In de loop van de middag begeef ik me naar de computerwinkel. Het fotoprogramma van mijn Apple is vastgelopen. Telkens wanneer ik de boel bijna aan de praat heb duikt de software in een eindeloze loop. Een alleraardigste jongeman staat me te woord. Als ik mijn computer open ziet hij mijn naam. ‘Goh, misschien zijn we wel familie. Mijn moeder heeft dezelfde achternaam!’
Ik kijk naar zijn olijke kop. Zie ik iets bekends? Ik geloof het wel. ‘Hoe heet je moeder?’ Hij noemt haar naam. ‘Ha, dat is mijn nicht. Jouw opa is de broer van mijn vader!’ Kleine wereld.
In zijn gezicht zie ik trekken van mijn nicht, maar ik zou hem nooit herkend hebben. Ik heb hem slechts als klein kind gezien. Intussen stelt hij vakkundig de diagnose. Hij vindt een manier om het te verhelpen, maar als ik later thuis ben, blijkt het toch niet te werken. Er is meer aan de hand….
Dus ga ik nogmaals naar dezelfde winkel. Deze keer moet ik lang wachten op mijn achterneef, hij is druk bezig. Als hij dan eindelijk tijd heeft, stelt hij de definitieve diagnose. Mijn computertje is volgelopen met data en zo traag als een slak. Ook heeft ‘ie zich verslikt in de laatste update van het fotoprogramma. Er moet een schijf bij. En flink wat ramgeheugen. En wat blijkt?
Ik heb nog een andere achterneef in de IT. Wordt het al verwarrend? Heks was ook even in de war, want die neef heet hetzelfde als een oom van hem, mijn volle neef…. Het duurt even voor ik door heb over wie hij het heeft. Ik heb een enorme familie!
Thuisgekomen bel ik het bedrijf van mijn andere achterneef. Woensdag gaat mijn apparaat onder het mes. Dan wordt ‘ie weer zo snel als de wind. Leve de familiebanden!
Donderdagavond doe ik een schietgebedje voor mijn stem. Na een paar ellendige schorre dagen komt er helemaal geen geluid meer uit mijn keel. Ik baal als een stekker. Morgen is het grote concert en ik voel me helemaal niet jofel. Ik houd dus maar zoveel mogelijk rust. Intussen probeer ik het op een akkoordje te gooien met God en Godin. ‘Ik heb het liever in mijn rug, dan dit, lieve God. Dit monddood zijn is in de huidige omstandigheden, met een concert voor de deur, echt waardeloos.’
Frogs biedt aan om een avondronde met mijn hondje te lopen. Als we later nog een kopje thee drinken smeek ik hem om een kaarsje voor me te branden. ‘Jij kunt dat vast heel goed, Frogs. En vraag direct ook aan mijn vriendinnetje Tanneke of ze me wil helpen!’
Vrijdagmorgen loop ik een enorme ronde met Ysbrand. Bij een ouderwetse drogist koop ik allerhande desinfecterende gorgelmiddelen en zuigtabletten. Al gorgelend zuig ik me richting generale repetitie. Maar eerst komt mijn hulp nog een paar uurtjes langs. Het bed moet verschoond. De keuken is een puinhoop. Vrolijk jaagt ze een stofzuiger door het huis, terwijl ik kattenbakken verschoon. Ik ga door m’n rug. M’n gebed is verhoord.
Tijdens de generale repetitie blijkt er weer een beetje geluid uit mijn gevoelige strotje te komen. Het valt me niet tegen. Voorzichtig zing ik alle stukken mee. Hier en daar rommelt het een klein beetje. Normaal gesproken vis ik de laatste dagen zulke foutjes eruit. Nu ben ik al blij als ik de avond haal….
We zingen van twee tot vjjf met een kleine pauze. Ik race naar huis. Eigenlijk wil ik nog een uurtje plat, maar daar komt niets van terecht. Cowboy komt ruim drie kwartier te laat opdagen. Ik schiet in de stress. Hij gaat mijn moeder ophalen. Straks is hij te laat bij de kerk. Die gaat klokslag acht uur dicht. Jammer voor de laatkomers…..
Even over zevenen verlaat ik helemaal opgedoft in een wolk parfum m’n huis. Ik heb er zin in. M’n stem is nog niet helemaal optimaal, maar de gebeden van Frogs en mijn dealtje met het Allerhoogste hebben hun werk gedaan.
In de kerk is het een drukte van belang. De koorleden zijn opgewonden en vrolijk. Boven het getoeter van het zich inspelende blazersensemble uit warmen we onze stemmen op. Opeens is het acht uur. We stellen ons op in de juiste formatie om het podium te beklimmen. In ganzenpas lopen we de enorme ruimte in. Overal branden kaarsjes. Het is compleet uitverkocht. Vergenoegd kijk ik om me heen….
Dan komt onze dirigent op in zijn mooie slippenjas. Plotseling is het doodstil. We gaan beginnen met Kinot, dat supermoeilijke stuk, dat vandaag zijn wereldpremière beleeft! Het koor heeft er anderhalf jaar op zitten ploeteren. Met een ongelofelijk fanatisme hebben ze zich de materie eigen gemaakt. Als het niet zo’n geweldig koor was geweest, met zo’n super dirigent, dan hadden we er ons aan vertild.
Nu is het best spannend. Zal het allemaal goed gaan? Gaan we het overleven? Raken we door de zenuwen de kluts kwijt of werkt onze stress juist in ons voordeel?
Het gaat goed! Het publiek is volledig overdonderd. Maar ook razend enthousiastst! We krijgen een ware ovatie. De componist en de dirigent omhelzen elkaar. Een hoogtepunt!
In de pauze ontdek ik, dat Cowboy en mijn moeder het concert op het nippertje gehaald hebben. Gelukkig! Het koor zwermt uit tussen het publiek. We krijgen we allemaal fijne complimenten. Maar we moeten nog een heel requiem zingen…..
Mozart is natuurlijk een gebakje na de rauwe, bittere, dissonante maar oh zo prachtige Kinot van Rene Samson. We jassen em er met het grootste gemak doorheen. Het is heerlijk om dit prachtige muziekstuk als toegift te geven. Voor de meeste toehoorders is het een verademing….
‘Kinot was hard werken voor ons zangers,’ zeg ik later tegen Frogs. ‘Het was voor ons luisteraars ook hard werken, Heks!’
‘Heb je mooie foto’s gemaakt? ‘ vraag ik aan mijn lief. Hij is het straal vergeten. Nou ja. Gelukkig heb ik ’s middags al een paar sfeerplaatjes geschoten in de nog praktisch lege kerk. Denk er dus maar een koor bij. En heel veel publiek!
Later stuiter ik nog uren door het huis. Cowboy ligt al lekker te slapen, als ik eindelijk een beetje kalmeer. Vandaag ben ik mijn stem natuurlijk weer helemaal kwijt. Die heeft dan ook overuren gedraaid gisteren. Maar guess what? Mijn rug is een enorm stuk verbeterd…….
Als ik mijn mond open komt er een soort gegrom uit
Gisterenavond hadden we de laatste koorrepetitie voor het concert. Helaas produceert mijn stem nog steeds niet veel meer dan een uiterst fragiel gekras. Best sexy volgens Cowboy. ‘Je kunt zo voor een sekslijn gaan werken’, grapt hij, als ik me beklaag over mijn droevige lot. Dat zou wel helemaal het andere uiterste zijn. Van Mozart en Kinot naar Kim Holland. Van klaagliederen naar liederlijk gedrag…..
Het heeft ook wel iets erotisch, die stemspleten en plooien
Nu is Heks best een mens van uitersten. Maar ik ben nu eenmaal geen voorstander van prostitutie en alles wat daarmee samenhangt. Het idee, dat zoiets moois en intiems als seksualiteit voor een paar rottige grijpstuivers te grabbel wordt gegooid staat me tegen. Het zijn ook meestal vrouwen, mijn zusters, die dit lot treft. Vaak worden ze ook nog eens uitgebuit door heren, die er op hun bordeelsluipers vervolgens met de poet vandoor gaan…..
Mijn loyaliteit ligt bij de letterlijk onderliggende partij
Seksualiteit in alle soorten, maten en vormen kan zich wel verheugen in mijn enthousiaste support. Zolang het vrijwillig is en respectvol. Liefde en respect zijn tenslotte hetzelfde. Bind elkaar dus gerust eens lekker vast op de keukentafel. Mijn zegen heb je.
Sommige stemmen zijn zeer geschikt voor een baan achter de telefoon
Ik heb overigens op een feestje wel eens een voormalige medewerkster van zo’n sekslijn horen vertellen hoe zij en haar collega’s hun klanten flink in de maling namen. Denk maar niet, dat ze aan de andere kant van de lijn daadwerkelijk met seks bezig zijn, als je zo’n nummer belt.
‘Welnee joh, dat is totaal niet nodig!’ Ze lag helemaal in een deuk, terwijl ze ons wat sappige anekdotes opdiste. Ze maakte niet in het minst de indruk te zijn misbruikt. Het was eerder andersom. Ik kreeg bijna medelijden met de arme bellers. Wat werden die uitgekleed! De dame in kwestie heeft er een studie van kunnen betalen!
Hees heet lekker te zijn
Hoe kom ik nu toch weer van ‘zingen in een koor in een kerk’ op ‘liefde bedrijven’ of wat daar soms voor doorgaat? Dat laatste zit toch meer in de lijn van ‘voor het zingen de kerk uit gaan’…..
Ik denk dat ik last heb van mijn VALSE stemplooi, EPIGLOTVERDRIE !!!!!
Mijn schorre stemmetje maakt wel meer mensen aan het lachen. Een koorlid ligt dubbel als ik haar vertel, dat het al de tweede keer wordt, dat ik een concert playback. ‘Zijn het niet gewoon de zenuwen?’ Informeert ze plagerig, ‘heb je soms last van podiumangst?’
‘Welnee’, antwoord ik, ‘daar heb ik totaal geen last van. Nooit gehad ook. Zet me voor een zaal en ik zing wel. Het komt door die rare ziekte van me. De keel is een enorme zwakke plek bij ME patiënten. Ik ben wel eens vijf jaar mijn stem kwijt geweest!’
Vijf jaar niet zingen, een ware straf voor dit heksje
‘Lastig hoor’, antwoordt ze lief, ‘wat me ook zo moeilijk lijkt is dat veel mensen denken, dat je je aanstelt. ‘ Ze blijkt de ziekte redelijk goed te kennen. Alsmede het stigma, dat ons omgeeft.
Aansteller, gek, het zit tussen je oren…. Dat laatste klopt wel, maar op een andere manier, dan doorgaans wordt gesuggereerd. Er zijn onstekingsgebieden in de hersenen aangetoond. En een witte substantie in gebieden, waar het grijs zou moeten zijn…..
Daarom belt mijn hartje elke dag
‘Ach’, verzucht ik later tegen mijn lief, als we ons dagelijkse uitgebreide telefoongesprek voeren, ‘ik ben vaak mijn stem kwijt en heb altijd keelpijn. Maar als ik bij stem ben, heb ik een waanzinnige orgelpijp in mijn keel zitten met een bereik van ruim drieeneenhalve octaaf. Mensen hebben bezworen mijn concerten te bezoeken mocht ik ze ooit gaan geven. Geen denken aan natuurlijk. Behalve in koorverband dan….’
Je hoort alles aan een stem
‘Dus je bent toch wel blij met je stemgeluid?’ ‘Jazeker. Er zijn genoeg mensen altijd bij stem, maar de melk verzuurt in de koelkast, kinderen raken van de kook en medebewoners smeken hen het pand te verlaten als ze een poging doen om te zingen.’ Daar moet Cowboy om grinniken. ‘Zo kun je het ook zien, Heks. Wie weet valt het vrijdag wel alles mee.’ Ik hoop het.
Ik hoop, dat er een beter geluid uit mijn strottenhoofd komt vrijdag
Nu lig ik met een naald in mijn keel op de behandelkamer van mijn acupuncturist. Hij heeft vaak nog wel wat listige trucjes om de boel weer aan de praat te krijgen. Duimen voor dit Heksje hoor! Nog twee dagen te gaan. Wil ik enigszins mee kunnen doen met het concert, dan moet er toch nog wel een klein wondertje gebeuren…….
misschien moet ik eens naar een Laryngoloog!
Mijn zangtalent komt van de kant van mijn moeder
Niet iedereen heeft dat talent geërfd…..
Zingen is heel goed voor een ME patiënt . Helaas zijn ze vaak hun stem kwijt.
Het is alweer eventjes geleden, dat ik met Cowboy een middag op stap ging in eigen land. Om een uurtje of twee rijden we richting Papendrecht. Het is prachtig weer. Eerst bezoeken we het afscheidsfeestje van mijn nichtje. Ze vertrekt met haar gezin drie jaar naar Aruba. Zowel zij als haar man hebben daar een baan op een middelbare school geaccepteerd.
Een telefoonnummer!
Een spannend avontuur. Heks snapt dat heel goed. Maar toch neem ik met pijn in mijn hart afscheid. Het zal weer een hele tijd duren voordat ik haar in m’n armen kan sluiten. Ik prent de snoetjes van haar kinderen goed in mijn koppie. Over drie jaar staan hier hele andere wezentjes. Twee keer zo groot. Drie keer zo wijs. En heel veel levenservaring rijker.
Na de festiviteiten gaan we lekker met Ysbrandt aan de wandel. Het is een prachtige omgeving. Als we weer in de auto stappen merkt Cowboy op, dat er een heel bijzonder huis in de buurt staat. Het gebouw is van de hand van de wereldberoemde architect Cornelis van Eesteren. Het kleurenschema is afkomstig van Theo van Doesburg. Helemaal binnen de denktrant van ‘De Stijl’.
Vanuit Parijs stuurden ze instructies, terwijl het huis werd gebouwd. Hetgeen ervoor gezorgd heeft, dat er een paar flinke fouten zijn geslopen in de uitvoering van het geheel. Op zich natuurlijk ook weer heel erg grappig. Een huis met een verhaal.
Bovendien is het het enige door Van Eesteren ontworpen woonhuis dat is gebouwd en ook nu nog bestaat.
Heks zoekt wat gegevens op op haar smartphone. Ideaal toch zo’n zakcomputertje. We blijken niet eens zo ver uit de buurt te zijn. ‘Kom, we gaan kijken,’ stel ik voor. Dat hoef ik geen twee keer te zeggen. We kachelen op ons gemak langs de dijk en na enige tijd vinden we het bewuste huis. Ik parkeer mijn kanariepiet aan de voorkant. Die blijkt perfect te passen in het kleurenschema van van Doesburg.
Cowboy is natuurlijk enorm in zijn nopjes. Stralend loopt hij heen en weer voor het huis, gluurt door de ramen, koekeloert de tuin in. Er hangt een bordje aan de straatkant, waarop een telefoonnummer staat dat je kunt bellen, als je het huis wilt bezoeken. Dat willen we wel! Helaas is het zaterdagavond 7 uur intussen. Ongeveer het slechtste tijdstip om je te melden voor iets dergelijks. Nederland zit aan de warme hap. En daarna kijken we massaal TV. Geen sterveling die zich laat strikken om dan nog een rondleiding te komen geven. Onverwacht. Aan wildvreemden.
Cowboy belt het nummer. Er staat niet bij, wanneer je mag bellen, dus niet geschoten, altijd mis! Tot onze verbazing wordt de telefoon gewoon opgepakt. Een vrouw staat mijn lief te woord. ‘Wat leuk! Natuurlijk kunnen jullie eventjes komen kijken. Wacht. Ik zit nu te eten, maar dat kan later ook. Met vijf minuutjes ben ik bij jullie.’ Ze heeft niet gelogen. In no time staat ze voor onze neus. Mevrouw Meijdam blijkt een paar huizen verder te wonen en dit vrijwilligersbaantje vanuit een enorme passie en betrokkenheid te vervullen. ‘Ik ben altijd dol geweest op dit huis. Daarom ben ik zo blij, dat het in oude glorie is hersteld.’
Het meubilair past in het tijdsbeeld
Van Eesteren en zijn vrienden
Ze opent de knalgele voordeur en de rondleiding begint. Eerst doet ze alle deuren in de gang dicht. ‘Zo komt het kleurenschema beter tot z’n recht’, verklaart ze. Uitvoerig vertelt ze over de perikelen rondom de bouw. Het verband tussen van Eesteren en mevrouw van Zessen, de eerste bewoonster van het pand. De band van de architect met deze omgeving, zijn geboortestreek. ‘Er gebeurde hier van alles op creatief gebied indertijd. Rietveld, van Doesburg en nog meer grote namen kwamen hier in Alblasserwaard bij elkaar.’
Daar staan we van te kijken. Dat zou je nu niet direct denken, als je hier in de omgeving rondtoert. Op zich een hele bijzondere omgeving. Vanuit de bovenverdieping van het huis kun je nog net de wieken van de molens van Kinderdijk zien. ‘Vroeger stonden al die gebouwen er nog niet voor’, vertelt onze gids, ‘Van Eesteren heeft zich in zijn loopbaan behoorlijk laten inspireren door die molens en hun techniek!’
De molens van Kinderdijk vanuit het zolderraam
De vrouw heeft alle tijd van de wereld en laat ons werkelijk het hele huis zien. Van de kelder tot de zolder. In één van de kamers treffen we het stempelkussen van van Eesteren aan. ‘Hij doet het nog hoor,’ krijgen we te horen. Cowboy mag een stempel op een folder uitproberen en inderdaad. Het kleinood stempelt nog perfect!
Stempel van van Eesteren
Zijn bureau
Dat is zo leuk aan een bezoek aan dit huis. Je loopt gewoon tussen de spulletjes van deze beroemde man. Je mag overal aankomen. Nou ja, we houden ons in, ik weet niet wat er gebeurt als je je misdraagt natuurlijk. De vrouw weet er veel van en vertelt dingen, die je anders zouden ontgaan. Zoals over de constructie van de ramen op de bovenste verdieping van het gebouw. ‘Doordat het een dijkhuis is, is ramen zemen aan de achterkant zo goed als onmogelijk. Veel te hoog. Daarom kun je de helft eruit halen en op die manier het geheel toch schoon krijgen.’ Superhandig! Ik wil ook zulke ramen in mijn huis. Scheelt me een glazenwasser…..
Zo’n handig raam!
Na de zeer uitgebreide rondleiding besluiten we nog eventjes naar de molens van Kinderdijk te gaan kijken. Van deze bijzondere plek, behorend tot het werelderfgoed, gaat iets magisch uit. Vooral in de invallende schemer. Een prachtige locatie voor romantiek. En dat komt goed uit, want Heks en Cowboy vieren hun éénjarig bestaan deze dag. Knorrend van de honger zitten we in de auto op weg naar huis. Het plan is om ergens feestelijk te gaan dineren bij kaarslicht, als we weer in Leiden zijn.
Mijn kanariepiet past goed in het kleurschema
Maar dat halen we niet. Zo zitten we dan uiteindelijk aan de friet met frisdrank in een Chinese snackbar. Onder de TL balken. Ergens in die prachtige Alblasserwaard. Ach, mijmert Heks. Dat is maar beter ook. We voelen ons dan wel ongelofelijk rijk, maar hebben uiteindelijk allebei geen cent te makken….. 😉
Als ik vanmiddag met Ysbrandt dravend naast me richting ziekenhuis fiets, doet er opeens een blindengeleidehond een charge naar mijn Varkentje. Oeps! Dat mogen zulke grondig getrainde hondjes helemaal niet doen. ‘Je bent een ongeleide hond!’ roep ik hem inwendig toe. De vrouw die hij geacht is te begeleiden krijgt hem met moeite weer onder controle. Eventjes springt hij alle kanten op. Gelukkig heeft ze een paar ferme armen!
Nou ja, denk ik bij mezelf. Beter een ongeleide blindengeleidehond, dan een blinde geleidehond. En dat is dan nog altijd honderd keer beter dan een gemiddelde ongeleide hond. Mweuh…..
Bij het ziekenhuis bind ik mijn hondje aan mijn fiets en die zet ik met een enorm slot vast aan een paal. Voor de hoofdingang. Waar je helemaal niet mag staan!
‘Mevrouw Heks, wil je niet je fiets zomaar neerzetten waar het verboden is!’ hoor ik opeens achter me. Een oude vriend duikt plotseling op. We sluiten elkaar in de armen. Wat leuk! Vanmorgen kwam ik een vriendin uit dezelfde oude vriendenkring tegen. We spraken af elkaar binnenkort te zien. Met als het even kan deze meneer erbij! Dus hij komt als geroepen. Snel wisselen we wat gegevens uit.
Hoewel hij werkzaam is in het ziekenhuis, doet hij wat mijn verkeerd geplaatste vervoermiddel betreft of zijn neus bloedt. Als ik het ziekenhuis inloop roepen een paar verwoed rokende dames, het gebouw is rookvrij vanbinnen, dat ze wel op mijn hondje zullen passen. Mooi zo.
Wat is het druk in de apotheek. Na een sprintje door de gangen van het enorme gebouw overzie ik de mensenmassa in de wachtrij. De moed zinkt me in de schoenen. Ik trek een nummertje. Goddank kom ik alleen wat dingen afhalen. Dat scheelt enorm blijkt.
Ik neem plaats op een stoel. Naast me zit een dame, dodelijk vermoeid. Haar krukken slingeren nonchalant tegen haar magere benen. Haar eveneens uitgeputte echtgenoot zit er uitgezakt naast. ‘Goeie hemel, verzucht ze, ‘ Ik ben hier al vanaf vanmorgen 8 uur.’ Het is intussen half zes in de namiddag!!!! Ik betuig mijn medeleven. Verschrikkelijk. ‘Er waren allemaal spoedgevallen tussendoor. Ik was pas vanmiddag aan de beurt. Maar ik ben wel om zes uur vanmorgen opgestaan…….’ Ze komt helemaal uit Zandvoort.
We praten eventjes om de tijd te verdrijven. Mijn hart gaat uit naar dit moedige echtpaar. Want erg gezond ziet de vrouw er niet uit. Ze wappert met haar recept door de lucht. Ik maak eruit op, dat haar conditie zorgelijk is.
Ik denk aan sister Chan Kong. Hoe zij altijd zegt in haar prachtige Vietnamese engels, dat je je lichaam moet bedanken voor bewezen diensten. ‘Thank you legs, for carrying me around this blue planet. Thank you, my beautiful arms, thank you my liver, intestines…..’ Enzovoort. Maar ook als er dingetjes niet helemaal lekker werken zegt ze: ‘Your heart still works well, your arms still work well, Your eyes still work well….’ Nou , mijn armen doen het niet. En de dame van de geleidehond had ogen die dienst weigeren. Maar toch, terwijl ik daar zit realiseer ik me: ‘Heks, je hebt het zo slecht nog niet!’
Als ik het ziekenhuis weer uitloop, zie ik dat Ysbrandt lekker ligt te waken bij mijn fietsje. Er staat geen boze conciërge om me eens eventjes de les te lezen over de verkeerd geparkeerde fiets. Het is al een beetje aan het schemeren. We hebben nog net tijd voor een uitlaatrondje door het bos…..
De stad is in licht opgewonden staat. Hele stukken zijn onbegaanbaar. Grote kerels met klauwen van handen schroeven enorme kermisattracties in elkaar. Friettenten schieten als paddestoelen uit de grond. Een vage geur van hutspot vult de straten. Langs de grachten verschijnen de eerste kraampjes met dingen die je niet nodig hebt. Studenten zijn zich alvast aan het indrinken. Nog een nachtje slapen en dan barst het feest los.
Ik heb mijn auto voor het politiebureau geparkeerd. De veiligste plek lijkt me. Bovendien bereik ik met het gele gevaar vanuit mijn wijk op geen enkele manier meer de bewoonde wereld. Dat wordt te voet al moeilijk. Hondje uitlaten is werkelijk een ramp de komende dagen. En waarom? Vanwege ons eigen Leidse volksfeest: 3 oktober.
Gisteren is per ongeluk mijn vriezer ontdooid. Ik kwam er iets te laat achter, dus mijn hondje had een hele goeie dag. Het was een enorme klus om alles uit te zoeken en schoon te maken. Een aantal dingen zijn nog te gebruiken, dus ik ben aan het kokkerellen geslagen. Hoewel ik eigenlijk lekker wil uitrusten, om het komende weekend te overleven, ben ik de hele tijd druk in de weer.
Nu staat er een enorme schaal klapstuk in de oven. Ik ga zo aardappelen schillen, pastinaak en uien schoonmaken, wortel en ui door een keukenmachine halen…… Of zal ik lekker vroeg naar bed gaan? Morgen is er weer een dag uiteindelijk. Het enige, dat echt af moet is al dat vlees in de oven.
Op de televisie is een drama aan de gang. Iemand krijgt tijdens een operatie een bijna dood ervaring. Het grijpt me aan. Heks is ook een keertje in het ziekenhuis de pijp uitgegaan en toch blijven leven. Tegen alle verwachtingen in. Technisch gezien had ik dood moeten zijn. Er zat meer bloed in mijn buikholte, dan in mijn aderen…..Sindsdien kijk ik heel anders tegen de dood aan. Het idee, dat we ook maar iets weten en begrijpen heb ik helemaal losgelaten. Nieuwsgierig ben ik nog steeds.
Als ik vanmiddag eventjes in het ziekenhuis ben voor wat medicatie, loop ik een bekende tegen het lijf. Het is iemand, die vroeger heel lullig tegen me deed over het feit dat ik een ziekte heb. Door meditatie en bewustzijn zou ik dat gewoon weg kunnen krijgen. Zieke mensen vond ze sowieso erg irritant. We mediteerden ooit samen in een groep. Daar zaten relatief veel zieke, zwakke en misselijke zielen in. Op zoek naar wat verlichting…. Regelmatig kreeg deze of gene met een gebrek een veeg uit de pan.
Gek genoeg werkt ze wel in een ziekenhuis! Ik zit eventjes zit te wachten, terwijl ze een telefoongesprek voert. Vol verbazing observeer ik haar. Liefdevol en geduldig staat ze de patiënten te woord!
Ik informeer hoe het met haar gaat. Ze heeft zelf enige tijd geleden een ernstige ziekte doorgemaakt. Aanvankelijk riep ze dat ze het wel eventjes weg zou mediteren. ‘Ik hoef geen chemo, bestraling of operatie. Ik ga het op een andere manier aanpakken.’ Later bleek ze het toch niet te redden zonder behandelingen. Maar het gaat weer goed met haar! Gelukkig.
Ik ben natuurlijk benieuwd of deze ervaring haar iets milder heeft gemaakt. Ze werpt zichzelf links en rechts altijd op als geestelijk leider, maar ik zou nog geen gezond schaap aan haar kudde toevertrouwen. Laat staan een mens met sores. Maar misschien heeft haar ziekteproces louterend gewerkt?
‘Oh, die ziekte, daar denk ik niet meer aan. Als het terug komt zien we wel weer. Ik ben nu zover, dat ik weet waarom ik ziek ben geworden.’ Dus ziekte heeft een reden! Je kunt er achter komen waarom dit lot je treft! Vervolgens vertelt ze over haar nieuwe spirituele leraar. Ik heb over hem gehoord.
Het is een afvallige monnik. Jarenlang verbleef hij in het klooster van mijn leraar Thich Nhat Hanh. Hij is intussen enigszins omstreden in die kringen, want hij is getrouwd. Heks maakt het allemaal niet uit. Maar ik heb dan ook niets tegen seks. Ik heb meer moeite met het celibaat. Niet als gedrag, maar als gedragsregel. Volgens mij is het niet zonder gevaar om seksuele energie te onderdrukken. Kijk maar naar het seksuele misbruik door de celibatairen in de Katholieke kerk….
Het lijkt er niet op, dat mijn kennis veel opgestoken heeft van haar ziekte, maar ik kan me vergissen. Ze is er in elk geval niet milder van geworden betreffende het fenomeen ziek zijn. Ik heb nog steeds het gevoel, dat ik een sukkel ben in haar ogen met mijn ziekte. Als ik iets beter mijn best zou doen was ik er al lang vanaf. Maar ja, ik krijg geen chemo en bestraling. Ik moet het maar zo’n beetje zelf uitzoeken…..
Zij is niet de enige, die me zo’n gevoel heeft bezorgd onlangs. In het MEpatiëntenblad van deze maand staat een artikel, dat me treurig maakt. Het is een verhaal over de ervaringen van een aantal mensen met een wat schimmige behandeling. Binnen drie dagen van je klachten af. De patiënten leren om bepaalde patronen te doorbreken en hopla, je bent weer fris en fruitig. Wat een gelul.
Ze vertellen er overigens niet bij, hoe ze dat resultaat bewerkstelligen. Eigenlijk staat er niets in het verhaal waar je uit kunt opmaken, wat ze met je gaan uithalen in die drie dagen. Uiterst mysterieus. Er zal wel een lekker prijskaartje aan hangen. Pure geldklopperij vermoed ik.
Als ik check of het soms om een advertentie gaat, blijkt het wel degelijk een artikel te zijn. Niet redactioneel. Mensen hebben stomweg hun ervaringen opgeschreven……. En dat wordt dan over ons, patiënten, heengestort…….
Wat ik wel erg vind is dat dit blad, MEdium, hieraan meewerkt. We hebben al zoveel problemen om serieus genomen te worden. Als onze eigen mensen nu ook al beginnen met dit soort flauwekulverhalen, dan is het einde compleet zoek!
Onder mijn raam begint de fanfare te toeteren. Hun oefenhol is hier om de hoek. Ze gaan meedoen aan een Jamboree. Ik schreeuw wat aanmoedigingen naar buiten. Maak een paar foto’s De komende dagen zullen ze nog heel wat charges doen vanuit deze steeg. Taptoe, optocht, Reveille! Het feest is nu officieel begonnen.
Met moeite sleur ik me vrijdag aan het begin van de avond uit bed. Er staat nog een uitje op het programma. Een paar leden van de OB, mijn vriendenclub de Orale Beweging, hebben een picknick georganiseerd in de Vlietlanden. Op een strandje bij de Spelevarenspartelvijver! Lees je het goed? Ja, het staat er echt.
Ik stop Varkentje in de auto en rijd de stad uit. Het is heerlijk zwoel weer. Als ik de grote parkeerplaats oprijd, zie ik een rode camper staan. Pas als ik uitstap herken ik em als de stoere voiture van mijn OBvriendinnetje She. Terwijl ik dichterbij kom zie ik haar kokkerellen op haar gasfornuisje. Geassisteerd door Schone Friezin.
Enthousiast sluiten de dames me in de armen. Daarna wordt er druk gedelibereerd over de linzensoep in wording. She reikt me alle ingrediënten aan, om ze op voor mij verboden stoffen te controleren. ‘Gooi er maar wat van deze sambal in, is vast lekker,’ zegt Heks. ‘Ja, ik doe een klein beetje,’ antwoord She, ‘Ik wil niet dat het overheerst.’ Om vervolgens stevig in het zachte plastic flesje te knijpen. Een waar bloedbad is het gevolg. Een grote rode vlek verdwijnt in de dikke soep.
Heks gooit intussen een balletje voor Varkentje
Snikkend van de lach happen we naar adem. ‘Niets meer aan te doen’, hikt de één. ‘Zal een pittig soepje worden’, snikt de ander. Naast me voel ik onze vriendin, die ons pasgeleden heeft verlaten. Alsof ze meelacht. Haar heldere hoge lach. Hier hield ze zo van. Dit zorgeloze slappe gelach.
Vervolgens wil de soep maar niet aan de kook komen op het uitstervende vlammetje waarschijnlijk veroorzaakt door een zieltogende gasfles. Nog meer hilariteit. We besluiten de kooktijd aanmerkelijk in te korten…. Wat is er tenslotte mis met rauwe bleekselderij en dito wortelen? Uiteindelijk blijkt het een heel lekker soepje te zijn.
Selfie met de meisjes
Intussen cirkelen er constant auto’s over het parkeerterrein. Dit is een bekende ontmoetingsplek voor seksavontuurtjes. We praten over dit fenomeen. ‘Ik zat een keertje gewoon met mijn vriend in een auto te praten, hihi, nee, echt waar, op een parkeerplaats. Klopte er zo’n swinger op het raampje. Of hij even mocht. Het gekke was, dat hij contact zocht met mijn partner. Zo van: Even wisselen? Alsof ik er niet bij was.’
We praten over het verschijnsel promiscuïteit en hoe dat verschilt bij mannen en vrouwen. She is seksuologe. Onze Seksheks zogezegd. Zij kent statistieken van dit fenomeen. ‘Het is het hoogst onder mannen met mannen. Dan volgt man/vrouw. De lesbiennes scoren het laagst.’
Aan de Spelevarenspartelvijver tref ik de rest van mijn vrienden. Op grote kleden in het gras. Ze hebben al van alles beleefd op deze wat sinistere plek. Mannen, die zich pal voor de ogen van de dames volledig ontkleedden. Om spiernaakt te gaan zwemmen in die dartele vijver. ‘Ik heb de dames nog nooit zo snel hun spullen zien verplaatsen’, lacht één van de aanwezige OBheren. ‘Gelukkig is het nu rustig hier,’ grijnst de ander.
Terwijl de zon langzaam ondergaat, genieten we van de sambalsoep, eigengebakken brood en een lekker glas wijn. En elkaars gezelschap. Boven ons hoofd klinkt een akelig gekras. Wat is dat? ‘Een blauwe reiger,’ zegt Blonde Buurman, ‘Dat krassende geknerp herken je uit duizenden….’
Als ik met She en haar kinderen richting auto vertrek blijkt de parkeerplaats op volle toeren te draaien. De auto’s rijden af en aan. De sfeer is unheimisch. De kinderen van mijn vriendin durven niet alleen in de camper te blijven wachten, totdat we alle spullen hebben overgebracht vanaf de picknickplek.
Op kleden in het gras
Dus loop ik alleen terug naar het veld. Nou ja, samen met Ysbrandt, de Ballenbijter. Uiteindelijk besluiten we allemaal tegelijk te vertrekken. In colonne. De fiets van één van de jongens wordt in de camper geladen. Grapjes over het gevaar, dat hij loopt met zijn mooie benen. En we geven de parkeerplaats voor de volledigheid ook maar een naam: De Spelerijdenspartelcarpoolparking. Giebelig nemen we afscheid.
Zo toeren als een kleine knusse karavaan het eerste stuk samen door het verlaten landschap. Om dan weer alle kanten op huiswaarts te keren.
Vrijdagmiddag ga ik opnieuw naar de pijnpoli. Naar alweer een nieuwe arts. Een vrouw deze keer. Het is het zoveelste artsenbezoek in mijn eindeloos durende poging om bepaalde pijnmedicatie vergoed te krijgen. Deze keer hoef ik me niet te verdedigen, omdat ik geen morfine wil.
‘Dat lijkt me nu niet echt een goed idee, U bent nog zo jong!’ Ik vertel haar, hoe ik drie jaar geleden min of meer voor gek werd verklaard door een onnozelaar van een co-assistent, omdat ik dat niet wilde.
Ook wilde ik geen cognitieve therapie. Het is AL JAREN GELEDEN in buitenlands wetenschappelijk onderzoek bewezen, dat dit averechts werkt bij dit type patiënten. De enige, die hier beter van wordt is de therapeut. Die is weer een tijdje van de straat!
Het is alleen nog steeds niet doorgedrongen in de Nederlandse kleiklontaanpak van ME. Hier huldigt men het standpunt, dat wij moeten worden gemotiveerd om in beweging te komen. Een ouderwetse schop onder je kont. Uitgedeeld door een cognitief therapeut!
Het idee, dat wij een bewegingsfobie zouden hebben (Dit wordt werkelijk beweerd in deze wetenschappelijke kringen, gebaseerd op gebakken lucht en veronderstellingen overigens…. Niet op onderzoek in elk geval!) is volstrekt gestoord.
Iedereen, die Heks een beetje kent, weet, dat ze dol is op bewegen. Schaatsen, fietsen, dansen…… Heerlijk. Het lukt gewoonweg meestal niet, vanwege pijn en uitputting. En als ik het al eens doe, pluk ik er dagenlang de verzuurde spiervruchten van. Ook zijn we niet depressief of lui. Hoewel je wel behoorlijk in de put kunt geraken, bij de stompzinnige reacties van de verschillende behandelaars.
Zoals de cognitief therapeut, die ik ooit, jaren geleden alweer, bezocht. Om mijn goede wil te tonen. ‘Wat doet U allemaal om uw klachten in stand te houden?’ vroeg hij me. Het was een aardige vent. Maar zijn ideeën waren ruk. ‘Vraagt U dat ook aan een willekeurige kankerpatiënt?’ pareerde Heks.
De goede man schrok. Ik heb hem goed duidelijk gemaakt, dat ik niet van deze invalshoek gediend ben. Vervolgens zijn we gaan werken aan een schema om je activiteiten en rustperiodes af te wisselen. Dat bleek wel zinvol……
Hoewel: Het draaide voornamelijk uit op een ieniemienie beetje activiteit en zeeën van rust…..
Dat kun je zelf natuurlijk ook nog wel bedenken. Daar hoeft geen prijskaartje van 50.000 euro aan te hangen. Het gemiddelde bedrag , dat ze per patiënt vangen voor zo’n therapietraject!
Ik heb ooit een huisarts gehad, die vrolijk tegen me zei, toen ik in tranen bij haar zat, omdat het leven niet meer draaglijk was: ‘Je moet je niet zo wentelen in je kwaaltjes.’ Lekker advies als je doodziek bent.
Ook adviseerde ze me om een Pools meisje in te huren voor mijn huishouding. Ik woonde al een zomer lang min of meer op mijn balkon, omdat het binnen zo’n bende was. Thuiszorg vond ze volstrekt niet nodig.
Heks draaide het ziekenhuis in en werd opgesneden. Toen kwam er toch hulp in de huishouding. Ik heb het zelf op mijn tandvlees geregeld. En ik veranderde van huisarts. Thuishulp heb ik nog steeds….. Goddank.
De betreffende huisarts zingt in mijn koor. Af en toe zwaait ze vriendelijk naar me. Het is ongetwijfeld een aardige vrouw, ook al denk ik daar anders over. Zij volgde destijds gewoon het protocol rondom ME, fybriomyalgie en CVS.
Tegenwoordig wordt er veel aandacht gevraagd voor de ziekte ALS. Mensen kieperen een bak ijswater over hun hoofd en dagen anderen uit dit ook te doen. Dit alles op instigatie van een ALSpatiënt; Hij is begonnen met deze Ice Bucket Challenge.
Als een virus is deze actie doorgedrongen tot in de krochten van de sociale media. Overal profileren bekende en minder bekende Nederlanders zich met een omgekeerde emmer water met ijsklonten voor de camera van hun smartphone.
Ik heb ook een ideetje. Voor ME. Ik daag jullie uit! Flapper iemand waarschuwend met een natte dweil om de oren. Roep: ‘WIE IS HIER NU GEK?’ En sla de persoon er vervolgens keihard recht mee in het gezicht. Reageert de persoon verontwaardigd, zeg dan:’Zo voelt het om met ME/CVS/Fybriomyalgy bij de gemiddelde arts je verhaal te doen!’ En: ‘Deze patiënten hebben er net als jij ook niet om gevraagd.’
Stuur een foto van je actie naar mijn blog. Als ik genoeg foto’s heb bied ik ze aan aan de minister van Volksgezondheid…..
Dus ik verwacht niet al te veel van artsenbezoeken. Ik weet hoe de medische stand in dit land tegen mijn ziekte aankijkt, maar ik laat me ook niet kisten. Je moet gewoon een lange adem hebben. Dus treed ik de nieuwe pijndokter open tegemoet. Het is een leuke pittige dame.
Op verzoek heb ik een artikel meegenomen, waar uit degelijk WETENSCHAPPELIJK onderzoek blijkt, dat mensen met deze ziekte hun spieren niet kunnen ontspannen. Het elektrisch potentiaal blijft onverminderd hoog. Dus als jij al ontspannen op 1 oor ligt, dan lig ik nog te planken. Deze hippe sport beoefen ik al 25 jaar. Dagelijks. Overal. Onvrijwillig! Dus kom niet langer aan met de bewering, dat ME patiënten niet sportief zijn…..
Vandaag heb ik geluk. Deze jongedame bijt zich vast in mijn verhaal. Ze heeft goddank tijd. Ze overlegt met collega’s, belt met de apotheek. En eindelijk krijgt Heks dan medicinale cannabis voorgeschreven. Hetzelfde type, dat ook MSpatiënten gebruiken. Want er zijn vele soorten in omloop. De concentratie werkzame stoffen verschilt enorm per variant. Deze versie werkt vooral perifeer, op de spierontspanning. En op de perifere zenuwbanen. Je wordt er ook niet zo koekie van. Perfect!
Zo is het me dan gelukt om na JAREN onderhandelen eindelijk dit medicijn via de apotheek te verkrijgen. En dat is heel fijn.
Ten eerste, omdat de verhouding van de werkzame bestanddelen wel eens heel wat gunstiger zouden kunnen uitpakken voor mij, dan de meer centraal, op je bovenkamertje werkende, koffieshopshit. Ten tweede wordt de teelt veel meer gecontroleerd. De illegale hennepteelt staat bol van de bestrijdingsmiddelen en groeihormonen! Ten derde wordt dit middel door mijn zorgverzekeraar vergoed. Ten vierde haalt het feit, dat het me door een arts wordt voorgeschreven het stigma van drugsgebruiker eraf.
Alhoewel er natuurlijk nergens zoveel junks worden gekweekt als in de gezondheidszorg…..De gemiddelde arts strooit met Oxycontin en Tramadol of het niets is. En dat is allemaal niet zonder gevaar!
In de wetenschappelijke bijlage van het NRC van vrijdag 12 september vond ik bijvoorbeeld een piepklein artikel over het verband tussen het slikken van slaapmiddelen en dementie. Met name het verband tussen Alzheimer en Oxazepam was aangetoond! Bij gebruik van dit ‘medicijn’ gedurende een half jaar is de kans op deze ziekte verdubbeld!!! Die pilletjes gaan nog steeds als snoepjes over de toonbank van de apotheek!
Ik heb ook een voorraadje in mijn keukenla liggen. Maar Heks weigert dit soort troep te slikken. Gelukkig maar. Het is zeer verslavend en heeft vele bijwerkingen. Waaronder dementie blijkt nu….
Zolang artsen, die reisjes accepteren van de farmaceutische industrie, als ze een bepaald middel voorschrijven, er nog vanaf komen met een waarschuwing, vrees ik, dat het einde van dit aan dealerschap grenzende gedrag nog niet in zicht is…..
Hoe dan ook: Ik ben blij met deze veel onschuldiger, maar zeer effectieve medicatie! De gewone ouderwetse soorten dan, niet de genetisch doorgemanipuleerde Skunkvarianten. Natuurlijk geldt, zoals bij alles, zelfs kraanwater, dat je het matig moet gebruiken. En regelmatig! Het heeft al eeuwen bewezen redelijk veilig te zijn. Er is ook nog nooit iemand doodgegaan aan een overdosis.
Maandagmiddag pak ik een trein naar Leiden. Cowboy brengt me weg en tilt mijn fiets op het balkon, klapt em in en lebbert me grondig af. We gaan elkaar missen! Het is rustig in de trein. Op Sloterdijk stappen er twee jongemannen in met een schattige baby. Het popje lacht en kraait, dat het een lieve lust is.
Leuk zo’n suikeroom met rastahaar
‘Wat een dotje!’ zegt Heks, ‘Is ze altijd zo vrolijk?’ De vader van het meisje begint te glimmen. ‘Iedere dag!’ antwoordt hij, ‘Behalve als ze honger heeft…’ Dat klinkt gezond.
Het is niet alleen een heel mooi kindje, ze heeft ook nog een prachtige exotische naam! Aderliana…. Als ik de naam later opzoek vind ik em niet. Het dichtst bij komt Aderiana, de donkere/rijke…..
Als de vader van dit prinsesje mijn blog opzoekt op zijn telefoon, ziet hij de mooie plaatjes van de Wensdoos van Elfje. ‘Daar hou ik van! ‘ roept hij uit. De man blijkt dol te zijn op esoterische afbeeldingen en symbolen. Vooral alles wat te maken heeft met Egypte. ‘Ik heb Nefertiti op mijn arm laten tatoeëren!’ Nou, dat wil Heks wel eens zien!
Maar bij pappa zitten is ook fijn
Vooral als je zo’n lekkere knuffel krijgt!
Voor ik het weet heeft hij zijn shirt uitgetrokken en staat er een knappe halfnaakte man voor mijn neus. Wat een geluk heb ik toch weer op een suffe maandagmiddag 😉
En inderdaad, de Egyptische koningin prijkt levensgroot op zijn bovenarm, omgeven door piramides. Daarnaast aan de ene kant een afbeelding van de valkgod Horus, aan de andere kant zijn beroemde oog……En natuurlijk is er ook een ankh te vinden op deze bovenarm…..
‘Prachtig!’ roept Heks. We raken aan de praat over magie en hekserij. Het blijkt ,dat de moeder van deze jongeman een witte heks is, net als ik. ‘In de Dominicaanse Republiek, waar mijn wortels liggen, heb je ook best veel zwarte heksen, die heel gevaarlijk zijn. Ze maken mensen ziek en brengen ongeluk.’
Het oog van Horus, piramides, een ankh
Nou, die heb je hier ook hoor. De scheidslijn tussen wit en zwart is ook nog eens erg dun. Maar wel heel duidelijk. Wit is altijd onbaatzuchtig. En vanuit het hart. De rest is zwart…..
‘Jij zou de boeken van Drunvalo Melchizedek heel erg kunnen waarderen. Daarin schrijft hij heel veel over Egypte. Hele gekke verhalen soms. Maar ook een bijzonder heldere verhandeling over geometrie! Het heet ‘De geometrie van de schepping’ en het beslaat 2 delen. ‘ Heks is zelf dol op deze boeken. Ze heeft ze helemaal stuk gelezen.
Nefertite met een scarabee om haar hals
Ik maak een paar mooie foto’s van zijn tatoeages en zijn dochter en vriend. Wat een aangenaam reisgezelschap. Voor ik het weet ben ik alweer in Leiden. Daar zet deze innemende jongeman nog eventjes mijn vouwfiets in elkaar, terwijl ik Varkentje in bedwang houdt . Die zit de hele weg al te azen op een paar lekkere kuiten hier of daar en ik ben zijn muilkorf vergeten.
Even later sta ik veilig en wel weer op het perron. We hebben het er weer zonder kleerscheuren, en dan bedoel ik vooral die van anderen, vanaf gebracht……
Zaterdag slapen we lekker uit. Het was toch weer een latertje, dat feestje van Frogs. En vandaag staat er ook weer van alles op het programma. Allereerst moeten we in Amsterdam zien te komen. Appeltje, eitje zou je zeggen. Niets is minder waar. Heks kan nu eenmaal niet twee dagen achter elkaar pieken.
We hebben ook nog een deadline. Om kwart over 6 gaan we een pontje nemen naar Amsterdam noord. Voor die tijd moeten we eten, alle uitlaatrondes van Ysbrandt volbrengen en hem in het huis van Cowboy deponeren. En oh ja, Varkentje is aan de vliegende schijtpoeperij. Bijkomstige complicatie van de planning……
De omgevallen wolkenkrabber op een oud kraanplatform
We weten alles voor elkaar te krijgen en het pontje te halen. Het scheelt, dat blijkt dat we een pont later kunnen nemen. Het weer werkt mee, het is niet al te fris voor hetgeen we gaan ondernemen. Een Havensafari door het havengebied van Amsterdam! Geïnitieerd door Cowboy. Hij doet een marktonderzoek voor zijn eigen bedrijfje en neemt Heks mee voor de gezelligheid. En als kritische sparringpartner natuurlijk….
Pollux!
Het pontje richting de opstapplaats is al hartstikke leuk. Enthousiast wijst mijn hartje me op allerlei interessante architectuur aan weerszijden van Het IJ. Ik hoor allemaal interessante feiten. Wist je bijvoorbeeld dat dat IJ vroeger doorliep tot in de duinen van IJmuiden. Dat verklaart direct de naam van deze kustplaats. Om te voorkomen, dat deze onverzadigbare plas water de gehele provincie Noord-Holland zou opeten zijn er heel wat dammen aangelegd. Nu is het maar een IJtje vergeleken met wat het geweest is!
Ik leun lekker tegen Cowboy aan en kijk om me heen naar de andere passagiers. Meisjes in pyanma’s met panterprint, daaroverheen een leren jasje. Vrouwen in feeërieke jurken met vreemde pruiken op hun hoofd. Fluoriserende outfits met dito haren. Jongemannen in berenpakken of verkleed als konijn. Veel pluche beestenoutfits. Maar ook verlegen meisjes met latex leggings en kanten niemendalletjes.
Ze zijn ongetwijfeld op weg naar een feestje. Halverwege het IJ dreunt de muziek van dit partijtje ons al tegemoet. Nou ja, muziek. Als we dichterbij komen maakt het qua muzikale variatie nauwelijks verschil. Alleen het geluidsniveau gaat omhoog.
Hippyfeestje in the middle of nowhere
We worstelen ons door de drommen feestgangers en gaan op zoek naar de opstapplaats van de safari. Het is een leuk bootje met een echte kapitein, compleet met enorme dikke buik, baard en grijs gekrulde paardenstaart. Een kerstman in wording.
Hier is ook een feestje aan de gang
We duiken direct het ruim in, waar zich een bar bevindt en bestellen een glas rode wijn om de optrekkende kou te weren. Daarna wagen we ons aan dek. De boot vertrekt, gevolgd door een vliegende camera. Inspectie van de havenpolitie. Ze houden ons goed in de gaten, zodat we niet lekker sigaretjes gaan roken tussen de petroleumopslagplaatsen.
Die havenpolitie duikt steeds weer op, is het niet als vliegend object, dan wel weer in een bootje. Je hoeft hier echt niet rond te gaan varen met illegale substanties aan boord. Maar wij hebben niets te vrezen als onschuldige toerist.
Dit gebouw heeft een nieuwe bestemming gekregen
Na een tijdje gaan we van boord op een eilandje, waar voorheen een munitiefabriek werkzaam was. De half ingestorte gebouwen staan er nog. Best gek eigenlijk, onder de rook van zo’n grote stad. Er werden wel voorzorgsmaatregelen getroffen om een catastrofe te voorkomen.
We worden ingehaald
Zo staat het terrein vol bomen om een eventuele explosie op te vangen. De gebouwen hebben daken, die een onvoorziene ontploffing een bepaalde richting op sturen. Ook werden alle machines aangedreven door stoom, dat werd opgewekt op een centrale plek, door 1 machine. En rokende medewerkers waren er niet. Al het personeel bestond uit verwoede niet-rokers.
Er komt een vrouw naar me toe. ‘Wat heeft u een prachtige laarzen aan!’ complimenteert ze me. Wat grappig, ik heb zonet haar schitterende vlecht zitten bewonderen. Ik heb nog nooit zo’n prachtexemplaar gezien. Brunhilde is er niets bij….. ‘Ik heb er stiekem een foto van gemaakt!’ vertrouw ik haar toe.
Intussen is mijn lief druk bezig met zijn marktonderzoek. Links en rechts interviewt hij deelnemers en medewerkers. Hij vergaart een schat aan informatie. Daar heeft hij ook alle tijd voor, want de tocht duurt dik 3 uur, waarvan de laatste anderhalf uur in het donker. Best lang ontdekken we. Na tweeënhalf uur zijn we het zat. Maar ja, wij hebben dan ook de avond ervoor gefeest.
Op de terugweg staat ons nog een onaangename verrassing te wachten. We mogen de pont niet op met onze fietsen. Dit vanwege de terugkerende partygangers. Op tien meter afstand van het pontje staat een regel-eikel zijn autoriteit te laten gelden. ‘Veel te gevaarlijk met die uitstekende trappers’, oordeelt de zak. ‘Die kan ik inklappen’, pruttel ik wanhopig. Het laatste waar ik zin in heb is nog een enorm stuk fietsen naar een ander pontje.
En dat is precies waar het op uitdraait. Gelukkig duwt Cowboy me het hele eind, want bij mij is intussen De Man met de Houten Hamer langs gekomen. En die heeft een flinke tik uitgedeeld. Met de grootste moeite weet ik in het huis van mijn geliefde te geraken. Daar strompel ik nog een rondje met mijn hondje. Om dan een hele dag gestrekt te gaan. Zoals een beetje MEpatiënt betaamt. Maar een hele tevreden patiënt. Dat wel!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.