Uit de analen van Pleegzuster Bloedwijn: Bloed aan de paal! Echt niet normaal. Maar waar komt het vandaan? VikThor hinkepinkt verdacht achter me aan. Gewonde hond in Huize Heks.

Donderdagavond tegen elven kom ik thuis uit de bioscoop. Ik vlei me in mijn enorme leunstoel. Daar zit ik een uurtje amechtig bij te komen van hoegenaamd niets, maar dat is nu eenmaal de gang van zaken bij mensen met ME.

Dan schiet ik een jas aan en vis een riem van de kapstok. ‘Kom op Vikkeldebikkel. We gaan een wandeltje doen….’ Wat is dat beest extreem sloom vanavond. Hij is wel eventjes uit zijn luie stoel gekomen om me te begroeten, maar verder heb ik hem niet gehoord.

Normaal gesproken staat hij al lang voor mijn neus te stuiteren met een balletje. Maar vanavond dus niet. ‘Misschien is hij gewoon nog slaperig,’ denk ik bij mezelf, terwijl ik me omdraai. Waar blijft hij nou?

Hinkepinkend kom mijn varkentje de gang in gestrompeld. Heks’ mond zakt wagenwijd open. Wat krijgen we nu? Mijn schatje is gewond! En het moet verrekte zeer doen, want het is een ongelofelijke bikkel. Hij laat pas iets merken als het echt foute boel is!

Snel neem ik hem in de houdgreep en draai zijn rechterachterpoot naar het licht. Zet een bril op mijn neus. Zie bloed op mijn handen. Op de grond. Nauwelijks waarneembaar op die donkere houten vloer….. Hij bloedt als een rund!

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aanvankelijk kan ik nauwelijks een verwonding vinden. Hij vindt het niet lekker dat ik hem bepotel, maar laat het zich toch goeiig welgevallen. Dan piept hij een beetje en tot mijn schrik zie ik dat er een kussentje van zijn voetje helemaal los zit. Je kunt het openklappen als een pedaalemmer. Mijn maag draait om.

Oh, wat ziet dat er afschuwelijk uit. Het is intussen een uurtje of 1 ’s nachts. Een beetje laat voor de dierenarts. Bovendien heeft hechten al geen zin meer. Dat moet je binnen een paar uur na het oplopen van de verwonding doen.

Ik maak de wond provisorisch schoon en plak er een flinke pleister op. Met daaroverheen een paar plastic poepzakjes. Eerst maar even naar buiten. Het is smerig nat waterkoud druipweer. VikThor hinkepinkt door de steeg. Doet een plasje hier. Eentje daar. Kijkt eens achterom of we al naar huis gaan…..

Thuisgekomen stop ik zijn pijnlijke pootje in een bak lauwwarm water. Ik spoel de wond grondig uit en druppel er vervolgens een halve fles Betadine overheen. Nu is het zaak om het geheel goed in te pakken, zonder de bloedsomloop af te knellen. Ik heb allerlei verbandgaas tevoorschijn getoverd en zit lekker te knutselen.

‘Dat heb je helemaal niet gek gedaan,’ zegt de dierenarts de volgende ochtend. Ze scheert zorgvuldig de haartjes om het zooltje weg. Dan plakt ze met wondlijm de zool weer aan de voet. ‘Groot kans, dat het zooltje helemaal afsterft trouwens. Hechten heeft over het algemeen weinig zin op deze plek…..’

‘Laat het verband maar een paar dagen zitten,’ vervolgt ze als de poot helemaal is ingepakt. De volgende ochtend echter ligt het verband opeens op de grond. Ik pak de poot opnieuw in. ’s Middags tijdens een wandeling ligt het er opeens weer af. En het voetflapje zit weer los……….

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

En dan ben ik opeens spinnijdig. ‘Kolerehond, doe dan ook eens rustig,’ scheld ik op mijn grote vriend. Als een haas loop ik terug naar de auto met een geïmproviseerd verband om VikThor’s poot. Thuisgekomen was ik zijn voetje uitgebreid in een emmer met sodawater. Weer moet er een een wagonlading Betadine op de wond.

Maar waar zijn die verrekte verbandmiddelen? Waar is de bijenzalf? Waar is die Betadine? Waar zijn de stukken elastisch tape? Ik kan helemaal niets meer vinden. Ik kijk op alle relevante plekken, maar de hele set spulletjes is op miraculeuze wijze verdwenen.

Ik ga dus maar naar de drogist om nieuwe verbandgaasjes en Betadine te kopen. Er komt nog steeds stoom uit mijn oren. Op wie ben ik nu eigenlijk kwaad? Ja, raad eens, op wie denk je?

Op mezelf. Ik ben met enige regelmaat een ongelofelijke halve zool. En daar heeft die zool van mijn hondje onder te lijden. ‘Bescherm je hondje tegen zichzelf, loop hem aan de lijn voorlopig,’ raadt de Don me gisteravond nog aan. En dat was ik eventjes vergeten. Ik liet TrekThor een kort moment los en toen ging het mis…..

‘Ik ga steeds meer op een zeker iemand lijken,’ denk ik somber. Die persoon kon ongelofelijk zijn eigen frustratie op je botvieren. Als hij een slechte bui had, zocht hij geheid een object om die woede op te richten. En Heks was regelmatig de klos. Ik was bovendien een sublieme boksbal. Zwijgend keek ik hem recht aan terwijl hij uit zijn plaat stond te gaan. Olie op het vuur natuurlijk……

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Gelukkig scheld ik alleen maar. Iemand in elkaar rammen is mij vreemd. En ik maak het altijd goed,’ vergoelijk ik mijn boze bui achteraf. Ik zit lekker te knuffelen met mijn hondje. Zijn pootje zit weer keurig in het verband. Wat het gaat worden met dat flapje, geen idee. Maar de wond is in elk geval weer schoon……

Heks is gewoon doodmoe. Ik ben al twee dagen in touw als Pleegzuster Bloedwijn. En ik ben natuurlijk sowieso al moe zonder er iets voor te hoeven doen. En dan ben ik ook nog eens moe omdat ik meer doe. Leuke dingen weliswaar, maar er is dan minder van mijn toch al beperkte energie over.

Als ik moe word word ik bloedlink. Vermoeidheid haalt alle filters weg, dus er komen dan opeens schrikbarende ongefilterde teksten uit mijn heksenbek. Die blebberen dan maar zo’n beetje om me heen. Ik schrik er zelf ook van. Goddank heb ik geen publiek, maar evenzogoed schaam ik me achteraf dood.

Gelukkig is mijn hondje zeer vergevingsgezind. Hij legt zijn zachte snoet in mijn schoot en laat zich lekker achter zijn flappers kriebelen. Wat is het toch een schatje. Mijn ADHD hondje. Mijn grote kleine vriend.

 ©Toverheks.com

©Toverheks.com

De volgende ochtend pak ik zijn verkeerde pootje in. Mijn monster ligt zo te friemelen dat ik me in de poot vergis ergens halverwege de ingreep. Mijn armen zijn ook helemaal naar de kloten door het in bedwang houden van mijn ventje bij de dierenarts. Schouders uit de kom, rib uit de kom, spierpijn……..

VikThor is ook zo sterk. Afgelopen week trekt hij een twee keer zo grote Duitse Staande Langhaar over het grote veld in het Leidse Hout. ‘Vikkie, je bent aan het winnen,’ roepen de omstanders verbluft. En ja, het is zo. De reus legt het af tegen mijn kleine blafbeest. Het is geen gezicht. Iedereen schiet in de lach!

Dus kun je nagaan waar ik de afgelopen dagen mee te maken heb. Waar mijn arme armen mee te maken hebben gehad……

 

 

In het diepst van de nacht begint de dag. Heks heeft niks in de gaten. Ik hoor mezelf nog steeds depressief praten….. Maar draken en griffioenen brengen nieuwe visioenen. In de nacht, als ik slaap, draait mijn wereld op zijn kop.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Heks wordt gepest. Al een hele lange tijd. Systematisch en sneaky. Ja , je bent echt een held als je zo’n amoebe als Heks gaat treiteren. Succes verzekerd, want ik ben machteloos, zelden afgeleid van mijn bestaan door bijvoorbeeld een leuke vakantie. Of een dagje uit. Of door gezellige gezinsleden. Nee, mij zieken is geheid een schot in de roos.

Oh, het is toch zo moeilijk om zulke dingen los te laten! Vooral als iemand constant haken in je blijft slaan. Zijn macht laat gelden. Er eventjes in stampt dat je niks voorstelt met je zieke sneue leventje.

Goddank raakt het mijn koude kleren niet. Het is bepaald niet iemand waar ik van hou, die dit doet. Alles gaat voorbij, Heks. Ook dit. Eens ben ik er van af. Op een goede dag. Een hele goede dag.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Een week terug spring ik weer eens uit mijn vel, als ik mijn boodschappen niet kan betalen. Er staat geen geld op mijn rekening. Vreemd. Normaal gesproken word er op maandag een zeker bedrag gestort. Het zou zelfs omhoog gaan, maar in plaats daarvan zie ik opeens helemaal niks meer.

Chagrijnig ga ik naar huis. Gelukkig kan ik in de biowinkel poffen, anders zat ik met een lege koelkast. Ik krijg zelfs de maandagse 10% korting over het bedrag van die ongelofelijk aardige idealisten. Terwijl ik het op een geheel andere dag ga afrekenen….

Thuisgekomen ontdek ik dat VikThor in mijn bed is gesprongen na een modderbad in een poldervaart. Hij ligt intussen alweer braaf op zijn plaats, wetend dat dat niet mag. Ik heb hem dan ook niet op heterdaad betrapt, maar mijn stede spreekt boekdelen!

Scheldend sla ik aan het kokkerellen. Ik heb vandaag twee linkerhanden, maar er ligt zo veel vergeten groente in de koelkast. Daar moet iets mee gebeuren. Dat was ook het hele idee achter mijn boodschappenronde.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

‘Kom je nog eten?’ lees ik op mijn app. Oh jee. Alles loopt in de soep vandaag. Steenvrouw heeft me al dagen geleden uitgenodigd, maar ik had eigenlijk iets anders. ‘Ik hou een slag om de arm,’ betekent natuurlijk niet, dat je helemaal niks meer laat horen. Heks wilde vanavond naar een cursus Mahjong. Ik probeer er al dagen naartoe te werken, maar het lukt gewoonweg niet.

‘Het is geen denderende combinatie, Heks, op maandag die Mahjongles en op dinsdag koor. Het lukt je al niet om na die koorrepetitie twee dagen later te gaan mediteren. Hou dus maar op. Kook je maaltje. Eet het ook op! Bel morgen je vriendin. Ga vroeg slapen!

Anderhalf uur later zit ik lekker in bed te tekenen. Ik heb gekookt. Ik heb gegeten. Straks nog een rondje met mijn smerige hondje. We hebben het weer bijgelegd natuurlijk……. En dan slapen! Als het lukt tenminste.

Sinds ik mijn nieuwe tablet heb, waar je met zo’n apple pencil op kunt tekenen ben ik de koning te rijk. Op mij oude piepkleine iPad kon ik ook al tekenen. eerste met rubberen stiftjes, later met mijn heksenvingers……. Ook al geweldig, maar dit is helemaal super.

Ach Heks, hou op met je gezwets. Wees dankbaar voor wat je hebt. Tel je zegeningen. Laat je niet kisten. Neem niets persoonlijk. Zie de mens. Jouw medemens. De idealistische fijne broeders en zusters, de gekken met gebreken, de goeien en de kwaaien……..Ja, hoe gestoord ze ook zijn. Bedenk je dan: Die doen ook maar wat. Net als jij…..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

In memoriam Hawk. Mijn oude vurige aanbidder is niet meer. Een hele bijzondere man is ons ontvallen. Het Leidse Hout staat bol van de verhalen, die over hem rouleren. We gaan hem missen! Rust in vrede, lieve Joop.

Zaterdagmiddag ga ik naar de fysiotherapeut. VikThor wacht zoet in de tuin totdat ik volledig uit de knoop het pand weer verlaat. Nu is hij aan de beurt! En dat weet hij!

Eerst doen we een rondje door het bosje van Bosman. Het is extreem druilerig weer. Mijn viervoetige vriend is binnen de kortste keren zo zwart als een tor. Grijnzend rent hij door de bosjes. Hondjes zijn graag lekker vies. Smeerpoetsen zijn het. Van de bovenste plank.

Op weg naar het Leidse Hout wip ik bij een tweedehands winkeltje binnen. Er hangt een iets op me te wachten volgens mijn kledingengel. Maar wat? Ik scan de rekken met mijn eksteroog. Mijn oog valt op een chique lange wollen jas. Hij zit als gegoten. De lengte is helemaal goed. Verkocht!

Vroeger fietste ik nu door naar Hawk. Ik moet er nog elke week aan denken. Dan zette hij verrukkelijke koffie voor me en vervolgens aten we een boterham met haring. Aansluitend gingen we dan met de hondjes wandelen. Meestal in het bos, waarheen ik nu op weg ben.

In het Leidse Hout komt een Rijst Met Krentenhond me tegemoet rennen. Zijn kop vertrokken in een enthousiaste grimas. Het is Charlie de Dalmatiër! De hond die mijn vriend Hawk altijd uitliet. Ik heb hem al ruim een half jaar niet meer gezien. Net als Hawk. Sinds ik ben opgehouden laatstgenoemde thuis te bezoeken en sinds hij me nooit meer belt lijkt hij van de aardbodem ter zijn verdwenen.

Niemand in het Leidse Hout heeft de hoogbejaarde overigens nog gezien de laatste maanden. Heks informeert regelmatig links en rechts. Maar nee. Geen mens kan me wijzer maken.

Het gaat me te ver om die ouwe snoeper weer op te bellen, maar stiekempjes hoop ik hem weer eens ergens tegen te komen. Nooit gedacht dat ons laatste afscheid dermate definitief zou zijn.

Ik fiets achter Charlie aan. Hij rent terug naar een roepende vrouw ergens in het struweel. Dat zal zijn echte baasje wel zijn. Hawk liet hem louter uit. Net als de Boxer van de buren.

Ik stel me voor aan de dame. ‘Ik was bevriend met Hawk. Zo ken ik Charlie. We gingen elke zaterdagmiddag wandelen met elkaar…… Hoe is het met onze oude vriend? Hebben jullie hem onlangs nog gezien?’ Heks heeft al enige tijd het vreemde voorgevoel, dat mijn vurige bejaarde aanbidder niet meer onder ons is….

‘Hawk is dood,’ de vrouw tegenover me is Russische van origine. Dat heeft mijn oude vriend me al vertelt. Ze spreekt verder met haar zware slavische accent, ‘Hij had heel erg hernia. In september belandde hij in bed. Heel veel pijn en morfine. Hij wilde niet meer. Iek denk, iek weet niet zeker, maar denk dat ….’ ‘Euthanasie…’ knik ik begrijpend.

De vrouw pinkt een traan weg. Of ze heeft een vuiltje in haar oog. Maar dan wel een heel hardnekkig vuiltje.

We praten een tijdje over Hawk. Charlie springt enthousiast om me heen. ‘Dat doet hij normaal nooit. Hij herkent jou, hij grijnst zelfs naar je, dat doet hij alleen bij hele speciale mensen,’ de man van de Russin is ook opgedoken intussen. Evenals hun beeldschone dochter.

Terwijl ik weer verder fiets tuimelen beelden en gedachten door mijn hoofd.

Dus die oude schobbejak is toch gaan hemelen. Hij leek het eeuwige leven te hebben, maar opeens was het klaar. Ik weet niet hoe ik me voel na al die informatie. Het idee van een bedlegerige wegkwijnende Hawk onder de morfine dringt zich aan me op. De man is instant hopeloos verliefd op me geraakt een jaar geleden. Een verliefdheid, die ik onmogelijk kon beantwoorden. Helaas voor hem.

Maar ik was wel stapelgek op die oude baas. En maandenlang hadden we het heerlijk tijdens onze wekelijkse afspraak. Zolang hij negens op uit was. Zo lang hij genoegen nam met samen tijd stukslaan.

Helaas zette hij telkens weer druk op de ketel. Steeds meer druk. Accepteerde hij geen nee. Moest en zou het er toch eens van komen. Wat moest er van komen? Ja, dat dus. Of iets in die richting. Of in elk geval toch wat…….

Heks fietst met een schuldgevoel door het bos. Arme Hawk. Stomme sukkel. Waarom nam je geen genoegen met wat er was? Dat was toch geweldig leuk? Waarom wilde je nu weer zo nodig ‘met de billen bloot’?

‘Ik heb je mijn huis uit gejaagd,’ hoor ik plotseling in mijn geestesoor. Verbeeld ik me dat nu? Nee, ik hoor het opnieuw. En nog eens. Ja, daar in het prachtige oneindige licht is dan toch eindelijk het kwartje gevallen bij Hawk.

Ik peddel van het Leidse Hout naar de Klinkerbergerplas en vervolgens via Warmond naar het Joppe en tot slot door de Merenwijk weer naar huis. VikThor rent zich een ongeluk.

Thuisgekomen brand ik een kaarsje voor hem. Voor mijn oude dierbare vriend. Ik wens hem een goede reis. Ik vergeef hem grif zijn stommiteit. ‘Typisch Hawk,’ giebelt zijn vrouw. Ze zijn weer verenigd in het licht. ‘Zo ken ik hem weer. Echt wat voor hem om je op die manier de deur uit te jagen….’

Ja, er zat leven genoeg in de man!

‘Weet je wat zo bijzonder is, Heks?’ placht Hawk altijd te zeggen, ‘Waar jij woont, precies waar jouw huis nu staat, had ik vroeger een garage. Het was een beetje een raar straatje in het verleden, jouw steeg. Jarenlang heb ik het pand dat daar stond in handen gehad. Op exact dezelfde plek!’ Hij kon er niet over uit!

Ik denk dat er wel meer bijzonder was aan onze vriendschap. Werkelijk vanaf de eerste seconde heb ik de man in mijn hart gesloten. Misschien kende ik hem al eeuwen. Misschien was zijn verliefdheid wel karmisch geïnitieerd. Wie zal het zeggen?

Rust in vrede lieve Hawk. Je was me er eentje!

 

 

In memoriam onze grote vriend de Duitse herder Carlos van Nieuwlandshof.

De laatste weken heb ik het gevoel dat Ysbrandt om me heen loopt te draaien. Ik denk aan hem, mis hem….. En ook noem ik VikThor om de haverklap Ys. Vreemd.

Dan gaat Carlos hemelen. Het is nu toch echt afgelopen met onze grote harige Duitse vriend. Gelukkig heb ik nog afscheid kunnen nemen. Dat was er bijna bij ingeschoten…..

‘Ys is hem vast op komen halen,’ denkt Heks bij zichzelf. Ik geloof heilig in dit soort dingen. ‘Daarom voel ik hem steeds om me heen. Ze zijn heerlijk aan het spelen op de eeuwige jachtvelden…… Veel plezier lieve schatten!’

Afscheid nemen van je hondje is heel erg moeilijk voor de baasjes. Mijn hart gaat uit naar mijn vrienden. Carlos je wordt enorm gemist!

 

Eenzaamheid grijpt me bij de kladden. Vouwt zich in een wurggreep om mijn kwetsbare keel. Opent visioenen van vallen en onderkoelen. Ten onder gaan zonder vangnet. Een cel buiten een lichaam kan niet overleven. Een outcast. Een verstotene.

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

Heks is eenzaam. Hele dagen en vooral nachten sla ik in mijn uppie stuk. Met een lam pijnlijk lijf. Na de euforie van een kleine maand in Plumvillage ben ik weer helemaal terug bij af. Helemaal?

Het lijkt er op. Maar het is niet zo. Ik ben intussen lid van de Blauwe Knoop en ik ben opnieuw toegetreden tot de Leidse Sangha. Helaas merk ik totaal geen verschil met mijn leventje voor deze heugelijke feiten.

Nog steeds sta ik ’s morgens op met een zware kater. En de Sangha is met enige regelmaat geen haalbare kaart. Ben ik de hele dag bezig om genoeg energie over te houden om er heen te gaan en lig ik evenzogoed helemaal om voordat ik de deur uit ben.

Of ik ga wel, maar kan het nauwelijks volhouden om op de grond te zitten. Of op een stoel.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Het koor is ook weer begonnen. Die avonden bijwonen lukt me iets beter, omdat we halverwege een pauze hebben. Tevens leidt het samen zingen enorm af van mijn pijnlichaam. Door het zingen gaat mijn cortisolniveau omhoog, waardoor ik me veel beter ga voelen. Ik ga er doorgaans vloekend naar toe, maar op de terugweg zit ik altijd luidkeels te zingen!

Zing een lied
Laat de buren maar lullen, jouw opera in de douche is absoluut de moeite waard. Een studie, gepubliceerd in het Journal of Behavioral Medicine laat zien dat door hardop zingen je cortisolniveau (cortisol is een hormoon dat stress veroorzaakt) daalt en dat de productie van oxytocin omhoog gaat, dat er voor zorgt dat je relaxt.

Op het koor ben ik eventjes niet ziek. Althans, ik ben er niet mee bezig. Ik vermijd dan wel het inzingen met alle gymnastiekoefeningen. Tevens zit ik de gehele avond op mijn stoel vastgeplakt, waar anderen zich uitputten in opstaan en weer gaan zitten……

Donderdagavond wil ik naar de Sangha. Ik red het maar net om ook daadwerkelijk te gaan. VikThor krijgt een miezerige uitlaatronde. De arme schat. Even voor achten schuif ik het kapelletje van Verbum Dei binnen. Ik giet een kop thee naar binnen, wissel drie woorden met de anderen. Dan klinkt de bel. We gaan beginnen.

Tijdens het mediteren zwabberen mijn gedachten alle kanten op. Sombere zware gedachten. Over hoe alleen ik me voel. Hoe ik de pest heb gekregen aan bepaalde dierbaren. Ja, ik weet het: Het klinkt tegenstrijdig.

En dat is het ook. Het lukt me niet meer om liefde te genereren tot in het oneindige, terwijl ik tegelijkertijd in de bek gescheten word door dezelfde mensen, die ik tracht lief te hebben. Waarom doe ik zoveel moeite? En slaat het ergens op? Denken aan degenen die me kwellen genereert op dit moment alleen maar woede.

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

En wanhoop.

Ik zie mezelf van een flat springen met mijn hoofd naar beneden. Of voor een trein. Dingen, die ik nooit ga doen. Maar mijn voorstellingsvermogen trekt zich daar niets van aan.  ‘In de sneeuw zitten en langzaam onderkoeld raken,’ tipt mijn kikkergeest me opeens. Dat klinkt best aantrekkelijk voor dit Elfstedenlid. Beter nog dan naar Engeland zwemmen.

Het zorgt voor een zachte dood. Je dooft als het ware uit. En je schijnt prachtige visioenen te krijgen op de valreep.

Ons klimaat is daar echter niet naar. Dus ik zal het moeten volhouden. Ook al zit ik veel te veel alleen. Voel ik me ontzettend eenzaam. Heeft bijna geen hond in de gaten hoe de zaken er voor staan in mijn lullige leventje.

Na het mediteren bekijken we een video. Sister Gina houdt een heel verhaal over ‘right livelihood’, maar ik kan me er niet op concentreren. Ze tekent schema’s op een bord. Verbind het ene begrip met het andere. Right thinking, right action, right dit, right dat…….

Heks voelt zich hondsberoerd. Haar schouders hangen uit de kom, dus zitten is een crime. Tijdens de loopmeditatie ben ik niet vooruit te branden en ook de video pakt me niet. Dikke machteloze tranen prikken achter mijn ogen.

Tijdens het dharma-delen over de video neem ik uiteindelijk het woord. Ik vertel over mijn ziekte. Over de eenzaamheid. Hoe ik op zie tegen de winter. Met de korte dagen, de rondwarende virussen, het opgesloten zijn in mijn huis. In mijn lijf.

Over mijn disfunctionele familie. Over hoe mijn demente moeder me niet meer wil zien. Alsof ik iets verkeerd heb gedaan! De omgekeerde wereld! Het intense verdriet hierover…..

Ik weet ook niet waarom ik erover praat. Het lost niks op. ‘Ik ben een paar keer niet geweest en dat heeft een reden….’ begin ik haspelend.

Bij het afscheid pakt iemand me even beet. Een ander maakt een praatje. Een derde zegt iets liefs. Ik krijg een fijne mail van weer iemand anders. Mijn delen lost misschien niks op, maar ik word wel gezien. En dat is al heel wat.

Op weg naar huis druppen tranen langs mijn wangen. Ik huil en huil. De bevroren vijver in mijn borstkas ontdooit.  De sluizen gaan helemaal open. En ook de dagen erna blijf ik maar janken. Wat een verdriet.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Verdriet over een verloren leven. Een leven, dat spaak is gelopen. Zonder dat iemand het in de gaten heeft.

‘Jij bent mijn meest getalenteerde kind, maar je doet er helemaal niets mee,’ zei mijn moeder altijd, toen ze nog goed bij de pinken was. Ik had toen al jaren ME. Om me op bizarre wijze een hart onder de riem te steken? Om me nog eens extra onderuit te halen? Wat ze er ook mee voor ogen had, het getuigt niet bepaald van begrip voor mijn conditie..

‘We hebben allemaal wel eens wat,’ roept een zus van me altijd, zodra dit onderwerp ter sprake komt. Ik vermijd dit gespreksonderwerp dus maar met haar. Een andere zus zong me een paar jaar geleden vrolijk toe samen met haar dochter, tijdens een weekend uit met de familie.

Heks moest alle zeilen bijzetten om überhaupt acte de présence te geven tijdens dat uitje. Maanden erna was ik nog totaal van slag door de enorme inspanning. Maar wat zongen zij voor mij? Een liedje van Brigitte Kaandorp! ‘Ik heb een heel zwaar leven, heel zwaar. Ik heb een heel zwaar leven, echt waar. Moeilijk, moeilijk, moeilijk…..’

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

Ik haat dat lied natuurlijk. En die Kaandorp vind ik ook helemaal niks. Dat begrijp je ook wel.

Moeder en dochter zongen samen het hele lied uit. En nog eens. Bij wijze van toegift. Gierend van de lach. Deze twee gelovige christenvrouwen. Is uitlachen soms een vorm van empathie? Hoe moet ik dit interpreteren?

Ik krijg dus al jaren de raarste dingen naar mijn kop, zodra het over mijn ziek zijn gaat. ‘Je wilt gewoonweg niet beter worden,’ bijvoorbeeld. Huh? Ja echt.

Ook zijn er mensen, die van geen geklaag willen horen. Zo lang Heks positieve praatjes produceert is het goed. Maar als ik probeer te delen, wat er echt in me leeft zijn de rapen gaar. Dat mag ik niet voelen. Ik moet sterk zijn. En blij met een dooie mus.

En als ik dat niet voor elkaar krijg lig ik er uit. Zie ik iemand een hele tijd niet. Tot het me weer lukt om lekker positief te doen. Of tot zo iemand me ergens voor nodig heeft. Om lekker positief te doen bijvoorbeeld………

©Toverheks.com,

©Toverheks.com,

Het komt ook voor, dat zo’n persoon tegen mij aan gaat klagen. Zijn ze opeens zelf ziek, zwak of misselijk. Zitten ze opeens zelf thuis achter de geraniums te koekeloeren. Rekenen ze op mijn begrip. For the time being, want zodra ze zijn herstelt is het weer uit met de pret.

Het is dan ook een verademing om vanavond op de Sangha mijn hortende verhaal te doen. Hierna kan ik niets meer zeggen. Laat staan iemand aankijken. Gek genoeg schaam ik me ook een beetje. En ik ben bang, dat mensen me allemaal tips gaan geven. Of met oplossingen aan zullen komen. Of de boel gaan relativeren…….

Niets van dit al. Er wordt gewoon geluisterd.

Het effect is dramatisch. Al op weg naar huis voel ik hoe ik weer zacht word vanbinnen. Hoe de verbinding met de Sangha me ontdooit. Je kunt niet zonder anderen……

En ook al huil ik de dagen erna de ogen uit mijn hoofd, toch heb ik het gevoel op de goede weg te zitten. Ik wil ergens bijhoren. Ik wil niet altijd alleen zijn. Heks heeft mensen nodig, die echt van haar houden. Niet alleen als het hen uitkomt. En ook niet alleen als Heks positieve praat uitslaat…..

Want ik heb een heel zwaar leven. En het is moeilijk. Veel moeilijker dan de gemiddelde mens zich kan voorstellen.

Kun jij je voorstellen, dat je ELKE dag doodziek opstaat? En dat al dertig jaar lang? En dat je maar een fractie van de energie te besteden hebt van wat je nu te besteden hebt? Maar dat je wel ALLES met die energie moet doen?

Altijd pijn. Altijd van slag. Altijd griep. Altijd je lijf op tilt. Altijd doodmoe……..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

ME is een ernstige multi systeem ziekte, waarvan niemand nog weet hoe het ontstaat. Laat staan dat er een geneesmiddel is. Omdat de patiënten louter overlijden door zelfdoding word er weinig onderzoek naar gedaan. Kortom: Je gaat er niet dood aan. Je verandert in een levend lijk!

Het is een godswonder, dat ik nog altijd een hart vol liefde heb. Dat er zo weinig voor nodig is om weer liefde te voelen voor mijn medemensen. Zelfs als ze me pijn doen.

Want houden van heeft niks te maken met hoe mensen zich naar jou toe gedragen.

Houden van is een vermogen van het hart. En als je hart liefheeft, maakt het object van die liefde niet meer uit. Zelfs al zingen ze nare liedjes voor je. Of geven ze je louter dooddoeners cadeau…… Een functionerend hart weet er wel raad mee.

‘Om te functioneren heeft mijn hart jullie nodig. Draag me in jullie hart, asjeblieft..’ stamel ik tegen de Sangha. Ik kan het niet alleen. In mijn eentje verander ik in een bitter boos wijf, die van flats wil springen. En daar wordt niemand beter van.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

 

 

 

 

 

Help! Handhaving! Zondagmorgen nog voor ik mijn ogen goed open heb is het weer raak! Heks heeft het aan de stok met zo’n draak. Het komt nog net niet tot een bon, maar het scheelt niet veel. Redelijkheid, tact en onderhandelen? Zinloos is mijn ervaring. Je maakt je nog het beste snel uit de voeten!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Zondagmorgen fiets ik met mijn hondje door de steeg. Het is rustig in de stad en al helemaal in dit kleine achterafstraatje. VikThor draaft opgewekt naast de fiets. Hier en daar deponeert hij een plasje tegen een paaltje of boom. De straat is opgebroken, dus ik loods hem snel langs verleidelijke hopen zand.

Een drolletjes leggen op zo’n heuveltje is natuurlijk het summum. Voor mijn hondje dan. Niet voor de stratenmakers, die morgen weer met dat zand gaan knutselen. Voor hen is het zielig……

Alhoewel niet iedereen mijn mening deelt. Ik ken een dame, die het liefst hoogstpersoonlijk zo’n drol zou draaien en achterlaten voor een zekere stratenmaker……..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Aan het eind van de steeg staat een busje fout geparkeerd. Midden op straat! ‘Goh,’ denk ik nog, ‘Wat een rare plek om je bolide achter te laten.’ Dan zie ik dat het een handhaaf-busje is. Een handhaaf-mannetje en wijfje lopen door de steeg te paraderen. Met ernstige en belangrijke smoelwerken waggelen ze richting het Elizabeth Gasthuishof.

‘Snel m’n hond aanlijnen, voordat die kwibussen me zien,’ schiet het door me heen. Want ook al is er geen sterveling op straat en staan ze zelf fout geparkeerd, handhavers zijn notoir gestoorde idioten. Ze denken niet na, maar voeren bevelen uit. En Befehl ist Befehl! Waar ken ik dat ook alweer van?

Helaas ben ik te laat. Ze hebben mijn dartele hondje al gezien. Gelukkig ben ik wel al zeker twintig meter bij hen vandaan gefietst, dus kunnen ze me niet in de kraag vatten. Noch zijn ze in staat om met hun logge lijven snel genoeg in mijn richting te bewegen. Ik bevind me al bijna buiten gehoorsafstand.

Evenzogoed begint het reutje te schreeuwen, dat ik mijn hond los heb lopen. Alsof ik dat niet weet!

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Snel lijn ik VikThor aan. Gelukkig luistert mijn hondje uitermate goed naar zijn baasje. Binnen twee seconden staat hij naast me met zijn snoet geheven voor zijn gentle leader. Het blauwe mannetje in de steeg staat nog steeds te schreeuwen, terwijl ik me uitput in vriendelijke antwoorden.

‘Ik weet het. We lopen net de deur uit. Kijk, hij is al aangelijnd, mijnheer,’ roep ik opgewekt, ‘Koekepeer’, denk ik er achteraan. ‘Ja, als je het zo goed weet, weet je ook hoeveel boete hierop staat,’ brult het ventje op ruzieachtige toon. Geen idee, maar het is vast een exorbitant hoog bedrag.

‘Ik moet hier wegwezen, want voor je het weet heb ik die prent in mijn klep,’ zeg ik tegen mezelf. Dit gesprek gaat in elk geval helemaal de verkeerde kant op.

Heks fietst met haar hondje aan de riem vliegensvlug de staat uit. Ik roep nog sussend iets over mijn schouder, zodat ik niet kan verstaan wat de leiperd in uniform intussen staat te bazelen. Misschien sommeert hij me om stokstijf stil te staan? Geen idee! 😉

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik rijd een stukje tegen het verkeer in, je mag hier wel fietsen, zodat ze me niet kunnen volgen met hun suffe busje. Daarna peddel ik richting Leidse Hout. De stad uit. Weg bij die hopeloze ordehandhavers.

Achter me hoor ik nog wat kabaal, maar zodra ik de straat uit ben is het gevaar geweken. Mooi. Het is al de tweede bijna bon van deze maand. Fietsen in de berm van de Singel heeft me ook al eens in de problemen gebracht.

Toen had ik te maken met twee agenten. Altijd heel wat beter om mee te dealen. Die blijven gewoon beleefd en voeren een normaal gesprek. Maar ook toen moest ik verbaal op eieren lopen…….

Ja, het is toch wat. Automobilisten en fietsers rijden me dagdagelijks al SMSend bijna van de sokken; Dat vind niemand erg. Maar een loslopende hond in een opgebroken steeg is genoeg voor een vette prent.

Vooral als je je net als Heks geweldig hebt opgedoft met een leuke outfit en een kek hoedje. Ik zag werkelijk de stoom uit de oren komen van die handhaver in zijn apenpakkie. Mijn uiterlijk werkt als een lap op een stier in zo’n geval. Ieder ander zouden ze laten wegkomen met een klein vergrijp. Maar Heks is altijd de klos.

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Ik breng maar eventjes de onterechte bon voor het aan de verkeerde kant de straat inrijden op weg naar een koorrepetitie in herinnering. 150 euro maar liefst, waar alle andere leden van het koor er van afkwamen met een waarschuwing!

Het verbodsbord was onzichtbaar geplaatst en een ander verkeersbord waren ze vergeten weg te halen. De boete werd dan ook kwijtgescholden door de rechter, maar ik moest toch 50 euro betalen. Huh? Ja, echt.

Voorkomen is beter dan betalen. Als ik in de verte apenpakkies ontwaar fiets ik sowieso direct een stukkie om. Zo ook afgelopen week. Ik kar weer eens lekker door de berm van de Singel als er plotseling een verdacht busje langzaam naast me gaat rijden en vervolgens stopt iets verderop. Hij staat op een hele rare plek geparkeerd, dus het zal wel weer zo’n handhavertje zijn.

Snel neem ik een toeristische route via de rechtenfaculteit. Heks neemt geen enkel risico. De hele week heb ik al last van geüniformeerde mannen en vrouwen. Het lijkt wel een vloek. Misschien moet ik gewoon verkering nemen met een corrupte politieman. Kan hij al mijn toekomstige bonnen uit het systeem wegpoetsen………..

©Toverheks.com

©Toverheks.com

Boeddha hanteerde geen kastesysteem. Voor hem geen onaanraakbaren. Zoals Heks. Helaas gooit er weer eens iemand een haak in mijn kleine amoebe aquarium. Voor ik het weet heeft deze Dalit alweer gebeten! Ja, wat moet je anders in zo’n kom. Mijn glazen gevangenis. En let wel: Mijn gebijt doet de zaak geen goed en die haak geen pijn…….

Maandag ga ik naar het strand met mijn nicht. Een paar weken terug troffen we elkaar in een park. Nicht heeft ook een hond. Een hele bitchy teef. VikThor zat in no time compleet onder de plak!

Het heeft wat voeten in de aarde gehad, Nicht heeft de afspraak meermalen verzet, maar nu lopen we dan toch langs de vloedlijn. ‘Toestanden in de familie’ heb ik begrepen. Het is overal wat. Altijd. In onze familie wel in elk geval.

Heks hoort of ziet niet zoveel van haar clan. En dat heeft zo zijn redenen. Die ik probeer te vergeten. Eraan denken is te pijnlijk. Maar met enige regelmaat zet iemand weer een mes in de wond. Bedoeld of onbedoeld, daar kan ik de vinger dan weer niet op leggen. Men beweert altijd onbedoeld. Maar vertrouwen is een schuwe vogel. Vertrouwen is allang weggevlogen.

Door de tralies heen gekropen en foetsie. Me alleen achterlatend met mijn verdriet.

‘Je hebt iets onaanraakbaars, nu weet ik het,’ mijn homeopate is er eindelijk uit. ‘Daarom proberen mensen je onderuit te schoppen. Daarom doen sommige vrouwen zo raar tegen je. Daarom proberen allerlei idiote kerels je klein te krijgen. Mensen vinden het onuitstaanbaar…..’

Ik denk aan de onaanraakbaren in de Indiase maatschappij. Het laagste van het laagste ben je dan. Ja, het klopt. Zo heb ik me heel vaak gevoeld! Maar mijn behandelaar bedoelt het toch anders…….

‘Maar het is alleen maar om mezelf te beschermen. Als je vogelvrij wordt verklaard, als je iemands persoonlijke boksbal bent en bovendien op de nominatie staat om geofferd te worden voor het welzijn van de gehele clan, als men al op zoek is naar een geschikt meisjesinternaat, als je wordt afgedankt, terwijl je niks misdaan hebt…..’ pruttel ik.

Opeens begrijp ik wat ze bedoelt. Mijn huidige hulp heeft precies hetzelfde. Het is een geweldige vrouw met een hele foute narcistische ex. En ook zij heeft dat onaanraakbare. Ze laat niet merken dat ze kapot gaat! Om de boel bij elkaar te houden. Om te overleven. En hoe reageert de omgeving? Het mes erin!

Zelfs haar bloedeigen zus doet er alles aan om haar leven te verzieken. Heks kan de verhalen soms bijna niet geloven. Maar het is haar realiteit. Mensen, die ze zou moeten kunnen vertrouwen halen haar juist onderuit. Dierbaren, die haar zouden moeten steunen geven een gemene trap na. Zo triest. En zo ontzettend pijnlijk voor de boksbal annex afvoerput.

Afgelopen week bijt ik weer keihard in een grote haak. Een nare snoek heeft er een gemeen aas aan gehangen en voor ik er erg in heb, heb ik alweer gehapt. Dringt de haak diep mijn zachte verhemelte in. Ontstaat er een kettingreactie aan pijn, die me terugvoert naar mijn jeugd.

Toen ik het maar moest uitzoeken. De jaren voorafgaand aan mijn ziekte. Toen ik me kapot heb gewerkt. Mijn loyaliteit aan mijn agressors. Mensen, die me zouden moeten dragen, maar juist onderuit schopten. Mijn diepe liefde voor iedereen behalve mijzelf. Want Heks was toch zo slecht. Die mocht je gerust dood slaan. Of er een poging toe doen.

En daarna gerust laten creperen. Die moest het maar uitzoeken met haar opleiding zonder beurs. Die kon zich de tandjes arbeiden. Heks heeft zich letterlijk de ziekte gewerkt tijdens haar studie. ME is toen begonnen.

En alles  wegpoetsen. De diepe schaamte voor andermans haat jegens mij. Er een mooi verhaal van proberen te maken. De eindeloze pogingen om die haat in liefde te veranderen. Maar dat lukt natuurlijk niet bij narcisten. Het is slechts koren op hun molen.

Gepokt en gemazeld door al die ervaringen met narcisme zou ik nu natuurlijk beter moeten weten. Maar de behoefte aan liefde en erkenning van mijn voorouders is gewoon te sterk. En te weten dat het nooit zal gebeuren is te verdrietig.

Ik zag ooit een televisieprogramma over een tuinarchitecte. Ze was wereldberoemd en overal erkend. Mensen liepen weg met haar. Hele volksstammen stonden in de rij voor een ontwerp en ze was intussen hemeltje schatrijk geworden met haar natuurlijke tuinen. Maar kon ze van haar roem genieten? Was ze een beetje gelukkig?

‘Mijn vader is ook tuinarchitect. Niet zo beroemd als ik, hoor, maar hij was wel mijn grote voorbeeld. Ik kon totaal niet met hem overweg, we hebben een hele moeilijke relatie. In feite heeft hij me nooit zien staan. Maar ik hoopte dichter naar hem toe te groeien, door ook tuinarchitect te worden……’

En dan snikkend ‘Nooit is hij naar een tuin van me komen kijken. En nu kan het niet meer. Hij is oud en dement. Waarom is hij nooit gekomen? Hij had zelfs nooit een goed woord over voor het feit, dat ik ook tuinarchitecte ben geworden. “Dat kan jij niet, het is niks voor vrouwen, daar ben je te dom voor”‘.

‘Natuurlijk gaat hij je niet erkennen, schat, die engerd,’ dacht Heks direct, toen ze dit programma zag, ‘Je geeft hem wel heel erg veel macht door dat zo belangrijk te vinden…..’

Kijk, bij anderen doorzie ik dit soort misstanden altijd direct. Was mijn zicht maar zo scherp in mijn eigen leventje. Dan zou ik minder makkelijk prooi zijn van alweer een haak!

Nicht en Heks zitten lekker op een terrasje aan de koffie. We halen herinneringen op aan onze jeugd, ze woonde maar een paar huizen bij ons vandaan! ‘Weet je nog…’ roepen we om beurten. De ene anekdote volgt op de andere. Af en toe liggen we helemaal slap van de lach. ‘Jaja, weet je nog….?’

Sommige dingen heeft ze totaal geen weet van. Mijn veronderstelling dat er in de hele familie sprake was van lijfstraffen blijkt bijvoorbeeld niet te kloppen.

‘Ach schat, je bent gewoon verstoten. Dat is het ergste wat er is. Maar er zijn nog wel familieleden, die veel van je houden, hoor!’ Zoent ze me bij het afscheid.

Binnenkort hebben we een familiereünie. De vorige keer kreeg ik het niet voor elkaar om erheen te gaan. Het is sowieso al nauwelijks te doen met ME, zo’n ellenlange dag aan de andere kant van Nederland. Maar in mijn geval wordt het ook nog eens een hele klus om om gemene haken en boze brulboeien heen te laveren……

 

 

 

 

O jee. Wee je gebeente!!! Wat een hitte! Puffen zonder enige wee valt al niet mee. Maar in deze weersomstandigheden een ingeslikte skippybal rondsjouwen? En bevallig bevallen? Niet te doen. Nee. Professor Grunschnabel moet ons redden!

©Toverheks.com

Zucht, zucht, zucht. En: Puf, puf, puf…. Je hoeft niet eens bevallig hoogzwanger te zijn om puffend en zuchtend door het leven te gaan. Wat is het toch warm. Heerlijk. Maar wel bloedheet.

Via een schaduwroute loop ik ’s morgens naar het dichtstbijzijnde park met VikThor puffend naast me. We gaan lekker zwemmen. Nou ja, hij. Verwoed springt hij het ene bommetje na het andere.

Een uurtje later fiets ik naar de dokter voor een lekkere cortisonenprik. Met bijbehorende zware pijnstiller. Mmmmmm. Mijn nek en elleboog zijn aan de beurt. Hoera. Een paar dagen pijnvrij in die gebieden. Dat is een groot goed.

©Toverheks.com Bommetje!

Dan ga ik langs bij mijn vriendinnetje Joy. Ze loopt op alledag. Een grote skippybal heeft zich in haar ranke figuurtje genesteld. Puffend doet ze de deur open. ‘Kom je nog wel buiten?’ vraag ik nieuwsgierig, nadat ik mijn deelneming met haar benauwde toestand heb betuigd. Ja, gelukkig lukt een klein stukje wandelen nog wel.

‘Maar het mag nu wel komen. hoor, ik ben het behoorlijk zat,’ we zitten aan tafel haar nieuwste aanwinsten te bewonderen. Een paar spuugmooie spuuglappen, een lekker zacht dekentje, nog een kwijlebabbellap met poesjes erop……

De mussen vallen van het dak en mijn vriendin valt bijna om. Wat een zomer. Heel Nederland is roestbruin van de droogte. Nederland! Tig meter onder de zeespiegel!!!!

De gehele bevolking heeft een lekker kleurtje, hetgeen de integratie van mensen met van nature zo’n kleurtje vast ten goed komt. Het is sowieseo te warm om je druk te maken over geneuzel betreffende de diverse kleurtjes van deze of gene.

’s Avonds fiets ik naar het Valkenburgermeertje. VikThor zit in zijn kar. Hij moet eerst een compleet bombardement uitvoeren in de ondanks de hitte opmerkelijk schone Singel om een beetje af te koelen. Daarna spoeden we ons  de hete stad uit.

Heks zit te zingen op de fiets. Ik voel met fantastisch na die prikken van vanmorgen. Ik kan mijn hoofd weer bewegen. Omdraaien zelfs! Geweldig! Ook lukt het me om zonder pijn balletjes door de lucht te gooien. Ook alweer zo’n piekervaring. Wat een dag!

©Toverhkes.com Je zult maar zo’n bal per ongeluk inslikken….. Dan beweeg je niet meer zo snel!!!!!

Op de terugweg is het iets koeler. Een kletsnatte VikThor draaft het eerste stuk naast de fiets. Maar zodra de lauwwarme stad in zicht komt moet hij weer zijn kar in. Ik ben als de dood, dat het arme beest oververhit raakt.

Die nacht hoor ik hem licht hijgen in zijn hok. Het is bloedheet in huis, ondanks het feit, dat alle ramen open staan. Ik ga nog maar eens met een ijskoude natte doek langs de pootjes van het arme dier. Ook gooi ik een vochtige koelmat in zijn hok. Maar dat vindt hij dan weer niks. Pas als ik er een badstof handdoek overheen drapeer is het goed.

©Toverheks.com

De volgende dag haal ik op aanraden van Kras een koelende gelmat. Een wonder der techniek. Door de druk van een oververhit hondenlichaam koelt de gel af. Aan de zijkanten echter wordt het spulletje warmer. Zo raakt mijn hondje zijn overtollige warmte wel kwijt.

Ook haal ik zijn speciale verkoelende halsband weer tevoorschijn. Zo houd ik mijn ventje wel fris en fruitig! Nu ikzelf nog:

Bij de AHahaha zijn alle ijssoorten in de aanbieding. Heks kijkt al jaren niet meer naar zulk soort aanbiedingen, er zit altijd wel iets in wat ik niet mag! Kras heeft echter een soort ontdekt, die ik wel kan eten. Op haar verjaardagsfeestje verrast ze me onlangs met wel drie verschillende smaken!

Nu koop ik wel zes verschillende smaken. Koffie met Cardamon bijvoorbeeld. En karamel met zeezout……. Het veganistische ijs van Professor Grunschnabel is fenomenaal lekker.

Straks ga ik weer eventjes bij de hoogzwangere Joy langs. De arme schat is intussen dagen overtijd. Met dit weer! Ik neem zo’n lekker koud pak ijs mee. Therapeutisch en lekker!

©Toverheks.com

 

 

Pech onderweg is niet voor watjes zeg. Heks koopt op de valreep een knalgeel fluorescerend jasje en dat is maar goed ook. Mijn voornemen nu eens op tijd om Parijs heen te zijn gaat op in rook. Ik kom dan wel voor hete vuren te staan, maar ik heb de soep heus heter gegeten. Uiteindelijk is het leven een groot avontuur. En: Vandaag loopt alles goed af!

Een paar dagen voordat ik naar Plumvillage vertrek haal ik de Don van het station. Strak in het pak stapt hij bij me in de auto. De koffer met nog meer pakken en hoeden gooien we achterin. In Huize Heks hangen ook nog eens een maatpak en een colbertje klaar. Hij komt deze maand wel door!

De volgende dagen ga ik door met het voorbereiden van mijn reisje. Afgewisseld met kletskous-sessies met mijn oude vriend. Zijn aanwezigheid werkt twee kanten op. Enerzijds houdt het me rustig, zodat ik mezelf niet voorbij hol. Anderzijds leidt het me geweldig af, waardoor sommige items uiteindelijk niet in mijn bagage terecht komen…..

Ergens onderweg naar mijn tassen neergelegd en vervolgens vergeten. Zo vergeet ik mijn toetsenbord, oplaadsnoer van mijn iPod-achtige apparaatje, bodylotion en zonnebrandproducten. Nou ja. Wat kan het schelen? Uiteindelijk zit ik evenzogoed met een gigantische berg teringzooi in mijn autootje.

Twee dagen voor vertrek breng ik VikThor naar zijn logeeradres. Hij wordt met open armen ontvangen door de hyperactieve zoon des huizes. Eindelijk iemand met meer energie dan mijn hondje! Wat zal mijn ventje het geweldig hebben hier!

 

De avond voor vertrek stouwen we mijn kanariepiet alvast vol. De Don sjouwt alles naar beneden en ik prop alles vakkundig in mijn bolide. Ik gooi knalgele dekens over mijn spulletjes en parkeer mijn karretje in een steeg om de hoek. Zodoende hoef ik de volgende morgen alleen maar een kop straffe koffie naar binnen te gieten en mijn tas met belangrijke paperassen in te laden.

Zo vertrek ik dan op een voor mij ongebruikelijk vroeg tijdstip. Het zonnetje schijnt. Ik zit werkelijk voor tienen op de snelweg! Om direct bij Rotterdam in een geweldig verkeersinfarct terecht te komen. Er is een vrachtwagen met spijkers omgevallen in de bocht op de ring. Hierdoor hebben tweehonderdachtenzestig auto’s een leuke lekke band gekregen. Het verkeer staat vast van hier tot Tokio.

Goeie hemel. Op het allerlaatste moment besluit ik dan toch maar over Barendrecht te rijden. Ik ben niet de enige met dit gezegende idee, dus ook hier sta ik uren vast. In de stromende regen en storm. Want het is ongelofelijk ellendig weer geworden intussen. Met grote moeite houd ik me staande tussen al het vrachtverkeer.

Via Zeeland kom ik alsnog in België terecht. En vandaaruit uiteindelijk in Noord-Frankrijk. Daar zie ik plotseling dat ik nodig moet gaan tanken, net op het moment dat ik langs een slecht aangegeven in het struweel verborgen tankstation kom. Helaas moet ik wel eerst vier banen oversteken en dat lukt niet meer. Volgende station dan maar……

Plotseling houdt mijn karretje ermee op. Precies waar de weg zich splitst. De rechterbanen gaan naar Calais en de linkerbanen naar Parijs. Heks staat stil op de kleine strook tussen deze voortrazende verkeersaders. Wat nu? Is mijn tank gewoon leeg of is er toch iets anders aan de hand? Ik bel met de ANWB.

‘U moet wachten op de franse verkeerspolitie. Zo is de wet, we kunnen eventjes niets voor u doen. U moet dit en dat nummer bellen en uw positie doorgeven, die staat op die paaltjes langs de weg, kijk maar goed, bladiebla….’

Heks zit intussen badend in het zweet in haar kleine voiture door stapels bagage heen te gluren of ze zo’n verrekt paaltje ziet. Maar nee. Precies op dit kruispunt der wegen zijn die dingen dun gezaaid. Ik zal eropuit moeten……..

Ik trek mijn net aangeschafte lichtgevende gele vestje aan en wurm me voorzichtig uit de auto.

Met gevaar voor eigen leven ga ik op zoek naar zo’n verdraaid paaltje. Goeie hemeltje, wat rijden ze hier hard. Links en rechts suizen enorme vrachtwagens voorbij. Na zo’n vijfhonderd meter ontwaar ik een paaltje in het struikgewas aan de overkant. Ik tuur me suf en stamp de nummers in mijn kop. Nu weer terug schuifelen…..Heks is blij als ze weer in haar autootje zit.

Een klein half uur later komen er franse mannetjes met een grote auto vol wegversperringsmateriaal. Snel zetten ze de rechterbaan af. Binnen een minuut staat er een gigantisch file. ‘Voor mij,’ glim ik tevreden. Zorg ik ook eens een keertje voor oponthoud.

Wat een opluchting.

Ik begroet mijn redders enthousiast. Ik prijs hun onverschrokken heldendaden hier ter plekke. ‘Ach,’ wuiven ze mijn complimenten verlegen van de baan, ‘We zijn het gewend…..’ Ze krijgen plezier in het geval, vooral als er allemaal mannen uit de stapvoets voorbijrijdende auto’s gaan hangen. ‘Bonjour,’ schreeuwen die naar een opgelucht lachende Heks met haar cowboyhoed en dito laarzen.

Mijn spijkerjurkje valt enorm in de smaak van dit onverwachte publiek. Mijn redders staan trots te lachen naar hun concurrenten. Opgewekt instrueren ze me over wat nu komen gaat. ‘Je wordt weggesleept. We mogen geen benzine in je tank gooien. Het is bij de wet verboden. Bovendien kan het ook iets anders zijn. Hopelijk. Anders moet je die sleepwagen zelf betalen…..’

 

Ze grijnzen me opgewekt tegemoet. O jee. Nou ja, ik ben allang blij dat het allemaal meevalt. Ik heb doodsangsten uitgestaan het afgelopen uur.

Even later arriveert de sleepwagen. De wieldop wordt van mijn achterwiel gelicht en in  no time staat mijn kanariepiet op zijn enorme grote broer te kwetteren. Heks zit al voorin de gigantische cabine van de wagen. Ik ben intussen in een prima humeur. Ik heb de grootste file veroorzaakt, die je je maar kunt voorstellen. En zelf rijden we vrolijk voor de meute uit.

Met een rotvaart jakkert de chauffeur door het franse platteland, tot hij in een stadje een schier onmogelijk manoeuvre uithaalt. Achteruit steekt hij zijn gevaarte door een poort. Plotseling staan we op het binnenplaatsje van een rommelig garagebedrijf met sleepwagen en al. De eigenaar van dit zootje ongeregeld gaat helemaal glimmen als hij Heks in het vizier krijgt. Ik heb een fan!

Even later duwen ze mijn karretje de garage in. Een leger mannetjes stort zich op de motorkap. Heks staat in het aangrenzende kantoor met haar nieuwe aanbidder. We kijken door de ruit naar de kluwen monteurs, terwijl hij met de ANWB belt.

Een besmeurde monteur komt binnen stuiven met de diagnose. De baas ratelt vervolgens in het frans tegen de man van de ANWB. Smijtend met terminologie, die ik niet ken.

Intussen knipoogt hij olijk naar me. Of heeft hij een vuiltje in zijn oog? Hij knippert en knijpt er op los. Dan geeft hij me de hoorn. ‘Het is uw benzineleiding. Het slangetje is losgeschoten. Geen wonder dat u opeens stil stond….’ toetert de man van de alarmcentrale in mijn oor, ‘Ze zetten er een nieuw slangetje op en dan kunt u weer verder rijden.’

De man met het vuiltje in zijn oog kijkt me stralend aan. ‘Ik heb er ook nog maar 10 liter benzine ingegooid,’ vertrouwt hij me toe. Dat begrijp ik. ‘Wat krijgt u van me?’ Ik kijk in mijn portemonnaie en geef hem vijftig euro. ‘Welnee,’ roept de man verontwaardigd, ‘Dat is echt veel te veel. Kijk,’ hij wijst naar een tientje dat ernaast ligt. Dat is ruim voldoende……

Voor de hele meute van de door mezelf  veroorzaakte enorme file uit tuf ik naar Parijs. Daar kom ik alsnog in een nieuw verkeersinfarct terecht, met een slakkengangetjes worstel ik me over die verduivelde Boulevard Périphérique. Hier heeft mijn vader wel eens een band staan verwisselen op een brug zonder fatsoenlijke vluchtstrook. Zo koel als een kikker. Het kan dus wel degelijk erger……

Na Parijs knal ik door tot Vierzon. Daar weet ik een lief hotelletje vlak bij de snelweg. Om kwart voor 11 ’s avonds bel ik aan. De deur zit al op slot, iedereen slaapt. Behalve de beeldschone zoon van de eigenaresse. Slaperig doet hij de deur open. Hij checkt me in en een half uur later lig ik ook op 1 oor. Eten doen we morgen wel weer. Nu eerst maar eens schandalig lekker slapen.