een chagrijnig stuk moeder. Maar ik ben blij!

Het is de wet van de niet communicerende vaten, die ons hier parten heeft gespeeld.

‘Maar wat win je ermee?’ vraagt Kras me later aan de telefoon, ‘Vertel mij nu eens wat je opschiet met zo’n actie?’

Ik kan er alleen maar dit over zeggen: Mijn leven lang heb ik grotendeels gefunctioneerd als vuilnisvat voor zulke lieden. Zij waren hun shit kwijt en ik was het rijk. Nu ben ik de koning te rijk, dat ik het niet meer binnen laat komen. Helaas gaat het dan wel retour afzender. Er gaan wel meer energetische pakketjes op die manier de deur uit hier in Huize Heks.

Leuk is anders. Alhoewel: Ik heb hier diezelfde avond met Steenvrouw en haar dochter echt enorm om gelachen.

 

Klein verslag van alweer een irritante dag. Heks probeert voor de zoveelste keer hypoallergene pleisters te bestellen voor haar onvolprezen Tens apparaat. Het wil maar niet lukken. Dat wordt weer autorijden, terwijl de gaten in mijn huid vallen. Kom ik terug uit het klooster als Zen gatenkaas!

Heks probeert hypoallergene pleisters te bestellen voor haar Tens apparaat. Binnenkort ga ik een flink end autorijden en zonder deze uitwendige pijnstilling is dat geen optie. Helaas vallen de gaten in mijn huid van de reguliere plakkers.

Ik neem dit al enige tijd maar op de koop toe. Zo vaak gebruik ik het apparaat niet meer. Maar nu ga ik het weer een paar weken noodgedwongen op stroom lopen. En wat blijkt? Het aanschaffen van nieuwe pleisters levert gigantische problemen op!

Ik bel met het bedrijf om de bestelling te plaatsen. ‘Maar u bent van zorgverzekeraar verandert!’ roept de dame aan de andere kant van de lijn verontwaardigd, ‘U moet eerst naar de pijnpoli terug en daar schrijven ze u dan een nieuw apparaat voor en dan kunt u weer de bijbehorende materialen bestellen!’

Dus als ik het goed begrijp moet ik naar de huisarts. Die geeft me een verwijzing. Dan krijg ik een brief van de pijnpoli met daarin vijfenzeventig vragenlijsten met vragen variërend van hoe vaak je hier pijn, daar pijn hebt tot de kleur van je ondergoed.

Vervolgens een consult met een arts van de pijnpoli. Dan een afspraak met een pijnverpleegkundige voor instructie. Vervolgens een nieuw apparaat. En dan kan ik dus eindelijk die pleisters bestellen. Zucht.

‘Ik heb al twee apparaten. Ik hoef er niet nog eentje bij,’ het is aan dovemansoren gericht. Het interesseert niemand ook maar een bal dat er op deze manier geld over de balk wordt gesmeten.

‘Ik zal u het nummer geven van het bedrijf, dat een contract heeft met uw huidige verzekeraar,’ komt de dame aan de telefoon me alsnog tegemoet. Of ze wil van me af. Dat kan ook. En gezien de waarde van haar tip verdenk ik haar van het laatste.

Heks belt naar het betreffende bedrijf. ‘Als u voor incontinentiemateriaal belt, toets 1, als u voor diabetesmateriaal belt, toets 2, als u iemand wilt spreken, blijf aan de lijn,’ toetert een vrouwspersoon in mijn oor. Direct gevolgd door een hopeloos bandje met keiharde muziek.

De vrouw, die me te woord staat is uitermate vriendelijk. ‘Heeft u diabetes?’ informeert ze naar de bekende weg. Maar nee. Heks wil gewoon een paar pleisters. ‘Voor diabetes?’ Nee. Blijkbaar zijn er ook voor die groep patiënten plakkertjes op de markt.

‘Ze hebben u het verkeerde nummer gegeven. Ik zal u het telefoonnummer geven van het bedrijf, dat u zeker verder kan helpen. Zij verkopen die spullen en hebben ook een contract met uw verzekeraar…..’ Ik krijg het juiste nummer.

Omdat ik totaal uitgeput raak van dit soort belrondes laat ik het juiste nummer eventjes voor wat het is. Het is ook alweer na vijven. Dan zijn zulke bedrijven totaal onbereikbaar.

Als ik een paar dagen later verder ga met deze queeste blijkt het nummer niet te werken. Het bestaat stomweg niet. Zou die vrouw het aan me gegeven hebben om van me af te zijn? Net als haar voorganger?

Ik ga in de slag om bij mijn huidige verzekeraar iemand te spreken, die me hiermee kan helpen. Het is uiteindelijk ook in hun belang. Het kost klauwen met geld om me weer helemaal door die pijnpoli-molen te laten gaan……

Het blijkt nog niet zo eenvoudig om iemand met verstand van zaken te spreken te krijgen bij de maatschappij. Ik krijg eerst met een paar ongelofelijke mutsen te maken. Ook zij proberen me te ontmoedigen en met een kluitje in het riet te sturen. Maar ik hou vol. Uiteindelijk krijg ik een BOBO van de afdeling medische voorzieningen aan de lijn.

‘U moet de oude machtiging opvragen bij uw vorige verzekeraar. Dat is de normaalste zaak van de wereld, hoor. Dan nemen wij die over en dan kunt u weer pleisters bestellen…..’ is het advies.

Heks belt met haar oude verzekeraar. Ook hier kost het enige tijd om iemand met verstand van zaken aan de lijn te krijgen. Het is al moeilijk om hier iemand met verstand te vinden…….

Op mijn simpele verzoek om de machtiging naar me toe te sturen krijg ik een uiterst complex antwoord. Het komt erop neer, dat ze van computersysteem zijn veranderd en nu kunnen ze niets meer inzien van 3 jaar geleden.

‘Dat betwijfel ik mevrouw, u kunt het misschien niet inzien, maar op de IT afdeling van uw bedrijf hebben ze vast wel een manier om het betreffende document boven tafel te krijgen. Ik heb zelf in die business gewerkt, dus ik weet dat het kan.’

Maar nee, niets kan. Heks denkt dat ze het gewoon niet willen. Het zal ze een rotzorg zijn. Zorgverzekeringen zorgen voornamelijk goed voor zichzelf. De vrouw aan de andere kant van de lijn houdt een heel lulverhaal. ‘Als u dat lulverhaal nu eens voor me op papier zou willen zetten, dan kan ik er misschien nog iets mee bij mijn huidige verzekeraar,’ verzoek ik vriendelijk.

Ik krijg het lulverhaal ondertekend en wel binnen. Intussen heb ik ook nog wat formulieren gevonden bij mijn Tens apparaat, waaruit je kunt opmaken, dat ik het ding ooit voorgeschreven heb gekregen op de pijnpoli! Ook heb ik intussen een heus recept uit mijn huisarts geperst voor die verdraaide pleisters. Zou het nu gaan lukken?

Wat een gedoe. En ik ben al zo moe. Het is voor de goede zaak, dat wel, maar ik word er niet goed van!

 

Soms is het maar goed, dat je iemand niet herkent. Krijgt ie nog een kans, die vrouw of vent. Had ik bijvoorbeeld herkent en verweten; Had ik het geweten, dat het hem was; Niet vergeten….. Dan had ik nooit zo’n leuk gesprek gehad. Over mijn favoriete onderwerp: Gods prachtige schepping. Ons heilige mamaatje…….. Moedertje Natuur!

Vorige week fiets ik ’s avonds op m’n gemakje de stad uit. Het is een beetje fris, maar nog steeds prima weer. Ik ga naar het Joppe met VikThor. Kan hij lekker zwemmen in de Zijl.  Sinds enige weken fiets ik een iets andere route. Ik kreeg steeds een lekke band op dezelfde plek. En laat dat nu net een plek zijn, waar je eigenlijk niet mag fietsen…..

We worden geacht om te rijden via een viaduct en daar heb ik dan nooit zin in. ‘Misschien is er wel een gekke buurtbewoner, die er minuscule spijkertjes strooit. Je hebt hele rare mensen en ik heb wel gekkere dingen meegemaakt……’ En inderdaad: Geen lekke band meer gehad sinds ik elders de weg oversteek. Nog steeds niet via dat viaduct natuurlijk……

Bij het hondenstrand staat een man met hond. Hij gooit dummies in het water en zijn Duitse staande draadhaar haalt ze weer op. Keer op keer. ‘Ah, je bent bij de Action geweest,’ grapt Heks, terwijl ze exact dezelfde dummie tevoorschijn tovert uit haar fietstas. Alleen is mijn exemplaar rood.

Ik ben em onderweg nog bijna kwijtgespeeld aan een eigenwijze Cocker Spaniël. Het beest pikt em af van VikThor en is niet van plan het ding nog terug te geven. Als zijn bazin er uiteindelijk dan maar achteraan gaat slaat hij snel de weg in naar huis. Hij werpt tot slot nog een narrige blik over zijn schouder. ‘Hoepel op. Dat ding is van mij. Eerlijk gestolen…’

 

‘Witte dummies zijn beter,’ begroet de man me, ‘Die kunnen honden goed zien in het water…’ Hopla. Direct de les gelezen. De man weet veel van jachttraining. We raken aan de praat.

Ondanks het stroeve begin krijgen we een alleraardigst gesprek. Heks luistert voornamelijk natuurlijk. Je zou het niet zeggen, als je me hier tekeer hoort gaan over van alles en nog wat, maar ik breng mijn dagen voornamelijk luisterend door. In stilte. Luisterend naar de stilte ook.

Er volgen allemaal verhalen over de locale natuur. Zoals over het weiland waar we op dat moment in staan en wat daar allemaal in broedt en woont. De dijk langs dat weiland. ‘Die heb ik zelf helemaal aangelegd in negentienhonderdzoveel. En nu wil Gemeente Leiden em weghalen. Te gek voor woorden. Het is een slapende dijk, geen overbodige luxe…..’

‘Als de dijk langs het Joppe het begeeft, of de Zijldijk, dan houdt deze dijk de hele Merenwijk droog!’ Hij vertelt vervolgens over een prachtig stuk oud land vol weidevogels aan de andere kant van de Zijl, dat onlangs helemaal is afgegraven.

‘De zo gewonnen kwalitatief geweldige grond is gebruikt om een smerige vuilnisbelt af te dekken. Zonde toch van die prachtige grond! En ook nog twee natuurgebieden naar de kloten. Want die belt zat ook helemaal vol braamstruiken met Hermelijnen en egeltjes. Ongelofelijk toch?’

Ja, weer zo’n beslissing door een idioot vanachter een bureau. ‘Op de golfbaan had ik een prachtige wal aangelegd , die vol zat met allerlei beestjes. Zelfs een Hermelijn. Het duurt jaren voordat je dat voor elkaar heb. Zo heb ik ook een paddenpoel aangelegd…..’ Heks spitst haar oren. Misschien iets voor mijn paddenpoelenbad?

‘Heeft zo’n ingehuurde uit de klei getrokken grondwerker ongevraagd de hele boel afgegraven met zijn machines. Moet ie eigenlijk eerst onderzoek doen of dat wel mag. Alle dieren dood.’

‘Je kunt er een enorme boete voor krijgen, ook nog. Ik was woest. Maar ja, hij is er niet bijgelapt. Te veel belangen op het spel. Bovendien is de gemiddelde beslissing van de overheid veel desastreuzer…… Kijk maar naar die vuilnisbelt.’

Gedurende het gesprek heb ik de man tegenover me herkent. Het mannetje beter gezegd, want hij is bepaald niet groot van gestalte. Het is de gekke molenaar! Ik heb al jaren een bloedhekel aan die kerel na een onverkwikkelijke ruzie twaalf jaar geleden. Hij dreigde toen mijn hond dood te schieten en maakte me werkelijk uit voor alles wat mooi en lelijk was. Op uiterst seksistische wijze.

Dus woorden als hoer, kankerwijf, vuile slet en ik schiet je overhoop en dergelijke kwamen er uit zijn grote malende mond. ‘Zeker een klap van zijn eigen molen gekregen,’ dacht ik toen nog.

Een poging dingen uit te praten liep vervolgens zo hoog op, dat ik de politie op zijn dak heb gestuurd. Ook heb ik geklaagd bij zijn werkgever wegens bedreiging. Jeetje. Is dit dezelfde vent?

In tussenliggende jaren ben ik nog maar één keer iemand tegen gekomen, die hem aardig vond. Hij kan zo bijzonder vertellen, hij weet zoveel…’ aldus die vrouw. De rest van de hier rondwandelde goegemeente heeft allemaal de pest aan hem. Of een slechte ervaring met hem. Of een hopeloze aanvaring…..

De maffe molenaar laat me intussen vreemde eendensoorten op zijn telefoon zien. ‘Kijk hoe mooi, die zitten hier ook. Goddank niet alleen maar Nijlganzen. Die schiet ik met enige regelmaat af. Ze verstoren de hele vogelstand in Nederland, sinds ze zijn ontsnapt uit Dierenpark Wassenaar. Ze vreten alles op en verdrijven de weidevogels.’

‘De dode dieren raak je aan de straatstenen niet kwijt, maar je kunt ze wel eten hoor. Ik schiet ook hazen. In mijn polder lopen er 850 en ik schiet er elk jaar 150. Zo houd ik een mooie stand.’

‘Daar vliegt zo’n Krakeend. Mooi beestje toch? Ze zijn niet zo groot en heel wendbaar. Je haalt ze er zo uit in de lucht….’ hij wijst omhoog naar een inderdaad heel beweeglijk beestje. Links en rechts begint hij nu vogels aan te wijzen. Wat is er veel te zien hier! Met zo’n man zou je eigenlijk een dag op stap moeten gaan.

Maar ja, voor je het weet scheldt hij zijn publiek wellicht uit. En Publikumsbeschimpfung is toch echt wel achterhaald nu. Terwijl ik zo naar de man sta te luisteren, me verbazend over de wereld van verschil tussen deze natuurlijke versie van de molenaar en de gekke versie, begint mijn gesprekspartner over zijn handeltje in wild.

‘Als je een haas wilt kopen of een lekker stuk reerug, dan kom je maar langs,’ enthousiasmeert hij me. Heks is sinds de perikelen met Hawk niet meer zo happig om bij Jan en Alleman langs te gaan. En al helemaal niet bij een waanzinnige molenaar. Toch zeg ik vaag toe te zijner tijd eens een haasje te komen verschalken.

‘Wie weet wat hij allemaal wil verschalken,’ grap ik tegen de Don, als ik hem later over mijn avonturen vertel. Die moet enorm lachen. ‘Ik heb nog wel een haasje voor je, hihihi,’ giert hij, ‘Kostelijk Heks. Hij vond je vast leuk.’ ‘Ik zag er niet uit, ik liep echt in mijn kloffie, dat sprak hem vast aan,’ Heks moet ook lachen. De woeste molenaar lijkt me geen man voor opgepoetste tante Betjes.

‘Jij ziet er altijd geweldig uit, Heks, zelfs in een jutezak. Je bent een prachtige vrouw, schat. Altijd al geweest. En ook nog lief! Dat maakt je zo geweldig,’ komt mijn oude vriend complimenteus uit de hoek.

Wonderlijk hoe mensen geheel anders kunnen zijn in een andere context. Had ik die molenaar herkent, dan had ik nooit zo’n leuk gesprek gehad met deze natuurman. De man van weinig woorden als het niet over natuur gaat. De man van vieze woorden als je er woorden mee krijgt. De man met een ongezouten mening over het hopeloze natuurbeheer in Nederland.

‘Willen ze die zeer nuttige en noodzakelijke dijk dus afgraven, omdat er mensen overheen lopen en die kijken dan naar binnen bij bewoners van de huizen er pal achter en dat vinden die bewoners dan vervelend‘ besluit de molenaar. ‘En die bewoners hebben blijkbaar iets in de melk te brokkelen…,’ denkt Heks er direct achteraan.

Het zijn namelijk dure huizen, het rijtje tegen de dijk. En geld is macht. Wie weet woont er wel een wethouder in. Dat zou ook heel goed kunnen.

‘In plaats dat ze nu die hopeloze impopulaire populieren omhakken. Daar is even sprake van geweest. Dat zou geweldig zijn, want ik heb last van die dingen als mijn molen draait. De wind komt er heel raar overheen vallen en daardoor knallen de wieken alle kanten op. Echt gevaarlijk zelfs….’

Zou op die manier zijn molen zijn afgebrand? Want dat is gebeurd. In het verleden. Ooit. Dolgedraaid en afgefikt. Door die verdraaide populieren? Ja, dat is inderdaad van de gekke. Hak maar om dat lawaaihout…….

 

Hoera, het is volop lente! Moeder natuur draagt haar schitterende bruidskleed! Heks kruipt onder haar steen vandaan om naar buiten te gaan…. Ik fiets me suf op die ouwe trouwe Batavus. Met lekker wat trapondersteuning. En fietskar……… Zo redden we het wel op en neer naar het Valkenburgermeertje, mijn kleine hondje en ik!

Zondag fiets ik aan het eind van de middag de stad uit. VikThor zit in zijn kar. In een parkje aan de Singel laat ik hem zwemmen. Het ene bommetje na het andere produceert mijn kleine stoere mannetje. Tot groot vermaak van de omstanders. Het is ook geen gezicht, zo’n vliegende hond.

Zijn laatste kunststukje is direct op de bal duiken, kopje onder gaan en vervolgens met bal in bek weer boven komen. Voorwaar geen sinecure na een vlucht door de lucht!

Vanmorgen hebben we ook al uren in dit park doorgebracht. Nu echter gaan we door. De hete stad uit. Hop, naar het Valkenburgermeertje!

Daar zit Vlinder op me te wachten op een terrasje. Met haar lief. Ze gaat hem aan me voorstellen. Aan de keuringsdienst van waarde zogezegd.

Als ik arriveer zitten ze al breed lachend op me te wachten. Vik springt een gat in de lucht. Hij heeft de diepe liefde van Ysbrandt voor Vlindertje zonder meer overgenomen. Tevreden nestelt hij zich aan haar voeten.

Na een uurtje keuren en kletsen gaan mijn vrienden er vandoor. Goedgekeurd hoor! Heks gaat ook weer fietsen. Ik besluit nog eventjes naar Wassenaar te gaan. Hemelsbreed niet eens zo ver. Prachtig door de weilanden. Langs sloten en vaarten.

VikThor springt sloot in, sloot uit. Hij is toch weer zo gelukkig! In Wassenaar kom ik een paar jongetjes tegen. Een beetje in de leeftijd van de karakters uit Southpark. Eric Cartman en Kyle zeg maar.

‘Mogen wij een keertje met dat balletje gooien?’ vraagt Cartman. Zijn ondeugende koppie kijkt me enthousiast aan. Zijn vriendje staat me ook al te observeren.

Natuurlijk mag dat. Het volgende kwartier zijn de jongetjes druk in de weer met mijn hondje. Die qua hondenjaren ongeveer even oud is. Grappig toch weer!

Als ik terug ben bij het Valkenburgermeertje raak ik aan de praat met een vrouw in een rolstoel. Met hulphond. Ze vertelt me haar halve levensverhaal. Niet zozeer over wat ze mankeert, maar over haar spirituele reis door het leven. Een geschiedenis met veel dieptepunten, tegenwerking en duistere krachten……

Ja, helaas trekt groot licht vaak ook duisternis aan. Zoals motten onweerstaanbaar worden bekoord door een gemiddelde lamp. Heks mag van geluk spreken dat ze niet zo’n licht is……

Alhoewel…. Ik heb ook een flinke dosis duistere idioten te verstouwen gekregen in mijn amoebe-leventje.

Eenmaal terug in Leiden kan ik geen pap meer zeggen. Ik val in slaap zonder te eten of me zelfs maar uit te kleden. De beesten hebben gelukkig wel te eten gekregen.

Uren later word ik wakker. Het is alweer licht. Ik laat de hond uit en eet een banaan. Laat ik maar weer naar bed toe gaan…..

Maandagavond fiets ik alweer naar het Valkenburgermeer. Opnieuw rijden we helemaal door naar Wassenaar. En alweer kom ik jongetjes uit Southpark tegen. Ze springen een gat in de lucht als ze VikThor zien! Ze zien er niet alleen Amerikaans uit,  ze praten het ook. ‘We zitten op de American School of the Hague,’  klessebest Eric opgewekt tegen me.

Ze spreken werkelijk geen woord Nederlands. Een bizar verschijnsel in dit oer Hollandse landschap. Dit landschap van mijn jeugd. Deze weilanden waar ik als kind placht rond te dwalen. Weliswaar net iets oostelijker dan deze polder. Deze kleiklontgrond waar mijn wortels liggen……

De jongetjes hebben de hele middag gevist, maar niks gevangen. ‘We hadden wel tien wormen gevonden, maar het hielp niets,’ verklaart Kyle.

Vervolgens gaan ze als een dolle met mijn hondje aan de gang. Die plonst keer op keer in de vaart. ‘Zal ik ook springen?’ gilt Cartman dan telkens. Van mij mag hij. Het joch is sowieso al kletsnat.

‘Dat komt omdat we dit doen,’ schreeuwt Kyle begeesterd, terwijl hij de emmer water, waar ook vis in had moeten zitten, omkeert boven zijn ondeugende koppie. Cartman volgt zijn voorbeeld. ‘Nou moet ik zeker in de vaart springen,’ krijst hij vrolijk.

Toch springt hij niet. Waarschijnlijk heeft zijn moeder het hem verboden. En haar verbod reikt ver! ‘Het is hier helemaal niet diep, hoor,’ Kyle heeft blijkbaar ervaring op dit gebied. Hij vertelt me een verhaal hierover dat ik niet snap. Niet vanwege de taalbarrière, maar omdat het zulke ongelofelijke kleine-jongetjes-logica is……

Op de terugweg pak ik een terrasje aan het meer. Heerlijk zit ik een uurtje te peinzen temidden van een dampende menigte uitgelaten mensen. Wat een drukte!

De molen van Molenaar!

Op mijn gemakje peddel ik terug naar de stad. Het is genoeg afgekoeld om mijn ventje te laten lopen. We fietsen nog een ommetje door de polder waar ik dan wel ben opgegroeid, de Stevenshofjespolder, langs de molen van Molenaar, maar dan is het toch echt mooi geweest.

Even later fiets ik de warme stad weer in. De terrasjes puilen uit. Het is al negen uur intussen. Thuis plof ik in mijn stoel. Zal ik eventjes gaan liggen? Eerst de beesten eten geven en dan…… Uren later word ik wakker.

Gelukkig heb ik ’s middags warm gegeten. Wijs geworden door een paar dagen overslaan. Even tanden poetsen, hond uitlaten en dan……. weer naar bed gaan.

Vintage, de Don, pakken en overpeinzen. Inpakken van pakken, gepakt worden en weer opstaan. Wijze woorden die teloor gaan. Of toch niet? Het verband tussen leuk gekleed gaan en uitwendig gedragen hersentjes, die op hol slaan……

‘Ja Heks, jij kleedt je misschien zo leuk om het leven te vieren, maar dat wordt niet door iedereen zo ervaren….. Ik zag je vorige week fietsen met je hondje en je kar. In je knalroze jurk met bijpassend hoedje. Een feest om naar te kijken. Toch zien heel veel mannen dat heel anders. Die denken dat je het speciaal voor hen hebt aangetrokken!’

Ik kijk mijn homeopaat glazig aan. Zegt ze nu dat het aan mij ligt? ‘Het maakt echt niks uit wat ik aan doe, hoor. Ik ben wel eens gepakt door iemand, toen ik in mijn afgekloven kloffie liep…..’

Nee, het ligt niet aan mij. Wat ze me duidelijk probeert te maken is dat er zich dingen in de kleine uitwendig gedragen hersenen van mannen gaan afspelen, zodra je wat leuks aantrekt. En dat het zo vreemd is dat ik dat gedrag haat en me toch zo graag mooi kleed.

Er gaan zich ook al allerlei dingen afspelen in die garnalen hersentjes van de gemiddelde man als je er uit ziet als een ouwe stinkende gymschoen is mijn ervaring. Sommige mannen hebben werkelijk niets nodig.

Ik heb hier veel over geleerd toen ik ooit per abuis een loopse teef te logeren had en mijn niet gecastreerde hondje Ysbrandt langzaam gek zag worden van haar heerlijke gruizige dampen. Het arme beest kon er niets aan doen.

Hijgend verbleef hij gedurende de kerstdagen in zijn bench. Chemisch gecastreerd en onder de tranquilizers zat hij met rode oogjes stoned van de pillen te kwijlen naar zijn liefje. Uitdagend ging ze dan voor zijn neus staan met haar dikke frut. Staart opzij….. Ja, ze vond hem echt leuk.

En teven zijn de baas in hondenland. Dus als ze niet wil gaat het niet gebeuren. Woest grommend en blaffend bijt ze dan van zich af.

Het is wonderbaarlijk hoe deze efficiënte reactie op ongewenste intimiteiten bij de mens ver te zoeken is. Bij de kroon van de schepping is de koningin van haar natuurlijke troon gestoten: Menselijke teven zijn bang om de man in kwestie te kwetsen.

Ik spreek uit ervaring. Eindeloos heb ik onder de kin van geschonden mannelijke ego’s gekieteld. Zelfs al vond ik iemand absoluut een lul. Toch bleef ik beleefd en correct.

Dat kan ik andersom niet beamen. Te vaak is het me gebeurd dat een gezellig gesprek of een onschuldige flirt desastreuse gevolgen had. Voor mij wel te verstaan. Heks heeft helaas helemaal niet geleerd om van zich af te bijten. Bij ons thuis keken ze gewoon de andere kant op als er iemand naar je zat te grabbelen en graaien. Iedereen keek de andere kant op. Dus officieel is er dan nooit iets gebeurd.

Lekker makkelijk.

Mijn homeopaat zegt altijd wel weer iets, dat me enorm bijblijft. Vorige keer was dat de opmerking: ‘Misbruikte mensen kenmerken zich allemaal door enorme trots.’ Heks herkent het. ‘Al sla je me dood, ik geef geen kik. Ik gun je mijn pijn en tranen niet,’ dacht ik bijvoorbeeld als veertienjarige, toen mijn vader me te lijf ging met de stofzuigerstang. En er weer flink de andere kant op werd gekeken door de omstanders…….

‘Normaal gesproken zie je magisch denken bij kinderen tot ongeveer hun vijfde levensjaar. Misbruikte kinderen echter blijven dit veel langer doen. Het helpt hen overleven…..’ zegt ze afgelopen week tegen me, ‘En jij Heks, jouw magie is echt enorm sterk,’ voegt ze er aan toe.

Ik zie het net iets anders. Voor mij is magie een realiteit, waar kinderen nog bij kunnen. Met hun ThetagolvenVoordat ze last krijgen van andere hersengolven,  Alfa golven. Zo rond hun zevende levensjaar.

Ja, mijn magie.

Ik vind een pak voor de Don. Een wollen pak van Hugo Boss. Voor 15 euro. Gloednieuw. Alsmede een schitterend geruit colbert van een meer obscuur merk. Ook voor 15 euro. ‘Wat is je maat,’ vraag ik hem door de telefoon. Het is precies zijn maat……

Exact op dat moment zit mijn goede vriend op een colbertje uit Litouwen te wachten. Gekocht via Catawiki. Maar hij wordt genaaid. Het pak wordt niet bezorgd. Hij weet gelukkig bijtijds de betaling te torpederen.

‘Ik vind het magisch, Heks. Hoe is het mogelijk? Je maakt me echt ontzettend blij hiermee. Waar heb je het in godsnaam gevonden?’

De Don is net als Heks een kledinggek. Met een beperkt budget. Hij kan zich toch zo prachtig opdirken. Geweldig. Natuurlijk denkt elke vrouw dat hij het speciaal voor haar doet. Maar dat komt omdat hij expres die indruk wekt.

Hij doet sowieso graag iets voor een ander. ‘Als ik het kan, zal ik het niet laten,’ zet hij met enige regelmaat, ‘Maar eigenlijk doe ik het allemaal voor mezelf. Ik krijg er een fijn gevoel van….’

Nooit gruizige opmerkingen of gezeik met die vent. Egocentrisch tot op het bot met zijn altruïstische acties. En altijd in de race met Heks wie er het mooist is opgedoft. Mijn geliefde Don. Over een paar weken komt hij logeren……